tanties Beheerder
Geregistreerd op: 28 Mei 2013 Berichten: 59 Woonplaats: nieuwe pekela
|
Geplaatst: 28 Mei 2013 20:30:31 Onderwerp: salmonella bacterie |
|
|
Brononderzoek
De sociaal-verpleegkundige van de GGD en de veterinair deskundige van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) regio Zuid brachten een bezoek aan het gezin. In het huis, op zolder, troffen ze diverse diersoorten aan in verschillende terraria. Hieronder waren diverse kleurvariatiessoorten rattenslangen (Pantherophis spp.), rode regenboog boa’s (Epicrates spp.), een melkslang (Lampropeltis spp.) en tapijtpythons (Morelia spilota). Ratten en muizen, bestemd als voedsel voor de slangen, werden in een tuinschuurtje gehouden. In de woonkamer stond een kooi met een hamster en twee katten liepen vrij door het huis rond. Bij de aanwezige dieren werden in totaal 28 monsters genomen van feces, urine, cloaca (uitmonding van zowel darm als urinewegen) en drinkwater. De monsters werden op het microbiologisch laboratorium van de VWA regio Zuid onderzocht op Salmonella met behulp van de MSRV-methode (Modified Semi-solid Rappaport Vasiliadis-methode), gevolgd door een biochemische bevestigingsbepaling op de verdachte monsters met behulp van API20E-test (Bio Merieux) en een serotypering met 2 polyvalente sera (A t/m G en A t/m S). De positieve Salmonella-isolaten werden aansluitend naar het RIVM gestuurd voor verdere serotypering waarbij de serovariatie werd bepaald. Ook is een subtypering uitgevoerd waarbij het faagtype werd bepaald (vergelijking met 54 preparaten). Isolaten van het patiëntje waren aanwezig op het RIVM, zodat er een essentiële overeenkomst tussen de humane en dierlijke monsters onderzocht kon worden.
Resultaten
Van de 28 monsters waren er 17 verdacht op het voorkomen van Salmonella. Bij 4 isolaten (in tabel 1 met vetgedrukte tekst weergegeven) werd Salmonella typhimurium faagtype 350 aangetoond. Twee monsters hiervan (drinkwatermonster en cloacaswab) bleken afkomstig uit hetzelfde terrarium. In 2 terraria werden combinaties van 2 respectievelijk 3 Salmonella-subtypen gevonden. De 4 isolaten van de slangen waarin Salmonella typhimurium faagtype 350 was aangetoond werden vergeleken met het op het RIVM aanwezige isolaat van het patiëntje.
Deze isolaten bleken overeen te komen.
Behandeling van de dieren
Na consultatie van diverse specialisten op het gebied van geneeskunde van reptielen is door de veterinair deskundige van de VWA aan de houders van de dieren geadviseerd de slangen niet te behandelen met veterinaire antibiotica. De doorslaggevende reden hiervoor was het geringe effect van de behandeling op de uitscheiding van deze bacteriën. Het advies van het behandelend team van de GGD en VWA aan de ouders van het patiëntje was dan ook vooral gericht op het toepassen van een aantal preventieve maatregelen. Overigens verlopen Salmonella-besmettingen bij reptielen (en vogels), in tegenstelling tot bij zoogdieren, meestal symptoomloos. |
|