|
KROONVAARDERSKNSM scheepvaart
|
Vorige onderwerp :: Volgende onderwerp |
Auteur |
Bericht |
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4613 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 8 Dec 2022 12:44:29 Onderwerp: KORTE VERHAALTJES JAN NOORDERGRAAF |
|
|
Kapitein, spring aan de wal!
Kapitein Arie Verbunt van het Nederlandse motorschip 'Slaperdyk' zag de welbekende Wilhelminakade snel dichterbij komen en verbeidde het moment dat hij zijn jonge vrouwtje na al die maanden in de armen kon sluiten. Lang was hij – als zeeman terecht, vond hij - ongetrouwd gebleven, maar tegen zóveel charme als Debbie kon geen twintigduizend pk opboksen. Ze was als een orkaan over hem heen gekomen en hij had geen keus dan bijdraaien. Daar stond ze te zwaaien, bij de steiger van het veerbootje aan de kop van de Wilhelminakade, in de schaduw van die twee markante HAL-torentjes. En ze was niet alleen. 'n Hele meute afhalers bewoog zich voorbij de portier en drukte zich op de kade kleumend tegen de goederenloods aan, terwijl het schip, dat met sleepboothulp breed op de rivier de kop naar zee had gedraaid, naderbij kwam. Het schip leek te groeien; als een muur rees het bakboordszij boven de kade uit. Verbunt, vanaf zijn hoge positie, zwaaide terug. Ze zag er weer betoverend uit. Jammer dat ze geen ankerbal verstand van varen had, vond hij. Hij zag vanaf de uitstekende brugvleugel dat vóór de tweede stuurman met een paar matrozen, en áchter de derde met de bootsman, klaar stond de trossen uit te vieren. De sleepboten begonnen het schip al dwarsop naar de kade te zetten waardoor het water tussen schip en ka werd geperst. Daar vlogen de dunne werplijnen naar de wal, waar ze door de meerploeg werden opgevangen, die de zware trossen ermee naar de kade begon te sleuren.
Er stond nogal wat uitvloeiende stroom, en 'n spring, zo'n extra staaldraad vanaf het voorschip naar de midscheepse bolder op de ka, zou de trek neutraliseren, en het schip goed afmeren. Toen de meertrossen naar voren en achteren op de bolders belegd waren, riep de vastmaker bij de achtersteven: 'Kapitein, spring aan de wal!', ten teken dat hij het stalen spring ook naar de kade wilde hebben. Debbie had het echter niet begrepen. Ze zag de vijftien meter hoge zijkant van het schip boven de ka uitsteken, maakte de handen tot een megafoon en gilde met angst in haar stem over de kade: 'Niet doen hoor, Arie! Die vent is gek!' Verbunt kreeg er een rooie kop van, maar negeerde Debbie's nautische onkunde, hoewel er aan boord en op de kade door deskundigen die wél wisten wat 'n spring was, openlijk luid werd gelachen. Het viel tegen; het afmeren duurde lang. De stroom was sterker, of loods en sleepboten werkten niet optimaal samen. En het was guur op de kade. De groep afhalers stond huiverend en vol ongeduld te wachten tot de gangway zou worden uitgevierd. Er werd gestampvoet. Op de brug liep men zenuwachtig van bak- naar stuurboord. Verbunt had de pest in. Die vrouw van 'm had 'm goed voor schut gezet! Stond je daar als kapitein voor bemanning en familie maar even goed voor joker! Daar kwam de gezette vrouw van de bootsman huiverend uit de meute naar voren. 'Jan!' riep ze ongeduldig naar het voorschip. 'Ben je gauw klaar?' De bootsman begon te grinniken en toen daverde zijn stentorstem vol over de kade: 'De eerste keer wel, Marie!', en de korte echo van de loods riep hiehiehiehie ... ! Er werd in de groep op de kade afstandelijk en verborgen gegrinnikt, maar Debbie stond te gieren van de lach. Verbunt zag beschaamd dat ze de vrouw van de bootsman spontaan een arm gaf en lacherig het moment afwachtte dat ze aan boord mochten. ''n Vrouw kan ook niet alles weten, kapitein!' zei de bootsman, terug in de midscheeps van het afmeren z'n kouwe neus afvegend. 'As ze maar verstand heeft waarvan ze verstand mot hebben, nietwaar?' |
|
Terug naar boven |
|
|
|
Geplaatst: 8 Dec 2022 12:44:29 Onderwerp: |
|
|
|
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4613 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 8 Dec 2022 12:44:51 Onderwerp: |
|
|
Perestroyka
Ruim zeventig jaar na de Russische Revolutie zat ze in dat café aan de Rotterdamse Parkkade, de Ballentent genaamd vanwege de hebbelijkheden van de barjuffrouwen, kennelijk rustig te bekomen van een moeilijke reis vanuit Leningrad waar nog ijs lag, maar hier was het al voorjaar. Ze was een dubbel nieuw verschijnsel: een Russische matroze met wat buitenlands geld op zak. Het feit dat ze er zat, was veelbetekenend voor die onstuitbare, voorzichtige verlichting in Rusland, waarvan iedereen jaren geleden nog niet had durven dromen. Ze zat breeduit, getatoeëerde armen op tafel, en dronk een groot glas whisky. Vijf jaar geleden gingen de Russen nog in groepjes de wal op, geheimzinnig, hoog in de kraag, in zichzelf gekeerd, sober en somber gekleed, en altijd te voet. Klaarblijkelijk werden ze eerst goed geïndoctrineerd door de politieke commissaris, die ze bewerkte en behandelde als een scheepsdominee ten tijde van de VOC (Verenigde Oostindische Compagnie), wijzend op hun zonden en de verleidingen van de wereld. We hadden ze vaak in allerlei havens aan dek zien staan, samengedromd op een luikhoofd voordat ze de wal op mochten. Dan gingen ze, nimmer alleen en altijd op hun hoede, onzeemansachtig neutraal en ingetogen in hun cliché blauwe overjassen en alpinopetten.
En thans: Aurora! Het daget in het oosten, een nieuwe verschijning, glasnost in Rotterdam, zichtbaar en voelbaar tot wederzijdse opluchting. Een Russische matroze in de oer-Rotterdamse Ballentent; een Sovjet A.B., Able Bodied sea- woman. Able Bodied indeed. Ze mocht er aan alle kanten zijn, een krachtige dame, hoewel ze weinig charme bezat. Haar Engels was redelijk; voldoende om meer whisky haar kant uit te sturen, als ze dat nodig vond. Ze bemoeide zich praktisch uitsluitend met zichzelf, totdat die typische Amerikaan binnenkwam, klein van stuk, 'n beetje onvast op de benen, 'n blauwe honkbalpet met lauwerkrans schuin op het hoofd, 'n geblokte broek aan. En niet wetend waar hij ging zitten, zakte hij neer aan de vrije kant van haar tafeltje. 'Hija! ', zei hij, en bestelde 'Ein grote beer.' Ze bekeek de man minachtend. Bier! Een gruwelijke drank die de Amerikanen van de Beierse nazi's hadden overgenomen. Bier! 'You Dutch?', vroeg de Yank, het glas naar de mond brengend. 'No, I am from Rrrrrrussiaa ...',zei ze trots.
Het glas bonkte op de tafel. 'Russia?', vroeg hij niet begrijpend. 'And what the heil are you doing here, then?'
'I am a sailorrrr!', zei ze met haar sonore, mannelijke stem.
'A sailor', zei de Amerikaan flabbergasted. 'How ... do ... you ... manage?'
'Manage ... vat?', vroeg ze. 'Vat do you mean?'
'Well, our sailors fight and drink ... and ...'
'And vat?', vroeg ze.
De Amerikaan kleurde zichtbaar. 'Oh ... well ... yes ... they do ... everything!'
'We do too!', antwoordde ze. 'Ve fight and drink and we do everything. Ve are sailorrrs.'
'No!', zei de Amerikaan. 'You don't!'
'Ve doooo!', riep ze uit. 'Two more whisky, please ! Ve drink 'm the whisky and the vodka like vaterrr ... !'
De Amerikaan keek haar peinzend aan en schudde het hoofd, verward omdat hij kennelijk een ander slag vrouwen in gedachten had, maar hij accepteerde het aangeboden glas whisky, en bestelde meteen het volgende rondje. Het nieuwe glas ledigde ze in één teug.
'You believe me now?', vroeg ze, bijna dreigend.
'No, I don't! ', zei hij.
Ze bestelde nog twee whisky, sloeg er een achterover, gebaarde hem hetzelfde te doen en greep hem bij de bovenarm. Hij schreeuwde van pijn.
'Perestroyka!', riep ze nog. 'Poerski Amerikanski!'
Ik heb ze samen in de invallende schemering gearmd het café uit zien gaan, het donkere park op de Heuvel achter de Ballentent in. Daar zijn veel heerlijke, donkere bosjes, herinner ik me van vroeger. |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4613 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 8 Dec 2022 12:45:48 Onderwerp: |
|
|
Rijstepikker
Kapitein Willem_Bontekoe van het achttienduizend ton metende motorschip 'Garoet' was een witte kakkerlak, hetgeen zoveel betekende dat hij in Indië geboren was, en wel in Bandoeng, Java. Dat was tot daaraantoe, maar ondanks Dr. Lou de Jong was er nog wel 's wat groots verricht in die contreien, vond Bontekoe; zoals hijzelf. Je werd zomaar niet als Bontekoe en als kapitein geboren. Betoel! Bontekoe's woord was wet. Al de eerste avond na vertrek Rotterdam keek hij monsterend de messroom officieren rond en vroeg de aan tafel aanwezigen: 'Adoe, jullie houden wel van rijst, toch?' En de baroes die nietsvermoedend: 'Ja, natuurlijk, kapitein!' antwoordden, maar ook zij die de vraag al eerder soortgelijk hadden beantwoord en uit ervaring stom bleven, kregen die reis de strot volgegoten met rijst in allerlei vormen, kleuren en verschijningen, zodat ze bij aankomst in Priok meer op rijstepikkers (vogels) leken dan op zeelieden. Bij Bontekoe ging iemand de reis en de rijst op. Toean kapitein kocht de balen rijst in Priok op de passar persoonlijk in. Hij stond vaak zelf in de keuken aanwijzingen te geven en te jongleren met potten en stoompannen. De enige die 'Nee, kapitein!' had geantwoord, marconist Piet Popma, - volgens Bontekoe qua soort als gewoonlijk stronteigenwijs – kreeg bewaarheid wat kapitein Bontekoe op die gedenkwaardige avond vlak na vertrek de steward had bevolen: 'Karel, zet de man op jam, koek, ei en pindakaas!' Dat hangt gauw de strot uit op een lange reis. Popma, opgevoed op de vette klei van Groningen, hield het liever op lokale gerechten, zei hij, en iedereen dacht aan arepels, mollebonen, bietjes, peen of glazen melk.
In de varende gevangenis van 's lands 'Garoet' was elke dag jam, koek, ei en pindakaas erger dan op water en brood zitten en Popma had het dus slecht. Hij werd zienderogen magerder, maar Bontekoe was vastbesloten geen ondermijning van zijn gezag toe te laten. Vol onbegrip filosofeerde hij over die hardnekkige onwil om zijn rijst te pikken: 'En met boter en suiker? Heb je dat thuis ook nooit gegeten? Lus je dát ook niet?' 'Nee!' bitste Popma tussen zijn tanden door. 'Nooit en ik verdom het! Wittemuizekeutels mot ik niet!' Bontekoe snapte dat niet. 'We hebben 'n hongerstaker aan boord, stuurman!' zei hij tegen Arie de Kubber, 'die man haalt de nieuwe oogst niet!' en hij bedoelde die na de westmoesson op Java. 'Rooie rijst!' zei Bontekoe. 'Steward, zet 'm een bordje rooie rijst voor z'n morsesmoel. Misschien lust ie dat, omdat het op geraspte bietjes lijkt.' De kok, die een vader bij het KNIL had, zong galmend door de kombuis: 'Loop je etter en bloed te zweten, krijg je rooie rijst te vreten! Pergi di kampong, tidah boleh!' en zag de bui al hangen.
'Bah!' zei Popma, 'Wat ben dat? Gekookte mieren?' z'n bord demonstratief wegschuivend.
'Ongelooflijk!' zei Bontekoe. 'Driekwart van de mensheid leeft op rijst en vindt het lekker, en dit eigenwijs individu ...'
''t Is een Groninger, kapitein,' zei De Kubber. 'We moeten wat doen! Zonder marrek mag je niet varen en 't is zonde van de rooster baren. De kok maakt rijstekoekjes voor 'm, kapitein!' 'Heerlijk!' zei de watertandende Bontekoe. 'Daar valt ie voor!'
'Bah!' zei Popma, 'stierezaad met harde stukjes!'
'Hij moet wennen,' suste de stuurman. "n Try-out met rijstesoep?'
'Bah!' zei Popma, 'zandvlooien in spoelwater!'
'De man is onverbeterlijk!' zei Bontekoe geschokt. 'Geef 'm rijstebrij!'
''t Lijkt wel witte vloed,' zei Popma walgend, die 'n EHBO- cursus geslachtsziekten had moeten volgen .
'Rijstebier!' zei de hofmeester, ''t is de smaak die het 'm doet!' 'Bah!' zei Popma, 'dat bier smaakt naar rijst!'
'Ja, dank je de koekoek!' zei Bontekoe ademloos en gekwetst, 'we proberen rijst met krenten!' in de kombuis zelf een paar handen krenten door de rijst gooiend. 'Vréten zal ie het! De doerak!'
'Anorexia!' zei de stuurman. 'Hij wil 't niet eten! Dat gaat fout, kapitein. Hij wil zelf in de kombuis wat klaarmaken".'
'Okee,' zei Bontekoe ten einde raad, 'laat de kok 'm maar geven wat ie wil".'
'Heerlijk,' zei Popma 'n paar uur later, met smaak z'n bord leeg etend. 'Dat heb ik in tijden niet gehad".'
'Wat is dat voor spul?' vroeg Bontekoe grommend en snuivend, uit nieuwsgierigheid de messroom binnenvallend, 'Komt me bekend voor! Ruikt familiaar.'
'Dat,' zei Popma, de vette lippen afvegend, 'is nassi, kapitein ...' 'NASSI?' brulde de kapitein.
Popma wreef zuchtend van genoegen over z'n buik. 'Maar dan wel volgens recept van Wan Ha Tong, de chinees die wij op 't durp hebben. Da's tenminste te vreetn!' |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4613 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 9 Dec 2022 13:56:35 Onderwerp: |
|
|
Homo Maris
In de dagen dat men nog nooit van de homofielenvereniging COC gehoord had, was homoseksualiteit aan boord van schepen niet bespreekbaar, hoewel het als zodanig wel bestond. Sommige schepen van gevestigde lijndienstrederijen stonden bekend als 'flikkerboot' of 'pootboot'. Onder de officieren heerste de mening dat het personeel van de civiele dienst overwegend van de verkeerde kant was, want anders werd je geen bediende en ging je niet met een stofdoek lopen zwaaien ... Kapitein Gratema van 'Cinderella' maakte daarop oppervlakkig gezien geen uitzondering. Men vond hem over het algemeen een beminnelijk gezagvoerder met een zachte, verwonderde blik uit een paar sterke, staalblauwe ogen. Principieel vrijgezel, ging hij als iedereen wel eens alleen de wal op, maar gaf over het algemeen geen aanleiding tot afwijkend gedrag, hoewel sommige officieren wel eens met hun linkerhand op de rechter kletsten, als hij ter sprake kwam. Eerste stuurman Aart de Leeuw had wat meer moeite met de man. Gratema had zo'n eigenaardig loopje, en de stem van een eneuch. Bepaalde gebaren vond hij verwijfd, bijvoorbeeld als hij 's morgens op de brug kwam en op zo'n eigenaardige manier z'n haar stond te kammen of aan z'n snorretje stond te frummelen. Als hij je aankeek, voelde je je ontkleed. En dan de de Nederlandse motortanker wijze waarop hij waterklerken tegemoet trad, die in vreemde havens aan boord kwamen. Daar waren nogal 's mooie gebruinde jongens bij. 'Moet je een burrel? ! 'vroeg Gratema dan en naarmate het later werd, scheen hij uit z'n rol te vallen en steeds openlijker van zijn vermoede gesteldheid blijk te geven. Maar alleen als ie een borrel op hetergeslachtsdaad kunnen betrappen, en hij was erin had. Niemand had hem ooit op alle rangen heen geslaagd door mannengemeenschap aan boord te overleven, en als een pater te groeien tot het hoogste gezag. De rest van de officieren had het gedrag van de Ouwe geaccepteerd als een afwijking die bij alcohol hoorde. Zoals anderen er melig of lollig van werden, begon de kapitein jongemannen over bollen en ruggen te strijken, of ging er met gekruiste benen vlakbij of tegenaan staan. Soit. 'Als ie maar van mijn lijf afblijft!' dacht iedereen in de messroom officieren. Tenslotte was hij de Ouwe, en zo iemand zocht het allemaal maar zelf uit. Trouwens, homoseksualiteit bestond niet onder officieren. Dat kón gewoon niet!
Arie de Vries, een superblonde messroombediende, scheen bij de Ouwe in het pulletje te vallen, maar ook dat werd aan boord geaccepteerd. Er waren er veel die ergens aan de wal ook 'een snuitje' hadden; dat wil zeggen: ze beweerden voor bepaalde vrouwelijke diensten nooit te hoeven betalen. Als supercasanova's trokken ze door de wereld, zeiden ze. Zeker, 'n snuitje hebben bestond, dus waarom zou Arie de Vries dat dan niet hebben? Lekko! De stuurman dacht er echter anders over. Met groeiend wantrouwen bemerkte hij dat Arie snel promotie maakte en de reis daarop al tot kapiteinsbediende werd gepromoveerd, maar de zaak was natuurlijk onbespreekbaar op kantoor. Hoe zou hij het moeten brengen? De kapitein 'n homo? De mensen de overladen van de rederij zouden hem hartelijk uitlachen. De kapitein was een goed zeeman, dus geen homo. Maar de stuurman kreeg hulp van onverwachte zijde, en kon zelfs die reis nog promotie maken omdat kapitein Gratema in Marseille plotseling werd af gelost. Kapiteinsbediende Arie de Vries had naar huis geschreven, dat hij het aan boord en bij de rederij best naar de zin had en nu al bij de kapitein mocht slapen. Zijn ouders hadden op die zin zitten kouwen, en besloten de rederij een briefje te schrijven 'of slapen bij de kapitein een normale zaak was'. Gratema verdween onder de kim en Arie de Vries ging na aankomst in Rotterdam ook van boord. Wat? Nee, dát weet ik niet.
Maritiem incident
Het Nederlandse motorschip 'Straat Jongens' voer met een achttien mijls vaart door Straat Formosa in de richting van de Chinese haven Shanghai. Het was vroeg in de morgen en in het oosten dreef zeenevel als een sluier voor de zon, die langzaam boven het Chung Yang Shan gebergte op Taiwan uitrees. Het beloofde een warme dag te worden. Niets in de koele zeemorgen wees op het politieke feit dat een continent met miljoenen mensen aan bakboord en een klein eiland met miljoenen mensen aan stuurboord met elkaar in onmin leefden. In ieder geval voer de 'Straatjongens' in internationale wateren, haar radar de kust van Taiwan aftastende en een echobeeld optekenend van het land in de verte. Tussen het eigen schip en de kust was een klein radardoel zichtbaar; een schip dat hardnekkig op koers bleef liggen en er kennelijk op uit was vóór de boeg over te lopen. Tweede stuurman Van Aken tobde daar niet over. Over enige tijd zou dat schip als een geestverschijning uit de zeenevel opduiken en zich op die manier bloot geven. Aan de interferentie op het radarbeeld te zien, had dat vaartuig ginds haar radar ook bijstaan. Twee schepen die zich van elkaar bewust waren, al zagen ze elkander nog niet; beiden met het zesde zintuig van radar uitgerust, en elkaar als blinde vleermuizen peilend. Plotseling doemden de contouren van die meeligger op en begon tutah tutah een Aldis seinlamp fel door de nevel heen te priemen. 'Waarom grijpt die kerel de marifoon niet?', dacht Van Aken, maar dat werd snel opgelost toen bleek dat het een fregat was van de Taiwanese marine in haar grauwe kleuren, onder de vlag van Nationalistisch China. Ze hield radiostilte, dat was duidelijk. 'What ship?', las Van Aken. Als een oorlogsschip dat vroeg, móest hij wel antwoorden. 'Here Dutch m.s. Straat-jongens.'
'Where are you bound for?' Nou wordt het link, dacht Van Aken die in plaats van antwoord te geven, de kapitein optrommelde en opening van zaken gaf. 'Zeg maar dat we naar Shanghai gaan!', zei Kapitein Rozema onaangedaan.
'What is your cargo?', was de nieuwe vraag van het nu parallel meevarende fregat.
'General', seinde Van Aken op aanwijzing van Rozema. 'General what?', seinde het fregat.
Rozema begon te grinniken, in de wetenschap dat dit goed bewapende fregat toch geen Nederlands schip zou aanhouden en daarmee een internationaal incident veroorzaken. Voor de zekerheid vroeg hij de marconist standby te blijven voor een spoeduitzending.
'General ShankaiSjek', zei hij. 'Sein dat maar, twee ....'
Van Aken seinde het bericht over, maar er verscheen geen antwoord. Wel kwam het fregat op topsnelheid naderbij. 'What cargo?', flashte het toen, en het leek dreigender omdat het van dichterbij kwam.
'Wij hebben dit eiland nog bezeten in tijden van de Verenigde Oostindische Compagnie', zei Rozema trekkend aan zijn pijp, 'en werden door die zeerover Coxinga verjaagd ...'
'Zeker ook een Groninger?', vroeg de marconist.
'Nee jong!', kaatste Rozema, 'een Chinees met de naam Sjeng Sjoen Koeng àh ... Groningers benne geen zeerovers! En ditmaal laat kaptein Rozema zich niet wegjagen!'
'General cargo bits and pieces ! ', seinde Van Aken op verzoek.
'What bits and pieces, please!', was het antwoord. 'Bales and crates', seinde Van Aken.
'What's inside?', was de vraag.
'We did not open them', seinde Van Aken.
'Goed zo!', zei Rozema, zijn pijp uitpeurend. 'Kijken of ze daarvan wel terug hebben!'
'We need to know details!', flashte Aldis daar.
'The captain is married and has three children, one boy and two daughters ... ', dicteerde Rozema.
Van Aken seinde teken voor teken, het vizier van de Aldislamp op de brug van de Taiwanees gericht, zweet in zijn handen. Tot zijn verbazing zag hij het fregat met grote snelheid voor de boeg langskomen. 'Good voyage!', seinde haar Aldis, en ze loste gaandeweg in de nog altijd aanwezige zeenevel op als een ster voor het getij van de dag.
Het fregat was weer niet meer dan een radardoel.
'Goeie wacht stuurman!', zei Rozema nog. 'En roep me als er iets bijzonders is ... ! ' |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4613 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 12 Dec 2022 18:05:37 Onderwerp: |
|
|
Sloepenrol
Nee, Felixtown op de Kleine Antillen was geen, zoals de naam zegt 'Gelukkige Stad' meer in een tropisch paradijs. Veel inwoners wilden er wel weg. De eerste kolonisten waren verrukt van klimaat en landschap, maar aangezien de stad op een eiland binnen de gordel rondom de equator lag, werd ook Felixtown geteisterd door 'n bevolkingsexplosie die van elk groen eiland op den duur een woestijn maakt. De bemanning van het Nederlandse motorschip 'Stentor' die eens in de paar maanden langs kwam, zag het gebeuren en wist niet beter. Zon, mulatten, verpaupering en hitte, alleen maar goedgemaakt door de sterke lokale rum. Die werd dan ook overvloedig gebruikt, en hoewel er direct geen muiterij heerste, begon de discipline aan boord merkbaar te verslappen. De kapitein had dan ook bevel gegeven de coleur locale te breken door vóór het vertrek uitgebreid sloepenrol te houden. Sloep 1 aan stuurboord was uitverkoren om achtereenvolgens een paar sloepbemanningen te trainen. Zwetend van ellende hadden ze de davits waaraan de sloepen hingen, al een paar keer binnen- en buitenboord gedraaid, maar de stuurman die er als een slavendrijver bij stond, beval steeds herhaling. De davits moesten zoveel maal in en uitgedraaid worden tot het naar zijn zin en vlug genoeg ging. Daarna nam de bezwete bemanning plaats in de sloep en zakte deze vanaf het sloependek langs de scheepshuid heen langzaam te water.
Ook dat ging niet optimaal en werd ettelijke malen herhaald. De sloep slingerde bonk-bonk tegen het schip aan en er was niet eens zeegang; het schip háálde niet eens! Fout! Over! Hieuw op en weer vieren! Sloep 1 leek 'n jojo; op, neer, op, neer! Commando's donderden als vloeken op de bemanning neer. Maar ten slotte klonk het verlossende 'haken los!' Losgekomen van de talies, deinde de sloep als zelfstandige eenheid in het brakke water van de haven. Maar niet lang. 'Riemen toe!' 'Haal op, gelijk!' Als een paardemenner dresseerde de stuurman de ploeg. Ze zagen alle hoeken van de zinderende haven, waarboven de zon stond te branden, en snakten naar verkoeling. 'Haal op, gelijk! Rotzakken!' De stuurman scheen ervan te genieten als een bootsman bij de marine. 'Gelijk! zeg ik; gelijk!' De roeiriemen bewogen zich steeds regelmatiger. Sommigen kregen al blaren op de handen toen de stuurman eindelijk 'vast roeien!' riep en ze langzaam uitdreven in de richting van de nabije havenmond, klaar voor de volgende actie. De zeedeining was er enigszins voelbaar en merkbaar; de sloep stampte licht en buiswater bestormde de boeg.
'Stuurman!', zei verbaasd de voorin zittende leerling dwars door de ingevallen, ruisende stilte heen. 'Moet je 's luisteren!' 'Luisteren naar wat?', vroeg deze, zich ondanks het feit dat hij niet meeroeide het voorhoofd afwissend. 'Wat hoor je dan?' 'Er wordt geklopt in het vooronder!', zei de leerling.
'Jaja! Het Spookschip Johanna Maria!', zei de stuurman. 'Je hoort je eigen geweten of die verdomde rum in je aderen!' 'Maar ik hoor het óók!', zei de man naast hem.
'Kijken!', zei de stuurman, nieuwsgierig geworden. 'Maak open die kajuit!'
De vergrendeling werd losgedraaid. Krakend zwaaide het deurtje open. Vanwege de felle zon buiten was er binnen weinig te zien. Er verscheen eerst een opengeslagen paspoort in een bruine hand en toen een ontsteld zwetend gelaat. 'Verdomme, een verstekeling!', riep de derde, de man nijdig voorgaats sleurende.
'Me Harry Johnson', zei de vreemdeling in gebroken Engels. 'This is my passport. I give up! I do not want to cross the ocean in this bloody boat. Please put me ashore!'
Njet Bugski
Het was vervelend druk op Schiphol. Series vliegtuigen spuwden schaars geklede, gebruinde en lacherige passagiers uit, die zonodig door drommen opdringerige familieleden moesten worden afgehaald. Voor een professioneel reiziger was er geen doorkomen aan. Ook de vertrekhal stond vol wegbrengers. Tweede werktuigkundige Arie van der Sloot laveerde tussen de menigte door en ging zuchtend in de rij staan bij de incheckbalie waar een vette Amerikaan een arsenaal van koffers op de band deponeerde en kennelijk moeite had het zichtbare overgewicht bij te betalen, hoewel de zaak op tilt stond. 'Leningrad?' vroeg de mooie juffrouw met haar KLM-blauwe ogen toen Arie uiteindelijk aan de beurt was, en in die vraag lag verborgen: 'Wat gaat iemand dáár nou doen?' 'Oh, zeemansticket!' zei ze. 'Ja, ga je mee?' vroeg Arie, maar ze glimlachte alleen.-'Roken of niet roken?' vroeg Anita (ze droeg een naamplaatje op haar duinlandschap), terwijl ze allerlei computertoetsen indrukte. 'Njet!' zei Arie om in stijl te blijven en ze grinnikte zowaar. 'Alstublieft, meneer!' zei ze eindelijk. 'Uitgang dertien en om dertien uur vijf instappen.'Ze aarzelde even. 'Goede reis...' zei ze toen, 'naar Leningrad ... ! ' Arie streek nonchalant z'n ticket op en zei: 'Ik zal ze de groeten doen!' Hij werd bijna omver geduwd door een rood aanlopende man die naar London moest maar nog langer instaptijd had dan de vliegreis zou duren. Arie bereidde zich voor op de volgende hindernis: een blonde marechaussee met vierkante, wilskrachtige kaken die meer dan een halve minuut met zijn paspoort scharrelde maar niets bezwarends kon ontdekken. Voor zover Arie wist, had hij alle bekeuringen behalve de laatste drie betaald. Dat er een serie bezwaarschriften liep tegen voor 'n zeeman veel te hoge belastingaanslagen (ze moesten het hele jaar betalen en waren nooit thuis!) behoorde tot de nationale sport, en hij verwachtte niet hiervoor te worden gestopt. Arie voelde zich even crimineel, maar kreeg toen met een begenadigend knikje z'n paspoort terug. Met een fles wodka uit de tax-free shop stapte hij een uur later in de KL299 met de naam - hoe bestáát 't - 'Albert Plesman'. Uren vliegen voor de boeg. Twee uur tijdverschil te overbruggen. De bekende plastic hap met een glimlach en een flesje wodka om het aan te leren, en Arie zette z'n stoel op gemakkelijk, terwijl de Oostzee onder Albert door schoof. Buiten was toch weinig te zien. Wolken, waar tussendoor witte, besneeuwde vlakten. Water? Straks zou hij er met een slakkegang doorheen varen ... Straks ...
Opstappen in Leningrad. Hij overzag het slagveld. Je moet misschien wachten voor de 'Leutergracht' binnenkomt, hadden ze op kantoor gezegd. En kijk uit voor wodka en vrouwen. Wissel geen roebels dan bij de officiële bureaus. Hou je aan de regels. Wees vooral tactvol, geduldig en beleefd. Maak geen stennis. Zeg niets te veel. En kijk uit voor bugs in je hotel. Dat wil zeggen afluisterapparatuur. Laat geen papieren van de companie rondslingeren. We hebben daar belangen die we niet willen verliezen. Leningrad. Een jonge, strak geüniformeerde grensbewaker met een pet als een vliegdekschip controleerde paspoort en visum. Dat duurde lang, erg lang. 'Van der Slet?' zei de jongen eindelijk, hem strak aankijkend. 'Van der Slóót!' verduidelijkte Arie. Beng! Eindelijk een stempel. Volgende hindernis. Bagage ophalen. Die stond op de verkeerde band, gemerkt 'Kabul'. Douane passeren. Deviezenformulier invullen. Wachten. Portefeuille openen. Koffers openmaken. Wachten. Tact en geduld. Het plaatje klopte, dacht Arie. Twee uur na aankomst eindelijk een taxi bestellen naar hotel Pribaltiskaya aan de Neva, die zich vol ijs uitstrekte tot in nevelige verten. 'Wait, please!' zei de dame achter de balie onvriendelijk. Het was intussen tien uur in de avond. Tact en geduld, dacht hij, de reis inmiddels in de benen voelend. Hij ging naar de dichtstbijzijnde bar en nam een grote whisky. Terug naar de balie. 'Room 302, third floor!' sprak ze het verlossende woord. De etagejuffrouw gaf hem koel en gereserveerd de sleutel. Eindelijk! Arie sloot de deur en flikkerde zijn barang op bed. Een nette kamer. Teevee, bad, dubbelbed. Buiten lag de natte Neva, waarover de 'Leutergracht' op haar eigen tijd door mist en ijs zou komen aansluipen. Arie Van der Sloot had arrived in Leningrad! Eerst een wodka, om het af te leren. Het plaatje klopte, zo ver. Dus moesten hier in de kamer bugs verborgen zitten. Maar waar?
Arie werd nieuwsgierig, schonk zich nog een wodka in en inspecteerde de lamp. Een normale lamp, niks te zien. De teevee? Arie zette het apparaat aan. Het beeld sneeuwde, maar dat vond ie niet zo gek in dit koude land. De telefoon? Hij schroefde de capsule eraf. Niks bijzonders. Arie nam nog een wodka, op de goede aankomst. Zeker allemaal staafjeverhalen, van die bugs ... Njet bugski? Onder het bed? Arie grinnikte, zakte onderuit in een stoel en keek de kamer rond. De wodka verwarmde. Hij nam er nog een en toen zag hij het. Dat kleedje, dat vloerkleedje lag scheef op het tapijt; er wás wat met dat vloerkleedje! Arie zette het tafeltje opzij en rolde behoedzaam het kleedje op. Halverwege zag hij op de vloer een vierkant dekseltje met vier schroeven erin. Dus toch! Pravda est! Bugski ontdekt! Hij nam nog 'n wodkaatje, knipte z'n zakmes open en begon de vier sch-sch-roefjes l-los te dr-dr-aaien. Dekseltje weg. Draden! Een rond geval. De bug! Debugging blazen! Arie schonk zich nog eens in voor hij met het karwei verder ging. Hij begon de sluitmoer los te wrikken. Op de knieën voorover liggend voelde hij grinnikend dat het steeds makkelijker ging. Plotseling een klap en een gat waar doorheen het tochtte. Beneden klonk geschreeuw. 'Shit!' dacht Arie. 'Foute boelski.' En hij schroefde als de bliksem alles weer vast, rolde het kleedje weer uit, zette het tafeltje op zijn plek, kleedde zich uit en dook in bed. Een half uur later werd er op de deur geramd. Arie opende in ondergoed. Twee Russen loerden langs hem heen de kamer in. 'Njet problem?' vroeg de een.
'Okay,' zei Arie. 'Anything wrong?' 'Da,' zei de tweede. 'Isst sehr crazy!' 'Wasss isst sehr crazy?' probeerde Arie. 'Im Zimmer unten die Lampe kommen herunter!' zei de eerste. 'Dass isst sehr crazy!' zei Arie grinnikend. 'Gute Schlafe!' zeiden de Russen, argwaan in hun stem. En Arie dronk de fles leeg en sliep de goede Slaap der Onrechtvaardigen. En de maan boven de Hermitage glimlachte. |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4613 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 19 Dec 2022 17:29:22 Onderwerp: |
|
|
Voor en achter!
Bruin en door industrie vervuild water stroomde schurend langs de Antwerpse Scheldekaai, die als een verticale muur uit de modder omhoog rees. Ginds stonden het Steen en de contouren van de oude binnenstad scherp tegen de avondlucht af getekend. In de rivierbocht lag het Nederlandse motorschip 'Kloosterkerk' op stootgaren. Over 'n uur zou het schip vertrekken. Stuurman Bijlsma begon zich ongerust te maken omdat het grootste deel van de bemanning niet was komen opdagen en kennelijk in stamcafé 'Het Zwartje' een afzakkertje zat te nemen.
'Leerling,' zei hij tegen Piet Sterrenburg die pas 'n blauwe maandag aan boord was en nog weinig van het zoute water had geproefd. 'Ga de wal op en zeg tegen de maten dat we over twintig minuten voor en achter maken!'
'Okee, stuurman,' zei Piet.
'En laat je niet naaien!' riep de stuurman nog. 'Ik zei twintig minuten!'
Piet scharrelde over de laaghangende gangway de kaai op en liep onder de ouderwetse daken van de GroenNatie door de poort uit naar het café, dat hij aan de overzijde van de kaai wist te zitten. Toen hij voor de deur stond, hoorde hij binnen de pijp muzikaal al. Er klonk keihard gezang naar buiten op de tonen van een puur vals Belgisch pijporgeltje, en er werd gestampt met bierglazen. Naar binnen kijkend zag hij een tafereel als van Jan Sanders: los geklede zeelui, loslopende meiden, 'n hond kwispelstaartend naar een dronken kerel die met bierworstjes zat te gooien, en een gezette kastelein met een enorm voorschoot, hand in de zij, de andere aan de tap, toekijkend als een politieman.
Piet besloot het handig aan te pakken, wachtte op een pauze in de muziek, zette zijn rechtervoet over de drempel en riep zo hard hij kon: 'Mannen van de Kloosterkerk, we vertrekken over twintig minuten. Ik kom jullie halen namens de stuurman!'
Een ijzige stilte volgde, en toen kwam de arm van de bootsman als die van een octopus naar buiten, greep de leerling vast en sleurde hem naar binnen. 'Okee, leerbeest,' zei de Bootsman. 'We komme zo; effe de glasies leegmaken. Ga zitten en neem er een van ons ... !' Piet aarzelde; zijn instinct waarschuwde hem dat hij bezig was de boot in te gaan, maar het orgeltje begon weer te spelen en het gezang ging over in gedans, waaraan hij niet kon ontsnappen. Een struise madam vatte hem onder de armen en draaide met 'm weg op een wals die hem duizelig maakte. Vermoeid en veel zweet verloren hebbende, werd hem nog eens ingeschonken en nog eens. Een olieman, die vroeger stoker was geweest, wipte de as van z'n zware Van Nelle in het bier van de leerling en de anders zo ruwe bootsman legde een arm over zijn schouder en zei: 'Leerbeest, straks zitten we weer voor vier tot zes maanden in de Persche Golf en in de Golf van Bengalen en daar is niks te zuipen dan bedorven geitemelk en niks te halen dan 'n kwaadaardige druiper, dus gun de maten dat ze hun glasie effe leegdrinken; dat schip kan zonder ons toch niet weg, en dat weet de stuurman; die zeurt altijd uren te vroeg over voor en achter, dus drink je glasies leeg; dit is van de timmerman, en daar staat er nog een vanwege het zwarte koor, die arme donders, bloed zweet en tranen, ze mógen je wel...'
Hij was moeilijk te verstaan want er werd luidruchtig gezongen. 'En we gaan nog niet naar huis, nog lange niet, nog lange niet, hé Marie kom hier! Kan net nog effe poepe! Als de klok van Arnemuiden, welkom thuis voor ons komt luide, is de vreugde soms vermengd met natte pis, als een schip op zee gebleven is! Hatjee! En altijd gaan er schepe aan Katundrecht voorbei maar de schuit van blonde Arie die was er nooit meer Bai ... Tralalálalala ... ! Jezus, daar hebbie de stuurman!'
Daar stond hij breed in de deuropening. 'Pilsie, stuur?' zei de bootsman. De stuurman loerde rond. Hij kende het sfeertje, kon dat niet onmiddellijk breken want dan kreeg ie slaande ruzie en de mannen niet mee, en zei, hoewel hij woedend was, 'Eentje dan, bootsman ... De laatste ...'
'Hoera voor de Klotekerk!' zei de bootsman. 'Mannen, de allerlaatste!'
De stuurman zag ginds de leerling lazerus over de tafel hangen. Marie, zelf ook half teut, zat aan hem te frummelen, en zei ' 't Is een lieverd, ken je 'm niet 'n reisje missen, stuur?' 'Nog een afzakkertje, stuurman?' vroeg de bootsman.
'Hoe kregen jullie die leerling zo gauw beroerd, bootsman?' vroeg de stuurman. 'Zeker die ouwe truc van sigarette-as in z'n bier... !'
'Ik zou het niet wete, stuur,' zei de bootsman. 'Sjonge, d'r zit geen leven meer in!'
De stuurman gromde. 'Voor en achter!' zei hij. 'Arie en Hans, sjouwen jullie de leerling aan boord en leg 'm in z'n kooi zonder dat de Ouwe het ziet .. .'
'En laat ' niet vallen!' zei de bootsman nog. |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4613 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 23 Dec 2022 16:22:33 Onderwerp: |
|
|
Japans bad
De reis met de motortanker 'Oligarch' van het hete Pladjoe op Sumatra naar Shimonoseki in Japan zat erop. De aan de langdurige hitte van de tropen gewend geraakte bemanning fleurde op in het weldadig frisse weer van de Japanse aprilmaand en snoof met welbehagen de zuivere lucht, de kou, en de reinheid van land en bevolking in. De stank van olie en het getjonk van de pompen verstoorde de stilte van het raffinaderijgebied waar het schip lag te lossen. Voor velen was die bekende geur en sfeer van tanker en raffinaderij, haven en kade, na zoveel maanden zee en benzinedamp plotseling onhoudbaar geworden. Nu de kans er was de wal op te gaan liet men die niet schieten. Wie geen wacht had, bivakkeerde ergens aan de vaste wal, en niet alleen om de benen te strekken, naar de kapper te gaan of een brief te posten, zoals dat heette ... Er was een geisha-huis in de buurt van de haven, met een eethuis en annex bar, waar lichtvoetige Japanse vrouwtjes rondliepen met doekjes voor de mond en slepende sandalen aan hun kleine voeten. Ze maakten het verrukkelijk geurende eten tot een feestmaal, en vooral de warme Japanse wijn of saké viel erin als peen in een konijn. Nee, een eethuis of geisha-huis was geen bordeel. Wie dat wilde, moest elders zijn, hoewel de warme saké aanleiding gaf tot opgewonden gevoelens en gedachten in de richting van verhoogde potentie.
Derde wtk Piet Dijkstra, lang van huis en ongebonden, voelde tijdens de soekiaki de bui al aankomen. Ze keek hem zó vertederend aan van achter dat doekje als ze wat opdiende, dat hij als wás werd en opnieuw droomde van een baan aan de wal, in de nabijheid van zo'n vrouwtje. Niet van die stomvervelende, gefrustreerde kerels de ganse dag om je heen, maar zóiets; zo vriendelijk, zo beleefd, zo voorkomend, zo bereid ... tot alles! Piet Dijkstra zuchtte, en vroeg nog 'n saké; zo'n heerlijke gloeiende wijn, die iemand in vervoering bracht, vooral met op de achtergrond dat zachte, ruisende gewaad en het poppegezicht erboven als van een engel. En alles was zo brandschoon, dat hij zich vies begon te voelen als opvarende van de roestbak 'Oligarch' die op haar laatste zuigerveren liep en weldra naar de sloop zou gaan.
'Is hier een badhuis in de buurt?' vroeg hij, en ze glimlachte toen ze zei: 'De meeste zijn nu gesloten, meneer!'
'Jammer...' zei Piet, zichtbaar teleurgesteld, 'want ik ben er wel aan toe na die lange reis vanuit dat hete Indonesia ... ' 'Misschien kan ik u helpen,' zei ze met haar lieve, zachte stemmetje, 'dan gaat u maar met mij mee naar huis ...'
Piet Dijkstra begon zwaar te ademen. 'Wacht buiten op me!' zei ze nog, 'n hand door z'n haar halend. 'Ik ben binnen een kwartier klaar...'
Hij slurpte opgewonden de laatste saké naar binnen, rekende af, en stapte de kille avond binnen, meer dan ooit verlangend naar een stoombad ... en haar. Dat leek 'm Paradise Regained! Hij rilde als een riet toen ze naar buiten kwam en voor hem uitklepperde naar haar woning. Eenmaal binnen in het kraakzindelijke huis werden zijn jas en schoenen met een glimlach meteen door haar uitgetrokken, drukte ze een kimono in zijn benevelde handen en stak zijn koude voeten alsof het een ritueel betrof in een paar zachte sandalen. 'Kleed je dáár uit!' zei ze nog, een rieten beschot opzij schuivend. 'Ga dan onder de koude douche hier, en kom dan door die deur daar naar de badkamer. Ik zal op je wachten ... Nee, we gebruiken in bad geen badkleding .. ' Ze liet Piet met een betoverende glimlach alleen. Zenuwachtig en in haast begon hij zich uit te kleden, kroop onder de ijskoude douche die hem deed kreunen van de pijn, sprong er onderuit en beende poedelnaakt naar de badkamer. 'Ik tjomp erin!' dacht hij. 'Ik tjomp er zó in!' Toen hij binnen aan de damp gewend was, zag hij haar zitten in dat grote, ronde, verleidelijke bad. Ze wenkte, maar hij weifelde. Hij vroeg zich af of hij er nog wel bij kon. Papa-geisha en mama-geisha, opa-geisha en oma-geisha en twee van die kleine krengen van kinderen, met van die spleet-oogjes, zaten er namelijk ook in... Ze grinnikten en knepen die ogen daarbij dicht, alsof ze stikten van de lach. Of was het pure beleefdheid en vriendelijkheid? Vreemd, maar Piet voelde zich toch gewoon belazerd ... |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4613 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 12 Jan 2023 18:22:16 Onderwerp: |
|
|
Ruigpoot gevangen
Het menu aan boord van de trage Nederlandse motortanker 'Felipes' was weliswaar vrij gevarieerd, maar het was nu eenmaal een gegeven dat alleen de ingeslagen proviand kon worden genuttigd, daar niet zoals in Giethoorn het bootje van de bakker, groente- of visboer zo midden op zee even langs kon komen. Kok-hofmeester Naerebout had na jaren praktisch in de gaten gekregen dat het versmenu, wát je als kok ook deed, altijd tekort schoot. Dus hij. Hoe kon je de onuitputtelijke voorraden van de zee rondom benutten, was de grote vraag die hem bezighield. Langzamerhand had hij vanuit zijn positie de stuurlieden er toch van overtuigd, dat in geselecteerde tropische gebieden de Walkers Patent Scheepslog beter voor de visvangst gebruikt kon worden. Dat was een overwinning voor Naerebout. De achter het schip door de scheepssnelheid ronddraaiende koperen schroef van de log werd verwijderd en het lange loggetouw aan het eind van een ferme haak met aas voorzien. Aan de zijde van het achterschip werden de logklok en het vliegwiel verwijderd en vervangen door die zgn. Naerebouts Patent Vismelder. Deze berustte op een veer met pal en slagpen welke bij een ruk aan de lijn een hardnekkig soort bel in werking stelde, die overal op het schip werd gehoord. Door de jaren heen had een generatie zeelui van de maatschappij in tropische gebieden geleerd op die signalen te reageren en was al heel wat vis binnenboord gesleurd, welke over het algemeen op het menu terecht kwam. Kok-hofmeester Naerebout stond als culinair autoriteit weliswaar goed bekend, en iedereen accepteerde hem daarom voor wat hij was, maar nadat ie een verhouding was begonnen met die berber koksjongen, en daar gearmd mee aan dek ging lopen, ging menig bemanningslid tegenliggen.
Op 'n zondag met vast-werken was de kapitein jarig, die de baas/hwtk tegen noen had laten komen om voor de lunch nog even 'n ruime borrel te genieten. De bemanning kreeg ook ruimschoots schoot-an. Maar het liep zoals gewoonlijk in rustige wateren 'n beetje uit. 'Zet maar wat neer!', zei de Ouwe die bloed voor z'n hart kreeg om half drie tegen Naerebout. 'En blijf nou maar niet langer standby.' Ze hadden samen intussen al anderhalve kruik gedraind en de ullage (vrije ruimte boven vloeibare lading in een tank) van de derde kruik werd ook al aanzienlijk groter. Dus stond 'n uur later de lunch in de kapiteinshut nog steeds standby en de bodem kwam alweer in zicht, terwijl Naerebout allang met de jongen in zijn hut verdwenen was. Wat speelde zich af? De rust aan boord en vooral in de hut van Naerebout was groot en de aangeschoten, gefrustreerde crew besloot dat 'dat gesodemieter' nou maar 's afgelopen moest zijn, pakte een loggetouw en op het moment dat de Patent Vismelder alarmerend overging, stormde men Naerebouts hut binnen en wikkelde hem in Adams-kostuum in het loggetouw. De berber jongen kwam met schrik vrij ...
'Jan!', zei de baas die in de hut van de kapitein op z'n gemak onderuit zat: 'Ik hoor het volk naar boven kommen!' Maar er werd al op de deur geklopt.
'Kapitein!', riep de bootsman. 'We komme effe melden dat we 'n ruigpoot hebben gevangen! En we zijn niet eens gestopt ... ' 'Ruigpoot?', zei de hwtk moeilijk, die de visbel had gehoord.
'Wat is dát nou weer voor 'n beest? We hebben al barracuda's gevangen, en sailfish en haaien en tonijn en dolfijn ... maar 'n ruigpoot ... ! Hoe ziet ie eruit, boots?'
'Wil je 'm zien?', riep de bootsman.
'Is ie groot of vuil?', riep de Ouwe, denkend aan een soort Moby Dick met bloed en schubben in z'n brandschone hut. 'Valt niet helemaal tegen, kapitein!', zei de bootsman.
'Nou, laat maar zien dan!', zei de kapitein, te vol om op te staan.
De deur ging even open en de schaars geklede Naerebout werd kort op de mat gelegd.
'Da's dus 'n ruigpoot!', zei de baas na enige ogenblikken van diepe stilte. |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4613 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 13 Jan 2023 14:56:58 Onderwerp: |
|
|
Valse schaamte
Het was warm in Kingston, Jamaica. De hele dag had de vuurbal van de zon in het sissende blauw van de hemel gehangen, maar toen de avond begon te vallen, leek het land te herleven. Er stak een zeebries op die weldadig over het eiland heen streek en de invloed van het afkoelende water van de Golf van Mexico bevestigde. 'Als je ooit in Kingston, Jamaica komt,' had de stuurman grinnikend gezegd, 'moet je vooral naar de Cinema Roja of Rooie Bioscoop gaan, want dat is goed voor je opvoeding en je lacht je rot!' Dat had Willem Groenhorst, 3e wtk aan boord van de witte fruitjager 'Vitamine Caesar', maanden van huis, scherp staande maar als de dood om wat op te lopen, in de oren geknoopt. Hij had zich voorgenomen tijdens de avonduren ongezien van boord te sluipen, want hij wilde voor niemand aan boord weten naar de dirty pictures te gaan. Geholpen door de duisternis, liep hij langs de strandweg de lokkende fuik van de stad in, links de ruisende bladeren van de palmen als grote, natuurlijke waaiers zwaaiend naar de sterren in de hemel en rechts een voorproefje, want op het nasmeulende strand werd door schaars geklede, giechelende verliefde paartjes openlijk gevrijd. Naarmate de stad naderbij kwam, en Arie het net van haar lichten binnenliep, voelde hij zich gevangen en bespied, zoals vroeger in zijn woonplaats, waar sociale controle vanachter gordijntjes en via spionnetjes gebruikelijk was om de dorpstamtam te kunnen roeren. Hier vielen zijn blanke huidje en blonde haar ook wel op, maar zo te zien was hij de enige van de bemanning.
Door de straten van Kingston dwalend, ontdekte hij in het centrum de beruchte Cinema Roja, en loerde van op afstand naar het reclamebord. Doorlopende voorstelling, dus hij kon zó naar binnen piepen. Na nog eens goed om zich heen gekeken te hebben, waagde hij het erop en werd hem in het pikdonker een plaats aangewezen. Eerst zag hij geen hand voor ogen; toen trok het op. 'Peeping Tom' heette de eerste film. Achter een bosje zat een louche kerel een beeldschoon, badend meisje te bespieden, maar op het moment dat Tom voorover wilde lopen, verscheen er 'n ridderlijke Don Juan, die de vieze voyeur weliswaar vakkundig in elkaar ramde, maar daarna zelf uitgebreid langszij ging liggen.
Willem vond er niet veel aan. Thuis liep iedereen de badkamer in en uit en naakte zusjes betekenden voor hem geen geheim. Flauw, vond hij, maar vlak naast hem zat een gezette kerel die naar zweet stonk zwaar te hijgen; zeker niks gewend, dacht Willem ... Nu de mist was opgeklaard kon hij in zijn nabijheid figuren ontwaren. Er zat minstens 50% vrouwen in de zaal en dat snapte hij niet. Er kwam een tekenfilm met een Popeyeachtige figuur die zo zwaar geschapen was dat zijn zware spier per kruiwagen vervoerd moest worden. Hij viel ermee in een cactus en haalde schreeuwend van pijn de stekels er een voor een uit. Hij blééf aan de gang. Kennelijk was deze herhaling voor de producent van de film goedkoop en tijdvullend. Daarna struikelde de arme donder over een molshoop, zodat hij de hele aardkloot vol met mollen, mieren en muizen aan de mast had hangen, en dat was zo'n koddig gezicht dat Willem tranen in de ogen kreeg van het lachen. Maar niet voor lang, want het licht ging plotseling aan. Einde en begin voorstelling. 'Dag Willem!' hoorde hij plotseling en ontwaarde achter zich de tweede wtk, en ginds zwaaide de tweede stuurman die naast de derde zat die naast de steward zat die naast 'n matroos zat, en toen ging gelukkig het licht weer uit. Arie zat in het donker na te blozen. Hij sloop even later de bioscoop uit, maar dat hielp niet want de volgende morgen was aan boord breed bekend dat Willem de seksbioscoop met een bezoek had vereerd.
'Valt me van je tegen!' zei de kapitein. 'Maar maak je niet ongerust ... Je bent de enige niet ... Ik stel een dag gagestraf voor. Het geld gaat naar de Zeemansmissie van Kingston ... Of heb je daar wat tegen?'
'Nn ... ee, kapitein!' zei Willem. 'Pu ... pu ... prima idee!'
'Goed, dan breng je het zelf maar even bij de dominee in de parochie. Hij weet al dat je komt ...' zei de kapitein met pretlichtjes in zijn ogen. "t Is elke reis zo, en op die manier houwen we de zaak aan het draaien ...'
Willem kon er niet onderuit, schoof opnieuw de wal op. Over sociale controle gesproken! meesmuilde hij. 'Thank you very, very much, my son!' zei de pastor. 'And may God bless you for your evil deeds!' |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4613 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 16 Jan 2023 22:25:52 Onderwerp: |
|
|
Ontmoeting in straat Hormoes
De driehonderdvijftigduizend-tonner 'Shell Reus' voer op kruissnelheid door de smalle straat Hormoes op weg van Ras Tanura naar Rotterdam. Ze had het Schelp-embleem in de schoorsteen, maar het Liberiaanse dundoek aan de vlaggemast. Het zeewater dampte en rook naar rotte vis. Fijn zand hing als een prikkelende nevel in de atmosfeer en verminderde het zicht tot minder dan anderhalve mijl. De nabije kust van Oman was niet waar te nemen en de kale, rotsige kegeleilanden bij Kaap Moesandam evenmin.
Er was betrekkelijk weinig scheepvaartverkeer. De 'Reus' voer op instrumenten en radar. Kapitein Jelle de Jong stond op de bakboord brugvleugel en stuurman Hans van Aken keek in het stuurhuis op de radar.
'Hans,' zei de kapitein, door een kijker loerend, 'daar komt die grote blip die we op de radar zien.' Aan bakboord doemde door de zandsluiter heen de vorm van een tegenligger op, die snel naderbij kwam. Ze zou op minder dan een halve mijl passeren. Kapitein De Jong bleef als vastgenageld staan. Zijn kijker volgde de voortgang van de tegenligger en speurde naar haar identiteit. 'Een Esso-boot!' bracht hij uit. 'De Esso Europoort, zo te zien.' Ze was groter dan de 'Reus' en voer ook onder Liberiaanse vlag. Kennelijk had hij die hulk al meer zien opdoemen en herkende haar profiel. Dat was omgekeerd ook zo. 'Hallo Dwerg,' sprak de marifoon. 'Hier de Esso Europoort, stuurman Schuring hier. Hoe was 't in ons Golfje?'
Stuurman Van Aken bewoog zich nauwelijks toen hij vanachter de radar beheerst naar de marifoon greep, en sprak: 'Hallo Esso Neuropoort, hier de Shell Reus. Welke Golf ... ?'
'De Arabische of de Perzische, wat maakt 't uit?' kwam het antwoord terug. 'Hebben jullie nog wat bijzonders gezien?' 'Zand, kamelen en Arabieren ...' zei Van Aken geeuwend. 'En 'n paar vliegende tapijtjes... '
Kapitein De Jong grinnikte. 'We zitten hier in Straat Hormoes, Schuring. Ik kan je wel een kaart lenen als je armoedige maatschappijtje dat niet betalen kan ... '
'O. In Straat Hormoes ! ' kwam het antwoord. 'Dat is weer 's wat anders dan in de Warmoesstraat ...'
'Waar heb jij school gegaan? Zeker in Vlaardingen,' vroeg Van Aken, 'daar spreken ze de H niet uit ... Behalve als ze oerwoud moeten zeggen ...'
'Kweekschool Amsterdam, collega ...'
'Nog erger!' kwam Van Aken. 'Zeg, blijf een beetje uit m'n buurt, alsjeblieft. Die navigatieleraar Haverkamp van jullie heb ik nooit vertrouwd.'
Het bleef even stil. 'Jij bent zeker die Van Aken, die bij ons geen baan kon krijgen?'
'Jawel, die ben ik. Ik kon daar met mijn goeie cijferlijst natuurlijk niet terecht. In welk gehucht woon je, Schuring?' 'Schoorl!' zei Schuring, kort en zonder emotie.
'O, waar ligt Schoorl? Achter de Dom?' volgde een kletsend geluid. 'Hoe spel je dat?'
'Grote suh, kleine suh, huh, hoepeltje, hoepeltje, ruh, luh ...' zei Schuring. Maar kapitein De Jong schudde het hoofd, alsof al die flauwekul hem nu toch te ver ging. 'Okay,' vervolgde Schuring ginds, hoorbaar grinnikend. 'En wat is deze reis jullie lading? Shell oil, I presume?'
'Nee, Esso Neuropaat. We hebben TSR geladen ... '
'TSR,' was de vraag, 'wat is dat, Van Aken?'
'Ach, de mensen die met de tijger in de tank van jullie proberen te rijden in Rotterdam staan meer stil dan dat ze vooruitgaan. Wij hebben daar wat op gevonden ... TSR betekent Tiger Shit Remover!' |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4613 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 18 Jan 2023 15:41:13 Onderwerp: |
|
|
Fuck the chief!
'Hallo stuurman! My sinaasappels very good!', roept die Portsaidse Egyptenaar uit de diepte, waar hij met zijn boot vol handelswaar, het driehoekige zeil om de mast geknoopt, langszij van het tijdelijk aan de boeien gemeerde Nederlandse motorschip 'Roepat' ligt. 'Grroot en sappig, menir! Tien gulden voor twaalf!' 'Ben je gek geworden, Ali Ben Ossepoot!', roept derde stuurman Jan van Dalen, die aan de reling staat. 'Drie gulden voor twaalf!' 'Allal-il-allal!', klaagt de man, in bidstand voorovervallend in 'n boot en hoorbaar wenend. 'Hoe moet ik mijn twee vrouwen en twaalf kinderen te eten geven als ik zo word uitgezogen door 'n rijke stuurman uit een rijk land!' 'Had je maar moeten zorgen dat je niet zoveel kinderen kreeg, Ali ben Ali! Ja, assemaarcheilis machchalles! Maar ik betaal jouw kinderbijslag niet! Je bent rot duur, en dat weet je!' Ali richt zich op met tranen in de ogen, zet z'n fez weer op, mikt dan een touw met haak en katrol over de reling en schreeuwt: 'Allright, allright! Twaalf sinaasappelen voor vijf gulden only! Het is m'n ondergang, maar de Nederlanders zijn de rotste niet!' Hij bindt een leeg mandje aan het touw vast, en trekt dat via de katrol zelf omhoog. De bedoeling is er geld in te doen, als het boven arriveert. Wanneer dat gebeurt, wordt beneden de fruitmand vastgebonden, en die wordt omhooggetrokken terwijl het mandje met geld omlaag gaat. 'n Kwestie van wantrouwen. Beide manden komen elkaar halverwege tegen. Het gulden midden. Daar stopt de ruilhandel meestal even. Wederzijds is er dan enige bedenktijd. Soms wordt er plotseling aan beide zijden hard getrokken. Maar de praktijk heeft geleerd dat deze methode voor beide partijen, zij het niet helemaal waterdicht, toch het veiligste is. Boven, heeft de derde stuurman nog geen trek in het aanbod. Beneden heft de Egyptenaar de handen ten hemel en het moskese allal-il-allal is niet van de lucht. Hij roept: 'Money, money! Ik denk jij fatsoenlijke stuurman, maar vergissing!', en de derde antwoordt: 'Ik denk jij fatsoenlijke handelaar, maar vergissing!' 'You bloody fool! ', roept Ali. 'You bloody bastard!', roept de derde.
En dus is er een schaakmatpositie tot op het moment dat de derde zich van de reling terugtrekt en Ali met een zuur gezicht roept: 'Okay, okay! Haal op, drie gulden voor twaalf!' Terwijl hij het mandje met fruit langzaam ophaalt en de drie gulden in het andere naar beneden ziet zakken, krijgt de derde nu tijd na te denken of hij nu wel of niet de juiste prijs heeft betaald. Advantage Me, denkt hij tot op het punt van halverwege, waar voor hem Love overgaat in Advantage Ali ... Voor Ali ligt het omgekeerd. Op dat moment verschijnt de eerste stuurman, die de loods aan de gangway komt afhalen. 'Drie! Diezelfde vent heeft me een reis geleden belazerd. Ik deed niet erg snugger tien pond in die lege mand om een kameelleren poef te kopen, maar hij ging er vandoor!' 'Weet je zeker dat hij het is?', vraagt de derde. 'Die boot! Zelfde tuigage, zelfde naam "In'sh Allah", en z'n smoel kan ik wel uittekenen! Ja, hij is het. En als ie het niet is, heeft ie pech gehad!' 'Ali!', roept de stuurman. 'Hebbie nog mooie poeffen?' De man zet z'n fez recht. 'Jaja, stuurman, klauwelatewapperen, mooje kamelepoeffe, chodverdome, je vaar je moer voor 'n haarkam!', roept Ali, die aan dek van Nederlandse schepen wat Algemeen Beschaafd Nederlands heeft opgestoken, 'n paar gebleekte poeffen tevoorschijn toverend vanonder een dekzeiltje. 'Derretig gulden, tien pounds!' 'Die daar!', zegt de stuurman. 'Die wil ik hebben!' 'Mannie, mannie!', roept Ali, duim en wijsvinger tegen elkaar wrijvend en schalks lachend met zijn tandeloze gezicht. 'Nie kaikekaike niekoope!'
De stuurman pakt een tien pond biljet, laat het zien, en doet dat in de lege mand, maar trekt het terug in zijn vuist. De poef komt langzaam naderbij. Als het ene mandje boven is en het andere beneden, breekt de hel los. Maar aan de reling staat niemand meer; de boot dobbert nog even afwachten op het water van het Kanaal. Pats!, daar vliegt de eerste lege fles al kletsend tegen de scheepshuid, geworpen door een schuimbekkende Ali die in de mast probeert te klimmen om aan dek te kunnen kijken. Pats!, de tweede bottel spat op het luikhoofd uit elkaar, gevolgd door een hagel van overrijpe sinaasappelen. De loods, 'n smetteloos in het wit geklede Italiaan, pas aan boord gestapt, wordt frontaal getroffen door een rotte sinaasappel, maar stoomt onaangedaan door naar de brug waar de machine op standby staat voor vertrek. Dan klinken met een krijsende falsetstem de volgende historische woorden over Port Said: 'YOU CAPTAIN BAST ARD! BLOODY MACARONI PILOT! FUCK THE CHIEF!' De 'Roepat' fluit, ten teken van vertrek. De trossen vallen te water. De boothandelaren keren tijdelijk naar de wal terug waar Port Said - voor westerlingen het begin van het oosten - onbegrepen ligt te broeien aan de rand van de woestijn. Dit keer is Ali de sigaar, maar welke vreemde zeeman moet dat binnenkort bezuren? Zo gaat dat, sinds het Kanaal werd geopend, in Port Said tussen nieuwe en oude vrienden, vanaf de tijden van de machtige passagiersschepen, troepen-, oorlogs-, vrachtschepen of tankers, tot aan het einde der tijden. |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4613 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 19 Jan 2023 17:23:18 Onderwerp: |
|
|
Magnetron aan boord
De geallieerden hebben de Tweede Wereldoorlog ter zee gewonnen dankzij de uitvinding van het magnetron; een trilholte die efficiënt microgolven voor radar kan opwekken. Dat is aan de wal bij zich verjongende technische diensten niet algemeen bekend. Want nadat de marconist van het Nederlandse koelschip 'Chaotic' per telex een nieuw magnetron had aangevraagd, kwam er de volgende aanloophaven een oven aan boord.
'Wat 's dat nou?' zei stuurman Draaisma hoofdschuddend. 'Dat krijg je met die integratie van diensten! Niemand heeft nog verstand van onderdelen van het totaal. In hun computer staat het woord "magnetron", en dan krijg je natuurlijk 'n microwave!'
'Okay,' zei de kapitein. 'Dat radarmagnetron komen we dus tekort, maar met deze nieuwe oven kan de kok tekeer gaan ... ' 'Nee, we zetten 'm in de kaartenkamer voor de wacht!' zei de stuurman. 'Ze streven toch naar bemanningsvermindering?! Nou, we hebben 'r een mechanische hulpkok bij!'
'Volgens mij hebben ze 't expres gedaan!' zei de hwtk, 'om uit te testen of we 't ook zonder kok kunnen stellen ... '
'Over m'n lijk!' zei de kok. 'Daar haal ik de Bond bij!'
'Ach,' zei de kapitein. 'Het was gewoon 'n technische vergissing, maar nou we 'm toch hebben, moeten we het ding goed uitproberen. Kok, ga je gang!'
De kok schraapte de keel. 'Gebruiksaanwijzing!' las hij moeilijk, 'voorkom bloot... eh... blootstelling aan microgolf- straling...! Begint al goed!'
'Je kunt er dus wel rood maar niet bruin van worden ...' zei de stuurman. 'Lees verder!'
'Gebruik de magnetron nooit als ie niet goed functioneert ... !' spelde de kok. 'Ja, dank je de koekoek! Wat is daar nou voor nieuws aan? Mijn fornuis werkt ook niet als 't defect is. Zwiep de handel maar meteen over de muur!'
'Niks daarvan,' zei de hwtk. 'Kun je 'r olie mee verhitten?'
De kok bladerde in de gebruiksaanwijzing. 'Probeer in een magnetron niet te frituren!' las hij.
'Ik frituur verdomme niet!' onderbrak de hwtk hem, maar de kok negeerde dit. 'De temperatuur van vet of olie is niet beheersbaar, zodat oververhitting en brand kan ontstaan ... ! Zozo! En metaal mag er ook niet in. Dan gaat ie op tilt!'
'Wat 'n klereding!' zei de hwtk hartgrondig.
'De magnetron mag alleen worden afgesteld of gerepareerd door een ervaren servicetechnicus ...' las de stuurman. 'Blijf jij 'r dus maar af, marconist ... Je moet 'm trouwens alleen gebruiken om te koken, net als een kok, en niet oneigenlijk gebruiken, zoals ze 'n eerste stuurman altijd doen ...'
'Het stinkt hier...' snoof de hwtk.
'Plaats een kopje water- op kamertemperatuur- op het draaiplateau in de oven,' las de kok. 'Kámertemperatuur. Wáter ! Dat ding is dus niet te gebruiken in de tropen, en aan de polen ... '
'En ook niet voor lui die graag een borrel lusten,' zei de hwtk. 'Waardeloos!'
'Ben ik het mee eens,' bevestigde de kok, verder lezend. 'Sluit de deur goed af. Zet de magnetron nooit leeg aan, want dan kan de magnetronbuis beschadigen ... 0, hij kan niet tegen 'n lege maag ...'
"t Is er een met gebruiksaanwijzing, net als jij,' stelde de stuurman vast.
'Maak gaatjes in groenten en fruit die een schil hebben, zoals aardappels en appels, voor u gaat koken .. .' las de kok.
De stuurman greep de gebruiksaanwijzing en hikte even. 'O, dat betreft jou, meester... 't Gaat over 'n ei. Prik er een gaatje in, ook in de dooier, want druk in het ei zal uiteenspatting tot gevolg hebben.'
'Wat mot ik daar nou mee?' zei de kok lachend. 'Ken ik zondags geen eitje koken ... Weg dat ding!'
'Mag ik 'm dan meenemen?' zei de marconist, 'om 'm uit te proberen ... '
'Je doet maar!' zei de stuurman. 'We merken 't wel! Als je onze radar maar draaiend krijgt voor vertrek ...'
De marconist trok zich in de radiohut terug en werd 'n dag niet meer gezien, maar zeulde toen de magnetronoven naar de brug en rommelde wat met pcb's en ic's. En de radar draaide weer, hoewel er allerlei draden naar de magnetronoven liepen.
'Kijk ook maar 's in dát kassie!' zei de marconist met 'n knipoogje naar de stuurman, wijzend op de magnetronoven.
"t Is casueel!' zei deze, alsof hij het meteen begreep. 'Ik ga de kapitein halen ...'
Ook de kapitein kwam, zag en overwon. 'Je gaat ze allemaal maar halen!' zei hij grinnikend.
Een voor een kwamen ze kijken, net zoals vroeger bij de kiekkast van 'n kind, en met diezelfde opgewonden nieuwsgierigheid.
'Die radar draait weer, maar wat zit 'r in die oven?' vroeg de hwtk.
"t Lijkt wel een kip!' zei de kok, 'en wat ligt 'r naast? 'n Vis?'
"n Gebraden meeuw en 'n dito vliegende vis,' zei de marconist. 'Wa's dat nou weer voor flauwekul,' zei de hwtk.
'Heel eenvoudig,' zei de stuurman. 'Dat magnetron werkt zowel voor de radar als voor de oven ... Nou, 'n radarstraal treft doelen, niet waar? Ook meeuwen en vliegende vissen zijn
radardoelen en dát is het resultaat... Ze komen in de oven terecht en worden gaar. Wat zullen we van de reis gevarieerd eten, mannen! Leve het magnetron, of is het dé magnetron?' |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4613 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 21 Jan 2023 12:55:19 Onderwerp: |
|
|
'n Kleine oorzaak
Aan: Heli Tankers BV Rotterdam Van: Kapitein Willem (Bill) Humburg
m. t. Serenia, Hamburg
Mijne Heren,
Met grote spijt en in haast schrijf ik u deze brief, opdat zal blijken welke kleine oorzaak leidde tot dergelijke grote gevolgen. Ik schrijf u in haast, omdat ik wil bevorderen dat u dit rapport ontvangt vóór de wereldpers er zich meester van maakt, zodat u zich een opinie kunt vormen, omdat genoemde pers de zaak wel weer zal opblazen! We hadden dus in Hamburg juist de loods opgepikt, toen de leerling terugkwam van het neerlaten van vlag 'G' en het hijsen van de 'H'. Maar omdat het zijn eerste reis was, had hij moeite met het oprollen van de vlag, en ik deed het hem dus voor. Zo is het begonnen! De jongen hield het doek vast en ik zei 'Lekko' en hoewel de knaap wel gewillig maar niet snugger is, moest ik mijn bevel op vinniger toon herhalen: 'LEKKO!' Op dat ongelukkige moment kwam de eerste stuurman uit de kaartenkamer lopen, waar hij met plotten bezig geweest was, en hij gaf mijn zogenaamde bevel door aan de bak, in de veronderstelling dat het ons anker betrof. De derde stuurman op de bak liet daarop het anker vallen, terwijl het schip notabene nog volle kracht voer, waardoor de ankerwinch uit het dek werd gerukt. Het afrem-effect naar stuurboord was er oorzaak van dat mijn schip die kant uit koerste, en wel in de richting van een brug over de Elbe. De bruggewachter vertoonde grote tegenwoordigheid van geest door de brug voor mijn naderende schip open te draaien, doch lette daarbij niet goed op het wegverkeer, ten gevolge waarvan genoemde brug weliswaar halfopen ging, maar een Volkswagen, twee fietsers en een veewagen op het voorschip terecht kwamen. Op dit moment zijn mijn matrozen bezig de inhoud van genoemde veewagen te verzamelen; zo te horen varkens.
In een uiterste poging de vaart uit het schip te halen, liet de derde stuurman ook het bakboordanker vallen, maar wel even te laat, want het kwam op het bruggewachtershuisje terecht. Ik gaf natuurlijk vol achteruit, en telefoneerde persoonlijk naar de machinekamer om maximaal te krijgen, maar kreeg te horen dat de temperatuur van het rivierwater 23 graden was, en of er vanavond nog een film draaide ... Mijn korte, doch heftige antwoord zal ik hier niet herhalen. Tot nu toe heb ik me beperkt tot de activiteiten op het voorschip, maar achteruit waren er ook problemen ontstaan. Op het moment dat het tweede anker viel, was de tweede stuurman aldaar bezig met het uitvieren van de tros voor de sleepboot. Het plotseling afremmen van mijn schip had het resultaat dat de sleepboot achter op de kont botste, op het moment dat mijn schroef vol achteruit begon te slaan. De goede actie van mijn tweede was om de tros onmiddellijk te hieuwen, waardoor de zinkende sleepboot voldoende tijd kreeg om zonder persoonlijke ongelukken te worden geabandonneerd.
Vreemd genoeg was er op het moment dat wij het tweede anker lieten vallen, plotseling een blackout aan de wal, zodat ik vermoed dat hoogspanningskabel hebben geraakt. Het is een kwestie van geluk bij een ongeluk dat de hoogspanningskabels die de wij een onder water liggende voormast raakten op dat moment stroomloos waren ten gevolge van genoemd spontaan ankeren. Het zal me altijd blijven verbazen hoe vreemdelingen op dergelijke gebeurtenissen reageren. Bijvoorbeeld de loods. Die zit op dit moment ineengedoken in mijn hut te grienen en te kreunen nadat hij een hele fles whisky in recordtijd heeft leeggedronken, welke poging- à propos -in het Guinness Book of Records kan worden vermeld, hoewel ik natuurlijk niet in de gelegenheid was de tijd op te nemen, waarvoor excuses.
En de sleepbootkapitein reageerde furieus. Hij moest door mijn stuurman worden gevloerd en vervolgens met handboeien om in het hospitaaltje worden opgeborgen, vanwaar hij mij schreeuwend van woede uitdaagt rare dingen met mezelf en/of het schip te doen. Gelieve hierbij aan te treffen de namen en de adressen van de betrokken chauffeurs en de verzekeringsmaatschappijen van de auto's op mijn voordek, zodat u in de gelegenheid bent de lichte beschadigingen aan de stuurboordsreling te claimen. De gemolde varkens heb ik in de proviand vrieskast laten opbergen voor toekomstig gebruik, wat het voedingscijfer gunstig zal beïnvloeden, want het zijn er nogal wat. De fietsen heb ik geconfisqueerd; die hadden de stuurlui hard nodig bij voor- en achtermaken. Dit rapport is uiteraard voorlopig. Ik vind het nogal moeilijk me te concentreren met zoveel lawaai van politievaartuigen en ambulances om me heen, waarbij ook de diverse lichtflitsen verblindend werken. Het is bedroevend te moeten overdenken dat, indien de leerling zich had gerealiseerd dat het niet nodig is een loodsvlag na invallende duisternis te voeren, dit alles niet was gebeurd. Voor het wekelijkse Accountancy-rapport wijs ik de nummers 0 voor Ongeval 0/750101 t/m 750109 aan. |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4613 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 23 Jan 2023 16:30:24 Onderwerp: |
|
|
Sail Amsterdam
Hoe je er als zeeman in kunt trappen tijdens verlof, is een raadsel. Schepies kijken ... , met duizenden anderen, naar SAIL AMSTERDAM ... Een happening zonder weerga in de wereld en een hommage aan 't schiprijck Amsterdam, schrijven de kranten. Wat mij betreft werd het BAIL AMSTERDAM. Moet je natuurlijk eerst het klassieke verschil kennen tussen Sail en Bail. Het eerste betekent varen, het tweede hozen. Dat hoort ongeveer bij elkaar. Zelfs op het windjammer 'Amerigo Vespucci' dat ook aan Sail meedoet, hebben ze een hoosvat, bestaande uit een lenspomp en als die defect is uit honderd cadetten die met hoosvaten het ruim in moeten onder het uitroepen van 'motore befrore', 'pompo completemente rotto', 'pantalonare necesse est' (hose = pantalon). Balling, bailing over the ocean blue! Praat me niet over shiplovers ! Kreeg namelijk een uitnodiging om SAIL AMSTERDAM in extenso mee te maken door vanuit Scheveningen zee te kiezen in een roestig door Lloyd's en Scheepvaartinspectie afgekeurd visserijvaartuig, dat na een opkalefaterbeurt geschikt bevonden werd om argeloze sportvissers met te weinig reddingsmiddelen en te veel drank buitengaats te brengen. Scheepte me dus welgemutst in en volgde in de Scheveningse binnenhaven liggende de algemene trend: pak een drankje en laat je met de uitgelaten schare shiplovers naar de verlengde pieren van IJmuiden varen, om de Vloot te zien uitvaren.
Het was een bont gezelschap van mensen die de zee niet kennen. De schipper trok zich binnen de haven al narrig in het stuurhuis terug en de kok stond in de kombuis met een waarschuwende glimlach op z'n gezicht kopstoten uit te delen - borrel+ biertje - terwijl hij in een hoek van de salon alvast een baal plastic vuilniszakken had klaargelegd. De ervaren man kreeg al snel gelijk, want we waren met de SCH 104 nog niet buiten de pieren, of de eerste celebrant lag al kotsend met z'n hoofd in een plastic zak op de vloer van de salon in katzwijm. Zoiets verspreidt een penetrante, onaangename geur, en als een schip van die grootte tegen windkracht zes in naar IJmuiden koerst, haalt het als een dronken kameel, zodat de derdevierdevijfde etc. scheepsliefhebber al snel naast de eerste in de plastic zak lag. Zo'n salon vol vomerende mensen verspreidt een nog penetrantere geur, en -om met Multatuli te spreken - het verhaal wordt eentonig. Na een half uur van die korte kustdeining lag driekwart uitgevloerd terwijl enkelen hun peperdure foto-apparatuur al never mind over de muur hadden zien gaan.
Mijn eigen vrouw, die toch wel wat zeemansbloed in de aderen heeft, stond notabene aan loef wezenloos de vissen te voeren en toen ik haar wilde redden, werd ik door een corpulente meneer ondergespogen, die daarbij bril en gebit kwijtraakte en smeekte of ik hem zelf ook wilde vrijzetten. Maar ik weet vanuit de praktijk dat zeeziekte, net als zwangerschap overgaat, dus ik dacht niet aan mercy-killing en liet hem alleen in zijn ellende en bemoeide me met een jongedame, schoon van lijf maar niet van kleding, die waarschijnlijk niet zwanger was, maar wel de verschijnselen van frequent overgeven vertoonde. Aan dat laatste kon ik, gezien de zeegang, weinig doen en aan het eerste was ze ook niet toe, zodat ik mijn eigen vrouw maar bij de andere patiënten vandaan sleurde en tussen de miserabelen op de grond van de salon neervleide. Ik vroeg een nieuwe plastic zak aan de kok en maakte de vergissing hem, vanwege storm en wind, hard toe te roepen: 'Heb je een broodje páling!' want ik had slaande honger. Het resultaat was een algemeen gerochel in de salon. Een aantal plastic zakken begon op opgeblazen ballonnen te lijken, en mijn vrouw keek me zó vuil aan, dat ik na een hap in het broodje paling maar naar buiten stapte, met medename van een heerlijk gebakken scholletje, die de kok toch plenty over had met dit weer. Het schip pikte een paaltje en de kotsgeluiden namen evenredig toe. Maar gelukkig zag ik tussen het buiswater door een levensgroot zeilschip op ons afkomen en dat had ik in mijn zeemansloopbaan al eerder meegemaakt. Van schrik liet ik paling en schol over de muur vallen, waar ze snel werden opgepikt door een stel krijslachende meeuwen, zodat Sail Amsterdam wellicht toch nog een happy end zou krijgen, ware het niet dat eerdergenoemde schipper door het bielsalarm gewaarschuwd zenuwachtig op de brugvleugel verscheen en een vuurpijl de lucht in joeg.
Die van de 'Vespucci' reageerden niet, dachten dat het een afscheidsgeintje was, maar wij stonden fotograferend te verzuipen. De schipper voer intussen volle kracht en zonder loods naar de pieren van IJmuiden, om het vege scheepslijf te kunnen redden en een oppertje te zoeken in de Vissershaven. De kok ging intussen met de pet rond, want binnenlopen kost havengeld, maar de meeste zeezieken gaven dankbaar zó gul, dat hij zelf ook binnen liep. Pas toen we weer op de kade stonden en samen in de richting van het openbaar vervoer liepen, want de auto was in Scheveningen achtergebleven, zei mijn vrouw plotseling: 'Ik ruik een baklucht. Er is daar een vistent. Ik zou best een scholletje lusten!' Naast ons zei iemand: 'Sijn se sondel glaat?' Het was de corpulente man, die ook weer opgestaan was, al was het zonder gebit. Ik heb zelf ook geen gebit, dus kon ik hem niet helpen. 'Zonder graten heeft Onze Lieve Heer ze niet geschapen, meneer!' zei de visbakker. Omkijkend zag ik de SCH 104 hellend voor de kade liggen en besefte die avond met vele anderen gelukkig niet in het courante nieuws te zijn verdaagd. De lenspomp van dat lekkende schip was tot ver in IJmuiden te horen. Iemand aan boord zong de bekende shantij: 'What shall we do with the drunken bailer!' Kennelijk sloeg dat op de kok die na een paar flinke kopstoten niet wilde hozen. In de bus zagen we honderden wuivende shiplovers langs het Kanaal en ik herinnerde me het oude gezegde van mijn verleden zeevader: 'Hij die de zee liefheeft, blijve aan de wal.' |
|
Terug naar boven |
|
|
Willem Visser Site Admin
Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 4613 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 24 Jan 2023 13:44:24 Onderwerp: |
|
|
Vader en zoon
Hans Rutten had een roemruchte vader, die al jaren als marconist op sleepboten had gevaren, en even goed met de seinsleutel overweg kon als met jenever. Men noemde hem de joppenkoning. In Maassluis was hij, tijdens op station liggen, met vele andere opvarenden stamgast in Café de Kroon aan de haven. Daar werden heel wat joppen gemaakt en verspeeld. 'Hij die de drank bemint, wordt in het werken trager. De kastelein wordt vet, maar hij wordt hekkemager', had Opa Rutten vroeger gedoceerd, maar Pa werd pas goed als hij een borrel op had.
Het was voorgekomen dat Senior door personeelsdienst van Smit Internationale vlak voor vertrek van de sleepboot 'Maas' met een kruiwagen aan boord was gepikold, want een sleepboot mag niet uitvaren zonder telegrafist; wel met een die tijdelijk uitgeteld is ... Maar dat duurde bij Senior nooit langer dan net buiten de pieren. Dan scheen de deining de drank te compenseren, en detecteerde hij als een scherpzinnige speurder waarheden en onwaarheden uit de morseseinen die hij ontving. Hans Rutten Senior had een zware, sonore stem als van een vonkzender die hij, als hij aan het jagen was op een jop op de Noordzee, in het Kanaal of elders, gebruikte om series vloeken door de radiohut te slingeren. Hij had ter verkrijging van zijn radiocertificaat moeten zweren via de radio geen liederlijke of staatsgevaarlijke taal te gebruiken en over het algemeen hield de chef hij zich daaraan, behalve als er een lastige concurrent in de buurt was. Maar in de kleine, bedompte radiohut - z'n bloed- eigen sanctuarium - was hij vrij godsliederlijke o's te laten rollen zoals die hem uit het gemoed en voor de mond kwamen. Joppen maken betekende geld verdienen, ook voor Rutten, die weliswaar niet voor het nageslacht spaarde, maar de hypotheek op sleperscafé de Kroon aardig had doen verminderen.
De kastelein ving ook veel joppen. Het luidruchtige sleperskoor van de boten die binnen lagen, jutte elkaar op en nam vaak alvast een voorschot. Eenmaal op zee, als het in de radiohut donderde, wist menig kapitein dat er een jop gemaakt óf verspeeld werd. Rutten deed als ogen en oren van de sleepboot alles om een jop te krijgen, tot het storen van radioverkeer toe. Verkeerde posities doorseinen, het vermogen van de zender verminderen om de concurrent de indruk te geven door het uitzenden van zwakke seinen nog ver uit de buurt te zijn terwijl het hulpeloos op de golven dansende jop al boven de kim lag, of de seinsleutel vastzetten zodat radio- en peilverkeer onmogelijk was, behoorde tot de strategische mogelijkheden van een jagende sleepboot. Toen Hans Junior, die wel in de voetsporen van zijn roemruchte vader was getreden, bij Wijsmuller ging varen, was de sleep los. Ze spraken elkaar nauwelijks meer, en meden elkanders roepnaam. Senior opereerde voor Smit vanuit Maassluis op de 'Maas', en Junior voor Wijsmuller vanuit IJmuiden op de 'Titan', en dat vroeg natuurlijk om ellende. Meestal hielden ze radiostilte als ze beiden op een jop stoomden, maar zolang het 'n LOF was (Lloyd's Open Form, basis no cure, no pay) was er nog wel enige love en sportiviteit in de ether en waagden ze het elkaar voorzichtig aan te roepen: 'OM, (Old Man). OTH? Ouwe jongen, waar zit je?' 'Ik lig nog binnen,' seinde Senior bijvoorbeeld, terwijl Dirkzwager de sleper al twee uren tevoren als uitgevaren had gemeld. En dat wist het kantoor van Wijsmuller in IJmuiden natuurlijk. 'Haha die pa!' seinde Junior, die erom moest lachen; die onverbeterlijke Old Man van 'm! 'Geloof je je ouwe heer weer niet?' seinde Senior terug. 'Eer je vader... en je moeder ook, als het moet!' Maar moeder de vrouw zat onwetend aan de wal in Maassluis ...
Ze hadden elkaar al menig jop afgesnoept, en de haat-liefde verhouding was constant, tot op de dag dat het zwaar verzekerde passagiersschip Statendam, pas van de werf Wilton en op haar proeftocht, ter hoogte van IJmuiden machinestoring kreeg. De situatie was explosief. Er bestond een stilzwijgende afspraak tussen beide rederijen dat alles boven Den Haag voor Wijsmuller was, en alles in de buurt van de Waterweg voor Smit, maar de Statendam behoorde tot een Rótterdamse rederij, de Holland Amerika Lijn, en dus stoof de 'Maas' erop af, nadat Smit en de HAL een losse afspraak voor een LOF hadden gemaakt. Wijsmuller had de telegrammenwisseling tussen werf en rederij natuurlijk ook gevolgd en de 'Titan' voer onder radiostilte volle kracht in de richting van de opgegeven positie, terwijl de 'Maas' net buiten de pieren zeker van haar contract de Statendam al begon te roepen. 'PHSE de PIZE, qto rdm bnd ur posn. eta 1600.' Hetgeen betekent: 'Statendam van Maas. Verlaten Rotterdam voor uw positie. Verwachte aankomst 1600.' Junior herkende het seinschrift van Senior, en zat zich te verbijten! De zékerheid die de man altijd letterlijk en figuurlijk uitstraalde! Smit had een LOF, dat wist ie! Junior meldde het bericht aan de kapitein. Deze begon vals te grijnzen en liep rustig naar de kaart. 'Smoel houwen en peil de Statendam als ie in de lucht is'. Wij hebben nog maar 'n groot uur te stomen, Sparks! Is het je ouwe heer?' 'Ja,' zei Junior met respect in zijn stem, 'en zo aan zijn seinschrift te horen heeft ie weer minstens een halve kruik op. Dan plakt ie ...' 'Plákt ie?' 'Ja, punten en strepen aan elkaar...' verduidelijkte Rutten. 'Hou 'm in de gaten,' zei de kapitein. "t Is een slimme vogel. Misschien zit ie al veel verder!'
'We hebben met kantoor afgesproken op kortegolf 4 MHz op te roepen, zodat die loereworsten ons niet kunnen afluisteren,' zei Rutten; "t Is bijna tijd. Ik probeer het.' In het halende, klamme radiohutje van de 'Titan' kwam het onverwachte bericht door dat zij mochten vastmaken omdat Wijsmuller een contract met de werf had afgesloten om de kreupele Statendam voor honderdduizend gulden naar Rotterdam te slepen. Dus niet op basis LOF, no cure no pay, wat een oneindig veel groter bedrag zou vergen... Een slag in het gezicht van Smit. Maar de 'Maas' voer volle kracht door. Een groot uur later had Wijsmullers 'Titan' in stilte vastgemaakt, en toen pas seinde Junior naar Scheveningen Radio. 'PCH de PFYW hebben vastgemaakt op Statendam. Slepen deze naar Rotterdam. Aankomst ... ' Toen scheen de ether te vergaan. De zender van de 'Maas' blokkeerde op meer dan vol vermogen praktisch alle radioverkeer. Scheveningen Radio en de 'Titan' hielden op want er was geen doorkomen aan. Toen seinde Senior met trillende sein tekens deze voor radioverkeer verboden, maar historische woorden: 'Vuil hoerejong, je ouwe vaar belazeren. Ik wou dat ik je in een dronken bui niet had gemaakt. Kom nooit meer in m'n buurt want ik zuip je af!' De verhouding Sr/Jr werd slechter dan hij al was, maar dat geldt ook voor die tussen Smit Internationale en Wijsmuller. En de Holland Amerika Lijn verdween uit Rotterdam, maar dat heeft waarschijnlijk een andere oorzaak ... |
|
Terug naar boven |
|
|
|
Geplaatst: 24 Jan 2023 13:44:24 Onderwerp: |
|
|
|
|
Terug naar boven |
|
|
|
|
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum Je mag niet stemmen in polls in dit subforum
|
|