Anolis (Norops) sagrei (Bruine Anolis)

[tanties]

ALGEMEEN:

Herkomst:
Oorspronkelijk Cuba, heeft zich op eigen kracht en met hulp van de mens over een groot deel van het Caribische gebied, Midden-Amerika en zuidelijk Noord-Amerika verspreid. Er is zelfs een populatie in Taiwan. Alle geimporteerde wildvangdieren in de handel komen uit Florida, Verenigde Staten.

Afmetingen (volw.):
Kopromplengte Man 6,5 cm, Vrouw 4,5 cm - Totale lengte Man 18 cm, Vrouw 13 cm

Geslachtsonderscheid:
Vrouwtjes bezitten vaak een lichte streep over de rug en een kleine rode keelwam. Volwassen mannen hebben een donkere, vaak v-vormige tekening op de rug, zijn groter, hebben een dikkere staartwortel en een grote (oranje)rode keelwam met gele rand.

Klimaatgegevens:
's Zomers warm, temp overdag 25-30, plaatselijk 35, nacht 15-20 daglengte 16 uur,'s winters koeler, overdag 20-22 en nacht 12-15, daglengte 10 uur. Relatieve luchtvochtigheid overdag 50-60% en 's nachts 80-90%

Biotoop:
A. sagrei is een grond-stam ecomorf, leeft op en vlak boven de grond, in struiken, op stapelmuurtjes en hekken. Cultuurvolger.

Voortplanting:
In het voortplantingsseizoen voorjaar en zomer begraven vrouwtjes één ei per twee weken in bodem. Eieren opgraven en apart uit laten komen (incubatietemperatuur tussen 22-28 graden, eieren komen na 35-45 dagen uit). Jongen liefst individueel opkweken.

Bijzonderheden:
Houdt winterrust, geen winterslaap! Eet dan minder en is minder actief. Territoriaal, vooral de mannen. Duld geen ander mannetje in de nabijheid. Ook vrouwen kunnen onderling erg agressief zijn.


TERRARIUM:

Minimale afm. (lxbxh):
Oppervlakte: 0,25 m2 (50x50 cm) - Hoogte: 70 cm

Soort terrarium:
(Sub)tropisch bosterrarium

Verlichting:
TL en UV lamp in lichtkap, gloeilamp in terrarium voor plaatselijke opwarming (35-40 graden). Hoe meer licht, hoe beter de dieren zich op hun gemak zullen voelen.

Verwarming:
's Zomers warm, temp overdag 25-30 nacht 15-20 's winters koeler, overdag 20-22 en nacht 12-15

Luchtvochtigheid:
Relatieve luchtvochtigheid overdag 50-60% en 's nachts 80-90%

Bodem:
Tuinturf, stekgrond plusminus 5-10 cm..

Achter-/zijwanden:
Schors, kurk. Varenwortel is minder geschikt.

Inrichting:
Veel verticale takken . De dieren zitten vaak met de kop naar beneden vlak boven de bodem en moeten uit elkaars zichtveld kunnen blijven. Geen permanent en/of stromend water in de bak. Paludaria zijn vaak te vochtig en daardoor ongeschikt.

Planten:
Op de bodem zijn bodembedekkers zoals Fittonia, Tradescantia en Peperomia geschikt en daarnaast grotere planten zoals Anthurium of Philodendron. Ook Bromelia’s (kokerplanten) zijn zeer geschikt, omdat in deze planten water in de koker blijft staan, wat zorgt voor een hogere luchtvochtigheid in de bak en er wordt soms ook uit gedronken. Tillandsia’s of stevige orchideeën kunnen op de takken of achterwand worden geplaatst.

Hoeveel dieren:
Eén paartje per bak. Niet combineren met andere reptielen.


VERZORGING:

Voedsel:
Voer niet te veel, twee maal per week is over het algemeen voldoende, alleen in de voortplantingstijd heeft het vrouwtje meer nodig. Opgroeiende jongen doen het het beste wanneer ze dagelijks kleine porties krijgen. Voor wat betreft voedseldieren is variatie belangrijk.Weideplankton, kleine krekels, vliegen, meelwormen zijn geschikt.

Water:
Bij het dagelijkse sproeien likken de dieren de druppels van de bladeren. Sproei 's avonds of 's ochtends vroeg en zorg dat de bak na twee uur weer opgedroogd is.

Voedingssupplementen:
De voedseldieren kunnen het beste bepoederd met een kalkvitaminepreparaat worden aangeboden. Dit preparaat zou ook vitamine D3 moeten bevatten.