Geruite Kousebandslang

[tanties]

Wetenschappelijke naam: Thamnophis marcianus
Nederlandse naam: Geruite kousebandslang

Land van herkomst: Amerika, Mexico
Gemiddelde lengte: 60- 110 cm

Algemeen
Thamnophis marcianus is een mooie, actieve slang. Je ziet hem vaak door het terrarium kruipen, en soms nemen ze een bad.

Huisvesting
Gemiddelde dag temperatuur: 21-25 (onder de lamp tot 35) graden Celsius
Gemiddelde nacht temperatuur: 19 graden Celsius
Gemiddelde relatieve luchtvochtigheid: 40-50%
Minimum terrarium maat enkel dier: 60 x 30 x 30 cm
Minimum terrarium maat koppel: 80 x 30 x 50 cm

Een bak van 80x30x50 (LxBxH) is groot genoeg voor een koppel, deze slang klimt weinig tot niet, dus een hoge bak is niet nodig. Plaats een schuilplek op een koude plek en op een warme plek. Plaats een paar takken en een flinke waterbak. Op de bodem heb ik een mengsel van cocopeat, zand en beuken snippers, maar je kunt ook kiezen voor zaagsel, bark of een van deze 3 elementen los. Daarnaast heb ik de bodem opgeleukt met wat bladeren, kiezels en hier en daar een plukje mos. Zorg wel voor een redelijk dikke laag, daar deze slang graag graaft. Onder de lamp mag de temperatuur oplopen tot 35°C, en in de koele hoek rond de 23°C.

Voeding
Diepvries spiering, guppy's en andere (levendbarende) visjes, wormen, amfibieen, kippenhart en kippenmagen.
Voer volwassen dieren 1x per week zo veel als ze opkunnen, het liefst een mengsel van bovenstaande, bijvoorbeeld kippenhart, spiering en ansjovis (niet uit blik, maar vers van de markt).
Jonge dieren voer ik 2x per week, hetzelfde als de ouders, maar dan kleiner.
Als je vooral spiering voert, moet je zorgen dat de slangen genoeg vitamine B1 binnen krijgen.
In spiering zit namelijk een stofje dat vitamine B1 afbreekt.
Dit kan je halen bij de apotheek.

Voortplanting
Ik heb in april een mannelijke Thamnophis marcianus bij mijn vrouw gezet. Aan het einde van die maand heb ik een paring waargenomen. Thamnophis marcianus gooit ongeveer 2 a 3 maanden na de paring. Ongeveer 2 weken voor de "bevalling" vervelt zij, en daarna eet zij meestal niet meer. Je kunt een nest verwachten van tussen de 5 en 30 jongen. Het is handig om de jongen met zijn allen in 1 bak te zetten, dit stimuleert tot eten. Je kunt ze in stukjes geknipte wormen geven, en daarna over gaan op het voeren van stukjes spiering.

Herkomst
Van zuidwestelijk Kansas westwaarts tot zuidoostelijk California en zuidwaarts, via het noorden en oosten van Mexico.

Biotoop
In het wild leeft Thamnophis marcianus in woestijn(steppe)achtige gebieden, vaak met hoog gras en stenen. meestal dicht bij water.
In Zuid-Texas worden ze ook wel eens in tuinen aangetroffen. Ze zijn hier niet schuw voor mensen.