|
KROONVAARDERSKNSM scheepvaart
|
Vorige onderwerp :: Volgende onderwerp |
Auteur |
Bericht |
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4599 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 3 Jun 2024 22:14:40 Onderwerp: |
|
|
Dit is de bedoeling ervan, dat je discussie krijgt op het forum, het voor en het tegen. Ik geef niet af op ES-bootjes, ik vergelijk. En we konden heel wat ritselen op de kleine scheepjes, ik kan me nog voor de geest halen, dat we in Den Haag naar een kledingzaak gingen en nylon overhemden kochten voor F.4.50 per stuk. Als in Riga, Vendspils, Klaipeda kwamen, dan trokken we een stuk of 4 over elkaar aan en gingen dan de wal op, er was daar geen moer te beleven, maar ze kochten graag overhemden voor 20 roebel per stuk, dat geld was geen moer waard in Nederland, maar daar hadden we wat op gevonden, je had in die tijd een speldjes en buttonrage in Nederland. Die kochten we voor die waarloze roebels in de Russische Staatswinkels en er waren hele mooie bij.Kwamen we in A'dam dan konden die troep kwijt van 3 tot 8 gulden per stuk en ze vochten erom de bootwerkers, dus leverde het nylon overhemd het dubbele op.Ach je moest in die tijd een beetje scharrelen met dingen, die bij douane niet in gaten liep. In Goteburg verkochten we jenever voor 35 Zweedse Kronen per liter, terwijl die ons F.1.50 per liter kosten, dus dat was pure winst.
Gelukkig wist je bij de KNSM waar de volgende reis naar toe ging, dus je kon jenever opsparen (geen rantsoen) en als een Z.O Spanje reis gingen maken namen we Rotermaagtabletten mee, want die Spanjolen hadden allemaal last van maag, vanwege de derde rangs olijfolie, waar heel Spanje naar stonk. Ze dachten altijd die achterlopende Spanjolen, dat we Duitsers waren. Sigaren kon je er ook goed kwijt, de gene die ze kochten waren de Spaanse douane en in die stond er nog geen hotels en of Broodje van Dootje patatkraam, zoals nu. En zo scharrelde je maar een beetje hier en daar. Ik zal je nog een bakje vertellen, wat ik aan de hand gehad heb, hier in Nederland. Het zat zo, in Spanje vroegen we aan die carbinieri altijd om een kogel uit zijn pistool en die kreeg je dan ook. Ik had er al een stuk of 14, tot we in A'dam de douane, terwijl we naar huis waren, het schip binnenste buiten hadden gekeerd en op die kogels waren gestoten. Een hele rel is er van geweest, maar ik had de Hr.Burger als engeltje op mijn schouder zitten, die heeft mij weer uit de shit gehaald, dus hij had ook zijn goede kanten.
Ik kom aan boord van huis en meteen word ik door de Zwarte Bende in mijn kraag gegrepen en geboeid af gevoerd, naar het hoofdbureau van de douane in A'dam. Daar gingen een derde graads verhoor op touw zetten met een hoop tamtam. Ik heb ze het verhaal verteld en tevens dat ik niet in dienst gezeten heb, dus geen flauw benul hebt ,hoe zo een ding werkt. Eerst geloofde ze het niet, want ze zaten te genieten, eindelijk iets anders dan sigarettensmokkelaars. Na een uur geloofde ze het, dat ik geen terroristische neigingen had, maar ze wilden zekerheid. De douane in Den Haag ging naar mijn vrouw en kindje toe om huiszoeking te doen. Ze zochten naar 9 mm pistool, die er natuurlijk niet was. Ze dachten,dat gestolen patronen uit de Hemburg was, maar ze konden de registratie niet thuis brengen. Toen brachten me terug naar de KNSM en ik naar de Hr.Burger toe, in de veronderstelling dat ik de zak zou krijgen, maar hij zei alleen maar; Donder maar zo vlug mogelijk aan boord en ga je eten koken, want over een paar uur vertrekken jullie, doerak. De uiteindelijke boete viel ook mee F 10.-,dus dat
avontuur was ook weer voorbij en ik heb nooit meer om kogels gevraagd, was me te jouker. Zo het weer een heel lang verhaal geworden, maar je weet als Tante Tina op haar praatstoel zit,
is er geen houden meer aan.
Tina _________________ Old sailors never died |
|
Terug naar boven |
|
|
|
Geplaatst: 3 Jun 2024 22:14:40 Onderwerp: |
|
|
|
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4599 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 4 Jun 2024 16:50:37 Onderwerp: |
|
|
Er werd wat afgesmokkeld. Ik zat op de Alnati van Nieveld Goudriaan met 48 passagiers en was daar wasknecht en nog twee wasbazen. In Hamburg werden klokjes gekocht bij bunkeren in Las Palmas sigaretten. Ik had wat sloffen, maar de wasbazen hadden hele keze, ik dacht dat ze zo heten, een pak van 20 sloffen voor 98 dollercent de slof en werden in Rio of Santos verkocht. Ik dacht toen al voor zowat 10 gulden. Een keer was er een gerucht dat de zwarte bende aan boord zou komen, de wasbaas deed toen een hele keez sigaretten in de grote wasmachine, onder het wasgoed en water en was het vrijgoed waterbestendig verpakt. Maar in heel de wasserij lagen sisgaretten te drogen De douane hete marineros met wijde broeks pijpen, daar onder haden ze brede elastieken bevestigd om hun benen en klemde ze de sloffen sigarette daar onder die ze van ons kochten. Maar mij hebben ze wel eens een oor aangenaaid, Ik dacht dat het 4 sloffen waren die ik verkocht had en toen hij ze onder de elestieken had gestoken, keek hij uit de patrijs poort en zogenaamd raakte hij in paniek omdat hij een collega zag. Hij liep weg en riep "ik kom terug", maar had nog niet afgerekend en heb hem nooit meer gezien. Op de terugreis uit Brazillie hadden ze een paar honderd kilo koffie en een hoop papagaaien, een paar hele grote slangen in een koekblik. Ook herinner ik me, dat we een luiaard in de hut hadden en even kwijt waren. Hij hing buitenboord uit de patrijspoort met nog aan een nagel binnen en dan nog klapperratjes, alles werd in Antwerpen verkocht voor dat we vast lagen, ik denk dat het op bestelling ging.
Wil van Halteren _________________ Old sailors never died |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4599 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 10 Jun 2024 18:46:21 Onderwerp: |
|
|
De kombuis op een O-boot, stond niets in,alleen een kast en aanrecht in hoek opstelling, waar in de hoek de spoelbak met koud zoet water en een zoutwaterkraan voor de vloer van de kombuis schoon te maken. Later hebben ze die zoutwaterkraan verwijderd en er een heet zoet water leiding van gemaakt, toen de kleine scheepjes van kolen op olie overgingen, de kombuis kachel en de verwarmingskachel, die ook in kombuis stond. Dus dat was een voouitgang, verder stond er niets, we hadden geen klutsers, alles was puur handwerk, zelfs de kaas en worst snijden voor de boterham ging met een machientje, die je met de hand moest bedienen, zo eentje die ze thuis gebruiken en een gehaktmolentje met super botte messen. Een dood eenvoudige gehaktbal maken was nog zwaarder als hele schip zeeklaar te maken en daarbij dronken we keteltjes koffie,zoveel scheppen koffie erin en heet water erop en met een zeefje werd het dan uitgegeschonken. Beetje melk uit het beroemde blikje (red roses) erin en we hadden koffie. Dit is het verhaal van een kombuis op een O-boot.
We hebben eens een keer met de Midas, dynamiet van Amsterdam naar Tripoli vervoerd. We werden op een afgelegen plek in het Noordzeekanaal neer gegooid. En daar gingen het spul laden door (je raad het nooit) militairen van de Landmacht, de z.g. TNT experts.Ze gingen kisje voor kistje halen aan de wal en liepen op hun tenen het schip weer op met een Landmachtofficier ernaast, dat duurde een paar dagen, we mochten niet roken op het schip, ook niet in je hut. Om de vijf minuten kwam er zo'n landmachtofficier de boel controleren, op het laatst hebben we hem de logies uitgeflikkerd, want hij werd knap lastig die gouden sterrenvink. Eindelijk was het dynamiet geladen en kwamen de lonten aan boord, dat moest in de locker gestuwd worden, toen liepen ze allemaal op hun tenen,zo bang waren TNT experts. Toen gingen we vertrekken naar zee, er moest eerst voorzichtig zeeklaar gemaakt door de heren matrozen.Toen dat klaar was kwamen er 2 RP bootjes, eentje voor en eentje achter en in optocht naar de sluis in IJmuiden, die natuurlijk eerst helemaal ontruimd moest worden, na de sluis voeren de RP bootjes tot de pieren en toen waren we alleen met al dat dynamiet, we mochten alleen in de logies roken van die ouwe. Komen we in Tripoli aan, geef ik te raden hoe de dynamiet gelost werd, er kwamen een paar zolderschuiten, die Tripolitanen gingen gewoon aan winches met een net, daar werden die kisten opgegooid en zo buiten boord op die zolderschuit met een kwak tussen de hijsen door, zaten ze boven op die kisten, waar de lonten erop gegooid werden, doodgemoederderid een sigarettje te roken. Daar hadden ze in Nederland nou zo'n kaskomedie over gemaakt, maar ja, ik denk maar, ze wisten niet beter, die gouden sterren.
Tina _________________ Old sailors never died |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4599 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 10 Jun 2024 18:47:53 Onderwerp: |
|
|
Tina, weer zo'n schitterend verhaal, doet me denken aan mijn diensttijd. Ik was omdat ik stopte tijdens het varen alsnog opgeroepen voor mijn nummer. Ik was toen al bijna 24 jaar, dus je wordt meteen tot alles gebommardeerd tot oudste-dit en oudste-dat. tijdens een oefening , bivak, schuttersputje graven in de Drunnese duinen in Branbant schep ik een ding omhoog met 4 vleugeltjes eraan. Ik pak het op en geef het aan onze sergeant. Die pakt het aan en weg ermee. Later zegt die snuiter tegen me dat ik een zak was om dat ding op te pakken, zeg ik tegen hem dat hij een nog grotere zak was om het weer van mij aan te nemen. Wat bleek nu... het was een blindganger mortier. Lag er al sinds tweede wereld oorlog. Ik heb ook vaak bij KNSM in mij diensttijd met ons muziekkorps soldaten uitgespeeld die naar Suriname gingen. Nou die meiden janken etc etc maar sommige jongens van het korps hadden het voor elkaar om meteen zo'n griet te versieren om ze te troosten. Was niet voor mij weggelegd want ik was al getrouwd.
Ton Kompier _________________ Old sailors never died |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4599 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 10 Jun 2024 18:48:52 Onderwerp: |
|
|
Ik ben nooit in dienst geweest, daar ik koopvaardijregeling had, 6 jaar varen om onder de dienstplicht uit te komen. Als ik dat gedaan had, was ik zo in Nieuwersluis terecht gekomen door het varen (zie item Binnenhaven/Merwehaven). Ik was te opstandig en ze hebben er een zooitje militaire dokters bij gehaald, omdat ik niet in militaire dienst wou. Ik vond het varensleven al hard genoeg, om dat er nog eens bij te hebben. Ze hebben er van alles bij gehaald tot een aalmoezenier toe. Want iedere keer zei zo gozer in een of ander militaire pakje, kleed je uit, maar dat verdomde ik, ik was daar gek om tussen die kerels in blootje te gaan staan, want toen had ik al last van genderdysforie (zie item Tina). Die vent maar tegen me schreeuwen en hoe meer hij schreewde, hoe stijfhooftig ik werd, ze konden niet links of rechts met me, alleen naar huis. Na een paar uur werd ik naar huis gestuurd met de boodschap dat ik niet goed bij mijn hoofd was, hadden ze in 1959 wel eens gehoord van genderdysforie? Nee natuurlijk, dus je werd als gek betiteld. Ik dacht hoera, daar ben ik af, maar nee,i k kreeg een aparte oproep van het Militaire Hospitaal in Den Haag om herkeurd te worden, daar was ik met een dokter alleen en heb hem het verhaal verteld, wat ik er zelf van wist,maar dat was verdomd weinig. Ik wou niet aan dek varen, omdat je zijn met allen in een klein hutje zat. Als bediende/kok had je een hut met zijn tweeen, dus konden we de deur op slot doen. Nou, die dokter ging een hoop vragen stellen over alles en nog wat, over mijn jeugd enz.enz.. Ik zeg tegen die knaap, waar je nu over aan het ouwehoeren bent, begrijpt de ballen niet van en trouwens wat heb dat met koopvaardijregeling te maken. Dokter Boorzalf wou kijken of hij mij de dienst in kon krijgen, vergeet het maar, ik ga niet tussen kerels zitten op zo een grote slaapzaal. Uiteindelijk hebben ze toch koopvaardijregeling gegeven, onder het mom van, die halve zool willen we niet in dienst hebben. Ik dacht mij zelf:het is toch gelukt!
Tina _________________ Old sailors never died |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4599 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 10 Jun 2024 18:51:21 Onderwerp: |
|
|
Tina, ik wilde ook niet in dienst, maar je weet hoe het met de meeste jongens gaat. Verliefd, verloofd, getrouwd. Ja en dan is ze in verwachting. Dus ik even stoppen en tijdelijk in de bouw, maar ik wilde weer weg. Mijn dochter werd in juni geboren en ik zat in juli in dienst. Ze wisten precies waar ze me moesten vinden. Ik kreeg een brief dat het geen zin had om weg te gaan, ze zouden me toch wel van boord halen in IJmuiden. Ik zat trouwens het eerste vrije weekend al binnen met 5 dagen licht aan mijn broek. Dus mijn diensttijd begon goed. Heb er maar het beste van gemaakt.
Ton Kompier _________________ Old sailors never died |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4599 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 15 Jun 2024 22:38:40 Onderwerp: |
|
|
Beste Ton,
Ik vind het zielig, dat je in dienst moest, hoe kwam dat, had je geen koopvaardijregeling of getrouwd, kindje. Jongens, ik nok er mee, want nu is het vrouw en kind, belangrijker dan varen. Ik geef je groot gelijk, maar die etters zaten altijd achter je broek. Eens per jaar kwamen ze aan de deur de etters om te vragen of je nog steeds zeevarende was, ja,dus, maar als ik thuis was, toen mijn kindje geboren werd, ben ik gaan bij werken in R'dam in de Lekhaven bij de KNSM. Ik heb tegen Burger gezegd, laat me voorlopig maar even in R'dam werken tot het achter de rug was en verdomd, hij deed het ook nog. Een heerlijk leven was dat, soms was je haven afloskok, maar meestal kreeg een stel papieren in je hand gedouwd en dan moest met 6 bootwerkers, een vrachtwagen van Nijman en een vorkheftruck door de hele Rotterdamse haven hier en daar, plukjes lading ophalen, die voor de KNSM bestemd waren. Ik reed met de vrachtwagen mee als baas? Zijnde, de bootwerkers op eigen gelegenheid en het duurde uren voor de vorkheftruck aan andere kant van de haven was, dus kon er tussendoor slapen worden, als het hele zwikkie er was, dan ging je daar naar het kantoor met je papieren om aan te laten wijzen, waar jou plukje lading stond. Dat werd door die bootwerkers op een pallet gezet en met vorkheftruck op de vrachtwagen gezet, meestal een stuk of 3 a 4 pallets en dan ging het hele zooitje weer terug naar de Lekhaven voor de volgende opdracht. Ik had er ook dagen bij dat ik gewoon op de kade werkte.
Ik zal nog een bakje vertellen,er kwam een ES boot binnen, welke weet ik niet meer, en die had een dode Spaanse matroos aan boord, hij was uit de zaling gefikkerd met zijn knars boven op een winch, toen waren ineens zijn hersenstjes leeg. Ze wisten niet wat ze mee aan moesten, tot ze een op lumieuze idee kwam om hem maar de diepvriezer te dumpen, die toch leeg was en op heftig vriezen gezet. Toen ze R'dam kwamen stond de lijkenwagen met kist al te wachten, zij met kist aan boord en in optocht naar de vriezer, daar lag hij stijfbevroren met handen en voeten opgetrokken en bebloede lege kop, Nou die, doodgravers hadden hem in no-time in die kist, ze braken gewoon zijn armen en benen om hem recht te krijgen, een lap om zijn kop en een beetje bijgetekend lag die netjes in kist met kijkglas. ik vroeg aan die doodgraver, als die nou ontdooit,dan loopt het water er toch uit. Nee, zegt hij dat kan niet, omdat die in een loden kist gaat, want hij wordt terug naar Spanje verscheept om daar begraven te worden. Zo zie je maar dat je hoop mee maakt en een poosje onder de dreiging van de militaire dienst uit kon komen. Zolang Burger zei, dat ik op een schip was aan wachten, konden ze je niets maken. Af en toe een O- of een AS boot rond brengen van A'dam naar R'dam voor aflossing. Een heerlijk leven!
Tina _________________ Old sailors never died |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4599 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 15 Jun 2024 22:39:47 Onderwerp: |
|
|
Beste Tina, ik had moeten varen tot mijn 27 jaar dan was ik ervan af geweest. Maar Er kwam een kindje, dus even in de buurt blijven. En die floepers wisten me toen heel snel te vinden. Dat was meteen einde vaartijd. Wij hadden ook eens een dode aan boord, die terug ging naar Holland. Niks aan de hand lag keurig ingepakt in een loden kist in een locker in het ruim. Maar er was één matroos, de brave man kwam uit Scheveningen, die voor geen goud het ruim, laat staan de locker inging. Ik denk dat hij nog eerder achter het schip zou meezwemmen als het kon. Gelukkig blijven meestal de leuke herinneringen eerder boven komen.
Ton Kompier _________________ Old sailors never died |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4599 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 20 Jun 2024 22:35:47 Onderwerp: |
|
|
Hoi Tina,
Weer en leuk verhaal om te lezen , heb zelf ook voor de koopvaardij regeling gekozen. Was kwaad van wege het feit dat ik als jongen bij de marine wilde,maar mijn ouders waren even na de oorlog lid van de CPN geweest. Dus was ik blijkbaar onbetrouwbaar , en toen ik dus later voor de indelingsraad moest verschijnen en net matroos was geworden, heb ik de voor de koopvaardij regeling gekozen. In 1974 getrouwd met een Noorse vrouw waardoor het moeilijk werd om te gaan varen. Je kan niet een meisje wat haar mooie land en familie opgeeft voor jou. Vier tot vijf maanden of weet ik niet wat alleen in een flatje laten zitten. Mezelf gemeld op het stadhuis bij de afd.militaire zaken en verteld hoe het zat. Ik zou bericht krijgen en dat kreeg ik vrij snel ik kreeg groot verlof daar ik dat is mijn mening veel te duur en te oud was. Ik meende dat ik moest blijven varen tot ik 26 jr.was ,dus was ik er 1 jaar eerder vanaf.
Frans Masurel _________________ Old sailors never died |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4599 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 20 Jun 2024 22:36:32 Onderwerp: |
|
|
Beste Frans,
Ik heb het in 6 jaar gedaan en ik was met m'n 25 ste vrij van en toen ben ik gelijk gestopt met varen. Ik was vrij vroeg getrouwd in de ontkenningsfase (zie item Tina) en ik had al gauw een kind. Ik ben in het Gemeenteziekenhuis in Den Haag gaan werken, eerst als keukenbediende een paar jaar en toen (nadat ik diploma's gehaald had) als kok, ik heb tot chefkok van de dieetkeuken gebracht, niet slecht voor een coasterkokje, daar wist ik nog geen moer van koken. ik deed maar wat, je deed gewoon je moeder na en het ging meestal goed, maar ook wel eens fout. Dus je ziet, ik ben er toch nog goed er vanaf af gekomen en ik heb er 29 jaar gezeten tot ik door de spanningen van het (zie item Tina) genderdysforie een hartinfarct en een hartstilstand kreeg, mijn linker hartkamer is over 6 cm afgestorven en werd meteen afgekeurd voor 100% en ben ik nog een spuitende diabeet erbij. Maar sinds ik het KNSM forum gevonden heb, ben ik helemaal blij en als ik onverhoopt de kraaienmars blaas, dan laat ik het Gerrit weten, want dan zijn jullie van schrijvende idioot af, maar ja, zolang de lepel in breipot staat,treuren wij nog niet en gaat de schrijvende idioot door tot bittere eind.
Tina _________________ Old sailors never died |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4599 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 20 Jun 2024 22:37:50 Onderwerp: |
|
|
Tja de een doet het zus en de ander zo. Ik ben direct van school als vrijwilliger naar Nieuw Guinea gegaan en toen dat avontuur over was direct gaan varen bij de KNSM. Ook daarna nog vele jaren de hele wereld afgereisd. Met Edith Piaf kan ik zeggen : Non, je ne regrette rien ! ( Ik heb nergens spijt van ).
Gr Jacques _________________ Old sailors never died |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4599 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 20 Jun 2024 22:39:26 Onderwerp: |
|
|
Jacques inderdaad, iedereen doet het anders. Ik ben ooit eens gekeurd voor de militaire dienst en vonden ze mij geschikt voor de genie. Ik heb daarna vrijstelling aangevraagd, want in dienst gaan vond ik maar niets. Ik moest er veel zeven jaren voor gaan varen en dat heb ik ook gedaan. Op mijn 25e was ik daar vanaf. Heb daarna nog 3 jaar door gevaren en toen was het einde verhaal wat het zeemansleven betrof. Ik had nog wel langer willen blijven varen, maar het meissie kon er niet meer tegen dat ik veel en lang van huis was. Achteraf is het een goede beslissing geweest, want twee jaar later waren we getrouwd en nog steeds. Maar ik moet wel eerlijk bekennen, dat ik wel periode's heb gekend met een onzettende heimwee naar de zee. De zee blijft mij nog steeds trekken en als ze mij de kans zouden geven om nog een reisje te mogen maken, dan zou ik er nu geen nee tegen zeggen.
Willem Visser _________________ Old sailors never died |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4599 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 1 Jul 2024 13:02:21 Onderwerp: |
|
|
Slingeren met het m.s. Meteoor (uit de Kroonvlag december 1973)
Mevrouw Kouwenhoven-van Akkeren heeft met haar echtgenoot, de gezagvoerder van de 'Meteoor', een slingerreis meegemaakt op dat schip. Haar boeiende belevenissen heeft zij op schrift gesteld voor onze lezers en gaarne hebben wij voor dit reisverslag een plaatsje vrijgemaakt. De 'Meteoor' is een containerschip en een rij-op / rij af schip, d.w.z. dat de trailers met containers erop zo het schip in en eruit kunnen rijden via een heel groot luik aan de achterkant. Het laden en lossen gaat daarom erg vlug en duurt meestal niet langer dan een halve dag. De minimum recordtijd heb ik me laten vertellen is zelfs een halÍ uur geweest. Veel tijd om te stappen is er dus niet. Soms is het echter wel eens zo, dat er door de een oÍ andere oorzaak in een haven niet meteen gewerkt wordt en dan heb je natuurlijk weer wat meer tijd. Met een taxi van de 'Socrates' naar de 'Meteoor', want daar is het per slot allemaal om begonnen. Tijdens de rit naar het dok krijg ik een indruk van Willemstad met z'n gemengde bevolking en vang ik een glimp op van het verre achterland. In het dok is het geweldig heet, stoffig en druk en er heerst een constant lawaai, dat zo monotoon voortduurt, dat je het eigenlijk na verloop van tijd niet meer hoort. Met wat geklim en geklauter komen we aan boord en vertrekken in de middag om te bunkeren, waartoe we achter de ,Socrates' afmeren. Intussen was ook de 'Memnon' gearriveerd, zodat we gezellig met z'n drietjes als KNSM-ers aan de kade liggen met ons zwart / witte pijpen. Het is een bedrijvigheid tot en met en een druk heen en weer geloop. Aan de overkant torent het KNSM-gebouw boven de huisjes uit en aan onze kant bezoeken we nog het Hollandse zeemanshuis, doen wat inkopen en vertrekken tenslotte 's avonds half acht van Curacao, precies een dag nadat ik er de 'Socrates' binnenliep'
Met een tamelijk harde wind op de kop varen we de 'Memnon' achterna, die ons even voor is. Het is donker en de lichtjes van de 'Socrates' en Willemstad worden steeds kleiner. De Caribische Zee ligt voor ons, met vele voor mij nog onbekende eilanden en ik bedenk, hoe vreemd maar boeiend toch het varen is. Van Curacao naar New York is het ongeveer zes dagen varen. De eerste dag worstelen we tegen de harde wind in en moet ik weer wennen aan de weer heel andere manier van slingeren en stampen'. Het schip trilt en kraakt in al z'n voegen en de wind giert om de vierkante pijpen heen en laat àlles steunen en trillen. Bovendien varen we met een 'lege bak' naar New York, dat wil dus wel. Na het passeren van Puerto Rico komt het schip wat rustiger te liggen en wordt de zee weer het lieve lauwe watertje, waarmee ik zo verwend was de eerste tijd. Het wordt nu ook eens hoog tijd om al les van voor tot achter en onder tot boven te verkennen. Er staan nog nergens containers, laadbomen zijn er ook niet, zodat het voordek een grote open ruimte is, waarop je zou kunnen voetballen. De luikhoofden zijn van beton en worden met een speciale kraan vanaf de wal opgehesen. Het trailerdek binnenin is net een heel groot onderaards gewelf, ook nog leeg en nog een trap af kom ik in het onderste laadruim. De zon schijnt weer en dat niet alleen op zondag maar verder de hele week en als er wolken zijn, dan hangen die niet zoals bij ons door de hele lucht, neen, ze stapelen zich in speciale formaten op aan de horizon en lijken net hele dikke proppen watten. Je zou ook zeggen, dat iemand leuk wou zijn en de scheiding tussen water en lucht met slagroom heeft ingespoten, hetgeen natuurlijk een kostbare geschiedenis zou zijn.
New York
En zo varen we dan Noordwaarts. Het scheepvaartverkeer wordt al drukker, we naderen land. we ruiken het en ja hoor, daar is Amerika. De eerste wolkenkrabber en nog een en nog veel meer' De loods is inmiddels aan boord geholpen en we varen een hele grote hangbrug met dubbeldeksverkeer onderdoor en recht op het Vrilheidsbeeld (tante Cornelia onder zeelui af. Gelukkig stoppen we bijtijds en gaat het anker erin, omdat er pas de vol!ende dag gewerkt wordt en daar liggen we dan in de schemering tegenover Manhattan.De lichten gaan overal aan en Manhattan bij avond is een geweldig imposant gezicht. lk kan er maar niet genoeg van krijgen. Als men nagaat, dat het hoogste gebouw 105 verdiepingen telt (en dat wordt nog hoger), nog hoger dan het Empire State Building en de rest van de huizen ook geen kleine jongens zijn en dat er op elke verdieping en achter elk raam licht brandt,kun ie je misschien voorstellen hoeveel electriciteit de mensen daar verbruiken' De volgende dag gaan we de haven in en naar hèt kantoor op Broadway. Het lopen tussen die geweldige hoge huizen, wolkenkrabbers oftewel'sky-scrapers geeft je ook wel een heel klein gevoel. En dan al die mensen. zoveel en zó verschillend. Vroeg in de avond varen we de haven van New York weer uit.
Tante Cornelia wuift nog uit de verte, Manhattan wordt kleiner en kleiner en is op het laatst niet meer dan een stapeltje luciferdoosjes, waarvan de langste er dan een is met van die lange lucifers voor de open haard, weet je wel. En de zon gaat weer onder en het is wéér een prachtig gezicht. Er varen heel wat schepen uit, waaronder ook de 'Hercules' van de KNSM, die ons twee schepen voorligt en met z'n allen varen we de grote hangbrug onder door met de ondergaande zon aan stuurboord, krijsende meeuwen boven ons (ditmaal gewone witte meeuwen), aan bakboord de buitenwijken van New York met de highway naar Kennedy airport en achter ons het mini Manhattan en hel is prachtig. Voor mijn part kunnen we zo doorvaren tot in het oneindige, maar de zon gaat onder (dus wordt het donker), de koers wordt gewijzigd (we vangen meer wind), want we moeten pet slot weer naar het Zuiden en de schepenbundeling wordt wijder en wijder, elk schip volgt z'n eigen koers en tenslotte vaart de 'Meteoor' weer alleen, bestemming Port au Prince op Haiti' 'Ships that pass in the night'. Je hoort ze wel maar ziet ze niet. Van New York naar Port au Prince is het langste traject van de slinger. Port au Prince ligt op Haiti, wat een gedeelte is van het eiland Hispaniola, welk eiland weer tot de Grote Antillen behoort. Dan heb je nog de Kleine Antillen, waar alweer een onderscheid wordt gemaakt met eilanden boven de wind, zoals St. Croix en eilanden beneden de wind zoals o.a. Curacao, Aruba en Bonaire, die bovendien ook nog eens Nederlandse Antillen heten. En alle Antillen bij elkaar heten dan weer West-Indië en met de Caribische Zee erbij heet het hele zaakje het Caribisch Gebied.
Kaap Hatteras
We varen langs Kaap Hatteras. waar het vaak wat winderig en kil is. We gaan er dan ook maar gauw voorbij, tussen de Bahamas door, langs Cuba en duiken de baai van Port au Prince in en dat is niet zo'n een klein baaitje, neen hoor, we varen er zowat een halve dag door. In het midden ligt een langgerekt eiland en als een film glijdt de kust van Haiti voorbij. Kleine kleurige vogeltjes en heel veel citroengele vlinders steken fel af tegen de wat dreigende donkere berghellingen. Hel weer begint te veranderen, de lucht wordt onheilspellend zwart voor ons en de hitte drukkender' Achter ons gaat de zon onder in een spel van kleuren, uiteenlopend van diep oranje tot paars. Bliksem overal rondom ons, horizontaal en verticaal, te ver weg om het onweer te horen, maar dichtbij genoeg om alles in een zó helder licht te zetten, dat het wel Bengaals vuur lijkt.
Dan wordt het inderdaad inktzwart en begint het te gieten... te gieten... bij bakken tegelijk. Dat zijn geen druppels meer' dat zijn stralen water zonder onderbreking en ik heb bewondering voor de mensen op de brug, die nog rustig volle kracht vooruit varen.'Gelukkig heeft de radar ook heel goede ogen! Wè varen Port au Prince binnen en de hemel is weer schoongeveegd' de sterren staan weer hun best te doen en eenmaal vastgemeerd zingen de havenarbeiders het hoogste lied. Terwijl ze de containers lossen, want het schijnt wel een arm maar vrolijk volk te zijn Ze zijn wat klein van stuk en hebben allemaal wat weg van Harry Belafonte. Een lijkt zelfs precies. Verder hoeven we niet van boord te gaan om de stad te bekijken, neen' de stad komt ons wel bekijken. Overal zijn ze om net schip, op het schip, in het schip! Koopwaar wordt aangeboden: houtsnijwerk strooien hoeden, kralen Het ruilsysteem is helemaal in en zo kom ik dan ook aan mijn strooien hoed via een pakje sigaretten. Lege vaten hebben ze erg graag, want daar vangen ze dan het regenwater in op. Achter ons lossen ze koeien uit zeilboten, door de arme beesten bij de horens over boord te zetten en zelf aan een lang touw naar de wal te laten lopen Tientallén van die zeilbootjes liggen er. Ondertussen zijn we zeeklaar en varen we over een spiegelgladde, diepblauwe zee tussen allerlei vissersbootjes, praampjes, riffen en keien langzaam de haven uit om dan weer volle kracht te gaan. Het hart van het schip komt weer tot leven op zee ln de haven bonst het langzamer, dan nemen mensen en kranen zijn taak over, maar op zee is een schip zichzelf met een sterk of een zwak hart. Varen kan je volkomen in de ban krijgen en ik begrijp waarom een zeeman vaart. Een nieuwe koers, een nieuwe haven. Dag Port au Prince: je bent nog maar een heel klein stipje aan de horizon. Ons kielzog reikt niet eens meer zover.
Jamaica
En daar doemt Jamaica uit zee op als een langgerekt krentenbrood. Ik denk dat we er bijna zijn, maar we varen nog een heel lang eind langs het eiland, voordat we Kingston binnenlopen, langs een soort pier met vreemde palmen erop. De zee is zo glad als een pas gestreken laken met hier en daar een strijkfoutje. Bruine pelikanen vliegen druk heen en weer. We meren af langs een drukke snikhete kade, waar grote donkere figuren al klaar staan om de boot te lossen. 'Pak 'm beet' zeggen ze dan op zijn Hollands. Ik weet niet hoe ze dat daar zeggen. De mensen in Kingston zijn groter dan die in Port au Prince. Maar wie weet, zijn ze daarom niet minder lief. In Kingston word ook weer de drankvoorraad van het schip weer aangevuld en zijn wij weer verlost van de enorme lege kratten en flessen (er zit daar namelijk nog statiegeld op). Voor de linch gaan we naar een air- conditioned restaurant in Kingston. Onderweg in de auto van de agent (ook air-conditioned) kijk ik mijn ogen weer uit en had op dat ogenblik er wel tien willen hebben. Bouwvallige keten, met daartussen de meest wonderlijke huizen, hopen afval aan kokosnoten en anannas en dan opeens een hypermodern restaurant waar we zalig eten tussen de meest uiteenlopende types, om dan weer in de hete bouwvallige straat te staan en verbaasd achterom kijken, waar we nu eigenlijk geweest waren.
Het KNSM kantoor er vlakbij is ook een verrassing en ziet er van binnen heel efficiënt uit met allerlei kaarten aan de muur, ook een Nederlandse, waar wij dan op aanwijzen waar wij wonen en de agent op de zijne waar hij woont. Mooie schilderijen van schepen en folders over Jamaica en omstreken. Maar daar hebben wij allemaal geen tijd voor. We moeten weer terug naar boord. Het is altijd weer een vertrouwd gezicht je eigen schip in zo'n vreemde haven te zien liggen. Net zoiets als de auto terug vinden op een volle parkeerplaats. De Meteoor met z'n twee vierkante schoorstenen, steekt hoog boven alles uit. Kingston zelf is nog een geheim gebleven voor me en Jamaica een gesloten boek. Het moet een heel eiland zijn met een langgerekte heuvelketen. Helaas liggen we maar kort binnen en zijn we alweer klaar voor Nassau op de Bahamas, een eilandengroep ter hoogte van Florida. Er komenveel Amerikanen omdat het niet zo ver is en het klimaat heerlijk.
Nassau - Bahamas
Ik moet nog wel vertellen dat er in New York een spiksplinternieuwe tafeltennistafel met toebehoren aan boor is gekomen, waar een dankbaar gebruik van word gemaakt. De enige plaats waar hij zonder bezwaar kan staan is evenwel onder het trailerdek, een heleboel gangen en trappen naar beneden. Wil je nu met iemand spelen, dan maak je van tevoren een afspraak, omdat je minstens een kwartier onderweg bent. Het is er zo bloedheet, dat je je slechts na één partijtje al uit kan wringen met alle botten erbij, maar dat mag de pret niet drukken. Ook hier hebben we een competitie. De eerste WTK heeft prachtige lijsten gemaakt van wie tegen wie moet spelen en houdt de stand kruiselings bij met punten en alles, ook komma's. daarom laten we hem ook maar winnen, of zou het zijn omdat hij zo goed is? De tweede stuurman geeft ook een beste partij weg, maar heeft de vervelende gewoonte om alle ballen, ook de meest onmogelijke, terug te slaan. En waar blijf je dan, als je net geniepig je balletje links in de hoek hebt gesmashed? De 3e WTK heeft een service, waardoor je de bal wel naast de tafel terug moet slaan en de eerste stuurman leidt de aandacht af door rare geluiden voort te brengen en vreemde gezichten te trekken. De kok, die overdag zilke heerlijke gerechten op tafel tovert, staat 's avonds vergeten achter de tafel en doet net of hij links wil slaan, terwijl hij rechs bedoelt. Zo heeft iedereen z'n eigen kleine streekjes. De bootsman heeft een lange bank gemaakt, waarop het publiek kan zitten om te klappen of boeh te roepen.
Nassau dus, op de Bahamas. Voor anker op de rede, want we kunnen door de vele schepen, vooral grote witte passagiersschepen, de haven niet in. Het 21 juli. Tegen de avond kunnen we dan naar binnen en nemen met de verrekijker alles goed in ons op. En alles is dan ook alles. In de avond stappen we dan met zijn allen door Nassau rond. Een zoveelste ervaring. Ergens horen we een steelbandje en een muzikant op een drum, die in zijn eentje zo in is, dat iedereen er helemaal stil van is. Ik ben zover in, dat als we weer weg moeten, ik zowat niet meer weet waar naar toe, maar via winkeltjes en uitgestalde kraampjes en een fontein met stenen dolfijnen, die niks doen, niet spuiten en niet zwemmen of springen, komen we toch weer aan boord en even later word de loopplank ingehaald en varen we in de nacht de donkere zee tegemoet.
Philadelphia, de volgende haven en de laatste voor New York. Een halve dag de rivier op varen, die eerst zo breed is, dat je de wal bijna niet ziet en het lijkt als of je nog op zee zit. Dan aan beide zijden land en de rivier word steeds sneller. Er word druk gevaren met plezierbootjes en we passeren een soort booreiland en een heel druk vliegveld, waar de vliegtuigen af en aan vliegen, want er word in Amerika veel gevlogen, dat is iets heel gewoons. Ze stappen in een vliegtuig, zoals wij in een auto. De afstanden zijn ook zo groot. Laat in de middag is daar dan Philailelphia, weer een hangbrug, ditmaal enkeldeks.Het is een grote fabrieksstad. Overal schoorstenen en pijpen en containers op de kade. De volgende dag wordt pas gewerkt en in de middag vertrekken we, nadat een radarboot' en de 'Memnon' ons passeren. We kunnen nog net bijtijds de 'Memnon' met de vlag teruggroeten. Bij het afvaren van de rivier komen we nog een gigantisch schip tegen. een soort researchboot, met allemaal verschillend gekleurde pijpen, buizen en draden. Nog een klein stukje en we varen de Ambrose Rivier weer op naar New York, waar het voor mij 'afmonsteren' is. In de haven waar we liggen, staan vreemde gebouwen met een soort grote reservoirs erop. De 'gangs' hebben hun namen met rode verf overal op loodsen en kades neer gekalkt. Delawaregang lees ik ergens. Luidsprekers hangen aan de loodsen, waardoor alle aanwijzingen gegeven worden. Het verkeer rijdt onder en over elkaar langs, soms wel met drie of vier wegdekken tegelijk.
Vliegen naar huis.
Dan wordt ik naar Kennedy Airport gebracht en zeg ik de zee vaarwel. tabee, het was heerlijk. Het vliegveld is ontstelIend groot evenals mijn vliegtuig, een soort Jumbojet, waar 360 passagiers in kunnen en dat ook doen. Men houdt het niet voor mogelijk maar na ongeveer 20 minuten getaxied te hebben gaat het ding nog vliegen ook. lk zit nogal achteraan aan het raam en heb zowel naar buiten als naar binnen over de mensenzee een geweldig uitzicht. Op elke rij staan 10 stoelen gescheiden door 2 gangen, waar druk over wordt gelopen door iedereen. Je wordt aan boord goed bezig gehouden en we krijgen nog een film met Ryan O Neal en lectuur en lekkere hapjes alsmede informatie over van alles en nog wat door de stewardess en de piloot. 'Here is your captain speaking' en dan krijgt men bijzonderheden over de vlucht, hoe hoog we vliegen (37.000 voet) en waar we zijn, want dat kunnen we niet zien. Het wolkendek ligt heel diep beneden ons als gesponnen suiker en het lijkt of het vliegtuig met al die mensen erin zo maar stil in de lucht hangt. De zon gaat onder en komt een uur later alweer op, omdat we naar het licht toevliegen en het tijdverschil tussen New York en Amsterdam vijf uur is. Heel onwezenlijk. De vliegreis zelf duurt 6 uur en vanaf Ierland begint de lange afdaling. De zon komt hoger en hoger, de wolken dichterbij en ze lijken nu op een pluizige wattendeken. Dadelijk stap ik uit om erop te lopen denk ik dan, want de nooddeur is vlak achter me. Maar ik heb geen tijd meer. We zijn de oceaan zo over en de Noordzee is helemaal niets. De wolken komen nu dichter bij en met schokken duikt het vliegtuig er doorheen. Flarden vliegen langs ons heen en het lijkt oÍ we met een schip in slecht weer zitten. En dan zien we Holland, kleine vierkantjes, rode huisjes, hele kleine weggetjes met nog kleinere autootjes en de kassen van Aalsmeer op de kop bij het
draaiend aanvliegen van Schiphol. En dan zet ik weer voet op Hollandse bodem en het regent. Maar ik kan terugzien op een heerIijke reis in drie etappes, elk met z'n eigen specifieke bijzonderheden. _________________ Old sailors never died |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4599 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 3 Jul 2024 16:28:18 Onderwerp: |
|
|
Bijna iedereen heeft, in de periode dat men voer, wel eens situaties meegemaakt, waarvan later gezegd kan worden: 'Hoe heefi dit kunnen gebeuren'. Tijdens een van de reünies kwam ik in gesprek met een kinderjuffrouw van de 'Oranje Nassau'. Het gesprek kwam, via de KNSM op Cuba Zij was daar geweest vóór de boycot door de Verenigde Staten, toen de KNSM nog op Cuba voer. Ze liet mij twee foto's zien van de binnenplaats van een gebouw. Onderstaand verhaal werd, na enig aandringen van mij, aan het papier toevertrouwd.
Santiago de Cuba, een dagie de wal op
Het was mijn derde reis op de 'Oranje Nassau' en we lagen in Santiago de Cuba. Ik had de gehele dag geen dienst zodat ik mij om 10.00 uur afmeldde. Wat een weelde: de hele dag voor mijzelf. Nadat ik de gebruikelijke waarschuwing had gekregen toch vooral vóór 17.00 uur aan boord terug te zijn - het schip vertrok om 18.00 uur - zette ik voet aan wal. Gewapend met mijn camera nam ik mij voor alles nu eens op mijn gemak te bekijken, iets waar ik tijdens het vorig verblijf nauwelijks aan toe gekomen was. Mijn eerste doel was een gebouw terug te vinden dat de vorige keer mijn aandacht had getrokken. Voor het gebouw stonden soldaten, met de, op het Cuba van vlak na de revolutie, gebruikelijke baarden en lange haren. Het was duidelijk geen kazerne, maar wat het wèl was wilde ik nu weten. Het lag in een smalle straat en na enig zoeken had ik het teruggevonden. De soldaten stonden er nog steeds voor. Vanuit de straat was alleen de voorgevel zichtbaar. Mijn nieuwsgierigheid nam toe, toen ik verscheidene mensen in burger naar binnen zag gaan. Na enig aarzelen besloot ik met een nieuwe groep mensen mee het gebouw in te glippen om zo aan de weet te komen wat daar achter de gevel verborgen lag. Het lukte en ik kwam in een vertrek terecht met alleen een grote steile trap. Teruggaan was op dat moment niet mogelijk zonder door de soldaten te worden opgemerkt. Ik zou, alleen, natuurlijk direct aan hen zijn opgevallen. Ik ging de trap op en nam mij voor om, indien mij iets gevraagd zou worden, te zeggen dat ik een zieke ging bezoeken, omdat ik inmiddels zeker dacht te weten dat het hier om een militair hospitaal ging. Boven aan de trap gekomen bleef er van mijn 'hospitaal' theorie niets over. In plaats van bedden zag ik tralies, overal tralies. Ik gluurde er doorheen en zag een binnenplaats vol mensen. In een flits nam ik enkele foto's. Inmiddels was het mij duidelijk geworden dat het hier om een gevangenis ging en dat die mensen op de binnenplaats gevangenen waren die gelucht werden. Op de galerij, waar ik mij bevond zag ik ook allemaal getraliede kooien met in elk daarvan een wouw met een aantal kinderen. Tegenover mij was een soort wachtpost met daarin ook soldaten. Uiteindelijk besloot ik aan een van deze vrouwen te vragen wat hier gaande was. Op mijn Engels werd niet gereageerd en ik sprak geen Spaans. Wel vermoedde ik inmiddels dat het om politieke gevangenen ging, zodat ik, terwijl ik naar haar wees, aan de vrouw vroeg "Señora, Batista?" Als door een wesp gestoken veerde zij overeind, hield haar hand voor mijn mond en gebaarde, onder een vloed van Spaanse woorden, dat ik stil moest zijn.
Inmiddels voelde ik mij zo dom en onbehaaglijk, maar vooral ook onvoorzichtig dat ik mij serieus zorgen begon te maken en niets liever wilde dan hier zo snel mogelijk en ongezien uit te geraken. Opeens hoorde ik soldatenlaarzen die duidelijk mijn kant op kwamen en voor ik het wist liep ik tussen hen in. Opgepakt! Zij brachten mij een vertrek binnen, waar ik zeven soldaten telde. Behalve enkele stoelen was er geen meubilair. Weer trachtte ik in het Engels en met gebaren duidelijk te maken dat ik geen kwaad in de zin had en dat alles op een misverstand berustte. Ze lieten mij op een stoel plaatsnemen en trokken zich in een hoek terug om overleg te plegen. Onherroepelijk zag ik op mijn horloge min vrije dag wegtikken en het tijdstip van vertrek naderen. Eindelijk kwam er een tolk die mij naar mijn paspoort en nationaliteit vroeg. Zijn volgende vraag was uiteraard hoe en waarom ik hier was binnen gekomen. Ik vertelde maar al te graag dat ik de nurse was van het Hollandse schip, bewondering had voor het nieuwe Cuba en niet beter wisti dat dit een hospitaal was dat ik graag wilde bekijken. Weer werd er druk overleg gepleegd en daar kwam mijn tolk weer. "Mijn camera?". Ik vertelde dat ik had gedacht foto's te maken, maar het was te donker zodat dat niet was gelukt. Wéér overleg, maar nu hoorde ik af en toe een woord dat mij als muziek in de oren klonk: "Libre". Eindelijk na wat een eindeloos aantal uren leek kwam dan het verlossende woord: "Freedom". Ik kon wel juichen. Ik werd door de tolk en een soldaat naar de deur gebracht en nadat ik hen uitbundig de hand had geschud en nogmaals mijn verontschuldigingen had aangeboden, holde ik terug naar de haven. Inmiddels was het 18.30 uur geworden, dus ik was veel te laat. U kunt zich voorstellen hoe blij ik was toen ik op de kade, de vertrouwde 'Oranje Nassau' zag liggen. Het beeld van de brug, waar de officieren met hun verrekijker naar mij stonden uit te kijken zal ik nooit vergeten. Ik had wel weg willen kruipen. Gelukkig heeft dit onvrijwillige avontuur voor mij geen nare gevolgen gehad en ik heb nog vele reizen bij de KNSM mogen maken. Pas dit jaar kwam ik er achter dat, toen ik in de gevangenis werd ondervraagd, er op het schip door de Cubanen navraag was gedaan om míjn verhaal bevestigd te krijgen. Daar was men uiteraard boos omdat ik te laat was, maar toch vooral ook bezorgd. Die bezorgdheid kon worden weggenomen, maar het wachten op mij zal aan boord lang hebben geduurd.
Opgetekend door Auk Boom _________________ Old sailors never died |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4599 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 4 Jul 2024 15:41:42 Onderwerp: |
|
|
Duimzuigerij
Na een vaarwel kus verdween zijn Berta op de kaai in de taxi uit het zicht kapitein Sikko Bos voelen zich eenzaam. Zijn vertrouwde geliefde op weg naar hun even zo vertrouwde en gezellige huisje in Uithuizermedum en hij hij had zojuist bericht gekregen dat het deze keer buiten IJmuiden bakboord in plaats van het vertrouwde stuurboord uit zou gaan. Die idioten! Dublin in plaats van zijn vertrouwde Oostzee. Sikko hield niet van diep water. Hij slofte moedeloos naar de kop van Berta B., nam daar de diepgang op, deed het zelfde bij haar kont en trok zich vervolgens aan het vettige touw van de gangway aan boord. Het enige voordeel van deze reis zou de nieuwe kok Leen kunnen zijn. De door Leen opgemaakte storeslijst had de kapitein even in een feeststemming gebracht. Dat soort koks uit de kustvaart groot gemaakt! Wat brood een kaasje en vooral veel heel veel mollebonen. Sikko riep bij het trapje naar beneden dat het over een half uur ‘voor en achter’ zou zijn waarop het trompet concert van de nieuwe meester verstomde. Toen later op de dag de loods buiten IJmuiden Berta B en haar mensen een goede reis toe wenste, gaf de kapitein de koers naar Dover aan zijn verbaasde roerganger op en wenste op zijn beurt dat de 663 mijlen langs de drukke diepe weg, snel achter de rug waren. Dungeness, Start Point, Lizard Point, Wolf Rock, brrr. Terwijl zijn nekharen de rand van zijn alpinotje omhoog drukten, realiseerde Sikko zich dat de namen waren die hij alleen kende van de ‘onderlinge’ in de 200- meter band, ‘s avonds om 10 uur op een veilige plekje ergens voorbij Kiel. Vier etmalen en voor Sikko vier slapeloze nachten en een pot zuiveringszout later maakte Berta B vast in Dublin.
Op de kade stonden de nieuwe kok en de nieuwe matroos te wachten tot zij aan boord konden gaan. Leen en de jongste matroos gingen hen en nagehouden beraad weer verlaten. Tijdens de afgelopen dagen was gebleken dat de culinaire bijdrage van deze man niet veel verder ging dan het serveren van warme chocolademelk zonder melk, dit volgens goed koopvaardij recept. De ingrediënten voor de warme hap onder de middag bestonden steevast uit eerder genoemde mollebonen, bij meer geciviliseerde zeelieden beter bekend als paardebonen en een smakelijk dampende ketel heet water, waarin Leen meestal zijn reserve sokken waste of theewater aan de kook bracht, maar waarin hij, voor dit gezellig samenzijn zo nu en dan een pak Californiasoep uitkneep. Brood bakken kon Leen ook. Dat moest hij ook wel, aangezien de IJmuidense broden, aan dek waren blijven staan en het aardappel kistje waarin ze zaten, na een regenbui vloeibaar hadden verlaten. Maar gezien het uiterlijk van de kok en de kwalijke geur die hem omringde, hadden de broodeters in het messroompje bij elk 'Leen-sneetje’ de neiging om het eerst onder de pomp te gaan afwassen. De jongste matroos was de sympathie van zijn gezagvoerder kwijtgeraakt door zijn gebrek aan arbeidslust èn het feit dat hij ondanks alles tè veel van de prestaties van Leen opvrat. De nieuwe kok bleek een statig en zeer hooghartig kijkend persoon Spaanse origine te zijn. Met de waardigheid van Don Quichotte himself schreed hij naar de loopplank. Het bekende dokterskoffertie was de bagage die hij in zijn handen had. Zijn eveneers Spaanse reisgenoot, de nieuwe matroos, ontpopte zich volgens de verwachting als de trouwe knecht Pancho. Deze arme drommel sleepte al zwetend de rest van de koffers aan dek, waarbij hij een aantal kleurrijke vloeken slaakÍe. Zíjn grootste kritiek ging naar het enorme boegbeeld van zijn zuster. Ook schreeuwde hij luidkeels schande over de buitenechtelijke liefdesrelaties van de Spaanse vrouwtjes honden. Als een veldheer, met zijn over elkaar gevouwen armen hoog opgetrokken, stond Quichotte zijn toekomstige arena minachtend gade te slaan' Nadere kennismaking met de ridder uit La Mancha zou leren dat de vergelijking niet helemaal mank ging; hij bleek namelijk oók uit de plaats Tomelloso in genoemde Spaanse landstreek te komen.
De afkomst van Panchotje kwam niet overeen met die uit het verhaal, hij was een kabeljauw visser uit Vigo. Wat de rest van de, door kapitein Bos zo beminde, zeelieden het eerste opviel was het zware parfum welk de Don stond uit te dampen. Eén van hen begon veelbetekenend aan zijn achterwerk te krabben en trok een tuitmondje waarbij zijn zware van Nelle-peuk op het dek terecht kwam. Zijn maats en ook Sikko beperkten zich tot een schijnheilige grijns. De oude stuurman, voor wie 'dat gesodemieter op die stinkende rot kusters' niet meer hoefde, had het hele gedoe op een afstandje staan bekijken. Hij blikte omhoog naar de 'Grote Baas', schudde zijn hoofd en sprietste een straal tabakssap over het potdeksel. Vervolgens schuifelde hij, bijna dwars uit, naar zijn hut. De oorzaak van deze manier van voortbewegen was gelegen in WOII. Tijdens schermutselingen met een Japans oorlogsschip had een aantal granaatscherven zich naast zijn ruggengraat genesteld. Sinds hij deze schade had opgelopen probeerde de stuurman om afgekeurd te worden. 'Want, zo vertelde hij al 30 jaar aan eenieder die het wel of niet wilde horen 'als ik met dat ijzer in mijn pens in de buurt van het kompas kom, draait de roos als een drol voor een sluisdeur'. Zodoende ben ik dus een gevaar voor schip en lading. Maar al zijn gekanker had niets geholpen want aangezien keuringsartsen zich niet met magnetische stuurlieden ophielden en de deviatie binnen de perken was gebleven scharrelde hij, zijn jaarlijkse pogingen ten spijt, nog steeds op onze trotse Groningse kustvaart rond. Nog diezelfde dag bleek dat Quichotte niet voor de eerste keer In de Dublin was. Nadat hij aan de wal voor aantal telefonia’s had gepleegd kwam er tegen de avond een aantal roodharige señorita’s aan boord. Vervolgens werden de Deerdre’s en Sheila 's als de eerste nichtjes van de Don voorgesteld en gingen aan het werk. Hoewel het voor deze schoonheden niet het dagelijkse schoon of scheepswerf was haalden ze een no time het halve schip overhoop. In de hutten werd gepoetst geschrobd en gedweild. De douche ruimte werd weer als schoonmaak plaats herkenbaar gemaakt zelfs de spiegel boven de wasbak kaatste onwennig het door een scheur in het glas zevenvoudig beeld van zijn gebruiker terug. Ook het salonnetje van Sikko kreeg een beurt. Te verbouwereerd om te protesteren of om naar zijn pot zuiveringszout te grijpen liet hij de meisjes begaan.
Als zijn toekomstige werkterrein had de kombuis de speciale aandacht van de Don. Tientallen kakkerlakken waarvan de verre voorouders ooit eens tijdens een Middellandse Zee reisje in het Verre verleden aan boord waren gekomen, verlieten met bedroefd gelaat hun paradijsje. De rest van hun soortgenootjes wacht de verdrinkingsdood in het hete sop of werden door de griezelende de dames platgetrapt. Doodsbenauwd voor al dat schoonmaakgeweld had de stuurman zijn hut op slot gedaan. Samen met zijn hond die hij Reder had genoemd om hem af en toe een schop te kunnen geven en het kooitje met daarin zijn valse zwarte rat Mombasa was hij stilletjes onder de bak verdwenen. Van daaruit zat hij samen met zijn knaagdier door een patrijspoort in het kabelgatschot naar achteren te loeren, ondertussen opnieuw om bijstand van ‘De baas’ prevelend. Zijn lijdensweg duurde echter niet lang. Onder de bezielende regie van Quichotte, pas na een paar uur de hele zaak rond en leeg Berta B weer 15 jaar jonger. Omdat het naar werken goed innemen is trakteerde de man van La Mancha zijn nichtjes na afloop op een klein drankje. Samen met Pancho en de rest van de matrozen leegden zij 7 flessen gedestilleerd afkomstig van de, tijdens de schoonmaakronde ontdekte smokkelvoorraad van de stuurman. Rond middernacht vond de regisseur het genoeg. Hij verzocht de dames te vertrekken of door middel van uitoefening van hun normale scheepsbezigheden nog een paar overuren te gaan maken. Toen een paar dagen later de lading was gelost en de proviand was gestored, vertrok Berta B met bestemming Bordeaux om daar tot grote vreugde van Mombasa een lading mais te gaan halen met, en dat weer tot blijdschap van kapitein Bos, bestemming L, Leningrad. Tijdens de oversteek hernam het leven haar normale gangetje. Er werd wacht gelopen, gebikt, gesopt, gekankerd en dankzij de etenslucht lucht uit de kombuis, door Sikko steeds zuiniger gekeken. Belangstellend informeerde Pancho elke middag hoe de producten van de cheffe waren verwerkt. Na het nuttigen van de eerste zondagmaaltijd was zelfs de stuurman, na de ramp van de verdwenen flessen een voldaan man. Hij slurpte, de laatste slok van de koffie met cognac uit zijn mok, liet een boer en leunde, met een knipoog naar het plafond, tevreden achterover. De meester maakte de bovenste knoop van zijn blauwe werkbroek los om zo zijn darmen wat ruimte te geven.
De enige die zich steeds meer zorgen ging maken was kapitein Bos. Met een troebel oog loerde hij over de tafel die vol stond met leeggegeten borden en schalen. Het brein achter dat oog was de kosten van dit feestmaal aan het berekenen. De uitkomst hiervan was zodanig, dat hij plotseling blauw aanliep en een pijnlijke ram op een slingerlat op die tafel gaf. In de wetenschap dat Pancho als spion voor zijn baas ergens ongezien stond opgesteld zij hij bedaard maar dreigend ‘haal die kok’. Even later verscheen de Don in de deuropening “si si captain” siste de gewaarschuwde ridder. “ Wat heb je met die vissoep gedaan”, schreeuw de Sikko. “Zat er soms kaviaar in?!!”. Minachtend keek de kok hem aan waarbij hij zijn best deed zijn neusvleugels vervaarlijk te laten trillen. “Kaviaar on a Holland sjiep, no possible senor captain”, zei hij en snoof verachtelijk. “Next time when I make the soup iet kost you nottienk, senor!” Hij draaide zich om en schreed waardig de messroom uit. De volgende dinsdagochtend bereikte onze dappere Berta B de monding van de Gironde en maakten rond de middag vast bij een graan silo in Bordeaux. Dezelfde avond verdwenen Pancho en Guichotte met een lege jute zak in een loods op de kaai. Na ongeveer een uur kwamen ze, nu met de volle zak op de rug van de matroos, weer aan boord terug. Toen de meester een half uurtje later nog wat in zijn machinekamer aan het rommelen was riep de stuurman hem boven aan de trap “Meester kom even boven, wat de Spanjolen uitspoken weet ik niet, maar volgens mij hebben ze een zak vol ratten”, waarbij hij in een flits even aan een kaairatje voor zijn geliefde Mombasa dacht. Ze liepen naar de kombuis en keken door een poort naar binnen. Daar zagen ze de kok en Pancho vredig naast elkaar op een kistje zitten. Op de grond voor hen lag een bergje kale lijkjes. Het bleken geen ratten maar kaalgeplukte duiven te zijn. Telkens haalde Pancho een levende duif uit de zak en sloeg hij met de kop tegen de rand van het kistje naar het hiernamaals. Vervolg trok de Don de vogel de veren van het lijf en gooide hem bij de rest op de hoop. Inmiddels was kapitein Bos ook gealarmeerd en bekeek door de tweede poort het tafereel. Op dat moment werd een van de slachtoffertjes op de hoop wakker. Kennelijk was hij schedeltje harder dan het kistje. Met een mistroostig gezichtje waggelde het kleine blote diertje over zijn overleden kameraadjes heen armzalig met zijn korte armpjes wapperend. Toen won dierenliefde het van goedkope duivenpoep. Het kapitein rukte de kombuisdeur open en sprong naar binnen om beide zuiderlingen te trakteren op een portie onvervalste Gronings achteruit bidden. De stuurman en de meester hebben de afloop van dat gezang, niet afgewacht en zijn, om die en vele andere beelden te verdringen, een borreltje aan de wal zijn gaan kopen. Duivensoep is later nooit op tafel gekomen. Evenmin heeft de Don nog commentaar gehad over het voedingsgeld. Dit eeuwenoude maritieme probleem was voor deze reis opgelost, dankzij de ‘spontane medewerking van een aantal simpele duiven; diertjes, waarvan de veertjes nog maanden later over het hele schip werden teruggevonden
Aad Schol _________________ Old sailors never died |
|
Terug naar boven |
|
|
|
Geplaatst: 4 Jul 2024 15:41:42 Onderwerp: |
|
|
|
|
Terug naar boven |
|
|
|
|
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum Je mag niet stemmen in polls in dit subforum
|
|