Ranitomeya ventrimaculata (Amazone gifkikker)

[repti-terra]

Wetenschappelijke naam: Ranitomeya ventrimaculata.
Oude latijnse naam: Dendrobates ventrimaculatus ( wordt nog steeds gebruikt )
Nederlandse naam: Amazone gifkikker
Verspreiding: Frans – Guyana, Ecuador, Peru, Venezuela, Colombia, Amazone bekken.

Ecologie
De kikkers worden gevonden op de bosbodem waar planten staan met water in de bladoksels, ze zijn gebonden aan bromelias die vaak enkele meters boven de bosbodem in de bomen groeien. 2 tot 8 eieren worden gelegd in bladoksels op de rand van het water tot gedeeltelijk onder water. Kikkervisjes worden in dezelfde poeltjes afgezet, maar ieder apart.

Algemeen
15-18mm groot met vijf helder gele, oranje tot rode strepen op de zwarte rug en zijkant.
Het is een overdag zeer actieve kikker, vooral in de ochtend en de namiddag en vroege avond.
Kikkers van het Guyana gebied hebben meestal gele lijnen.
Oranje tot rode varianten komen voor in Guyana, Peru en Colombia.
Variatie binnen populaties is groot. De blauwe kleur op de poten varieert, de zwarte of grijze stippen zijn verschillend van grootte. De gekleurde lijnen verschillen in dikte en lengte.
Op de neus is altijd een zwarte stip aanwezig omgeven door gekleurde lijnen.
Deze stip kan helemaal zijn ingekleurd zijn of gedeeltelijk.
Vrouwtjes zijn wat ronder van vorm, maar het enige zekere geslachtsonderscheid is de baltsroep van het mannetje, een zacht zoemend geluid.

Voedsel
Als voedsel nemen ze alle soorten kleine insekten en in behoorlijke hoeveelheden. Kleine fruitvliegen, erwtenluis en springstaarten worden goed gegeten, en overige kleine insecten.

Roep
Een langzame buzz die je kan vergelijken met het opwinden van een horloge.
Huisvesting
Ze doen het goed in vrij hoge terraria. Ze klimmen graag en veel door de beplanting en vooral in bromelias zitten ze vaak. Een bak van 50x50x60 cm voor een groepje van 4-5 dieren is een goede maat. Goed kwekende koppels in een bakje van 30x30x30 cm is ook een mogelijkheid, maar wel de minimale maat.
Deze soort dient als koppel of in een groep gehouden te worden.
Temperaturen rond de 25 graden en een hoge luchtvochtigheid zijn erg belangrijk.

Kweken
De legsels bevatten 2 tot 10 eieren.
De eieren worden meestal afgezet op een bromelia blad op de rand van het water. Vermoed wordt dat het mannetje zijn sperma in het water afzet. Na ruim 12-14 dagen komen de larven uit en worden door het mannetje naar een andere trechter van een bromelia blad gebracht. De larven worden een voor een losgelaten hoewel er wel meerdere tegelijk op de rug van het mannetje kunnen zitten.
Bij 22-23°C zijn de larven na ongeveer 8 weken aan de metamorfose toe.
Het jonge kikkertje is dan ongeveer 1 cm groot en kan met springstaarten, mijten en kleine fruitvliegen worden opgekweekt.
Binnen een jaar zijn ze geslachtsrijp en in staat om voor de volgende generatie te zorgen.