Vorige onderwerp :: Volgende onderwerp |
Auteur |
Bericht |
konsalik Site Admin
 Geregistreerd op: 23 Jun 2009 Berichten: 274 Woonplaats: everywere my dreams take me
|
Geplaatst: 6 Jul 2009 20:04:40 Onderwerp: Bonnie & Clyde - door Conny Konsalik |
|
|
Hoofdstuk 1
Rome, 1 februari 1947.
Het is rustig op straat. Enkele mensen met boodschappentassen trotseren de wind en regen op deze koude februari morgen. De meeste mensen die niet perse naar buiten hoeven blijven dan ook binnenshuis. In de centrale volksbank zijn de medewerkers druk met het helpen van klanten. Op één of andere manier is het bij de bank wel druk. Het is even na elven als ze worden opgeschrikt door twee gewapende overvallers, die luidruchtig binnen komen stormen. Het personeel schrikt zichtbaar en klanten verstijven. Alles gaat razend snel.
Beide overvallers komen binnen en nemen de eerste de beste persoon die ze tegen komen als gijzelaar en dwingen zo de bankbediende de kluis te openen. Één van de bankbediende haast zich te doen wat er van hem wordt gevraagd. Hij denkt hier in de eerste plaats eraan, om de klanten te beschermen. Koortsachtig denkt hij na wat hij moet doen om hulp in te schakelen.
“Dat moet sneller” roept de man uit. Geschrokken kijkt de man op en haast zich het geld in de tas te stoppen. Snel kijkt hij even naar zijn collega die als versteend is blijven staan. De vrouw houdt nu de bankbediende onder vuur en maant hem tot haast. Ondertussen doet de bankmedewerker de rest van de kluis inhoud in tassen en overhandigt de overvaller deze. De vrouw duwt haar gijzelaar in de hoek en beveelt hem: “Je blijft waar je bent als je leven je lief is.” De man zakt langzaam naar de grond en blijft verschrikt zitten.
“Bonnie, kom” roept haar compagnon terwijl hij de gijzelaar die hij onder schot heeft meesleurt naar de uitgang. De arme man is doodsbang. Zijn benen weigeren dienst maar hij wordt gewoon mee gesleurd. Bij de deur geeft de overvaller, de man een slag met de kolf van zijn revolver. De man zakt in elkaar en de bankovervallers gaan ervan door met de buit. Binnen in de bank wordt nu eindelijk alarm geslagen en enkele mensen bekommeren zich om de gewonden man bij de ingang van de bank.
“Ik heb de politie gebeld, die zouden gelijk komen” zegt één van de medewerkers, die als eerste weer in actie heeft kunnen komen. De schrik zit er goed in. Maar na een korte periode van stilte, klinkt er nu geroezemoes en opgewonden stemmen. Iedereen praat door elkaar heen.
Op het politiebureau gaat de telefoon en die wordt aangenomen door de receptioniste. Ze verbindt het gesprek gelijk door naar de dienstdoende inspecteur.
“Izambard” meldt deze zich. Hij luistert aandachtig naar de stem van de opgewonde medewerker van de centrale volkbank. Ondertussen enkele dingen noterend, stelt hij enkele vragen.
“We komen eraan” meldt hij even later. Hij legt de telefoon met een diepe zucht neer.
“ Bonnie en Clyde zijn alweer actief” denkt hij. Hij loopt zijn kantoor uit en roept inspecteur David Miller bij zich.
“David we moeten gelijk gaan. Bonnie en Clyde hebben de centrale volksbank overvallen. David is gelijk alert.
“Oké, Sebastien. We kunnen nu gelijk gaan. Moeten we junior ook mee nemen?” Sebastien trekt een bedenkelijk gezicht. Junior is hun stagiair, inspecteur in opleiding, Urs Bühler. Goede jongen maar zeer gauw afgeleid.
“Aan de ene kant wel David maar aan de andere kant…..”
“Maar Seb het is wel leerzaam voor hem” neemt David het voor Urs op.
“Oké, jij je zin maar jij let wel op hem, dat hij geen gekke dingen doet.” David grijnst.
“Is goed Seb, ik regel het wel. “Urs”roept hij in de kantine.
“Ja chef” roept Urs verwachtingsvol.
“We hebben een bankoverval en jij gaat mee” zegt David. Urs is helemaal blij.
“Jippie eindelijk het echte werk” roept hij enthousiast uit.
“Jij blijft bij mij en ik zeg je wel wat je moet doen. Oké?” zegt David. Urs knikt driftig. Ze stappen gedrieën in de auto en rijden naar de centrale volksbank, waar de collega’s van de sporendienst al druk in de weer zijn. Sebastien neemt, als eerste de verklaring op van de bankbediende, die de kluis moest leeg halen.
“Zo vertel mij maar eens wat er hier precies gebeurt is?” vraagt inspecteur Izambard aan de man die duidelijk nog niet bekomen is van wat gebeurd is. De man begint te vertellen van de overvaller en zijn vrouwelijke partner, die hem en twee andere mensen onder schot hebben gehouden. “Hebben ze nog namen genoemd?” gaat de inspecteur verder.
“Ja, hij noemde haar Bonnie” vertelt de bankbediende, blij dat hij zich dat nog herinneren kan. “Een beetje dom om haar naam te noemen. Vindt u ook niet inspecteur?” Sebastien kijkt de man glimlachend aan.
“Dat is niet haar echte naam, neem dat maar van mij aan. Als zij hem had willen roepen had ze hem Clyde genoemd. Hun voorbeeld zijn de beruchte Bonnie en Clyde die rond 1873 banken overvielen en mensen kidnapte. Zij overvallen ook banken en kidnappen mensen en krijgen daar veel losgeld voor. Ze zijn zo glad als een aal en wij zijn al maanden achter ze aan.”
David is ondertussen de klanten van de bank aan het ondervragen. Urs kijkt toe en geeft zijn oren en ogen goed de kost.
“Inspecteur Izambard, weet u al wie achter deze Bonnie en Clyde zit?” vraagt Urs.
“Nee, Urs nog niet maar we hebben ze al verschillende keren bijna gehad. Het is in ieder geval een stel want ze zijn feilloos op elkaar ingespeeld” legt Seb hem geduldig uit. Na een tijdje besluit hij Urs aan het werk te zetten, anders blijft hij toch maar vragen stellen.
“Maar weet je wat Urs je mag wel wat klanten ondervragen. Begin daar maar met die donker harige dame. Hier zijn de vragen die je moet stellen. Succes jongen” zegt hij hem op de schouderkloppend.
Urs is een beetje verlegen als hij de betreffende dame afstapt.
“Mag ik even uw verklaring opnemen?” vraagt hij beleeft.
“Natuurlijk agent” zegt ze.
“Zullen we hier even gaan zitten? stelt Urs voor. De dame knikt en neemt plaats.
“Om te beginnen, wil ik graag uw naam en adres noteren” begint Urs met de eerste vraag op zijn lijstje.
“Mijn naam is Ginevra Sanders en ik woon op de La Vitorra nummer 12, hier in Rome” Urs kijkt de dame verbaast aan.
“Ze is er nogal rustig onder “ denkt hij.
“Kunt u mij vertellen wat heeft u allemaal heeft gezien?” gaat hij verder. “Neemt u gerust de tijd en vertel mij maar wat u zich herinnert” nodigt Urs haar uit. De dame neemt haar tijd en vertelt wat ze gezien heeft. Urs maakt ondertussen driftig aantekeningen. Als een half uurtje later alles op papier staat neemt hij het nog even met haar door. Tevreden gaat hij naar David die ook net klaar is met een ondervraging van een andere klant. Inspecteur Izambard is in gesprek met de laatste medewerker.
“En hoe ging het Urs?” vraagt David belangstellend aan Urs.
“Volgens mij wel goed” antwoordt Urs trots.
“We gaan zo terug naar kantoor om alles op papier te zetten” legt David Urs uit. Sebastien is inmiddels klaar en wenkt de beide heren dat het tijd is om terug naar kantoor te gaan. _________________
mijn site klik hier
Laatst aangepast door konsalik op 28 Aug 2009 18:56:20; in totaal 2 keer bewerkt |
|
Terug naar boven |
|
 |
|
Geplaatst: 6 Jul 2009 20:04:40 Onderwerp: |
|
|
|
|
Terug naar boven |
|
 |
konsalik Site Admin
 Geregistreerd op: 23 Jun 2009 Berichten: 274 Woonplaats: everywere my dreams take me
|
Geplaatst: 6 Jul 2009 20:05:38 Onderwerp: |
|
|
Hoofdstuk 2
Enkele straten verderop opent Carlos Marín de voordeur en laat zijn vrouw Maria binnen. Maria vliegt Carlos om de nek als ze de deur maar goed en wel dicht hebben.
“Het is ons weer gelukt” roept ze blij uit. “Kom laten we gauw kijken hoeveel geld we hebben meegekregen.” Carlos kust haar en loopt met haar de woonkamer in. Hij drukt een kus op haar voorhoofd en maakt zich van haar los.
“Zo eens even zien wat voor moois de centrale volksbank voor ons in petto had” zegt hij één van de tassen openmakend. Hij grijnst.
“Lieverd we hebben volle bak als je het mij vraagt. Doe die andere tas eens open.”
Maria doet het en ziet dat daar nog wel meer geld in zit dan in de eerste tas.
“Lieverd we zijn rijk. Nu hoeven we voorlopig niet meer te werken.” Carlos trekt haar tegen zich aan en kijkt diep in haar grijsgroene ogen.
“Je hebt helemaal gelijk, schat. We kunnen het rustig aan doen voorlopig. “ Hij trekt zijn masker uit zijn jaszak en legt het weer in de kast. “Waar is de jouwe?”
“Hier” roept ze hem haar pruik en masker toegooiend. Het geld hebben ze in hun kluis gestopt. Carlos gaat zitten en trekt Maria op zijn schoot. Hij kust haar teder en begint haar blouse open te knopen. “Carlos toch niet hier op de bank” roept ze quasi geschrokken uit. Hij grijnst en tilt haar op om haar vervolgens naar hun echtelijke slaapkamer te dragen.
“Wat houd ik toch veel van haar” denkt hij bij zichzelf. Ze delen al drie jaar lief en leed. Ze doen werkelijk alles samen. Toen ze pas getrouwd waren, hadden ze maar weinig geld om van rond te komen. Maria had een slecht betaalde baan als serveerster in een restaurant waar hij in de afwas keuken een handje toe stak. Na verloop van tijd begonnen ze te fantaseren.
“Wat als we eens heel veel geld hadden.” Zo was het eigenlijk gekomen.
“We beginnen klein “ had hij haar toen voorgesteld. Het begon met een kruidenierszaak in een klein gehucht. Later schroomde het tweetal er niet voor om iets groters zoals een bank te overvallen. Het principe is eenvoudig. Je wacht totdat je weet dat er veel geld te halen is en slaat dan je slag.
“Clyde ik dacht dat jij andere plannen had? Waar zit je met je gedachten.” Hij kijkt haar verliefd aan. “Mijn allerliefste Bonnie, ik ben er al. Maar laat alsjeblieft onze werknamen achterwegen. ” Hij gaat verder waar hij beneden gestopt was. Hij kust haar teder en trekt ondertussen haar kleren uit. Hij intensiveert zijn kus. Maria klemt zich aan hem vast en geniet van zijn strelingen.
“Jij maakt mij compleet gek” gromt ze tussen twee hartstochtelijk kussen door. Carlos kijkt verbaast.
“Wil je hebben dat ik stop?” vraagt hij plagend. Ze schudt haar hoofd.
“Natuurlijk niet, en plaag me niet zo.” Ze trekt ongeduldig zijn hemd uit en gaat opzoek naar zijn gevoelige plekje in zijn zij.
“Moet ik stoppen?” plaagt ze hem nu. Hij snoert haar mond met een kus en neem de leiding weer van haar over. Samen bereiken ze, enige tijd later hun gezamenlijke hoogtepunt om vervolgens uitgeput tegen elkaar aan te blijven liggen.
Ondertussen zijn Seb, David en Urs terug op het bureau. De compositie tekeningen van het boevenstel hangen al maanden op Sebs kantoor. Aandachtig kijkt hij erna. Ergens komen ze hem bekend van voor. Maar hij weet niet waarvan. Urs blijft vragen stellen over het tweetal.
“Is het een stel?” vraagt Urs.
“Ik denk het wel” zegt Seb. “Ze zijn heel erg goed op elkaar ingespeeld.” Urs denkt hardop na.
“En ze zitten altijd in de regio Rome.” David klopt hem op de schouder.
“Goed denkwerk jochie” zegt hij lachend. “Iedereen is bang voor ze, dat is wel duidelijk.” Urs kijkt hem verbaast aan.
“Nou die mevrouw Sanders stond er anders wel mee te lachen. Misschien hoort zij er wel bij” gaat Urs enthousiast verder.
“Urs over wie heb jij het? Die vrouw waarvan jij het verslag hebt gemaakt?” vraagt Seb.
“Ja, Ginevra Sanders. Hier chef zijn mijn aantekeningen. Moeten wij haar vragen naar het politiebureau te komen?” Seb strijkt met zijn hand door zijn haren en kijkt David boos aan.
“Miller jij zou op hem oppassen. Nu blijkt hij een aanwijzing te hebben waar we niet verder op in zijn kunnen gaan.”
“Nou jij hebt hem anders wel de opdracht gegeven die dame te ondervragen” moppert David.
“Maar chef ik heb haar adres genoteerd. We kunnen er zo naar toe. Hier zijn mijn aantekeningen” probeert Urs weer en geeft Seb zijn kladblok met aantekeningen. Seb laat zijn ogen over het papier gaan.
“Ik geloof dat wij, die dame maar eens uitnodigen voor een gesprekje” zegt hij dan diep zuchtend.
“David rij even met Urs naar dit adres en vraag mevrouw zo vriendelijk wil zijn om met jullie mee naar bureau te komen.
“ Zeker, Seb. Komt voor elkaar” zegt David, Urs voor zich uitduwend.
“Heb ik iets verkeerd gedaan?” vraagt Urs, als ze eenmaal in de auto zitten.
“Nee joh, trek het je niet aan. Hij bedoelt het niet zo maar er is veel te doen om dat tweetal. We zitten als met 20 mensen op de zaak en ze zijn ons telkens te slim af.” Urs knikt ten teken dat hij het snapt. Eenmaal in de La Vitorra is nummer twaaf snel gevonden. Ze bellen aan en wachten rustig af. Na een poosje wordt de deur opengedaan door een dame in duster.
“Mevrouw, ik ben inspecteur Miller en ik had nog een paar vraagje over de bankoverval, vanmorgen. Mijn collega dhr. Bühler heeft u vanmorgen even gesproken, maar het verhoor was nog niet compleet” legt David uit. De dame kijkt verbaast van David naar Urs die zich geen houding weet te geven. Verlegen kijkt hij naar mooie dame met haar chocolade bruine ogen, die hem vanmorgen al waren opgevallen.
“Ik schijn iets vergeten te zijn” zegt hij verontschuldigend. David bemoeit zich er maar even mee en vraagt of het schikt dat ze nog even mee komt naar het politiebureau.
“Heren, ik wilde net mijn schoonheidslaapje doen. Kan het niet wachten?” Urs twijfelt als hij haar aankijkt maar David is onverbiddelijk.
“Mevrouw alstublieft, het is heel belangrijk.” Ze zucht en laat de heren binnen en vraagt hen te wachten tot ze zich heeft omgekleed. Urs en David zitten al een half uur te wachten als Urs begint te grijnzen.
“Ze is misschien ontsnapt door de achterdeur” zegt hij. David ontploft bijna. Er doemt een vluchtscenario op in zijn hoofd.
“Geen geintjes makker. Kom mee we gaan haar zoeken.” Systematisch lopen ze door het huis. Boven aangekomen doen beide een deur open. David, die van de badkamer en Urs, die van de slaapkamer, waar mevrouw Sanders in haar ondergoed voor de kast staat. Urs weet niet wat hij moet zeggen. Met een sorry en een rood hoofd sluit hij de deur gauw. David kijkt hem boos aan.
“Hoe kun je?” moppert hij. Urs laat het over zich heen komen en kijkt David met dromerige ogen aan.
“Ja, Urs wat is er?”
“Ze is zo mooi” zucht Urs dromerig.
“Naar onder met jou, je lijkt wel een verliefde schooljongen.” Urs is helemaal onderste boven van de mooie brunette. Hij laat zich gewillig van David naar onder dirigeren.
Een kleine vijf minuten later is ze eindelijk klaar en vertrekken de heren met haar naar het bureau, waar Seb op hen wacht. _________________
mijn site klik hier
Laatst aangepast door konsalik op 28 Aug 2009 18:56:49; in totaal 1 keer bewerkt |
|
Terug naar boven |
|
 |
konsalik Site Admin
 Geregistreerd op: 23 Jun 2009 Berichten: 274 Woonplaats: everywere my dreams take me
|
Geplaatst: 6 Jul 2009 20:06:16 Onderwerp: |
|
|
Hoofdstuk 3
Carlos rekt zich uit en kijkt naar zijn vrouw, die naast hem ligt te slapen. Hij kust haar blote schouder en gaat zo op zoekt naar haar gevoelige plekje in haar hals. Ze wordt wakker en slaat haar armen om zijn nek.
“Morgen, lieveling” groet ze hem.
“Morgen mijn lieve schat” groet hij haar. “Weet je Maria. Ik heb vannacht nagedacht en tot de conclusie gekomen dat we beter even er tussenuit kunnen gaan. We hebben nu toch genoeg geld om even uit te zingen. Wat dacht je van Zwitserland? Het is een eindje rijden maar dan zijn we veilig voor de politie.” Ze woelt door zijn haren.
“Ik dacht dat de nachten waren om te slapen en de liefde te bedrijven maar toch niet om te piekeren” zegt ze teder. Hij kust haar.
“Maar het is wel beter Maria. We moeten echt even weg hier. Over een paar weken komen we terug.” Ze kijkt hem verliefd aan.
“Jij weet toch wel, dat ik jou zou volgen tot aan het eind van de wereld. Ik ben nog nooit zo dol op een man geweest als jij. Kijk mij. Ik pleeg bankovervallen omdat jij dat wilt.” Hij streelt haar hals en neemt haar gezicht in zijn handen.
“Jij bent ook het allerbeste wat mij ooit overkomen is. Maria ik hou zoveel van je. Ik zou het niet kunnen verdragen als wij opgepakt zouden worden. Daarom is het nu belangrijk dat we gaan. Dit is ons eigen huis, dus geen gezeur van argwanende verhuurders. We komen terug als hier de storm is gaan liggen.” Ze knikt en bijt speels in zijn oorlelletje.
“Is goed schatje, maar hebben wij niet nog even tijd om te vrijen?” vraagt ze lief.
“Nee liefje, ik heb pas rust als we in Zwitserland zijn en dat is zeker nog vijf a zes uren rijden. Kom we staan op pakken onze koffers en verdwijnen. Maria trekt een pruillipje.
“Vanavond mijn schat maak ik het goed met jou. Ik beloof jou, dat je nauwelijks aan slapen toekomt.”
“Daar houd ik je aan Clyde.” Met tegenzin stapt ze uit bed en gaat naar de badkamer. Carlos kijkt haar spijtig na, maar hun veiligheid gaat voor alles. Hij zal alles doen om Maria te beschermen. Al kan ze zelf ook haar mannetje staan. Hij heeft haar leren judoën en daar is ze erg goed in. Af en toe is ze hem zelfs te slim af. Hij pakt een koffer van de kast af en begint met inpakken.
“Mevrouw Sanders” begroet Seb zijn getuige. Ze geeft hem een hand en tovert een stralende lach op haar gezicht.
“U wilde mij nog even spreken, begreep ik van deze twee heren.”
“Ja mevrouw, neemt u plaats. Wilt u iets te drinken?”
“Glaasje water graag.” Seb gebaart dat Urs een glaasje water moet gaan halen. Urs snelt weg en komt even later met het gevraagde binnen en zet het voor haar neer. Ze kijkt omhoog en haar bruine ogen boren zich in die van Urs, die vervolgens helemaal van slag is. Seb ziet het maar zegt niets.
“Mevrouw, wilt u even naar deze tekeningen kijken?” begint Seb. Ginevra kijkt aandachtig.
“Sorry, deze mensen ken ik niet” antwoordt ze.
“Echt niet?” Seb kijkt haar verbaast aan. “Dit waren dus niet de twee mensen, die vanmorgen de bank hebben overvallen?” vraagt hij voor de zekerheid.
“De bankbediende zeiden dit de overvallers wel eens konden zijn.”
“Nee, hoor. Die vrouw zag er heel anders uit. Ze had meer rimpels en hij had grijzend haar niet blond.” David notuleert ondertussen vlijtig. Urs volgt het gesprek aandachtig. Na een half uurtje maakt Seb er een eind aan en geeft Urs opdracht, de dame naar huis te brengen. Urs springt op om Mevrouw Sanders naar huis te brengen. Inwendig jubelt hij. Eindelijk een gelegenheid om even met deze imponerende dame alleen te zijn. Misschien komt hij wel meer over haar te weten. Galant houdt hij even later de auto deur voor haar open. Ze bedankt hem en kijkt hem stralend aan. Eenmaal in de auto durft Urs niets te zeggen. Koortsachtig overdenkt hij wat hij kan zeggen. Hij is gewoon te zenuwachtig voor een gesprek. Schichtig kijkt hij opzij naar de dame naast zich. Ze kijkt hem lachend aan. Urs voelt zich ongemakkelijk en heeft ondertussen een droge mond.
“Agent, kan ik u iets te drinken aan bieden?” vraagt ze als Urs de dienstwagen voor haar deur parkeert. Urs is verlegen met de situatie en denkt even koortsachtig na. Zijn dienst zit er bijna op en voor hij het zelf in de gaten heeft, heeft hij ingestemd en staat hij voor haar deur. Ze opent de deur en laat hem binnen. Ze wijst hem in de kamer, waar hij de drankjes kan vinden en gaat haar jas uittrekken. Urs schenkt zich zelf een cognac in en vraagt wat zij wil drinken.
“Doe maar een martini” roept ze vanuit de gang. Urs neemt de drankjes en zet die op de salon tafel. Vervolgens neemt hij plaats op de bank.
“Mevrouw….” begint Urs. Ze komt naar hem toe en legt een wijsvinger op zijn lippen.
“Noem me Ginevra” fluistert ze. Urs slikt en verdrinkt bijna in die prachtige bruine kijkers. “En hoe heet jij?” vraagt ze zacht.
“Bühler, mevrouw. Euh, ik bedoel Urs, Ginevra.” De manier waarop hij haar naam uitspreekt, bezorgt haar hartkloppingen. Ze gaat naast hem zitten en neemt en slok van haar martini. Urs neemt een flinke slok van zijn cognac en begint vervolgens te hoesten.
“Voorzichtig Urs” zegt ze hem op de rug kloppend. Urs krijgt het behoorlijk warm. Ginevra zit zo dicht naast hem.
“Gaat het weer Urs?” vraagt ze met een zwoele stem. Urs kan haar alleen maar aanstaren. Ze komt steeds dichterbij en kust hem vol op de mond. Duizenden dingen tollen door zijn hoofd alvorens hij haar kus beantwoordt. Het beeld van haar in ondergoed, eerder op de dag, verschijnt voor zijn ogen. Dit maakt dat hij haar hartstochtelijk terug kust. Als ze hem los laat staat hij op van de bank en gaat ervan door.
“Sorry, dit is niet verstandig” hoort ze hem nog roepen, bij het naar buiten gaan. Ze schiet in de lach. “Wat een heerlijke jongen” denkt ze bij zichzelf. _________________
mijn site klik hier
Laatst aangepast door konsalik op 28 Aug 2009 18:57:20; in totaal 1 keer bewerkt |
|
Terug naar boven |
|
 |
konsalik Site Admin
 Geregistreerd op: 23 Jun 2009 Berichten: 274 Woonplaats: everywere my dreams take me
|
Geplaatst: 6 Jul 2009 20:07:07 Onderwerp: |
|
|
Hoofdstuk 4
David kijkt op zijn horloge.
“Seb ik ben weg, als jij mij niet meer nodig hebt.” Seb kijkt hem verbaast aan.
“Is het al zo laat? Ga maar David, ik wacht nog even op Urs en dan ga ik ook.” David was Urs bijna vergeten.
“Is hij dan nog niet terug?” vraagt hij verbaast. Seb schudt zijn hoofd.
“Misschien had ik jou mevrouw Sanders naar huis moeten laten brengen” zegt hij bedenkelijk.
“Kom op Seb. Urs mag dan wel een chaoot zijn maar hij kan best een dame thuis brengen.”
“Heb jij niet gezien hoe de vonken tussen die twee oversprongen? vraagt Seb verwondert. David denkt na.
“Toen we haar zochten, toen ze zo lang weg bleef, deed Urs de slaapkamer open waar zij in ondergoed voor de kast stond. Ik heb hem naar onder gedirigeerd en gezegd dat hij zich gedroeg als een verliefde schooljongen.”
“Jij hebt het dus ook gezien. We moeten hem maar in de gaten houden, zodat hij geen domme dingen gaat doen” zegt Seb. David knikt.
“Dan ben ik nu naar huis. Fijne avond en tot morgen” zegt David.
“Doe de groeten aan Natalia” roept Seb hem nog na. Hij neemt nog een kopje koffie en bestudeert de gegevens met betrekking tot de overval vandaag. Hij is politieman in hart en nieren. Nadat zijn ouders gestorven zijn heeft hij een wijngoed geërfd. Hij is enig kind en staat er sinds 8 jaar alleen voor. Eigenlijk hoeft hij niet meer te werken maar het politiewerk geeft hem veel voldoening. Dus laat hij zijn personeel het landgoed en wijngaard verzorgen, zodat hij kan doen wat hij het liefste doet. Boeven vangen. Nou ja vangen, met Bonnie en Clyde zit hij nogal in maag. Aan de andere kant verpest zijn baan zijn liefdesleven. Vier jaar geleden was er een vrouw in zijn leven waar hij zielsveel van hield.
“Sofie” fluistert hij nauwelijks hoorbaar. Zij kon er niet tegen dat hij politiewerk verrichtte. Ze was altijd bang dat er iets met hem gebeurde. Net toen ze verloofd waren, had hij haar duidelijk gemaakt dat zij hem moest nemen zoals hij was. Zij daar in tegen wilde dat Seb koos. Haar of zijn baan als inspecteur. Ze was van mening dat hij ook de kost kon verdienen als wijnboer op het landgoed dat zijn ouders hem hadden achtergelaten. Eigenlijk had ze gelijk maar Seb wilde zich niet onder druk laten zetten. Hij was gewoon op dezelfde voet doorgegaan en zij had het een tijdje aangezien en had toen haar koffers gepakt en vertrokken naar Milaan waar ze nu als modeontwerpster werkte. De deur gaat open en Urs komt binnen. Seb kijkt hem aan en ziet dat er iets niet klopt.
”Wat is er gebeurt Urs?” Urs legt de sleutels van de dienstwagen op zijn plek en wil eigenlijk gelijk weer gaan.
“Ik hoor” gaat Seb verder.
“Niets” antwoordt Urs naar de grond kijkend.
“Kom jij hier eens zitten, jongeman” gebiedt hij. Urs gaat zitten en vermijdt daarbij Seb aan te kijken.
“Wat is er gebeurt?” vraagt Seb opnieuw.
“Ze vroeg mij binnen om iets te drinken” zegt Urs timide.
“En toen?” moedigt Seb hem aan. Het blijft een hele tijd stil.
“Urs?”
“Toen verslikte ik me in mijn drankje en toen klopte zij op mij rug.” Seb trommelt ongeduldig op de tafel.
“Moet ik alles uit je trekken?” moppert Seb.
“Ze stelde voor haar te tutoyeren. En toen ineens zoende ze mij. Ik wist niet hoe het kwam maar ik kon niet anders dan haar terug zoenen. Maar ik ben opgestaan en weggegaan.” Urs kijkt voorzichtig omhoog en kijkt in Sebs bezorgde gezicht.
“Sorry, inspecteur. Dit zal niet meer gebeuren.”
“Voel jij je tot haar aangetrokken?” vraagt Seb. Urs knikt en kijkt Seb aan alsof die een pasklare oplossing heeft.
“Doe geen gekke dingen Urs. Ik zal jou voorlopig bij de dame in kwestie weg houden, mochten wij haar nog eens nodig hebben in het kader van het onderzoek.”
“Kan ik nu gaan?” vraagt hij timide. Seb denkt even na en komt tot de conclusie dat de dag wel enerverend genoeg is geweest voor hun stagiaire.
“Ga maar Urs, tot morgen.” Als Urs het bureau heeft verlaten maakt ook Seb dat hij weg komt. Naar een huis waar niemand op hem wacht.
“Natalia, lieverd ik ben thuis” roept David als hij de voordeur open doet.
“In de keuken David” hoort hij uit de keuken. Hij loopt de keuken in en kijkt verliefd naar zijn mooie vrouw. Hij kust haar teder.
“Hoe was jouw dag?” vraagt ze belangstellend.
“Je gelooft het niet maar Bonnie en Clyde hebben weer toegeslagen.”
“Eerlijk waar?” vraagt Natalia ademloos. “Hebben jullie nieuwe aanwijzigingen?” David knuffelt haar en kust haar nek.
“Jij weet heel goed dat ik het met jou niet over de inhoudelijke dingen van een zaak mag hebben” zegt hij nog dichter tegen zich aantrekkend. Ze kijkt hem lachend aan en er verschijnen ondeugende lichtjes in haar ogen.
“Kijk niet zo ondeugend Natalia. Jij voert iets in jouw schild.”
“Natuurlijk David, want jij ben klaarblijkelijk vergeten welke dag het vandaag is.” David denkt even na.
“Het is 1 februari vandaag” zegt hij dan.
“Dus” gaat zij verder. David haalt zijn schouders op.
“Ik zou het niet weten, lieve schat” zegt hij zuchtend. Ze kijkt teleurgesteld aan en duwt hem dan de woonkamer in. Daar staat de eettafel feestelijk gedekt. Hij kijkt haar aan.
“Ik geloof dat ik iets vergeten ben” mompelt hij.
“Ga maar zitten dan pak ik het voorgerecht” zegt ze verdrietig.
“Nee, ga jij maar zitten ik haal het voorgerecht wel” zegt David haar op een stoel drukkend. Hij verdwijnt in de keukenen komt even later binnen met de krabcocktails en zet die galant op de tafel. Hij komt achter haar staan legt zijn handen om haar hals en doet haar een collier om. Haar hand gaat omhoog. Ze kijkt hem aan.
“Je bent het niet vergeten” fluistert ze. Hij kust haar teder.
“Nooit zal ik vergeten hoe gelukkig jij mij gemaakt hebt door op 1 februari vorig jaar met mij te trouwen.” Ze kijkt hem met tranen in haar ogen aan. Hij buigt voorover en kust haar teder.
“Ik weet dat het niet gemakkelijk is om met een politieman getrouwd te zijn. Je hebt al een jaar lang elke avond op mij moeten wachten met eten omdat ik zelden kan zeggen hoe laat ik thuis ben.”
“Geeft niet lieverd. Dat brengt jouw werk met zich mee. En ik heb met mijn winkeltje genoeg om handen om me niet alleen te voelen.” David knuffelt haar.
“Met jou heb ik werkelijk een lot uit de loterij getroffen”zegt hij.
“Zullen we eten?” stelt ze voor.
“Graag.” _________________
mijn site klik hier
Laatst aangepast door konsalik op 28 Aug 2009 18:58:28; in totaal 1 keer bewerkt |
|
Terug naar boven |
|
 |
konsalik Site Admin
 Geregistreerd op: 23 Jun 2009 Berichten: 274 Woonplaats: everywere my dreams take me
|
Geplaatst: 6 Jul 2009 20:07:42 Onderwerp: |
|
|
Hoofdstuk 5
Seb besluit tegen achten ook maar eens naar huis te gaan. Hij rijdt met zijn auto het landgoed van zijn ouders op. Zijn landgoed sinds enkele jaren. Wat had hij graag dit alles gedeeld met Sofie. Maar die moest zo nodig carrière maken als modeontwerpster. Hij heeft nog niets van haar gehoord hoe het gaat in Milaan. In gedachten verzonken sluit hij de auto af en gaat naar de hoofdingang. Zijn oog valt op de west vleugel waar hij een bewegend licht ziet, alsof er iemand met een zaklamp rondloopt. Gelijk wordt de politieman in hem weer alert. Geruisloos opent hij de deur en sluipt naar binnen. Hij zet gelijk koers op de west vleugel. Hij hoeft geen licht aan te maken want hij kent dit huis op zijn duimpje. Systematisch opent hij verschillende deuren. Dan ineens ziet hij het licht weer. Het komt uit de bibliotheek waar honderden oude boeken en naslagwerken staan.
“Wat moet iemand daar nu zoeken?” denkt hij verwondert. Maar bedenkt dan dat daar ook zijn kluis is verstopt achter een boekenrek. Hij sluipt verder en ziet iemand in zijn bureaula neuzen. Hij bedenkt zich wat verstandiger is, zijn dienstwapen gebruiken of de persoon zo overmeesteren. Hij kiest voor het laatste en duikt met de dief achter het bureau. Door zijn snelle handeling ziet de dief geen kans om zich te verweren. Seb heeft hem in de houdgreep en doet hem vliegensvlug handboeien om. Hij draait de persoon om en blijft, zekerheidhalve, op hem liggen. Dan trekt hij de bivakmuts van zijn hoofd en krijgt hij de schrik van zijn leven.
“Wat doe jij hier?” vraagt hij met ijskoude stem.
“Seb, alsjeblieft maak me los, ik kan het uitleggen.” Zijn ogen boren zich in de hare.
“Sofie, wat kom jij hier doen?” vraagt hij geëmotioneerd. De vrouw die op de terugweg in zijn gedachten was ligt hier onverwachts voor zijn neus.
“Ik heb hier nog tekeningen liggen van die bruidjurken die ik heb gemaakt net voor ik weg ging en die had ik nodig.”
“Daar hoef je toch niet voor in te breken” zegt Seb verontwaardigt.
“Ik durfde het niet te vragen, Seb. We zijn op een niet al te vriendelijke manier uit elkaar gegaan” legt ze uit. Seb realiseert zich nu pas dat hij nog steeds bovenop haar ligt. Hij kreunt en komt overeind en helpt haar ook weer op de been.
“Mogen deze alsjeblieft los?” Seb maakt de handboeien los en wijst naar een stoel om plaats te nemen.
“Hoe ben jij binnen gekomen? Heb je een raampje getikt?” Ze schudt haar hoofd.
“Ik ben door de achterdeur op de binnen plaats gekomen en me verstopt tot dat ik dacht dat het personeel zich had terug getrokken. En ben toen op zoek gegaan maar ik kan ze niet vinden.” Seb loopt naar de kluis en opent die. Hij haalt er een zwarte map uit.
“Hier zijn jouw ontwerpen. Maar je had mij dat gewoon kunnen vragen. Eigenlijk moest ik aangifte doen van inbraak” zegt hij. Geschrokken kijkt ze hem aan.
“Nee Seb alsjeblieft niet. Ik wilde toch alleen maar mijn eigen spullen terug halen.” Ze kijkt hem smekend aan. Een strafblad is wel het laatste wat ze wil. Seb haalt zijn handen door zijn haar en twijfelt wat hij zal doen. Hij zucht.
“Kom je even mee naar de keuken? Ik heb namelijk nog niet gegeten. Misschien kunnen we even praten.” Eigenlijk wilde ze Seb helemaal niet spreken. Nadat ze hem heeft verlaten, heeft ze Seb heel ver weggestopt in haar hoofd. Maar nu ziet ze geen andere uitweg. Ze knikt en volgt hem naar de keuken waar Molly de kokkin, blij haar handen in de lucht steekt en haar hartelijk begroet.
“Daar heb je goed aan gedaan Seb om haar terug te halen” zegt goedmoedig tegen Seb. Seb besluit niet te reageren. Molly schept voor allebei een bord vol.
“Jullie eten zeker in de lounge?” Seb knikt en duwt Sofie de lounge in. Als Molly alles geserveerd heeft laat ze de twee alleen.
“Het was niet de bedoeling om hier te eten” zegt ze verontschuldigend.
“Had je dan al gegeten? vraagt Seb. Ze schudt haar hoofd.
“Nou dan eet je toch gewoon en ondertussen vertel je me maar eens wat je tegenwoordig uitspookt.” Ze neemt een hapje en begint te vertellen. Dat ze in Milaan geen inspiratie meer heeft voor nieuwe ontwerpen en als laatste strohalm, de oude ontwerpen daar te gebruiken. Seb laat haar praten en krijgt ondertussen ruzie met zijn oude gevoelens voor haar.
“Wanneer ga je weer naar Milaan?”
“Vannacht om vier uur gaat mijn vliegtuig.” Seb knikt en denkt na hoe hij haar hier kan houden. Hij wil zo graag weer met haar kletsen en leuke dingen doen, maar kan nu niet zinnigs bedenken. Als ze klaar zijn met eten belt hij een taxi voor haar en laat haar weer uit zijn leven gaan.
“Succes met de ontwerpen” roept hij haar na. Als hij de deur achter zich dicht trekt, overvalt hem een gevoel van leegte.
“Lieverd ben je eindelijk klaar om te vertrekken?” vraagt Carlos aan Maria.
“Ja, ik ben zover. Heb jij al alles in de auto?” Carlos duwt haar richting auto en sluit de deur van hun huis af. Onderweg is Maria zwijgzaam.
“Wat is er met mijn mooie vrouw?” vraagt hij. Ze schudt haar hoofd. ? “Maria wat is er?”
“Niets.”
“Niets? Waarom mok je dan zo?” Carlos kijkt opzij. “Als we eenmaal in Zwitserland zijn komt alles goed. Ik open een rekening bij een Zwitserse bank en stort ons geld daarop. We nemen voor de komende week een hotel en gaan opzoek naar een appartement.” Maria zucht.
“Ik weet niet of het verstandig is om naar Zwitserland te gaan. Misschien zoeken ze ons daar wel het eerst.” Hij legt zijn rechterhand op haar knie.
“Maak je geen zorgen lieverd. Ik regel het wel.” Als ze bij de grensovergang komen besluit Carlos te voet, met het geld over de grens te gaan en Maria de auto door de douane te laten gaan. Maria trilt als een riet als ze bij de douane stopt.
“Papieren” vraagt de douane beambte. Ze overhandigt hem haar rijbewijs en paspoort. “Maria Gonzales?” vraagt hij dan. Ze knikt.
“Wilt u alstublieft even uitstappen en de kofferruimte van uw auto open maken?” Ze stapt uit doet wat haar gevraagd wordt. “U reist alleen?” vraagt de douanebeambte een blik in de kofferruimte werpend. Ze knikt.
“Waar gaat u heen?”
“Een familielid opzoeken in Bern” antwoordt ze.
“Oké, u mag verder rijden” zegt de beambte haar de papieren terug gevend. Opgelucht stapt Maria weer achter het stuur en rijd zo rustig mogelijk weg. Het liefste zou ze flink gas geven maar dat zou zeker opvallen. Ze rijdt enkele kilometers en stopt dan om op de kaart te kijken welke weg ze in moet slaan om Carlos weer op te pikken. Even later rijdt ze op een zandweg die parallel langs de grens ligt. In de verte ziet ze een gedaante. Ze tuurt aandachtig.
“Is Carlos dit?” Ze mindert vaart.
“Gelukkig het is Carlos.” Opgelucht stopt ze de auto. Hij gooit de tassen met geld achterin en neemt haar in zijn armen.
“Goed gedaan, Maria.”
“Ik was er niet gerust op Carlos.”
“Kom we gaan gauw verder naar Zurich. Zal ik weer rijden?” Ze knikt.
“Graag.” Ze stappen in en vervolgen hun weg. _________________
mijn site klik hier
Laatst aangepast door konsalik op 28 Aug 2009 18:59:05; in totaal 1 keer bewerkt |
|
Terug naar boven |
|
 |
konsalik Site Admin
 Geregistreerd op: 23 Jun 2009 Berichten: 274 Woonplaats: everywere my dreams take me
|
Geplaatst: 6 Jul 2009 20:08:38 Onderwerp: |
|
|
Hoofdstuk 6
Urs wordt wakker nog voor zijn wekker afgaat. Hij heeft zo slecht geslapen vannacht. De hele nacht heeft dat vrouwenmens met de naam Ginevra door zijn hoofd gespookt. Stomme zet van hem om met haar mee naar binnen te gaan. Hij zucht eens diep en van alleen komt het beeld van de beeldschone brunette weer op zijn netvlies. Ze is zo mooi, zo vrouwelijk. Hij staat met tegenzin op en gaat douchen. Over een uurtje moet hij alweer aan het werk zijn.
“ Even afkoelen Bühler, want dat kun je niet hebben op je werk.” Fluitend stapt hij de douchecabine in. Als hij na zijn ontbijt genuttigd te hebben richting politie bureau gaat is hij eigenlijk wel opgewekt.
“Morgen” groet hij zijn collega’s.
“Ben jij uit bed gevallen of zo?” vraagt David nieuwsgierig.
“Nee hoor, ik was voor de wekker wakker” antwoordt Urs.
“Is de chef er al?”
“Nee, Seb is laat vandaag” zegt David.
“Hij was gisteren ook laat weg” zegt Urs. David wil net vragen hoe laat Urs terug was, als Seb binnenkomt.
“Morgen heren” groet hij.
“Morgen chef” groeten David en Urs in koor.
“Zo mannen zijn jullie aan het werk of zijn jullie alweer pauze aan het houden?” moppert Seb. David en Urs kijken elkaar verwonderd aan.
“Nou” zegt David. “Wij zijn de getuigen van die bankoverval nog even na aan het lopen.” Urs kijkt hulpeloos rond en knikt dan heftig.
“Ja chef, zoals David al zei. Zal ik een kopje koffie voor u halen?” slijmt hij.
“Doe maar” bromt Seb. Hij gaat achter zijn bureau zitten en laat zijn hoofd rusten op zijn handen.
“Is er iets, Seb” vraagt David voorzichtig. Seb kijk op.
“Kan ik jou dadelijk even privé spreken?” David knikt maar zegt niets omdat Urs dan net binnen komt.
“De laatste koffie chef, volgens mij is de kantinejuffrouw ziek. Nu doet iedereen maar wat hij zelf wil in de kantine.”
“Ook dan nog” zucht Seb.
“Urs zou jij mij een heel groot plezier willen doen?”
“Ja, natuurlijk chef wat kan ik voor u doen?” vraagt hij enthousiast.
“Zou jij boodschappen willen halen zoals koffie, thee en frisdranken?” Hij kijkt Urs strak aan. Deze durf niet te weigeren en maakt dat hij weg komt.
“Laat maar op rekening zetten Urs” roept Seb hem nog na.
“Zo, David. Heb je dan nu even?” vraagt Seb.
“Ik ben helemaal oor, wat is er gebeurd?”
“Kun jij je Sofie nog herinneren?” David denkt na.
“Jouw ex verloofde?” Seb knikt en gaat verder.
“Ja, die. Zij is vier jaar geleden bij me weg gegaan omdat ze er niet tegen kon om met een politieman een relatie te hebben. Ik mocht toen kiezen mijn baan of haar. Ik hield zoveel van haar dat ik bijna had toegegeven maar als wijnboer zou ik nooit gelukkig kunnen worden. Nu kwam ik gisteren thuis en toen heb ik haar op heterdaad betrapt toen ze bij me in aan het breken was.” Davids mond valt open van verbazing.
“Niet te geloven” fluistert hij.
“Ze was op zoek naar wat oude schetsen die ze vier jaar geleden op mijn landgoed heeft gemaakt en niet mee genomen. Ik had ze in de kluis gelegd.”
“Maar ze waren van haar” onderbreekt David hem. Seb knikt weer.
“Ik heb ze haar ook gegeven en heb haar weer uit mijn leven laten gaan.”
“Weet je waar ze woont?” vraagt David.
“Ergens in Milaan. Ze is modeontwerpster en had in Milaan geen inspiratie meer, daarom had ze die tekeningen nodig. Ik ben zo dom geweest. Ik heb voor haar een taxi gebeld om naar het vliegveld te laten brengen.”Hij slaat zichzelf voor zijn voorhoofd.
“Hoe stom kan een man zijn?” vraagt hij aan David.
“Je houdt dus nog steeds van haar?”
“Ja, David. Ik dacht dat ik erover heen was maar nadat ze gisteren weer weg was, heb ik alleen maar lopen dubben wat ik had moeten doen.” David glimlacht naar Seb.
“Dat is heel gemakkelijk. Jij zei dat ze in Milaan geen inspiratie meer had, terwijl ze toen ze bij jou woonde die wel had?” Seb kijkt hem verwondert aan.
“Waar wil jij naar toe?” vraagt hij nieuwsgierig.
“Je nodigt haar enkele maanden bij jou op het landgoed uit zodat ze weer aan het werk kan met nieuwe tekeningen. In die tijd kun je uitvinden wat je wilt. Haar terug of juist niet.” Seb springt op van zijn stoel.
“David jij bent geniaal weet jij dat?” David kijkt verlegen naar de grond.
“Nou chef het is dat u het zegt…” Seb kijkt verschrikt op.
“David ik ben Seb, niet chef.” David grijnst van oor tot oor.
“Weet ik Seb maar jij zegt anders nooit dat ik geniaal ben.” Seb schiet in de lach en slaat David vriendschappelijk op de schouder.
“Bedankt collega. Ik zal eens uitzoeken waar ze woont in Milaan en of ze telefoon heeft.”
De telefoon op Sebs bureau rinkelt.
“Izambard” meldt hij zich. Hij luistert aandachtig en maakt enkele notities.
“We komen er aan. Wij zijn binnen tien minuten bij u. Hij pakt zijn hoed en wenkt David dat hij mee moet komen.
“Kom ik vertel je alles in de auto” licht Seb toe.
“Wat is er?” vraagt David als hij naast Seb in de auto stapt.
“Ontvoering” meldt Seb.
“Wat, waar, hoe” vraagt David doelgericht.
“De Gianni’s, ontdekte vanmorgen dat hun dochter uit haar bed was gehaald en ontvoerd er lag een brief op haar bed met aanwijzigingen.” David fluit tussen zijn tanden. De Gianni’s zijn welvermogende mensen, die hun geld verdienen in de auto industrie. Seb spoedt zich naar het adres van de familie. Fernando Gianni haast zich de deur voor de beide inspecteurs te openen.
“Goedemorgen heren. Fijn dat u zo snel kon komen. Mijn vrouw wordt net door de dokter behandeld. Ze is helemaal overstuur toen ze erachter kwam dat Gina niet meer in haar bedje lag.”
“Afschuwelijk als ouders zo iets moeten meemaken” zegt Seb medelevend. In de woonkamer geeft Fernando hem de brief die met krantenknipsels bij elkaar is geplakt. Seb leest hem door en geeft hem aan David. De ontvoerders willen honderd miljoen Italiaanse Lire.
“Dat is een boel geld” merkt David op. “Geen politie, anders ziet u Gina niet levend terug” staat op de laatste regel. Seb en David onderzoeken hoe de daders binnen zijn gekomen en besluiten dan om apparatuur te installeren voor als de daders bellen voor aanwijzigingen hoe het met de overdracht van het losgeld moet. Verdere vragen ze Fernando of hij de laatste tijd iets heeft mee gemaakt op zakelijk gebied.
“Heeft u vijanden of bent u de laatste tijd bedreigd?” vraagt David. Fernando schudt zijn hoofd. Dan springt hij ineens op.
“Toch wel inspecteur. Ik heb een deal met een Duitse fabrikant van auto’s gesloten en nu heeft de Italiaanse versie mij te recht gewezen dat ik dit bij hun moest doen. Mijn advocaten en juristen zoeken het nog uit.”
“Namen en details graag, Fernando” gaat David verder. Fernando legt uit wie er allemaal bij betrokken zijn.
“Denkt u dat de maffia er misschien mee te maken heeft?” vraagt hij Seb bedrukt.
“Daar kan ik nog niets over zeggen” zegt Sebastien spijtig. “Laten we eerst maar even die apparatuur regelen dan zal ik zorgen dat er rondom de klok iemand van ons hier is. David regel jij die apparatuur even dan zal ik hier blijven voor het geval de ontvoerders al contact op nemen.” David gaat gelijk op pad. _________________
mijn site klik hier
Laatst aangepast door konsalik op 28 Aug 2009 18:59:44; in totaal 1 keer bewerkt |
|
Terug naar boven |
|
 |
konsalik Site Admin
 Geregistreerd op: 23 Jun 2009 Berichten: 274 Woonplaats: everywere my dreams take me
|
Geplaatst: 6 Jul 2009 20:09:19 Onderwerp: |
|
|
Hoofdstuk 7
Urs is boos dat hij weggestuurd is om boodschappen te doen. Het was weer eens heel duidelijk dat Seb en David hem buitensloten. Voor het gemak vergeet hij even dat hij maar stagiair is en geen volleerde en ervaren inspecteur. Hij mocht niet bij hun gesprek aanwezig zijn. In zichzelf mopperend pakt hij enkele pakken koffie en gooit die onzacht in zijn winkelmandje.
“Volgens mij heb jij je dag vandaag niet” zegt een hese stem naast hem. Verschrikt kijkt hij in de bruine ogen van Ginevra Sanders.
“Hallo” zegt Urs fluisterend.
“Ben je met het verkeerde been uit je bed gestapt? “ wil ze weten.
“Nee, dat valt wel mee”antwoordt Urs.
“Heb je vrij vandaag?” vraagt ze hem ongegeneerd aankijkend.
“Nou nee, ik moest even een paar boodschappen doen en de kantine juffrouw was er vandaag niet. We kunnen toch niet zonder koffie” lacht hij.
“Nee, dat geloof ik direct. Was je gisteren nog goed thuis gekomen?” Urs knikt.
“Natuurlijk wel. Het was gezellig, moeten we nog eens overdoen” gooit hij er dan uit. Hij kan zichzelf wel voor zijn hoofd slaan.
“Graag. Heb je vanavond iets voor?” Urs schuifelt zenuwachtig heen en weer.
“Ik wilde eigenlijk vanavond naar de bioscoop. Mag ik je daar misschien voor uitnodigen?” Ze kijkt lachend naar hem omhoog.
“Dat lijkt mij een geweldig idee. Hoe laat haal je me op?” Het zweet breekt Urs uit. Waar is hij in hemelsnaam mee bezig.
“Tegen half acht. Goed?” hoort hij zich zelf zeggen. Ze legt haar hand op zijn arm en knijpt er veel betekenend in.
“Natuurlijk is dat goed” fluistert ze zacht in zijn oor. Dan draait ze zich onverwacht om en verdwijnt uit zijn gezichtsveld. Het duurt even voor hij zich realiseert wat hij net heeft gedaan. Hij zucht en weet nu niet meer of dit wel verstandig is. Misschien wel zo verstandig om zijn collega’s hier niets van te zeggen. Zij zeggen hem tenslotte ook niet alles. Snel gaat hij verder met de boodschappen en gaat daarna fluitend terug naar kantoor.
David stopt met piepende remmen de auto. Snel loopt hij de trap op naar het kantoor. Daar begint hij gelijk met orders uit te delen en stuurt hij een paar mensen naar Seb, voor die telefoon afluister apparatuur.
“Zo nu eerst een kop koffie” denkt hij als hij richting kantine aan het lopen is.
“He, wat vreemd niemand nog koffie gezet?” Hij loopt achter de balie en wil koffie zetten. De koffie is echter op. Nu herinnert hij zich dat Seb, Urs opdracht heeft gegeven om koffie te halen. Hij neemt een glas water en gaat weer achter zijn bureau zitten.
“Waar blijft die Urs nu ook. Die had toch allang terug kunnen zijn” denkt hij. Even later komt Urs binnen met een grote tas boodschappen.
“Nou dat werd tijd Urs. Ik lust wel een bakje koffie. Zet jij gelijk een pot?” Urs moppert weer binnensmonds.
“Zei je iets jochie” vraagt David.
“Nee, dat denk je maar” gromt Urs. Voor David iets kan zeggen is Urs al weer op weg naar de kantine.
“Waarom moet zich hier ook iedereen met hem bemoeien” vraagt hij zich af. Hij schakelt het koffieapparaat in en treuzel om weer naar David terug te gaan.
“Zo daar ben je eindelijk. Kun jij deze protocollen even uittikken Urs?” Urs kijkt boos.
“Hebben wij daar geen secretaresse voor?” moppert hij.
“Pardon”roept David gepikeerd uit. “Daar hebben wij een stagiair voor. Jij dus.” Urs mokt zichtbaar. David zucht eens diep.
“Oké, als jij dat gedaan hebt mag je met mij mee naar getuigen verhoor in die ontvoeringszaak waar Seb ik aan bezig zijn. We moeten nog enkele dingen natrekken van mensen die een motief kunnen hebben. “ Urs’ gezicht straalt weer.
“Echt waar?” vraagt hij zekerheidshalve. David knikt. Urs maakt dat hij die protocollen super snel klaar heeft. David kijkt hoofdschuddend als hij ziet hoe hard hij aan het werk is.
Maria en Carlos hebben in Zurich een rekening geopend voor hun geld. In Zwitserland wordt niet gevraagd naar achtergronden. Verder hebben ze in Zwitserland een zwijgplicht over de rekeningen van hun cliënten.
“Zie je wel Maria, nu kunnen we op zoek naar een onderkomen. Het geld staat veilig op de bank en wij kunnen ons hier vrij bewegen.” Maria kijkt hem aan en lacht.
“Nu wel ja maar ik ben er toch nog een beetje bezorgd om.” Carlos neemt haar in zijn amen en kust haar intens.
“Alles komt goed mijn lieve schat dat beloof ik jou. Morgen gaan we op huizenjacht. Ik geloof dat ik een huis aan het Vierwoudstedenmeer wel zie zitten of aan het meer van Lugano dat kan ook”.
“Doe dan maar Lugano, Carlos. Dat vind ik een heerlijke romantische plaats.” Hij kijkt haar lachend aan.
“Alsof ik jou iets kan weigeren. Oké jij je zin. We gaan morgen op woningenjacht ergens aan het meer van Lugano.
Na enkele dagen met een makelaar huizen te hebben bezichtigd, besluiten Maria en Carlos tot een aankoop van een prachtige villa aan de rand van het meer van Lugano. Het huis ligt tussen de bomen op de helling van een berg. Maria is in haar nopjes.
“Nu kan ik eindelijk gaan inrichten” lacht ze. Carlos schiet in de lach. Geld laten rollen dat kan zijn Maria wel.
“Morgen gaan we shoppen. Ik ben blij dat de bungalow niet zo groot is anders waren we gelijk failliet” moppert Carlos gemaakt boos.
“Nou ouwe mopperkont dan moeten wij gewoon weer aan het werk” zegt Maria lachend.
“Trouwens ik heb wel nog een plan bedacht om de commerciële bank in Rome te overvallen. Daar gaat nog meer geld in om dan in de volksbank” meldt hij dan ineens. Maria’s ogen schitteren.
“Eerlijk waar? Wanneer gaan we dat doen?” Carlos knuffelt haar.
“Heel binnenkort, mijn lieveling, heel binnenkort. Ik moet nog even het één en ander uitwerken. En we moeten ons nog even gedeinsd houden.” Ze lopen hand in hand door de bungalow en inventariseren wat er nog allemaal ingekocht moet worden. _________________
mijn site klik hier
Laatst aangepast door konsalik op 28 Aug 2009 19:00:21; in totaal 1 keer bewerkt |
|
Terug naar boven |
|
 |
konsalik Site Admin
 Geregistreerd op: 23 Jun 2009 Berichten: 274 Woonplaats: everywere my dreams take me
|
Geplaatst: 6 Jul 2009 20:09:57 Onderwerp: |
|
|
Hoofdstuk 8
Seb zit te wachten op het telefoontje van de ontvoerders. De apparatuur is geïnstalleerd en de politie mensen hebben zich in een achterkamer geïnstalleerd. Voor de dodelijk ongeruste ouders is dit een hel. Uren kruipen voorbij en dan ineens gaat de telefoon. Seb springt op en gebaart naar Fernando op zijn teken de telefoon op te nemen. Tegelijk drukt iemand de opnameband aan en neemt Seb de tweede telefoon op.
“Gianni” meldt Fernando zich. Er klinkt gekraak door de lijn. Seb concentreert zich om te kunnen horen wat er gebeurt.
“Als je, je dochter levend terug wilt, stop je honderd miljoen lire in een grote koffer en wacht op mijn aanwijzigingen” zegt een mannenstem. Snel schrijft Seb een vraag op een kladje.
“Vraag een levensteken.” Fernando ziet het .
“Ik wil mijn dochter aan de telefoon. Ik wil horen dat ze oké is.”
“Geen geintjes anders vermoorden wij haar” zegt de man weer.
“Alsjeblieft?” vraagt Fernando weer. “ Het is even stil aan de andere kant van de lijn.
Je krijgt morgen per post een levensteken van haar. “ Dan wordt de verbinding verbroken. Seb denkt na. Als ze morgen een levensteken per post krijgen, betekent dat ze een foto met een recente krant gaan krijgen, of een geluidsband met haar stem. Hij kijkt naar zijn collega die aan het proberen is om het telefoontje na te trekken.
“Hebben we iets?”vraagt hij nieuwsgierig.
“Momentje nog bijna” zegt de man. Ik heb alleen de regio” zegt de man spijtig.
“Welke regio is het?” vraagt Seb.
“Regio Ciampino” klinkt het antwoord. Seb pakt de telefoon en belt David op het bureau.
“David kun jij en Urs zorgen dat er gepatrouilleerd in regio Ciampino?”
“Natuurlijk Seb, ik ga gelijk op pad en maak een dienstregeling voor mensen die dat gaan doen.”
“Oké, David jij hebt de leiding de komende dagen want ik vlieg naar Milaan om het een en ander uit te zoeken. Je weet wel waar we het straks over hadden.”
“Is goed Seb, je kunt me vertrouwen. Ik regel het hier wel. Ik neem aan dat Gregory daar blijft voor de telefoon?” Seb bevestigt dat en verbreekt de verbinding. Normaal doet hij privé zaken niet voor laten gaan maar nu kan hij even niet anders hij moet Sofie eerst gaan zoeken.
David grijnst als hij de telefoon neerlegt. Hij wrijft in zijn handen dat is goed nieuws dat hij een paar dagen de chef uit mag hangen. Hij pakt pen en papier en begint met de planning voor de patrouille. Urs kijkt op van zijn protocollen en kijkt hem vragend aan.
“Was dat zo’n goed nieuws dat jij zo grijnst?” David lacht.
“Zeker weten want ik ben hier de komende dagen de baas.” Urs haalt zijn schouder op.
“Mag ik dan ook eens een leuk werkje?” vraagt hij.
“Natuurlijk Urs, wij gaan mee patrouilleren in de wijk Ciampino.” Urs’ ogen worden groot als schoteltjes.
“Eerlijk waar? Gaan we nu echte boeven vangen?” David knikt.
“Ik ben hier bezig met de patrouillelijst en wij gaan daar natuurlijk zelf ook geregeld een kijkje nemen. Het is voor die ontvoering van dat Gianni kind.” Urs weet nog van niets dus praat David hem even bij.
“De eerste lichting gaat over een uur op pad, dus die zal ik even bij elkaar roepen en even informeren waar ze op moeten letten” vervolgt David zijn verhaal.
“En jij Urs zorgt dat je morgenvroeg om half zeven hier bent dan doen wij samen mee patrouilleren daar. Wat vind je ervan?”
“Toppie, chef. Ik ben er klaar voor.”
“Goed dan Urs, je mag nu gaan dan zie ik jou morgenochtend. Zorg je wel dat je op tijd bent?”
“Ja chef. Tot morgen chef. Fijne avond chef” roept hij enthousiast. David kijkt hem hoofdschuddend na. “Wat moet ik toch met die jongen beginnen?”zucht hij.
Urs maakt buiten een sprongetje. Gelukkig maar even was hij bang dat hem dat bioscoopje met Ginevra langs zijn neus ging. Fluitend rijdt hij naar huis. Daar aangekomen maakt hij snel een boterham en een kopje thee en springt dan snel onder de douche. Fluitend vertrek hij enige tijd later naar Ginevra. Hij belt aan en zij doet stralend open.
“Je bent er” zegt ze lachend.
“Natuurlijk ben ik er. Dacht je dat ik niet kwam?”
“Nee, hoor maar bij een politieagent weet je maar nooit.” Urs lacht.
“Dat is waar. Je weet nooit hoe je weg geroepen worden. “
“Kom je even binnen? Nog even iets drinken voor we gaan?” vraagt ze, de deur verder open houdend. Urs stapt naar binnen en volgt haar naar de woonkamer.
“We kunnen ook bij de bioscoop een drankje nemen, als je wilt” stelt hij voor.
“Is ook goed, ik zal mijn jas even pakken dan kunnen we.” Urs volgt haar bewegingen en helpt haar in haar jas. Vervolgens geeft hij haar galant een arm.
Eenmaal ik de bioscoop koopt Urs twee kaartjes en neemt Ginevra mee naar het café dat bij de bioscoop hoort. Ze bestellen een drankje en dan begint Urs haar met vragen te bestoken.
“Wat doe je eigenlijk voor werk?” Ze glimlacht verleidelijk.
“Ik ben gastvrouw bij grote evenementen, zoals tentoonstellingen, beurzen enzovoort. Ik werk dus op freelance basis en heb het dus soms razend druk en de andere keer weer erg rustig.”
“Klinkt interessant” antwoordt Urs.
“Ja, dat is het ook wel. Ik doe het in ieder geval graag. Je komt met heel veel mensen in aanraking.” Ze kijkt hem lachend aan.
“Wat een stuk” denkt ze bij zichzelf. Urs zit zich ondertussen te bedenken dat hij haar wel erg aardig vind. Die prachtige bruine ogen, die ondeugende blik en dat een hemelse mond waar hij dolgraag een kus zou willen opdrukken. Hij vermant zich.
”Dat hoort niet op een eerste afspraakje met een dame,” spreekt hij zichzelf streng toe. Hij kan echter niets anders dan haar aan blijven kijken.
“Urs, is er iets?” vraagt ze.
“Nee, natuurlijk niet maar ik was me net aan het bedenken dat ik het wel heel fijn vind om met jou naar de bioscoop te gaan.” Ze lacht en het lijkt wel of ze verlegen is.
“Ik ook, je bent geweldig gezelschap.”
“Zullen we dan maar naar de zaal gaan? De voorstelling begint zo” stelt Urs even later voor.
“Graag” zegt Ginevra en accepteert Urs’ aangeboden arm. Eenmaal in de zaal kan Urs zijn aandacht niet bij de film houden. Hij blijft maar nadenken over de dame aan zijn zijde. Af en toe kijkt hij opzij om haar profiel te bestuderen. Als ze in de pauze vraagt wat hij van de film vond, kan hij daar geen zinnig antwoord op geven.
“Volgens mij ben ik in slaap gesukkeld” liegt hij. Ginevra schiet in de lach.
“Dan moet ik me dus meer moeite doen om je wakker te houden.”
“Vond jij er ook niet veel aan?” vraagt hij haar aankijkend.
“Valt mee hoor, maar ik begrijp best waarom jij het niks vind. Jij houdt van actie en die komt er niet veel in voor wel veel romantiek.” Ze lacht weer naar hem en zijn knieën worden weker als hij in haar prachtige ogen kijkt.
“We kunnen de film ook laten voor wat hij is en nog even een drankje nuttigen in het café aan de Spaanse trappen.”
“Graag, daar kunnen we tenminste rustig praten” zegt Ginevra. Urs pakt haar hand en samen gaan ze op zoek naar hun jas. De garderobe dame kijkt bevreemd de jongelui na. _________________
mijn site klik hier
Laatst aangepast door konsalik op 28 Aug 2009 19:00:53; in totaal 1 keer bewerkt |
|
Terug naar boven |
|
 |
konsalik Site Admin
 Geregistreerd op: 23 Jun 2009 Berichten: 274 Woonplaats: everywere my dreams take me
|
Geplaatst: 6 Jul 2009 20:10:32 Onderwerp: |
|
|
Hoofdstuk 9
“Carlos, waar ben je?” Maria kijkt rond in de tuin die achter hun bungalow ligt. De bungalow is inmiddels naar haar smaak ingericht en nu hebben zij en Carlos besloten om eerst een paar daagjes rustig aan te doen voor ze weer aan de slag gaan in Rome.
“Schatje, waar hang je uit?” Ineens wordt ze van achteren beet gepakt en opgetild. Ze schatert.
“Carlos niet doen”zegt ze nog nasnikkend van het lachen. Hij draagt haar naar de woonkamer en legt haar daar op de bank. Hij kijkt haar diep in de ogen en kust haar intens. Haar handen zoeken een weg naar zijn hals waar ze vervolgens begint met de knopen van zijn shirt te openen. Ze laat haar handen over zijn borst glijden en vervolgt haar weg naar zijn gespierde rug. Carlos kijkt haar vragend aan. Zijn ogen vragen hier en nu? Ze knikt en kust hem. Een zucht ontsnapt uit zijn keel.
“Maria” zegt hij teder.
“Carlos” fluistert zij terwijl zij het shirt over zijn schouders stroopt. Zijn handen blijven niet stil staan en in korte tijd zijn beide in Adam en eva kostuum.
“Ik hoop alleen dat we geen gluurders hebben. Er hangen nog geen gordijnen op” fluistert Carlos in de lach schietend.
“Maak je niet druk schat, onze buren wonen een heel eind verderop en voor zover ik het goed begrepen had van de makelaar, momenteel op vakantie.” Carlos grijnst.
“Dus ik kan met jou doen wat ik wil hier?” Ze schatert.
“Nee, ik kan doen wat ik met jou wil. Kijk eens achter mij is dit uitzicht niet romantisch? Het meer van Lugano en die ondergaande schrale voorjaarszon?” Hij knuffelt haar.
“Je hebt helemaal gelijk mijn meisje. Dit is de perfecte plaats om de liefde met jou te bedrijven.” Ze trekt hem omlaag en kust hem, niet meer van plan hem af te laten dwalen. Alles wat telt is hier en nu.
Sebastien is gearriveerd in Milaan. Hij vervolgt zijn weg gelijk naar het politie bureau, waar hij informatie wil los krijgen over de verblijfplaats van Sofie. Hij wordt hartelijk begroet door zijn collega’s daar.
“Je kunt het beste misschien onderdak vinden in de herberg” zegt inspecteur Holcini na hem begroet te hebben.
“Wat mevrouw Sofie Boltoni betreft, ben ik zo vrij geweest haar adres al voor je op te zoeken.” Seb kijkt zijn collega verrast aan.
“Dank u. Dat scheelt mij heel wat tijd” zegt hij dankbaar. Even later staat hij buiten en besluit, zijn koffer naar de herberg te brengen om vervolgens gelijk de confrontatie met Sofie aan te gaan. Hij houdt een taxi staande en geeft het adres op. De taxi brengt hem naar een armoedige wijk met flatgebouwen. “Is dit zeker het goede adres?” vraagt hij zekerheidshalve. De taxichauffeur knikt. Seb stapt uit en drukt op de bel van nr 26. De deur springt open en hij loopt de trap op naar de tweede verdieping. Geen wonder dat Sofie hier geen inspiratie kan op doen. Dit is werkelijk geen omgeving voor haar. Zijn plan om haar mee te nemen naar zijn landgoed neemt onbewust nog vastere vormen aan. Hij drukt op de bel en Sofie doet de deur open en blijft vervolgens verschrikt staan.
“Sebastien, wat doe jij hier? Hoe heb je mij kunnen vinden hier?” Ze weet voor zich zelf het antwoord al. Hij wil als nog aangifte doen van inbraak in zijn huis.
“Kom binnen Seb” vervolgt ze voor Sebastien iets kan zeggen. Ze gaat hem voor naar een spaarzaam ingerichte woonkamer.
“Wil je iets te drinken?” vraagt ze beleefd.
“Nee dank je wel Sofie. Ik ben gekomen om met je te praten. Ik heb nagedacht na onze laatste ontmoeting en wil je een voorstel doen. Je zei dat je die tekeningen nodig had omdat je geen inspiratie had. Begrijpelijk in deze omgeving, zul je die ook niet gemakkelijk krijgen.” Ze kijkt hem boos aan.
“Dit is mijn thuis Seb en ik heb hier tot voor kort redelijk goed kunnen ontwerpen alleen nu gaat het moeizamer.” Seb staat op en duwt haar in een stoel tegenover haar.
“Sofie, ik bedoel het alleen maar goed. Wat zou je ervan vinden om een tijdje bij mij op het landgoed te komen logeren, zodat je weer op het ontwerpen kunt storten?” Ze kijkt hem met tranen in haar ogen aan.
“Dat kan niet Seb ik ben gebonden hier.”
“Hoezo, gebonden hier?” vraagt Seb verbaast.
“Mama, kan niet slapen” klinkt er een kinderstemmetje vanuit de deur. Als door een wesp gestoken kijkt Seb naar het kind dat nu naar Sofie komt en bij haar op schoot klautert.
“Kun je niet slapen lieve schat?” vraagt Sofie zachtjes aan de kleine meid. Ze schudt driftig haar hoofd.
“Is dat?” vraagt ze op Seb wijzend.
“Dat is een oude vriend van mama” legt Sofie uit.
“Sorry, Sofie ik wist niet dat je getrouwd was en een kind hebt, anders was ik natuurlijk nooit met het voorstel gekomen.” Seb strijkt vertwijfelt door zijn haar. Hij kijkt naar de kleine meid die met haar duimpje in haar mond tegen Sofie aanligt.
“Seb, mag ik je voorstellen aan mijn dochter Elisa. Seb geeft de kleine meid een hand.
“Hoi, ik ben Sebastien en een vriend van jouw moeder. “ De kleine meid denkt even na.
“Was jij ook vriend van mijn papa dan?”
“Elisa, kom het is hoog tijd dat jij weer naar bed gaat” zegt haar moeder op dat moment beslist. Ze tilt Elisa op en brengt haar terug naar haar kamer. Ondertussen koortsachtig nadenkend, wat ze Seb wel en niet moet vertellen. Elisa is de enige persoon die op dit moment alles voor haar is. Seb zit ondertussen in de woonkamer met duizend en één vragen. Het zinnetje van Elisa dreunt in zijn hoofd.
“Was jij ook vriend van mijn papa?” Betekende dit dat zij geen vader meer had? Of had haar vader hen verlaten. Hoe oud zou de kleine meid zijn? Zijn hersenen werken op volle toeren. Gespannen wacht hij op Sofies terugkomst. _________________
mijn site klik hier
Laatst aangepast door konsalik op 28 Aug 2009 19:01:24; in totaal 1 keer bewerkt |
|
Terug naar boven |
|
 |
konsalik Site Admin
 Geregistreerd op: 23 Jun 2009 Berichten: 274 Woonplaats: everywere my dreams take me
|
Geplaatst: 6 Jul 2009 20:11:00 Onderwerp: |
|
|
Hoofdstuk 10
David is doodmoe als hij ’s avond laat thuis komt. Zijn huis is al donker wat betekent dat Natalia al naar bed is gegaan. Het is ook al bijna elf uur. En morgen moet hij ook alweer vroeg op om met Urs samen de patrouille te doen. Verder moet hij bereikbaar zijn elke minuut van de dag omdat die ontvoeringszaak prioriteit nummer één is op dit ogenblik. Zelfs de bankoverval is ongemerkt naar een lage plaats gegaan, valt hem nu in. Snel neem hij een douche en gaat de echtelijke slaapkamer in. Zonder een licht aan te maken schuift hij naast Natalia in bed. Ze slaapt en in het maanlicht ziet hij haar goudblonde haren schitteren. Hij drukt er een kus op en snuift de geur van haar shampoo op. Hij schuift nog wat dichter tegen haar aan en slaat zijn arm om haar middel. Ze wordt wakker en draait zich naar hem om.
“Hé, je bent er al” fluistert ze.
“Al?” David moet er om lachen. “Ik ben er maar moet morgen alweer om half zeven present zijn. Natalia grijnst.
“Veel last heb ik niet van jou. Je bent altijd aan het werk. Kan ik nu even met je praten?” vraagt ze hem door zijn haar woelend.
“Lieverd, voor jou heb ik altijd tijd, dat weet je toch.” “
David ik ben aan het denken om mijn winkel nog maar voor halve dagen open te houden. Ik kan namelijk een baantje voor 20 uur krijgen bij de Commerciële bank, als kassa medewerkster.” Gelijk schieten, Bonnie & Clyde door het hoofd van David.
“Waarom een bank schat? Je weet dat die geregeld over vallen worden. Ik geloof niet dat ik rust heb als jij daar gaat werken.”
“Wat wil je dan dat ik ergens ga schoonmaken?” Natalia voelt woede in zich opkomen.
“Waarom mag David een gevaarlijke baan hebben en zij niet.” Al gaat ze er niet vanuit dat de Commericiële bank overvallen zal worden.”
“Die bank is zelfs voor Bonnie & Clyde en maat te groot” zegt ze dan hardop.
“Natalia alsjeblieft. Ik snap best dat je wat te doen wilt hebben. Maar je kunt toch ook typiste worden of zo.”
“Typiste? Ik geloof dat jij niet goed bij je hoofd bent, David. Ik wil een leuke baan en ik ben er maar twintig uur in de week, dus ook maar 50% kans om overvallen te worden.” David zucht diep en denkt na hoe te reageren.
“Oké jij je zin. Ik zal wel weer een overbezorgde politie inspecteur zijn.” Ze knuffelt hem haast fijn en kust hem.
“David dit lijkt me echt geweldig om me weer nuttig te maken. Sinds wij getrouwd zijn doe ik ons huishouden en wat werk in de winkel. Maar dat loont zich niet voor hele dagen en het dak komt op mijn kop van tijd tot tijd.” Hij kust haar terug en houd haar stevig tegen zich aan. Als hij nu morgen niet zo vroeg eruit hoefde zou hij nu de liefde met haar bedrijven. Alsof zij zijn gedachten kan lezen dwalen haar handen al onder zijn pyjama.
“Natalia”
“Sttt, laat mij maar.” David wil nergens meer aan denken niet aan zijn werk en ook niet dat hij morgenvroeg alweer uit de veren moet. Hij wil alleen nog maar genieten van zijn lieve vrouw, waar hij intens veel van houd.
“Jij hebt een dochter” zegt Seb als Sofie weer binnenkomt. Ze knikt. Ondertussen werken haar hersens op volle toeren over wat ze tegen Sebastien zal zeggen. De waarheid of de leugen die ze tot nu toe altijd vertelde als iemand haar vroeg naar Elisa’s vader.
“Ja Seb, ik heb een dochter. Helaas ben ik alleenstaand dus moet zij het doen zonder vader.”
“Hoe oud is ze?” vraagt Seb.
“Drie en een half jaar” antwoordt zij naar waarheid.
“Drie en een half?” Seb blijft dit zinnetje in zichzelf herhalen. Vier jaar geleden is zij uit zijn leven gegaan. Een zwangerschap duurt 9 maanden wat dus betekent dat ze zwanger was toe ze hem verliet.
“Wie was je man? Ik bedoel de vader van Elisa?” vraagt hij voorzichtig.
“Dat doet er niet toe hij is er niet meer en ik wil er niet over praten” zegt ze. Seb kijkt haar aan en ziet dat ze zenuwachtig is.
“Dat vertel ik je later nog wel eens” zegt ze om nu maar geen antwoord te hoeven geven. Seb knikt.
“Wanneer is je dochter geboren?” Sofie kijkt hem geschrokken aan.
“Dat doet er niet toe” antwoordt ze.
“Dat doet er wel toe Sofie. Ik wil weten of jij zwanger was toe je bij mij weg ging” zegt Seb boos. Sofie staat op en rent overstuur de kamer uit.
“Nee, nee ik mag het hem niet zeggen. Ik kan het hem niet zeggen” denkt ze vertwijfelt. In de keuken wast ze haar gezicht met wat water. Als ze zich omdraait staat Seb achter haar en neemt haar in zijn armen. Het wordt haar even allemaal teveel en tranen stromen over haar wangen. Als ze enige tijd later gekalmeerd is, legt Seb zijn wijsvinger onder haar kin en dwingt haar, hem aan te kijken.
“Je bent niet bij me weggegaan om dat ik bij de politie werkte hé?” Ze schudt haar hoofd.
“Je bent weggegaan omdat je zwanger was en dacht dat een kind in een politiegezin geen toekomst had.” Ze knikt en kijkt hem angstig aan. Haar hele leven ligt ineens compleet op zijn kop. Met haar werk gaat het heel moeilijk en als zij geen geld verdiend kan zij Elisa niet onder houden. En nu staat Seb ineens weer voor haar neus. De man waar ze altijd is van blijven houden. De man, die de vader is van Elisa. Haar argumenten van destijds om bij hem weg te gaan, klinken nu zo onzinnig. Ze heeft hem drie en een half jaar zijn dochter onthouden. Dat vergeeft hij haar nooit.
“Is Elisa mijn dochter?” vraagt Seb haar geen ogenblik uit het oog verliezend. Tranen stromen over haar wangen.
“Ik… Ik… wilde jou niet lastig vallen met mijn problemen en dacht toen echt dat dit het beste voor ons was. Ik wilde geen blok aan je been zijn. Je moest werken aan je carrière en dat was heel belangrijk voor jou.”
“Is Elisa mijn dochter?” herhaalt Seb zijn vraag nu met ingehouden woede. Ze ziet zijn woede en durft niet meer te liegen.
“Ja Seb, Elisa is onze dochter. Hij verstevigt zijn greep om haar en trek haar tegen zich aan. Zijn hart schreeuwt.
“Waarom, waarom?” Hij is nooit opgehouden van haar te houden. Nooit was er een nieuwe vrouw in zijn leven geweest sinds dien.
“Je moet me wel heel erg haten Sofie dat jij me dit aan doet” fluistert hij, haar weer aankijkend. Ze schudt haar hoofd.
“Nee, Seb. Ik haat jou niet, ik heb altijd van je gehouden. Toen ik bijna moest bevallen van Elisa heb ik nog eens geprobeerd contact met je op te nemen maar zonder succes. En toe Elisa eenmaal geboren was wilde ik jou niet opzadelen met mijn problemen. Ik moest een oplossing zoeken en werk vinden. Gelukkig heb ik de laatste jaren veel van huis uit kunnen werken maar zoals is al zei, mijn inspiratie is ver te zoeken en ik moet werk afleveren anders kan ik Elisa niet onderhouden.”
“Ik had verdorie recht om dit te weten.” Ze knikt en de tranen lopen weer over haar wangen.
“Het is misschien maar goed dat je het nu weet. Ik had dit inderdaad eerder met jou moeten bespreken, maar destijds toen ik ging zaten wij in zeer onrustig water. Ik heb heel veel fouten gemaakt Seb, maar ik heb nooit jou willen kwetsen of pijn doen.” Seb laat haar los en loopt naar de deur. Als hij zich omdraait ziet Sofie dat er een traan over zijn wang loopt.
“Ik ga nu, maar morgen kom ik terug Sofie. Ik wil hier eerst over nadenken en dan morgen nog eens met je praten.” Ze knikt alleen maar en laat hem gaan. Als de voordeur van haar flatgebouw in het slot valt, laat ze zich op een stoel zakken en begint weer te huilen. Wat een ellende heeft ze zich weer op de hals gehaald. _________________
mijn site klik hier
Laatst aangepast door konsalik op 28 Aug 2009 19:01:59; in totaal 1 keer bewerkt |
|
Terug naar boven |
|
 |
konsalik Site Admin
 Geregistreerd op: 23 Jun 2009 Berichten: 274 Woonplaats: everywere my dreams take me
|
Geplaatst: 6 Jul 2009 20:11:39 Onderwerp: |
|
|
Hoofdstuk 11
Urs kijkt mokkend op zijn wekker. Hemeltje wat duurt de nacht tegenwoordig toch kort. Na het afzakkertje in het café met Ginevra was hij pas laat thuis. Daarom voelt hij zich nu doodmoe. Maar hij dwingt zich zelf richting douche om toch maar aan de dag te beginnen. Dan een snel ontbijtje en dan gauw naar het politiebureau. Hij weet dat hij van dit werk een heleboel op kan steken.
David is ook al een tijdje op en kijkt naar zijn slapende vrouw. Hij drukt een kus op haar wang en gaat naar beneden voor ontbijt. Hij mag niet te laat zijn want hij moet Urs vandaag mee nemen op patrouille. Die jongen moet nog veel leren. Maar dat kun je gewoon het beste doen, daar leer je het meeste van. Even later stapt hij fluitend de auto in. Een laatste blik op zijn slaapkamer waar hij een laatste kus naartoe blaast.
Als hij op het bureau komt is Urs tot zijn verbazing al aanwezig is.
“Goedemorgen Urs” groet David hem. “We zullen eerst even langs huize Gianni rijden om te kijken of de ontvoerders nog contact hebben gehad. En daarna staan wij gepland voor patrouille in de Ciampino wijk.” Urs neem een slok koffie en knikt dat hij er klaar voor is.
“Kom maar dan gaan we” zegt David. “We nemen mijn auto want een dienstauto zou alleen maar opvallen. Als beide heren even later bij huize Gianni aankomen is daar een drukte van jewelste.
“Wat is hier aan de hand?” wil David weten.
“We zijn druk om het losgeld bij elkaar te krijgen” zegt Fernando.
“Ze hebben zich dus gemeld?”
“Ja, en ze bellen vanmorgen terug met verdere aanwijzigingen. Ik moet eerst het geld bij elkaar zien te krijgen en in een koffer doen.” David maakt even een praatje met de technicus die de telefoon probeert te onderscheppen.
“Is goed” zegt David na de man te hebben aan gehoord. “Wij gaan nu op patrouille en je kunt ons over de politiezender bereiken.”
“Is goed” zegt de man.
“Ik meld me als ik weet waar het tref punt zal zijn.”
“Hebben we al een levensteken gehad?” gaat David verder. “Ja, Fernando heeft haar aan de telefoon gehad.”
“Dat is in ieder geval iets. Urs, kom je?”
“Ja, chef ben er al.” Urs staat te trappelen om te kunnen vertrekken.
“Jij hebt er wel zin in, volgens mij” zegt David.
“Zeker weten” glundert Urs.
“Weet je wat Bühler? Rijd jij maar.” Urs maakt dat hij achter het stuur komt en start de auto en gaat vervolgens richting Ciampino. In Ciampino zijn veel flats, die allemaal op elkaar lijken. Maar ergens in dit district moet de ontvoerders het telefoontje hebben gepleegd. Beide mannen houden hun ogen en oren goed open. Ze blijven in het komende uur rond aan het rijden door de wijk.
“Stop eens even Urs” zegt David als hij op een balkon een man en een vrouw ruzie ziet maken. Urs kijkt ook naar het balkon en zet onmiddellijk de auto langs de kant. David is er al uit voordat Urs de gelegenheid heeft om de auto af te sluiten. Snel rent hij achter David aan. David rent het gebouw binnen als net iemand naar buitenkomt, die verbaast opzij springt.
“Houd die deur open” roept Urs die net komt aan rennen. De verbaasde man houdt de deur open en kijkt de twee mannen na die de trap van het flat gebouw oprennen. Eenmaal voor de deur van betreffende flat, trekt David zijn pistool en gebaart Urs dat ook te doen.
“Niet schieten, alleen overbluffen” fluistert hij hem toe. Urs knikt gespannen. Vervolgens geeft David een trap tegen de deur en stormen de twee naar binnen. David gaat recht door naar de woonkamer en Urs gaat links af en inspecteert alle ruimtes systematisch. David overziet de situatie in de woonkamer waar een vrouw ligt te huilen op de bank. Een man heeft een riem in zijn hand waar hij ogenschijnlijk de vrouw mee aan het slaan was. Woedend kijkt hij naar David die zijn pistool op de man heeft gericht.
“Laat vallen” gebied David hem. Maar de man wordt gek van het feit dat hij onder vuur dreigt te worden genomen en laat met een snelle beweging zijn riem door de lucht zwiepen en raakt daarbij Davids hand, die vloekt. Het volgende moment is David in een gevecht met de man. Urs doet net op dat moment de deur open van een kamer waar een klein meisje vastgebonden op bed ligt. Even schiet door zijn hoofd dat dit een gijzeling is. Het meisje kijkt hem met grote ogen verschrikt aan. Hij legt zijn vinger op zijn mond en fluistert.
“Ik kom je zo helpen oké?” De kleine meid kan alleen maar knikken. Urs sluit de deur en sluipt naar de kamer waar David, schijnbaar zijn hulp nodig heeft. De vrouw op de bank blijft Urs geschrokken aankijken. Weer legt hij zijn vinger op zijn mond en gaat over tot actie. Hij slaat met de kolf van zijn pistool de man, die nu boven op David ligt, op zijn hoofd. De man zakt in elkaar. David schuift hem van zich af en staat op. Urs heeft de man de boeien omgedaan en kijkt naar David.
“Ben je oké, chef?” vraagt hij.
“Ja dank je wel.” Hij maakt de man, die nog helemaal versuft is vast aan een waterleidingpijp. David wil de vrouw gaan ondervagen wat er aan de hand is. Urs wenkt hem echter de gang op en fluistert daar: “Heb jij een foto van het Gianni meisje?”
“Ja, Urs, hier is hij. Waarom wil je die zien?” Urs opent inmiddels de slaapkamerdeur en wijst naar het meisje in bed. David kijkt ongelovig naar binnen en maar haast zich dan de kleine meid los te maken. Het kind barst in snikken uit. Urs troost haar en David vraagt over de politiezender versterking en meldt tevens dat hij denkt het Gianni meisje te hebben gevonden.
Carlos heeft ondertussen zijn plan klaar voor de commerciële bank te overvallen. Hij heeft de tekeningen open op tafel liggen en is alles nog eens na aan het checken. Het moet op een vrijdag morgen gebeuren. Want op vrijdags wordt door het geldtransport tegen 13.00 uur de week opbrengsten opgehaald. Het is de bedoeling om even voor twaalven binnen te vallen en zo toegang te krijgen tot de voorste kluis waar het geld s morgens om 9 uur heen vervoerd wordt. Die is gemakkelijker te laten openen dan de tweede, waar een tijdslot op zit. Het is de bedoeling een vluchtauto aan de achterkant van het gebouw neer te zetten en dan via de vooringang de overval te beginnen. Vanuit de kluis kun ze gemakkelijk achter het gebouw komen. Maria komt met koffie binnen en knuffelt hem heeft als ze die voor hem neer zet.
“Kijk je even mee schat hoe we dit gaan doen?” Maria laat zich op zijn schoot glijden en bestudeert de tekeningen. Ze weet dat haar man al alles in kannen en kruiken heeft.
“Vertel me maar eens lieverd wat mijn rol in het geheel is.” Carlos begint het uit teleggen.
“Dat is nieuw dat jij de overval doet en ik dan aanwezig in de bank ben.” Carlos kijkt haar doordringend aan.
“Ik weet zeker dat het zo kan Maria. Plus dat ze dan niet gelijk aan Bonnie en Clyde denken.” Maria knikt instemmend.
“Ik geloof dat je gelijk hebt, maar als ze er achter komen, hebben ze wel een goed signalement van mij en dat is minder.”
“Daar heb je gelijk in meisje maar dit is wel de beste weg.”
“Oké, dan doen we het zo. Zullen we dan morgen maar weer naar Rome reizen? Dan kunnen we aanstaande vrijdag gelijk aan het werk”zegt ze. Hij knuffelt haar.
“Weet je ook wel dat ik heel blij ben dat jij mijn vrouw bent en dit allemaal met mij mee doet?” Ze grinnikt.
“Wat kun jij slijmen jongeman. Voor straf mee koffers inpakken jij.”
“Oké, jij je zin, ik help je.”
De volgende morgen gaan Carlos en Maria op weg naar Rome. De reis loopt voorspoedig en bij de grens kunnen ze samen over gaan want nu hebben ze geen geldtas bij zich. Het huis in Lugano wordt beheerd door een buurman. En hun huis in Rome is dadelijk weer bewoond. Als ze later op de dag weer in Rome arriveren parkeert Carlos, de auto voor de deur en haalt de koffers achter uit de kofferbak. Maria opent de deur en gaat naar binnen om de luiken weer te openen. Carlos draagt de koffers naar binnen en ploft vervolgens op de bank. Eindelijk weer thuis, maar in Zwitserland is nog een tweede huis.
“Maria, kom eerst eens even zitten. Ben jij gelijk alweer aan het uitpakken. Kom eerst een wijntje op een welkom thuis” zegt Carlos haar naar zich toe trekkend. Ze kijkt hem gemaakt boos aan.
“Jij wilt ook altijd maar één ding” zegt ze verwijtend. Hij schatert.
“Kan ik het helpen dat ik zo een heerlijke vrouw heb, waar ik niet vanaf kan blijven?” zegt hij dan schertsend. Ze neemt haar glas wijn en brengt een toast uit.
“Op ons lieveling” fluistert ze hem in zijn ogen kijkend.
“Op ons, meisje. En op succes, zodat we een heerlijk leventje kunnen leiden.” _________________
mijn site klik hier
Laatst aangepast door konsalik op 28 Aug 2009 19:02:46; in totaal 1 keer bewerkt |
|
Terug naar boven |
|
 |
konsalik Site Admin
 Geregistreerd op: 23 Jun 2009 Berichten: 274 Woonplaats: everywere my dreams take me
|
Geplaatst: 6 Jul 2009 20:12:17 Onderwerp: |
|
|
Hoofdstuk 12
Seb kan niet slapen. Hij blijft piekeren over Sofie en Elisa. Heeft hij sinds drie en een half jaar een dochter en dat krijgt hij nu pas te horen. Aan de ene kant wil hij deze twee meiden dolgraag in zijn armen sluiten en hen mee naar Rome nemen. Maar lost dat iets op? Hij weet het niet. Aan de andere kant weet hij niet of hij Sofie kan vergeven dat ze zijn dochter van hem vandaan heeft gehouden. Verdorie, hij is vader en wel van een lieve schattige kleine meid. Zo blijft hij de hele nacht piekeren en valt pas tegen de morgen in een onrustige slaap. Hij schrikt wakker van een bons op de deur.
“Mr. Izambard, het is acht uur en u wenste gewekt te worden” zegt de waard.
“Oké, en bedankt” gromt Seb terug. Hij dwingt zichzelf uit zijn bed te komen en te douchen. Als hij een half uurtje later aan ontbijt zit, is hij weer aan het overdenken wat hij met Sofie aan moet. Hij besluit naar haar toe te gaan en een goed gesprek met haar te hebben. Hij wil niet dat zij in moeilijkheden komt met haar werk en daardoor niet voor Elisa kan zorgen. Of hij wil of niet hij moet haar helpen. Als ze even later de deur voor hem open doet kijkt hij in een betraand gezicht.
“Mag ik binnenkomen?” vraagt hij beleeft. Ze knikt en laat hem binnen en gaat hem voor naar de keuken. Daar zit Elisa in een hoge stoel aan tafel. Ze is een bordje pap aan het eten. En zoals het eruit ziet, krijgt ze niet zoveel binnen want er ligt overal pap rond haar heen. Seb moet onwillekeurig lachen.
“Volgens mij heb jij geen honger jongedame” zegt hij. Het kind kijkt hem ondeugend aan.
“Uit” roept ze enthousiast haar armpjes in de lucht stekend.
“O, nee jongedame geen denken aan. Jij eet eerst je bordje leeg” zegt Sofie beslist.
“Mama, uit” zegt de kleine meid nu boos. Seb gaat zitten en kijkt naar zijn dochter die duidelijk geen zin in eten heeft en uit haar stoeltje wil.
“Wil je koffie Seb” vraagt Sofie.
“Is goed en geef mij die lepel maar eens dan probeer ik het eens” zegt Seb naar de lepel reikend. Sofie kijkt hem verbaast aan.
“Eens kijken wat hij ervan brouwt” denkt ze. Elisa kijkt Seb met grote ogen aan als hij met een lepel pap naar haar toe komt. Hij maakt het geluid van een auto. Als hij bij haar mondje is aangekomen, schatert de kleine meid en Seb schuift het eerste lepeltje pap in haar mondje.
“Daar komt nog een auto voor in de garage” zegt Seb en gaat met een brommend geluid weer richting zijn dochter. Die vindt het wel leuk een spelletje te spelen. Als Sofie even later een kop koffie voor hem neerzet is ze heel verbaast dat de kleine meid haar bordje leeg heeft.
“Seb, je bent een natuurtalent met kinderen”zegt ze ademloos. Seb grijnst verlegen.
“Sofie ik wil met je praten over Elisa en over jou. Ik kwam eigenlijk om jou aan te bieden dat je een tijdje op mijn landgoed kwam wonen om daar inspiratie voor je werk op te doen” begint hij.
“Maar nu ik ook nog een kind blijk te hebben, zie jij er liever van af. Ik begrijp het Seb en dat is ook geen probleem. Ik red me wel. Dank je wel dat je dat wilde doen.” De deurbel gaat en Sofie staat op en vraagt: “Let jij heel even op Elisa?”
“Natuurlijk geen probleem. Seb staat op en haalt Elisa uit haar stoeltje. Met het kind op de arm wil hij naar de woonkamer lopen als hij in de gang stemmen hoort. Hij loopt naar de gang en mengt zich in het gesprek.
“Sofie, wat is hier aan de hand?” De man aan de deur geeft antwoord.
“Als zij niet vandaag nog, de huur betaalt zet ik haar het huis uit. Je hebt tot acht uur vanavond.” Seb kijkt verbaast van de ene naar de andere. De man draait zich om en zegt: “Tot vanavond.”
Seb trekt Sofie weg van de deur en sluit die. “
Kom Sofie, we vinden wel een oplossing.” Seb neemt haar mee naar de woonkamer. Sofie is ten einde raad.
“Wat moet ik nu? Ik kan geen voorschot vragen op die bruidsontwerpen en ik heb zo één twee drie niets anders wat ik kan ruilen voor geld.”
“Ik ga je een voorstel doen Sofie. Ik weet niet of het nog ooit goed komt tussen ons twee, want je hebt me veel verdriet gedaan door te zwijgen dat Elisa mijn dochter is, maar ik wil jou wel helpen met een oplossing. Zoals ik al eerder zei, wilde ik je voorstellen op mijn landgoed te komen wonen zodat je inspiratie kunt opdoen voor nieuwe ontwerpen. Verder is het voor Elisa beter om in een buitengebied te wonen dan hier in de drukke stad. Ze kan daar lekker naar buiten en jullie krijgen een eigen onderkomen op het landgoed.” Sofie kijkt hem met tranen in haar ogen aan. Deze man die zij zoveel verdriet heeft gedaan, wil dit nu allemaal voor haar doen?
“Seb weet je dan niet dat ik nog steeds van je houd?”
“Daar wil ik het nu nog niet over hebben Sofie. De tijd zal het leren, ik weet niet of ik jou dit zo snel kan vergeven.” Sofie knikt schuldbewust.
“Zijn dit jouw meubelen?” vraagt hij dan.
“Nee, alleen de kindermeubelen zijn van mij de rest stond er al in, ik heb gemeubileerd gehuurd.”
“Dat is gemakkelijk dan. Ik betaal jouw achterstallige huur, dan kunnen jullie morgen met me mee.” Seb kijkt haar aan en zegt: “Einde discussie.” Sofie wil niet afhankelijk zijn maar ziet nu even geen andere uitweg. Ze knikt.
“Dank je wel Seb, dat je dit voor ons wilt doen.” Elisa, die nog steeds op Sebs arm zit roept enthousiast uit.
“Lief.” Seb kijkt naar zijn dochter en er glijdt een glimlach over zijn gezicht.
“Jij bent ook een lieverd.” Hij geeft de kleine meid een kus op haar wangetje.
De man die Urs en David hebben gearresteerd wordt afgevoerd naar het politiebureau. De vrouw heeft inmiddels een verklaring afgelegd en is ook mee naar het bureau genomen. Urs zit nog steeds bij het kleine meisje dat Gina blijkt te heten. Eerst was ze heel zwijgzaam maar nu kletst ze honderduit. Ze wacht op haar ouders die haar zo komen ophalen. David komt binnen en kijkt naar Urs. Als die vragend opkijkt, zegt hij.
“Bedankt hé jochie. Ik weet niet of het gelukt was zonder jou.”
“Is toch vanzelfsprekend chef, jij had hetzelfde gedaan.” David lacht.
“Misschien wel Urs maar voor een stagiair is dit een opmerkelijke prestatie. Ik zal het inspecteur Izambard ook vertellen.
“Dank u” mompelt Urs verlegen. Als even later de ouders van Gina binnen komen, zijn de heren getuigen van een emotioneel tafereel. Haar moeder huilt en sluit haar in kind in de armen. Fernando Gianni is vol lof over de politie, die zich uitstekend heeft gekweten van hun taak. Hij blijft hen bedanken.
“Mogen wij haar meenemen?” vraagt Fernando aan David.
“Natuurlijk Mr. Gianni. Ze lijkt oké maar u kunt haar natuurlijk voor de zekerheid door u eigen arts laten nakijken.” Fernando knikt ten afscheid en geleid zijn vrouw en dochter naar buiten.
Urs is blij dat de kleine meid weer herenigd is met haar ouders.
“Urs, ik beloof jou, dat je wat meer betrokken wordt bij de lopende zaken” zegt David hem doordringend aankijkend. Urs glundert.
“Ik zal mijn uiterste best doen” zegt Urs snel.
“Dat weet ik ook wel” lacht David. “Wat zal Seb ogen op zetten als hij hoort dat de ontvoering al is afgelopen met goed gevolg?” gaat David verder. “Dit is wel geluk hebben Urs, want als wij dat kibbelende stel op het balkon niet als alarmerende hadden gezien, waren we hier nog in de buurt rond aan het rijden. “ Urs knikt.
“Eerlijk gezegd dacht ik, dat we gingen bemiddelen in een familieruzie” zegt Urs.
“Ik ook Urs, maar ik ben toch blij dat het zo is gelopen. Ga je mee naar het bureau, we moeten nog wat verhoren doen.” Urs kijkt blij.
“Betekent dat ik er dan bij mag zijn?” David schiet in de lach.
“Dat is misschien wel handig als jij gaat verhoren, om er dan bij te zijn.”
“Moet ik de verhoring doen? Maar hoe dan?” Urs snapt het niet helemaal.
“Jij krijgt een oortje in en mag het verhoor doen. Ik kijk vanachter de spiegel en volg het verhoor. Mocht je belangrijke dingen vergeten dan fluister ik je die wel in.” Urs is inmiddels opgesprongen en begint op en neer te lopen.
“Kom laten we gaan, je hebt er volgens mij zin in” lacht David.
Eenmaal op het bureau neemt David de vragen met Urs door en laat hem voorzien van een oortje. Als hij binnenkomt, begint Urs eenvoudig en vraagt naar zijn naam.
“Clyde Barrow.” Urs schrijft de naam op en vraagt.
“De dame in uw flat was dat uw vrouw?” Hij knikt.
“Haar naam is Bonnie Parker.” Urs schrijft ook die naam op en vraagt de man te vertellen waarom ze Gina hebben ontvoerd. De man begint te vertellen en Urs luistert aandachtig, als hij ineens David in zijn rechter oor hoort zeggen.
“De namen die hij gaf zijn niet echt. Ga verder vragen en probeer erachter te komen of hij iets weet van de bankoverval op de volksbank. Urs knikt en zijn hersens werken op volle toeren hoe hij het gesprek kan keren om naar de overval te vissen. Uren later zegt David door het oortje:
“Het is genoeg Urs kom maar naar buiten dan laat ik hem in de cel gooien.” Urs wacht tot de agent binnen is om de verdachte naar zijn cel te brengen en gaat dan naar David.
“Moe?” vraagt die. Hij knikt.
“Nog al ja.”
“Ga maar naar huis Urs, je hebt het geweldig gedaan.”
“Echt waar chef?” David knikt lachend. Urs heeft een goed gevoel over de hele zaak hij is al een stuk wijzer geworden. Hij neemt afscheid en gaat naar huis. _________________
mijn site klik hier
Laatst aangepast door konsalik op 28 Aug 2009 19:03:24; in totaal 1 keer bewerkt |
|
Terug naar boven |
|
 |
konsalik Site Admin
 Geregistreerd op: 23 Jun 2009 Berichten: 274 Woonplaats: everywere my dreams take me
|
Geplaatst: 6 Jul 2009 20:12:51 Onderwerp: |
|
|
Hoofdstuk 13
Carlos is nogmaals de overval met Maria door aan het nemen. Jij bent klant in de bank en jij gaat klokslag half twaalf naar binnen. Ik volg enkele minuten later en ik neem mijn nichtje Ginevra in gijzeling. Zij vertelde mij dat ze een paar keer uit is geweest met iemand van de politie. Zo kunnen we dus in ieder geval in de gaten houden wat de politie gaat doen. “
“Zijn Ginevra en dat agentje van haar dan zo close dat hij haar van alles vertelt?” vraagt Maria verbaast.
“Volgens haar wel.” Maria denkt even na.
“Je kunt natuurlijk ook mij als gijzelaar nemen” peinst ze hard op.
“Nee natuurlijk niet lieve schat want anders kom ik te dicht bij de politie. Jij gaat gewoon als Maria Gonzales. Ik wil niet dat je gekke dingen gaat doen” moppert Carlos.
“Oké, Carlos jij je zin, neem Ginevra maar als gijzelaar.” Carlos kijkt haar doordringend aan.
“En je doet geen gekke dingen?” vraagt hij nadrukkelijk.
“Nee, lieverd maar doe jij voorzichtig want er zit altijd een risico aan.” Carlos knikt.
“Ik weet het liefje, ik zal voorzichtig zijn en als we het geld eenmaal hebben kunnen we het wel weer eventjes uit zingen en rustig aan doen. Gaan we weer een tijdje naar Lugano.” Ze knuffelt hem.
“Dat zou ik heerlijk vinden.
David komt thuis en vindt daar een goedgehumeurde Natalia. Hij kust haar en vraagt.
“Hoe kom jij zo vrolijk?” Ze kijkt hem stralend aan.
“Ik heb de baan bij de bank en ik ga vrijdag beginnen. Ik moet er om half negen zijn.” Hij neemt haar in zijn armen.
“Gefeliciteerd lieverd.” Hij is echt blij voor haar. Ze gaan aan tafel en praten over ditjes en datje.
“Zal ik je vrijdag dan bij de bank afzetten?” vraagt David. “Ik hoef toch pas laat op het bureau te zijn en Seb komt morgen weer terug. Dus dan kan ik dat best doen. Ik haal je in mijn middag pauze wel op en breng je naar huis.”
“Wat vind ik dat nu lief van jou David.” Natalia is overgelukkig dat David geen bezwaren maakt. Ze heeft echt veel zin om aan de slag te gaan.
Seb heeft inmiddels Sofie en Elisa meegenomen naar Rome. De weinige meubels worden na gebracht door een vrachtauto. De sfeer tussen Sofie en Seb is niet zo best. Sofie kijkt hem van opzij aan.
“Hij is harder geworden . Dit is niet meer de Seb van weleer” denkt ze. Ze zitten in de keuken te eten. Molly is in haar element als er extra eters zijn. En de kleine Elisa vrolijkt de boel op.
“Is dat?” vraagt de kleine meid op Seb wijzend. Sofie kijkt Seb aan en weet niet wat ze moet zeggen. Als ze weer zegt: “een vriend van mama” liegt ze. Aan de andere kant weet ze niet of ze wel kan zeggen: “Dat is papa.”
“Wil je die leugen erin houden Sofie?” vraagt Seb dan onverwachts. Ze schudt haar hoofd.
”Is dat?” vraagt Elisa weer.
“Dat, mijn lieve schat is papa” zegt ze zachtjes tegen haar dochter.
“Papa, hier blijven?” vraagt Elisa weer. Seb kijkt vertedert naar zijn dochtertje en reikt naar haar om haar van Sofie over te nemen.
“Ja, papa blijft hier, kleine meid.” Elisa kraait en geeft Seb een natte zoen. Sofie bekijkt dit tafereel met tranende ogen.
“Seb kunnen we hierover praten alsjeblieft?” Seb kijkt haar aan en knikt.
“Zullen we naar de woonkamer gaan?” stelt hij voor.
“Is goed.” Eenmaal geïnstalleerd in de kamer steekt Sofie van wal.
“Ik heb veel nagedacht en wil met jou een regeling treffen zodat we samen Elisa kunnen opvoeden. Je hebt recht om haar te zien en het spijt me dat het zo gelopen is. Ik heb jou nooit willen kwetsen Seb, dat moet je mij geloven. Maar als ongehuwde moeder ben je een schande voor je omgeving, dat weet jij toch ook wel. Daarom kwam ik al gauw met de smoes dat ik weduwe was. Meestal vroeg dan niemand verder en werd je door de mensen in de omgeving niet met de nek aan gekeken.” Even pauzeerde ze en kijkt Sebastien taxerend aan.
“Jij had niet weg moeten gaan Sofie en jij had mij nooit voor de keuze mogen stellen jou of mijn baan. Als jij dat niet gedaan had en mij verteld had dat jij zwanger was, had het zeker anders gelopen. Dan waren we getrouwd voordat Elisa geboren werd en had je dit allemaal niet mee hoeven maken. Verder zit mij het heel hoog dat je mij de eerste jaren en de geboorte van mijn kind hebt ontnomen. Zo een unieke ervaring. Maar Sofie ik heb ook nagedacht en heb besloten met jou te trouwen zodat we voor de buitenwereld een normaal gezin zijn. Het zal een verstandshuwelijk zijn en alleen maar bestaan tot Elisa op eigen benen staat. Verwacht geen liefde van mij, want die heb jij kapot gemaakt door jouw leugens.” Over Sofies wangen stromen tranen. Ze begrijpt Sebastien zo goed. Ze verdient zijn liefde niet. Ze heeft vreselijk te kort geschoten door hem niet te vertellen dat ze zwanger was en nu een dochter hebben. Het doet haar intens veel pijn hem zo te zien lijden. Hij zei niet meer van haar te houden. Ze zal met hem trouwen omdat ze nog steeds liefde voelt voor deze man. Hopelijk kunnen ze op een dag weer nader tot elkaar komen.
“Seb, dat verdien ik niet dat je nog met mij wilt trouwen.”
“Nee, dat verdien je niet, maar zoals ik al zei dit doe ik voor dit kleine meisje, zodat die kan opgroeien met een vader en een moeder. Je hoort van mij de datum nog ik ga mijn dochter in bad en dan in bed stoppen als je het niet erg vind.” Ze schudt haar hoofd en kijkt de twee verdrietig na.
Vrijdagochtend is Natalia al een beetje zenuwachtig voor haar nieuwe baantje. David kijkt lachend naar zijn vrouw, die vanmorgen toch echt anders dan anders is.
“Lieveling, ga alsjeblieft zitten en eet je boterham op. Je lijkt wel een kind dat op schoolreisje gaat.”
“Hemeltje David, is dat echt zo goed te zien? Als ik maar weet wat ik allemaal moet doen. Stel je voor dat ik iemand te veel of juist te weinig geld geef.” David trekt haar bij zich op schoot.
“Lieverd, rustig nou maar. Jij kunt dit. Ik weet het zeker. En als het niets wordt dat promoten we je winkeltje wat meer dan wordt het daar ook vast drukker.” Ze zucht.
“Dank je lieverd en wat fijn dat je me even brengt, geeft toch weer een veilig gevoel.” Hij knuffelt haar en geeft haar de boterham waar ze alleen maar een klein hapje van genomen heeft. Braaf eet ze de boterham op, drinkt gauw haar glas melk leeg, om vervolgens weer achter haar man aan te jagen, bang dat ze te laat zal komen op haar eerste dag. Het is tegen half negen als David zijn wagen stopt op de parkeerplaats achter de bank. Hier is volgens zijn vrouw de personeelsingang. Een snelle kus en weg is ze. Hij kijkt haar lachend na.
“Tot straks liefje” roept hij haar nog na. Maar Natalia hoort niets meer. Binnen wordt ze gelukkig gelijk op gevangen door iemand van de bank die haar wegwijs begint te maken in het gebouw. _________________
mijn site klik hier
Laatst aangepast door konsalik op 28 Aug 2009 19:03:59; in totaal 1 keer bewerkt |
|
Terug naar boven |
|
 |
konsalik Site Admin
 Geregistreerd op: 23 Jun 2009 Berichten: 274 Woonplaats: everywere my dreams take me
|
Geplaatst: 6 Jul 2009 20:13:34 Onderwerp: |
|
|
Hoofdstuk 14
Urs is op weg naar het politiebureau, maar hij kon het vanmorgen niet laten even langs Ginevra’s huis te rijden. Ze was al op maar had vandaag alleen maar een paar boodschappen, de kapper en de bank op het programma staan. Hij heeft voor vanavond met haar afgesproken. Lekker eens uit eten met haar. Fluitend parkeert hij zijn auto en gaat naar binnen. Seb is vandaag ook weer terug en roept Urs gelijk bij zich. Urs ziet dat David net uit het kantoor van Seb komt.
“Goedemorgen Urs, jouw beurt. Maar ben niet bezorgd hij is in een goede bui.” Als hij de deur achter zich sluit komt Seb naar hem toe lopen.
“Mijn complimenten jongeman. Je hebt goed werk geleverd tijdens mijn afwezigheid. Ik apprecieer het ten zeerste dat jij het voor inspecteur Miller hebt opgenomen. En hoe fantastisch dat jullie daarmee die gijzeling hebben weten op te lossen.” Urs wordt een beetje verlegen.
“Nou chef, daar was ook wel een portie geluk bij hoor. Als die twee niet hadden staan ruziën op het balkon waren wij de auto niet uit gekomen.” Seb lacht.
“Dat is waar, Urs maar jij hebt je beste beentje voorgezet in deze zaak. Alleen jammer dat we nog geen namen uit die twee hebben kunnen krijgen. Ze zeggen alleen maar dat ze Bonnie en Clyde heten.”
“Ik weet het chef, er waren geen papieren te vinden in die woning. Zouden deze twee de overvallers van de volksbank kunnen zijn?”
“Geen idee, maar dat merken we vanzelf wel, dan zouden er geen bankovervallen meer moeten komen zolang die twee vast zitten.”
“ Inderdaad. We zullen het zien.”
Maria kijkt op haar horloge en gaat enkele minuten voor half twaalf de bank in. Ze is nerveuzer dan normaal. Ze kijkt de bank rond en vind dat er veel mensen aanwezig zijn. Even twijfelt ze om weer weg te gaan en Carlos te alarmeren om het uit te stellen. Ginevra, Carlos’ nichtje is er al en staat ergens tussen de ingang en de geldkassa. Achter de geldkassa zit Natalia met achter haar iemand die mee kijkt hoe het gaat. De minuten tikken weg. Maria’s hart klopt als een waanzinnige. Ze doet haar uiterste best om geen gekke dingen te doen. Ze twijfelt nog steeds of dit wel een goed plan is. Wat als er iets met Carlos gebeurt?
Even later komt Carlos vermomt met zijn masker en hoed binnen. Hij heeft een pistool in zijn handen.
“Dit is een overval. Jullie allemaal handen omhoog en daar in de hoek staan. Nu!”gebied hij. Er klinkt geroezemoes en ergens gilt een vrouw.
“Mee, jij.” Carlos pakt Ginevra van achter om haar nek en bedreigt haar met een pistool. Natalia zit als verdooft en kijkt geschrokken naar de overvaller. Degene die Natalia moet helpen, trekt haar van de stoel naar beneden en gaat er zelf zitten. Ze wijst dat Natalia naar achteren moet kruipen. Natalia is doodsbang maar kruipt toch het kassa hok uit en sluipt naar de personeelsruimte. Haar eerste reactie is naar buiten vluchten maar dan ziet ze een telefoon. Ze belt het nummer van Davids werk en krijgt de telefoniste aan de lijn.
“Inspecteur Miller alstublieft” fluistert ze in de telefoon. Even later hoort ze tot haar opluchting zijn stem.
“David” fluistert ze. David is gelijk alert.
“Natalia wat is er gebeurd?” Hij luistert gespannen naar haar gefluister.
“Bankoverval. Ik ben naar de personeelsruimte geslopen. De overvaller is in de bank en houd mensen onder schot.”
“Met hoeveel zijn de overvallers, liefje?” David probeert kalm te blijven.
“Volgens mij maar eentje.”
“Blijf waar je bent en maak dadelijk voor ons die deur bij de personeelsingang open. Ben je daar in de buurt?”
“Ja, kom je snel?” vraagt ze gespannen.
“Ben zo bij je.”
Carlos heeft ondertussen de caissière zover dat ze zijn tas vult met de kluisinhoud. Ginevra huilt van schrik en kijkt naar zijn pistool. Maria houdt zich afzijdig maar houd de omgeving van Carlos nauwlettend in de gaten. “Zijn er mensen weggegaan of juist bijgekomen?”
David slaat gelijk groot alarm. Urs en Seb vliegen achter hem aan de auto in. De overige agenten zullen voor het gebouw gaan en David aan de achterkant.
“David, kun je dit aan?” vraagt Seb hem. Hij knikt verbittert. Urs kijkt geschrokken naar David nu hij te horen heeft gekregen dat zijn vrouw in de bank is. Dit moet een nachtmerrie voor hem zijn. Natalia doet de deur open en de mannen gaan zachtjes naar binnen.
“Ga jij maar in de auto zitten” fluistert David. Ze knikt en sluipt naar buiten. Seb gaat voorop en gluurt door een spleet van een deur die ietsjes open staat. De overvaller houdt iemand onder schot. De caissière is nu bijna klaar met de inhoud van de kluis. Seb wenkt en de drie stormen binnen.
“Handen ophoog, politie” roept hij. David volgt hem op de voet en dan komt Urs. Urs krijgt bijna een beroerte. Hij staart naar de bankovervaller die Ginevra onder schot houdt. Ze huilt. Hij moet iets doen. Seb probeert met de overvaller te praten maar die dreigt Ginevra neer te schieten. Urs sluipt iets meer naar de zijkant en hoopt zo de overvaller neer te kunnen schieten zonder Ginevra te raken. Maria ziet die beweging van Urs en ook dat hij zijn pistool op Carlos richt. Ze denkt niet meer na en springt tussen Carlos en de politieagent in. Op dat zelfde moment klinkt een schot.
Carlos laat zijn gijzel los en stormt via de achteruitgang naar buiten. Hij springt in de eerste beste auto waar de sleutels nog op staan en scheurt weg.
Hij heeft niet gezien dat Maria voor hem een schot heeft opgevangen en in elkaar is gezakt. Urs heeft Ginevra in zijn armen gesloten.
“Stil maar lieverd, het is voorbij” zegt hij haar zachtjes heen en weer wiegend. Sebastien is achter de overvaller aan gegaan en meldt nu dat die met hun auto gevlucht is. David krijgt het ineens steenkoud.
“Natalia” roept hij geschrokken uit. “Die zou in de auto gaan zitten.”
“Mijn god Miller, dat kan toch niet waar zijn.” Seb kan zich zelf wel voor zijn hoofd slaan. Hoe kan hij nu zo een grote fout maken. David rent alweer naar achteren en vliegt de trap af naar het binnenhofje. Daar zinkt hij op zijn knieën en gilt van pure onmacht.
“Natalia, neeeeeeeeeeeeeee.” Seb heeft een ambulance gebeld en rent nu David achterna. Hij slaat zijn arm om hem heen.
“Kom David naar binnen, we moeten uitzoeken waar de overvaller naar toe is. Enkele mensen van ons hebben de achtervolging al in gezet. David staat op, zijn gezicht asgrauw volgt hij Seb weer naar binnen, als hij van onder de trap huilerig hoort: “David.” Hij springt de trap af en duikt er onder.
“Lieveling.” Hij trekt haar onder de trap uit en neemt haar in zijn armen. “Ben je oké?” Ze knikt.
“Ik was zo bang, dat ik niet in de auto durfde te blijven. Ik weet niet waarom maar ik dacht dat ik me beter kon verstoppen” zegt ze huilerig. David is zo opgelucht. Even dacht hij haar kwijt te zijn.
“Goed gedaan meisje. We zorgen wel dat hij achter tralies komt. Kom je ook mee naar binnen want jou verhaal moet ook nog worden opgenomen.” Seb kijkt opgelucht als hij David met Natalia ziet. Op dit ogenblik wordt Maria op de brancard gelegd om naar het ziekenhuis vervoerd te worden.
“Weet iemand wie deze dame is?” vraagt Seb in het algemeen. Niemand antwoordt. Ze heeft papieren bij zich en Seb besluit naar haar thuisadres te rijden om haar familie te informeren. _________________
mijn site klik hier
Laatst aangepast door konsalik op 28 Aug 2009 19:04:25; in totaal 1 keer bewerkt |
|
Terug naar boven |
|
 |
konsalik Site Admin
 Geregistreerd op: 23 Jun 2009 Berichten: 274 Woonplaats: everywere my dreams take me
|
Geplaatst: 6 Jul 2009 20:14:08 Onderwerp: |
|
|
Hoofdstuk 15
Carlos laat de gestolen auto achter op een parkeer plaats en stopt zijn masker, pruik en hoed in zijn grote tas. Hij neemt de bus en gaat naar huis. Die politiewagens heeft hij handig achter zich gelaten. Fluitend gaat hij naar huis, alvast koffie zetten want Maria zal zo wel thuis komen. Thuis bergt hij zijn vermomming en de tas met geld meteen op.
“Dat ging maar net goed vandaag. Er waren zoveel mensen in de bank, daar had hij niet op gerekend.” Goed Ginevra heeft hij niet mee kunnen nemen maar dat maakt ook niets uit. Hij zet koffie en wacht geduldig op zijn lieverdje. Na een uurtje gaat de bel.
“Vreemd” denkt Carlos. Maria is er nog niet en bezoek verwacht hij niet. Hij kijkt door het gaatje in de deur en ziet dezelfde persoon van de politie buiten staan die tegen hem praatte tijdens de overval. Hij schraapt zijn keel zodat hij anders klinkt dan vanmorgen. Hij opent de deur en kijkt Seb vragend aan. Seb haalt zijn politie penning te voorschijn en stelt zich voor.
“Mag ik even binnen komen?” Carlos kijkt de man verschrikt aan.
“Wat is er aan de hand” vraagt hij.
“U bent toch familie van Maria Gonzales, die hier woont?” Carlos knikt en krijgt een vieze smaak in zijn mond.
“Maria is nog niet terug, die is even een paar boodschappen doen.”
“Bent u getrouwd met haar?” vraagt Seb. Hij knikt.
“Maar ze gebruikt altijd haar meisjesnaam.” Seb kijkt de man medelijdend aan.
“Uw vrouw ligt in het ziekenhuis. Ze is tijdens haar bezoek aan de bank in een overval verwikkeld geraakt en stond toen net in de vuurlinie van de politie. Het spijt me u te moeten zeggen dat u vrouw gewond naar het ziekenhuis is vervoerd.” Carlos kijkt Seb sprakeloos aan.
“Welk ziekenhuis?” vraagt hij gejaagd, zijn autosleutel uit zijn broekzak halend.
“Ik kan u ook even afzetten” stelt Seb voor. Carlos schudt zijn hoofd.
“Nee, dank u wel, ik neem de auto mee anders moet is straks weer iets regelen om thuis te komen. Welk ziekenhuis?” Seb noemt het ziekenhuis en neemt afscheid van Carlos.
“Laat u even weten wanneer u vrouw verhoord mag worden?” Carlos knikt en springt in zijn auto. Hij wordt gek van bezorgdheid. Maria door een kogel geraakt van de politie. Hij heeft maar één schot gehoord. Dan moet dat net geweest zijn toen hij vluchtte. Hij rijdt snel naar het ziekenhuis waar hij direct bij de eerste hulp informeert naar zijn vrouw. Hij krijgt te horen dat ze op dit moment geopereerd wordt. Hij gaat naar de afdeling waar ze straks weer terug wordt gebracht en vraagt daar het verplegend personeel de oren van hun hoofd.
“Mr. Marín, gaat u hier nu maar zitten en wacht alstublieft tot iemand van ons u komt halen. U vrouw is buiten levensgevaar, maar de kogel moest wel uit haar schouder worden gehaald.” Carlos laat zich in een stoel zakken en zucht diep.
“Was het dit nu allemaal waard? Maria doet voor het eerst niet mee met een overval en wordt gelijk neer geschoten. Misschien moeten ze het de volgende keer maar weer samen doen” bedenkt hij.
“Beter nog dat er geen volgende keer komt. Hij kan alles in zijn leven missen behalve haar.”
Natalia is zo blij dat het voorbij is. Ze huilt zachtjes in Davids armen, die haar troost.
“Jij had helemaal gelijk. Ik had dit baantje nooit moeten nemen. Gelijk de eerste dag al zo iets.”
“Nee lieverd, het is maar goed dat je hier was. Je hebt ons echt enorm geholpen door ons te bellen, anders hadden we weer achter de feiten aangelopen. Trouwens was de man alleen?”
“Ja, hij kwam alleen binnen. Waarom vraag je dat?” David zucht.
“Ik dacht even aan Bonnie en Clyde maar dat was hem dus niet.” Seb is druk bezig met getuigenverklaringen op te nemen. Urs heeft Ginevra achter een kop koffie gezet en is Seb aan het helpen.
“Urs, gaat het wel?” vraagt Seb.
“Nee, chef ik voel me zo schuldig dat een onschuldig persoon heb neergeschoten.”
“Dat was noodweer, Urs. Jij kon ook niet weten dat die dame in paniek zou raken en weg wilde rennen.” Seb kijkt Urs medelijdend aan. Hij gaat zo goed de laatste tijd en nu gebeurt hem dit.
“Ze heeft alleen maar een schouderwond, ze blijft in ieder geval leven” zegt hij tegen Urs. Seb klopt hem op zijn schouder.
“Je bent de laatste paar dagen gewoon goed bezig Urs. Dit had niemand kunnen voorzien en je weet niet wat er gebeurt was als jij niet had geschoten.” Urs knikt verdrietig.
“Ik ga nog even verder met verhoren, kunnen we er later nog over praten, chef?”
“Oké Urs, we hebben het er nog over.” David heeft Natalia’s verhaal opgenomen en aantekeningen gemaakt.
“Ik zal jou door een politieauto naar huis laten brengen” zegt hij een arm om haar heen slaand. Ze knikt en is blij naar huis te kunnen. Urs laat Ginevra ook mee gaan. Als de heren laat in de middag terug naar het politiebureau gaan is ieder van hen bezig met zijn eigen gedachten. David maakt zich zorgen om Natalia en heeft de schrik van vanmorgen nog in de benen. Urs bedenkt zich dat hij wel heel erg bezorgd om Ginevra was. En Seb is inmiddels weer afgedwaald naar thuis waar Sofie en Elisa zijn.
“Ik geloof dat ik snel die verslagen uitwerk en dan naar huis ga” zegt Seb.
“Onze mensen zijn de gevluchte bankovervaller kwijt geraakt. De auto is gevonden maar hij is gevlucht” meldt David.
“Werken jullie je aantekeningen nog uit en dan naar huis met jullie”zegt Seb. David en Urs kijken hem dankbaar aan.
Als Seb dan tegen zessen naar zijn huis gaat, bekruipt hem een akelig gevoel. De hele dag heeft hij aan Sofie en Elisa lopen denken. Hij moet afspraken met Sofie maken wanneer ze zullen trouwen en welke regeling ze met betrekking tot Elisa zullen treffen. Hij houdt van haar, maar zij zeker niet meer van hem. Hoe heeft ze hem dit aan kunnen doen. Drie en een half jaar is hij vader en nu pas ziet hij zijn kind. Hoe zou ze zijn geweest toen ze net geboren was? Wanneer kroop en liep ze. Wanneer zei ze haar eerste woordjes en wat zei ze het eerste? Allemaal dingen die hij heeft moeten missen. Hij wil vanaf nu niets meer missen van zijn dochter. Al betekent dat wel dat hij zijn leven moet leven aan de zijde van een vrouw die niet van hem houd. Als hij de auto op de binnenplaats parkeert en uitstapt, hoort hij het heldere stemmetje van zijn dochtertje. Er gaat een glimlach over zijn gezicht. Hij via de keukeningang naar binnen en treft Elisa daar die met Molly koekjes aan het bakken is.
“Wat ben jij aan het doen?” vraagt Seb zijn dochter knuffelend.
“Koekje voor mama, koekje voor papa en koekje voor Elisa” zegt de kleine meid enthousiast.
“En heb jij die speciaal voor ons gemaakt?” vraagt Seb. Elisa knikt heftig.
“Papa uit” roept de kleine meid. Seb is verbaast over hoe gemakkelijk Elisa hem papa is gaan noemen. Als hij enkele dagen geleden had gezegd Seb te heten had ze dat nu zeker gezegd. Maar bij haar papa, voelt hij zich helemaal warm worden. Hij tilt de kleine meid uit haar stoeltje en neemt haar op zijn arm. Molly kijkt vertedert toe.
“We eten over een half uurtje, is dat goed Seb?”
“Zeker Molly, geen probleem.” Hij loopt de keuken uit en doet de deur van de woonkamer open.
“Hallo Sofie” groet hij haar.
“Hallo Seb, het werk er al op zitten?”
“Ja, gelukkig wel, al is het daar natuurlijk nooit af.” Sofie knikt begrijpend.
“Heb je trouwens even tijd om wat dingen door te nemen? Het eten duurt nog een half uurtje” stelt Seb voor.
“Is goed Seb, we moeten inderdaad praten” antwoordt zij zacht.
“Zal ik dan maar eerst even vertellen hoe ik dacht het te moeten doen?” stelt Seb voor.
“Ja, doe maar.”
Elisa is zoet aan het spelen in het speelhoekje waar haar speelgoed staat. Seb neemt plaats tegenover haar en steekt van wal.
“Ik vind dat we zo snel mogelijk moeten trouwen en ik zal Elisa erkennen als mijn dochter. Als ze dadelijk naar school moet, zal ze tenminste een vader en een moeder hebben. We slapen apart en we leven ieder ons eigen leven maar wel onder één dak. Ik kan er nu eenmaal niet tegen om met een vrouw die niet van mij houd dag en nacht in mijn buurt te hebben. Ik heb mijn werk dus overdag heb je hier het rijk voor je alleen. Eten doen we indien mogelijk gezamenlijk zodat we dingen kunnen bespreken met betrekking tot Elisa. Als Elisa volwassen is wordt ons huwelijk ontbonden en kun je weer je eigen weg gaan.” Seb pauzeert en ziet bij Sofie tranen over haar wangen stromen. Zo zakelijk als Seb over hun huwelijk spreekt. Dit treft haar tot het diepst van haar hart. Ze houdt van hem ook al gelooft hij dat niet.
“Wat moet ik in godsnaam doen dat jij mij vergeeft. Doe je dat überhaupt wel eens? Iemand iets vergeven? Ik had kunnen liegen in Milaan over de leeftijd van Elisa en haar vader maar ik heb het niet gedaan” zegt ze. Sebastien voelt weer woede naar boven komen.
“Jij hebt mij drie en een half jaar weggehouden bij mijn eigen kind. Wat denk je wat ik ben?”
“Seb praat alsjeblieft niet zo. Ik heb fouten gemaakt en het spijt me echt heel erg hoe het is gelopen. En als je liever niet trouwt vind ik het ook prima je mag Elisa altijd blijven zien.”
“Elisa heeft een stabiele thuissituatie nodig” zegt Seb. Elisa komt uit haar speelhoekje en klimt bij Sofie op schoot.
“Mama dietig?” vraagt ze Sofie aankijkend.
“Nee, schatje mama is niet verdrietig.”
“Waarom huilt mama dan?” Ze haalt haar schouders op. Ze staat op en geeft Elisa aan Seb.
“Ik ga een eindje wandelen” mompelt ze verdrietig en loopt naar buiten. Seb verroert zich niet en blijft zitten met zijn dochter op schoot. _________________
mijn site klik hier
Laatst aangepast door konsalik op 28 Aug 2009 19:05:00; in totaal 1 keer bewerkt |
|
Terug naar boven |
|
 |
|
Geplaatst: 6 Jul 2009 20:14:08 Onderwerp: |
|
|
|
|
Terug naar boven |
|
 |
|