Emydura subglobosa (Roodbuik spitskopschildpad)

[tanties]

ALGEMEEN:

Herkomst:
Zuidelijk Nieuw Guinea en uiterste noorden van Queensland in Noord-Australië.

Geslachtsonderscheid:
Mannen hebben een concave plastra en een langere en dikkere staart dan vrouwen.

Klimaatgegevens:
Tropische regenklimaat, met een droge tijd.

Biotoop:
Rivieren en zijtakken van de rivier maar ook in meren en lagunes.

Voortplanting:
Eierleggend, 4-7 jaar geslachtsrijp; eieren worden in vochtig gehouden landgedeelte gelegd, meerdere legsels per jaar van 6-16 eieren.

Bijzonderheden:
Dagactief, sommige exemplaren zonnen nooit, andere zonnen af en toe. Deze schildpad is een halswender, dat wil zeggen dat ze hun nek niet in kunnen trekken, maar hun nek tegen het lichaam aanleggen.


TERRARIUM:

Minimale afm. (lxbxh):
Oppervlakte: Minimale grootte voor een koppel 0,60 m2 (120x50 cm), met 1/3 landgedeelte. - Hoogte: Minimaal 50 cm.

Soort terrarium:
Aqua-terrarium.

Verlichting:
Algemene verlichting (tl's) + spotstraler boven landgedeelte, waar temperatuur tussen 35C en maximaal 38C noodzakelijk is. De verlichting moet rond de 12 uur branden.

Verwarming:
Luchttemperatuur 's winters 25C en 's zomers tot ongeveer 28 t/m 29C. Watertemperatuur 's winters 22C en 's zomers tot ongeveer 24 t/m 26C.

Luchtvochtigheid:
75 tot 85%.

Bodem:
Fijn zand met fijn grind.. Jonge Emydura's een maxmale waterhoogte van 10 cm. Na 1 jaar moet het water worden verhoogd naar de minimale hoogte van de lengte van het schild. Hoger is altijd beter.

Inrichting:
Boomstronken in het water kunnen gebruikt worden als zonplaats. Ze hebben graag enkele schuilplaatsen.

Planten:
Eendekroos (Lemna Minor), Waterpest (Elodea canadensis), waterhyacint (Eichornia crassipes), en andere waterplanten.

Hoeveel dieren:
Meerdere dieren van dezelfde familie huisvesten is mogelijk.


VERZORGING:

Voedsel:
Groen wordt niet of nauwelijks gegeten. Het zijn voornamelijk carnivoren. Zoals: garnalen, vis, regenwormen, mossels, insecten zoals krekels, babymuisjes, kattenbrokken en vlees.

Water:
Water moet goed gefilterd worden met een aquariumfilter met een grotere capaciteit dan voor een vergelijkbaar vissenaquarium. Eens per drie maanden water en filter verschonen. Filteren over actieve kool, dit omdat de dieren erg vatbaar zijn voor infecties.

Voedingssupplementen:
Vlees kan voor het geven bepoederd worden met Carmix. Evenals meelwormen.