|
|
Apocalypsofie
Net het boek van Lisa Doeland gelezen over de toestand van de wereld.
Belangrijk is dat Lisa de toestand als een soort psychologische toestand beschrijft. We moeten (ethiek) ons geestelijk verhouden tot steeds meer problematische toestanden met betrekking tot milieu en klimaat, of zelfs cultuur (kapitalisme).
Haar aanzet is een soort pleidooi om ons niet te schamen voor uitsterven en er wat van te maken, een redelijk betekenisvol leven te leven tot het einde.
Daar ben ik het wel mee eens, als ik het zo goed begrepen heb.
Misschien is die psychologische mindset juist nog iets dat het verschil kan maken, zo lijkt haar hoop.
Persoonlijk zie ik de persoonlijke frustraties bij mensen, als ze zich verhouden tot de zorgwekkende toestand van de wereld, juist weer als brandstof voor de motor van het kapitalisme, en dat risico lijkt reëel. Het begint weer bij kopen van het boek van Lisa Doeland, en van daaruit verder.
Bij het lezen van dit boek moest ik denken aan het boek van Esther Gerritsen, ‘Gebied 19’, wat volgens mij ook gaat over een zoektocht naar de meest geschikte psychologische toestand. De hoofdpersoon van dat boek, Thomas (lees: ongelovige) lijkt daar niet in te slagen, en sleept zijn naasten mee in de ellende. Liever ‘echte’ ellende, dan ‘valse’ gelukzaligheid, zo lijkt hij te denken.
Als lezer kan je het hier mee eens zijn of juist niet.
Maar wat is de ‘beste’ psychologische toestand? Volgens Scientology overheerst ons reactief verstand, doet domme destructieve dingen, en wordt het beschouwende, analytische verstand, door allerlei oorzaken, onderdrukt. Hun remedie is het reactieve verstand afleren.
Als de psychologische toestand is waar het om gaat, zou je denken dat milieu- en klimaattoestanden juist allerlei reacties (van het reactieve verstand) uitlokken die variëren van negeren tot pure paniek.
Het is duidelijk dat Lisa Doeland daar niet op uit is.
Hoe ziet Lisa dan het afleren van het reactieve verstand? Daar lijkt ze niet op te anticiperen. Ze geeft zelf een beschouwende en analytische benadering, en misschien is dat management by example.
“Domme destructieve dingen”
Lisa Doeland toont aan dat “destructief (verrotting) op zich juist positief is, maar het probleem is bijvoorbeeld dat plastic niet vergaat, dat we de “eeuwigheid” als het ware bereikt hebben in vorm van afval, zo zie ik dat.
En dat plastic en kernafval hoopt zich op. Is niet zozeer destructief (want na destructief volgt constructief), maar gewoonweg het einde van cyclische processen.
De groen-fantasie dat we van ons afval-proces een cyclisch proces kunnen maken is volgens Lisa niet realistisch.
Mijn eigen insteek:
Bij cyclische processen bereik je toppen en dalen. Op zich geldt voor een psychologische top-toestand, dat na die top-toestand geen toekomstige toestanden meer hoeft te hebben. Het bereiken van een soort hoogtepunt qua inzicht is dan het hoogst haalbare, en daarna kan je gerust sterven.
Alleen dat “sterven” laat zich niet afdwingen. De biologische machine dendert nog even voort, en trekt zich niets aan van de geestelijke piek-ervaring die men eventueel heeft.
Het risico van beschouwend denken is dat men gericht is op de piek-ervaringen, en daarbij dus eigenlijk het “einde” wil bespoedigen. Dit is geen kritiek. We zullen ergens onze piek-ervaringen uit moeten kunnen halen. Dat er echter nog een leven is, waarin het daarna veel minder is, en de specifieke piek-ervaring niet meer terugkomt is iets waartoe we ons moeten gaan leren te verhouden.
Bij seks zijn de piek-ervaringen, het klaarkomen, nog cyclisch. Je kunt dat blijven herhalen. Ik denk dat bij een zeker filosofisch inzicht, een psychologische toestand, dat veel minder het geval is.
We kunnen het voor ons uitschuiven, totdat het niet meer kan. Dan is er misschien een besef, een spijt misschien, een schaamte, waarmee alles oplost. Maar laat het vooral hypothetisch zijn. |
|