Algemene informatie Vogelspinnen

[Marc]

Herkomst:
Vogelspinnen vind je voornamelijk in Amerika, Azië, Afrika en Australië«. Vogelspinnen uit Amerika hebben over het algemeen een minder potent gif dan de vogelspinnen uit Afrika en Azië. Onder de veelgehouden vogelspinnen met een zwakkere gif vallen dan ook veel Amerikaanse vogelspinnen zoals Brachypelma en Grammostola. Amerikaanse vogelspinnen verdedigen zich over het algemeen met de brandharen op hun achterlijf, terwijl Afrikaanse en Aziatische soorten voornamelijk vertrouwen op hun gif. Dit maakt de meeste Amerikaanse vogelspinnen ook geschikter om mee te beginnen.

Daarnaast kun je vogelspinnen indelen in 3 verschillende leefgebieden, namelijk in bomen levend, op de grond levend en vogelspinnen die graven.

Vogelspinnen die in bomen leven vereisen een hoog terrarium. Vogelspinnen die op de grond leven hebben een groot bodemoppervlakte nodig en vogelspinnen die graven willen graag een hoge bodem.

Gif:
Alle vogelspinnen hebben gif. Er zijn vogelspinnen die licht giftig zijn, zoals Brachypelma en Grammostola en vogelspinnen die een potent gif hebben, zoals Poecilotheria en Pterinochilus. Hoewel er verschil in gifsterkte is, raad ik iedereen aan alle dieren ook als giftig te behandelen en dus voorzichtig te zijn. Je weet immers nooit of je allergisch bent voor het gif met alle gevolgen van dien.

Voeding en water:
Vogelspinnen eten relatief grote prooien. Voedseldieren die vaak worden gevoerd afhankelijk van de grote van de vogelspin zijn: sprinkhanen, krekels en kakkerlakken. Prooien die ook kunt voeren, maar niet als hoofdvoedsel zijn: Wasmotlarven (erg vet), Muizen (voornamelijk babymuisjes) en meelwormen. Jonge spinnen, ook wel spiderlingen of slings genoemd, voer je het beste 1 keer in de 5 dagen een prooi van de goede grootte. Volwassen spinnen voer je gemiddeld 1 keer per week a 1 keer per 2 weken een prooi van de goede grootte. Het is aan te raden om een schaaltje water in het terrarium te zetten. Sommige vogelspinnen, zoals de meeste boomspinnen, drinken liever sproeiwater.

Terrarium:
Vogelspinnen zijn goed te houden in speciaal daarvoor ontworpen terrariums, ook wel spinnenbakken genoemd. Deze zijn in verschillende maten te koop. Jonge vogelspinnen worden ook in kleine plastic bakjes gehouden. Als bodemsubstraat kan je verschillende spullen gebruiken. De meest gebruikte substraten zijn cocospeat en turfstrooisel. Let op dat er geen toegevoegde (giftige) stoffen inzitten zoals kunstmest. Je kunt het terrarium inrichten met takken, (kunst) planten, schors et cetera.

Verwarming:
Als verwarming kan je warmtematten, warmtekabels en lampen gebruiken. Een warmtemat plaats je gedeeltelijk onder de bak; ongeveer de helft tot twee-derde van de bodemafmeting. Een nadeel van warmtematten kan zijn dat de bodem te snel uitdroogt en dat bodemspinnen door middel van holen graven geen verkoeling kunnen vinden. Voor warmtekabels geldt hetzelfde. Als je kiest voor met lampen te verwarmen moet je een juist wattage uitzoeken voor de grootte van het terrarium. Vaak is 25 watt al meer dan genoeg in een spinnenbak. Let erop dat de spin zich niet gemakkelijk aan de lamp kan branden.

Vervellen:
Zeer jonge vogelspinnen vervellen elke 1 tot 2 maanden. Een volwassen vrouwtje vervelt ongeveer een keer per een à drie jaar en volwassen mannetjes niet meer.


Geslachtsonderscheiding:
Van sommige soorten hebben volwassen mannetjes tibiaalhaken aan de voorpoten. Met tibiaalhaken houden de mannetjes de vrouwtjes op afstand tijdens het paren. Naast deze methode zijn mannetjes te herkennen aan de over het algemeen dunnere bouw.
_________________
Life is all about finding people that are your kind of crazy.