Registreren   FAQ   Zoeken   Gebruikersgroepen   Profiel   Log in om je privéberichten te bekijken   Inloggen 

Ook een eigen gratis forum?

- Met je eigen logo
- Filmpjes mogelijk!


Klik hier om jouw forum te maken


Isabel - door Kristel
Ga naar pagina Vorige  1, 2, 3, 4, 5, 6  Volgende
 
Nieuw onderwerp plaatsen   Reageren    Il Divo fanfics Forumindex :: NL Fanfics
Vorige onderwerp :: Volgende onderwerp  
Auteur Bericht
Kristel
Fanfic schrijfster

Geregistreerd op: 06 Jul 2009
Berichten: 162
Woonplaats: Schoten BE

BerichtGeplaatst: 12 Okt 2009 20:02:14    Onderwerp: Reageren met citaat
Goedenavond dames,
Conny, Maria en Anny bedankt voor jullie trouwe reacties! Zo benieuwd jullie zijn naar een nieuw hoofdstuk, zo benieuwd ben ik naar jullie reacties.
Goed nieuws: de volgende twee hoofdstukken zijn ietsje langer dan jullie gewend zijn: Very Happy Razz Laughing

Hoofdstuk 32
“Zijn dit je enige verwondingen? Ik bedoel je hoofd, polsen en enkels?”
“Nee...” kreunde Urs, “mijn rug...”
John keek hem even aan, pakte Urs bij zijn schouder en draaide hem langzaam op zijn zij. Wat hij toen zag, deed hem bijna kokhalzen: Urs’ rug stond vol diepe rode striemen en was bedekt met zand en opgedroogd bloed:
“Oh mijn god! Jongen, wat hebben ze jou aangedaan?” mompelde John ontdaan.
Hij greep naar zijn GSM en belde Annie op:
“Annie, het is Urs Bühler. Hij is zeer zwaargewond. Ze hebben hem heel erg toegetakeld. Hij moet dringend verzorgd worden. Bel Mark even op, zorg dat hij zo snel mogelijk naar hier komt. Steek dan de open haard aan, en leg er zo veel mogelijk hout op, zodat die goed doorbrandt en draai de verwarming op hoogste stand. Het huis moet een oven worden. Als je daar mee klaar bent, breng dan het grootste, dikste en warmste wollen deken dat je hebt.”
Annie ging snel aan de slag. Ondertussen knielde John neer naast een nog steeds rillende Urs; hij voelde zijn hartslag, die was zwak, maar toch.
“Ik...heb...het zo...koud...” mompelde Urs met bevende stem.
John trok Urs naar zich toe en hield hem dicht tegen zich aangedrukt.
“Dat wordt zo verholpen, even geduld Urs.” antwoordde John, terwijl hij achterom keek.
Annie kwam juist aangerend met het deken. Ze keek geschokt naar Urs, die rillend in John’s armen lag.
“Help hem even mee overeind, Annie, zodat ik het deken rond hem kan slaan.” zei John terwijl hij zijn kamerjas terug aantrok.
Samen hielpen ze Urs om recht te staan; hij zakte onmiddellijk tegen John aan. Deze sloeg vlug het deken rond hem, en tilde hem in zijn armen. Urs hoofd zakte vermoeid tegen John’s schouder. Annie zorgde dat het deken goed rond Urs bleef zitten, toen liepen ze snel terug naar het strandhuis. Eens binnen liep John direkt door naar het salon, waar de open haard volop aan het branden was. Het was er verschrikkelijk warm. Annie had een matras van één van de logeerkamers voor de open haard neergelegd en voorzichtig legde John Urs hierop neer.
“Geef me even een hoofdkussen, lieverd.” vroeg John aan zijn vrouw. Annie haalde het gevraagde. John legde dit onder het hoofd van Urs en trok het deken op tot aan zijn kin, maar Urs bleef onophoudelijk rillen en haalde beverig adem.
“Schat, ga even een warme kop thee maken en doe er maar wat rum in. We moeten hem zien warm te krijgen. Volgens mij is hij zwaar onderkoeld.” zei John tegen Annie.
Annie verdween naar de keuken. Urs opende langzaam zijn ogen en keek John lange tijd aan:
“Waar...ben...ik?...Wie...zijn...jullie...?” zijn stem stokte van de kou.
“Je bent in Malibu, Urs. Mijn naam is John Cooper en dat was mijn vrouw Annie.” antwoordde John.
“Bedankt...jullie hebben...mijn leven...gered.” prevelde Urs.
John glimlachte. Ondertussen kwam Annie terug met een hete kop thee. John hielp Urs voorzichtig overeind, terwijl Annie de kop tegen zijn mond hield:
“Voorzichtig, Urs, het is heel warm...” fluisterde Annie zacht.
Ze liet Urs voorzichtig een slokje nemen. Langzaam dronk Urs de hele kop leeg, daarna zakte hij uitgeput terug neer en sloot zijn ogen. Op dat moment ging de deurbel.
“Ik ga wel even.” zei Annie en stond op.
Even later stond Mark Baker in het salon.
“Hallo, Mark.” begroette John hem.
Mark keek met verbijstering naar Urs. Deze opende zijn ogen:
“Mark?...Mark Baker?”
“Kennen jullie elkaar?” vroeg John verwonderd.
“Ja,” zei Mark, “ik heb Urs hier verzorgd, toen met die schotwonde...”
“Oh ja, natuurlijk...” mompelde John.
“Hier?” fluisterde Urs.
“Weet je niet waar je bent, Urs?” vroeg Mark.
Urs schudde moeizaam zijn hoofd.
“Je bent terug in het strandhuis, Urs. Deze mensen zijn John en Annie Cooper, de ouders van Isabel...”
Annie hield Urs scherp in de gaten, benieuwd naar zijn reactie. Bij het horen van de naam ‘Isabel’ kwam er een verdrietige blik in Urs’ ogen. Hij keek van John naar Annie:
“Ik...kan hier...niet blijven...”
Bij deze woorden probeerde Urs zich op te richten, een verschrikkelijke pijnscheut ging door zijn rug en hij zakte kreunend terug op de matras.
“Urs, waarom kan je hier niet blijven?” vroeg John niet-begrijpend.
“Isabel,...ze zou...niet willen...dat ik...”
Urs kon niet verder praten, de pijn in zijn rug benam hem de adem.
John keek verbaasd naar Annie; deze haalde met een vragende blik haar schouders op.
“Dat is onzin, Urs, dat weet je zelf ook wel. Jij blijft hier, tenslotte ben jij de man die het leven van mijn dochter gered heeft, en dat zal ik nooit vergeten.” zei John kordaat, “Mark en ik zullen je verzorgen; en wel onmiddellijk, je hebt teveel bloed verloren.”
Ondertussen begon het buiten al licht te worden.
“Annie, bel Isabel even en laat zij de jongens van Il Divo verwittigen; die zullen buiten zichzelf zijn van ongerustheid.” zei John tegen zijn vrouw.
Annie knikte en liep naar de telefoon. John nam Mark even apart:
“Urs is heel erg gewond, Mark. Van wat hij mij verteld heeft hebben die gangsters hem verschrikkelijk gemarteld. Hij heeft een zware hoofdwonde, zoals je gezien hebt. Zijn rug ligt volledig open, door zweepslagen en zijn polsen en enkels zijn opengereten door de nylondraad waarmee hij vastgebonden was. Bovendien hebben ze hem opgesloten in een koelkamer van -10°C en hebben zij zout in zijn wonden gestrooid.”
Mark had met verbijstering John’s verhaal aangehoord.
“Jezus! Waar zijn die gangsters nu?”
“Ze zijn gevlucht, maar de politie zit hen op de hielen. Ik hoop maar niet dat ze weer ontsnappen deze keer.”
Mark knikte:
“We zullen eerst en vooral het zout en zand uit zijn wonden moeten spoelen, voor we beginnen aan de eigenlijke verzorging. We kunnen hem best even onder een warme douche zetten. Het zal wel pijnlijk zijn, maar dat is nu eenmaal niet te vermijden. Trouwens het warme water is ook goed om zijn lichaam terug op temperatuur te krijgen.” stelde Mark voor.
“Inderdaad, had ik ook al gedacht, maar één van ons zal mee onder de douche moeten om hem te ondersteunen.”
John dacht even na:
“Dat zal ik wel doen. Terwijl ik hem vasthou, kan jij zijn rug afspoelen. Zijn hoofdwonde kunnen we daarna wel uitwassen. Breng jij hem even naar de badkamer, dan ga ik me omkleden.”
Zo gezegd zo gedaan; Mark liep terug naar Urs, knielde naast hem neer en zei zachtjes:
“Urs, ik ga je even op je zij draaien, zodat ik je rug kan zien; ik zal heel voorzichtig zijn...”
Urs knikte vermoeid. Mark sloeg het deken weg, waarop Urs onmiddelijk hevig begon te rillen. Mark greep Urs bij zijn schouder en draaide hem langzaam op zijn zij. Hij moest even slikken toen hij Urs’ rug zag:
‘Wat voor een ziekelijke geest deed nu zoiets?’ dacht hij.
Hij draaide Urs zachtjes terug en zei:
“Urs, sla je armen om mijn nek. We gaan even naar de badkamer om je wonden te verzorgen.”
Urs deed wat hem gevraagd werd, Mark tilde hem op en verdween richting badkamer. John stond hen al op te wachten. Mark zette Urs neer, waarop John een arm om hem heensloeg om hem te ondersteunen. Urs zag lijkbleek en bleef onophoudelijk rillen van de kou. Voorzichtig hielp John Urs de douchecel in:
“Sla je armen om me heen Urs, zodat je meer steun hebt. Mark gaat je rug afspoelen, zodat het zout en zand uit je wonden verdwijnt...”
“Nee...” kreunde Urs, “dat kan ik niet aan...de pijn...”
“We helpen je wel, maar het moet gebeuren, Urs”
Mark was ondertussen de temperatuur van het water aan het regelen. Hij keek op naar John:
“Zijn jullie er klaar voor?”
John keek even naar Urs, maar deze had zijn ogen gesloten en zijn ademhaling ging gejaagd. John knikte naar Mark. Toen Mark de waterstraal op Urs’ rug liet lopen, kon deze een kreet van pijn niet onderdrukken en even later verloor hij het bewustzijn; hij zakte in elkaar, maar John hield hem stevig vast, zodat hij niet kon vallen. Mark liet zachtjes het water grondig over de wonden lopen totdat al het zand en zout weggespoeld was. Toen dat klaar was, droogden ze hem voorzichtig af, droegen hem naar de logeerkamer, waar ze hem op zijn buik in bed legden.

Intussen belde Annie haar dochter op. De telefoon was nog maar juist overgegaan, toen Isabel opnam:
“Carlos...?”
“Nee, het is je moeder. Waarom dacht je dat het Carlos was?” vroeg Annie verwonderd.
“Hij zou me op de hoogte houden als er nieuws was van Urs, daarom...” antwoordde Isabel met bevende stem.
“Isabel,...ik heb nieuws van Urs...hij is bij ons en hij leeft nog...”
Even bleef het stil aan de andere kant van de lijn.
“Leeft hij nog? Goddank! Hij is bij jullie? Ik begrijp niet...” stamelde Isabel.
“Het is een lang verhaal, Isabel. Maar het komt hierop neer: de gangsters hadden ons strand uitgekozen om hem uiteindelijk te vermoorden. Ze zullen niet geweten hebben, dat het een privéstrand was. Ze hadden Urs vastgebonden dicht tegen het water en vermits het tij aan het opkomen was, was het duidelijk de bedoeling hem langzaam te laten verdrinken. Ons geluk was, dat ze niet zijn blijven wachten tot hun werk erop zat, zo kon je vader op het nippertje Urs’ leven redden...en heb ik de politie gewaarschuwd.”
Annie hoorde Isabel huilen, ze begreep dat het ditmaal tranen van opluchting waren.
“Mam, ik kom onmiddellijk.” zei Isabel, terwijl ze haar autosleutels pakte.
“Nog één ding, Isabel...Urs is er heel erg aan toe. Tony, Brian en Bruce hebben hem verschrikkelijk aangepakt. Je vader en Mark zijn nu bezig met hem te verzorgen...” zei Annie zachtjes.
“Oh nee...”fluisterde Isabel.
“Luister, kom zo vlug mogelijk naar hier, maar verwittig David, Carlos en Sébastien even; zij zullen ook wel erg ongerust zijn. Tenslotte is het al licht buiten, en...”
“Ja, natuurlijk! Doe ik. Mag ik ze mee brengen naar het strandhuis?”
“Dat spreekt vanzelf.” antwoordde Annie en ze verbraken het gesprek.
Isabel legde met trillende handen de hoorn op de haak. Ze zocht het nummer van Sébastien’s GSM, bij de eerste kiestoon nam hij op:
“Sébastien Izambard.” klonk het gejaagd.
“Séb, het is...Isabel.”
“Oh, Isabel...”
Hij was duidelijk teleurgesteld.
“Séb, ik heb nieuws van...Urs...”zei ze zacht.
“Van Urs? Hoe...?” David, Carlos en Renée keken Sébastien gealarmeerd aan.
“Séb, hij leeft nog. Hij is momenteel in het strandhuis van mijn ouders. Het is een lang verhaal; ik weet er ook niet het fijne van. Alleen...,” Isabel haperde even.
“Ja?” drong Sébastien aan.
“Mijn moeder vertelde me, dat hij...er heel erg aan toe is...”
“Hij...gaat het...toch wel...overleven?”
Isabel sloot even haar ogen, bij de gedachte, dat...
“Ik weet het niet, Séb...Mijn vader en Mark Baker zijn hem aan het verzorgen op dit moment. Ik vertrek nu naar het strandhuis, als jullie willen kunnen jullie meerijden.”
Sébastien moest hier niet over nadenken en gaf de naam en het adres van het hotel door, waar ze logeerden. Toen Isabel kwam aangereden, stonden ze haar buiten al op te wachten. Ze sprong uit de wagen en liep naar Sébastien. Ze omhelsden elkaar:
“Het komt allemaal wel goed, Séb, hij is nu in goede handen...” probeerde Isabel zichzelf te overtuigen.
Daarna omhelsde ze ook Carlos en David. Toen ze terug in de wagen wilde stappen, hield Sébastien haar tegen:
“Isabel, ik wil je aan iemand voorstellen. Dit is Renée Murphy.”
Tot haar grote ontzetting kwam de vrouw, van wie Isabel dacht, dat het Urs’ vriendin was, tevoorschijn achter David. Ze liep op Isabel toe en stak glimlachend haar hand uit:
“Wat ben ik blij je eindelijk te ontmoeten, Isabel. Ik heb al zoveel over je gehoord. Jammer dat het onder deze omstandigheden is.”
Isabel staarde Renée wezenloos aan. Ze had steeds gedacht dat, wanneer ze de vriendin van Urs ooit zou tegenkomen, haar onmiddellijk zou haten, maar dat was niet zo. Voor haar stond een mooie jonge vrouw, met lange donkerbruine krullen, die speels om haar gezicht dansten. Of ze het wilde of niet, ze voelde alleen maar sympathie voor deze vrouw. Langzaam pakte Isabel de uitgestoken hand aan.
“Renée is...” begon Sébastien, maar Isabel onderbrak hem:
“Ik weet wie Renée is. Zullen we dan maar vertrekken?”
Renée en Sébastien keken elkaar niet-begrijpend aan, haalden hun schouders op en stapten in de wagen. Op weg naar Malibu werd er weinig gezegd. Iedereen was met zijn eigen gedachten bezig. Even later arriveerden ze aan het strandhuis en liepen naar de voordeur; het was intussen al laat in de voormiddag. Annie opende de deur en liet hen binnen. Toen de kennismaking bijna achter de rug was, stelde Isabel Rénee aan haar moeder voor:
“Mam, dit is Renée Murphy.”
Beide vrouwen schudden elkaar de hand, terwijl Annie een blik van verstandhouding met haar dochter wisselde. Sébastien zag dit, maar kon er niet wijs uit worden. In plaats daarvan vroeg hij:
“Hoe gaat het met Urs?”
“Ik weet het niet. Mijn echtgenoot en Mark zijn al de hele ochtend met hem bezig en hebben uitdrukkellijk gevraagd niet gestoord te worden, dus...”
“Weet u wat er juist met hem gebeurd is, mevrouw Cooper?” vroeg David.
“Zeg maar Annie.” na een korte stilte ging Isabel’s moeder verder, “Ja...John heeft het me...daarstraks verteld...Het is geen leuk verhaal...”
“Laat ons even naar de keuken gaan, mam. Kunnen we daar verder praten.” stelde Isabel voor.
_________________
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht





Geplaatst: 12 Okt 2009 20:02:14    Onderwerp:
Terug naar boven
konsalik
Site Admin

Geregistreerd op: 23 Jun 2009
Berichten: 274
Woonplaats: everywere my dreams take me

BerichtGeplaatst: 14 Okt 2009 13:13:19    Onderwerp: Reageren met citaat
Kristel allereerst bedankt voor dit geweldige hoofdstuk, alleen denkt Isabel nu dat Renee Urs' vriendin is.

Maar het belangrijkste is toch wel dat Urs goed verzorgd wordt. En dat wordt hij zeker weten. Hopelijk ziet Isabel snel in dat Renee niet Urs'maar Sebs vriendin is.
_________________

mijn site klik hier
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen MSN Messenger
Maria
junior member

Geregistreerd op: 07 Jul 2009
Berichten: 24

BerichtGeplaatst: 15 Okt 2009 13:00:29    Onderwerp: Reageren met citaat
Hoi Kristel

die arme urs. Ik wordt hier helemaal stil van wat hij allemaal moet doorstaan en dan wil hij ook nog vertrekken als hij hoort waar hij is. Het wordt tijd dat hij en Isabel het uit kunnen spreken, maar eerst moet hij verpleegd worden Wink door Isabel? Dan hebben ze wel tijd om met elkaar te praten.

De andere moeten toch wel opgelucht zijn te horen dat hij nog leeft. Volgens mij hadden ze dan niet gedacht
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht
Anny
moderator

Geregistreerd op: 23 Jun 2009
Berichten: 74

BerichtGeplaatst: 15 Okt 2009 15:02:44    Onderwerp: Reageren met citaat
Gossie Kristel wat een heftig hoofdstuk weer. Het schijnt dat het nog lang niet voorbij is voor Urs. Volgens mij heeft hij nog een lange lijdensweg te gaan. Maar hij is nu in goede handen en dat is het belangrijkste. Enne hij kan het na vertellen. De mannen en Isabel zijn onderweg dat zal hem goed doen. Hoop net als jullie allemaal dat hij met Isabel praat en er niet voor wegloopt.

Toppie hoofdstuk weer kristel Wink
_________________
[img:756e51a060]http://i158.photobucket.com/albums/t105/Aqualady_2007/eigen%20ontwerpen/siggijunibl.jpg[/img:756e51a060]
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht MSN Messenger
Kristel
Fanfic schrijfster

Geregistreerd op: 06 Jul 2009
Berichten: 162
Woonplaats: Schoten BE

BerichtGeplaatst: 19 Okt 2009 19:50:36    Onderwerp: Reageren met citaat
Hallo dames,
Het is weer maandag. Anny, Maria en Conny bedankt voor jullie trouwe reacties, ik kijk er elke keer weer naar uit. Het volgende hoofdstuk laat ik voor zichzelf spreken, veel leesgenot:

Hoofdstuk 33
Toen iedereen aan de keukentafel zat, begon Annie haar verhaal:
“Waar zal ik beginnen? Dat van die hoofdwonde weten jullie al?” hierbij keek Annie naar Carlos, David en Sébastien, die instemmend knikten.
“Hoofdwonde?” vroeg Isabel verbaasd.
Annie keek haar even aan voor ze vervolgde:
“Ja, Tony en zijn bende hadden een plan beraamd: één van de zangers van Il Divo zou vannacht moeten sterven en als slachtoffer hadden ze Urs uitgekozen. Toen één van hen Urs geboeid naar de auto bracht, heeft de andere hem een zware duw in de rug gegeven zodat Urs met zijn hoofd tegen het autoportier sloeg, vandaar die hoofdwonde.”
“Hoe weet uw echtgenoot dit allemaal, Annie?” vroeg Carlos verwonderd.
“Urs heeft het hem verteld...”
“Bedoelt u, dat hij bij bewustzijn is...?”
“Dat komt en gaat; hij zakt dikwijls weg, maar het duurt nooit lang...”
“Gaat u verder met uw verhaal alsjeblief. Sorry, dat ik u onderbrak.” excuseerde Carlos zich.
Annie keek even naar Renée en ging toen verder met haar verhaal:
“Ze hebben Urs zweepslagen gegeven, hem opgesloten in een vrieskamer van -10°C voor ongeveer een half uur.”
Hier wachtte Annie even:
“Dat is nog het grootste probleem momenteel: hij is zwaar onderkoeld: John en Mark hebben al alles gedaan om hem warm te krijgen, maar het lukt niet echt. Om terug verder te gaan met mijn verhaal: daarna hebben ze hem in hun pick-up gegooid en zijn ze naar het strand gereden; ons strand. Daar hebben ze hem vastgebonden, vlakbij het water, met nylondraad, zodat de draden diep in zijn polsen en enkels drongen. En omdat het tij aan het opkomen was, kreeg Urs steeds wilde ijskoude golven over zich heen. Uiteindelijk zijn Tony, Bruce en Brian vertrokken, waarschijnlijk met de gedachte, dat de natuur hun werk wel zou afmaken. John en ik hadden ondertussen gemerkt, dat er iets gaande was op het strand en toen de gangsters vertrokken heb ik onmiddellijk de politie verwittigd en heeft mijn man Urs – op dat moment meer dood dan levend – van het water weggetrokken. De rest weten jullie.” eindigde Annie haar verhaal.
Isabel keek met tranen in haar ogen naar haar moeder. Sébastien had Renée’s hand vastgenomen om troost te zoeken. Annie en Isabel hadden het gebaar opgemerkt en dachten het omgekeerde.
“Als ik die gangsters ooit in mijn handen krijg...” fluisterde David dreigend.
“Hebben jullie het nog niet gehoord?” vroeg Annie en keek de tafel rond.
“Dat is dan het enige goede nieuws: Tony, Brian en Bruce zijn vanmorgen omgekomen tijdens een vuurgevecht met de politie...”
“Er bestaat dan toch nog gerechtigheid...”mompelde Carlos.
Isabel stond op en liep naar het raam; tranen rolden over haar wangen. Ze huilde zonder geluid te maken.
‘Oh Urs, ik hou toch zoveel van je,’ dacht ze bij zichzelf, ‘en ik heb helemaal het recht niet om van je te houden...’
Carlos liep op haar toe en legde zachtjes een hand op haar schouder:
“Je mag de moed niet opgeven, Isabel. Urs is sterker dan je denkt, hij komt hier wel door...”
Isabel keek Carlos met betraande ogen aan en glimlachte:
“Dat jij uitgerekend de persoon bent, die me komt troosten. Weet je nog, Carlos?”
Carlos knikte, trok haar in zijn armen en gaf haar een stevige knuffel:
“Heb je gevoelens voor Urs, Isabel?” vroeg hij zachtjes, tegelijkertijd een beetje bang voor het antwoord.
“Ja, ik hou van hem, zielsveel,” zei Isabel zonder aarzelen, “maar het is te laat...ik ben hem kwijt...”
“Kwijt? Hoe kom je daarbij?” vroeg Carlos verbaasd.
Met een blik op de jonge vrouw naast Sébastien antwoordde Isabel:
“Renée Murphy...” haar stem brak.
“Renée? Renée is...”
Maar weer onderbrak Isabel hem:
“Laat maar, Carlos. Het enige wat ik nog wil doen, is afscheid nemen van Urs...” met deze woorden liep ze op Renée toe en vroeg:
“Kan ik je even onder vier ogen spreken?”
Renée en Sébastien keken haar verwonderd aan; uiteindelijk stond Renée op en volgde Isabel naar de gang:
“Renée, ik weet dat ik het recht niet heb dit te vragen, maar zou je het heel erg vinden, als ik Urs even alleen bezoek?”
Renée wist niet waar ze het had. Wat een vreemde vraag!
“Nee, natuurlijk niet! Waarom zou ik dat erg vinden?” antwoordde ze.
Isabel antwoordde hier niet op, bedankte haar en liep naar de logeerkamer.

Carlos ging ondertussen terug aan tafel zitten en keek David en Sébastien aan:
“Jongens, ik heb het Isabel juist horen zeggen: ze houdt van Urs! Alleen...ze zei er ook bij dat het te laat was en dat ze hem kwijt was...”
“Kwijt?” vroeg David verbaasd.
“Dat heb ik ook gezegd en toen sprak ze de naam van Renée Murphy uit...”
“Wat wou ze daarmee zeggen?” zei Sébastien, die absoluut niet meer kon volgen.
Op dat moment kwam Renée terug de keuken in en antwoordde:
“Isabel heeft zojuist aan mij toestemming gevraagd om Urs alleen te mogen bezoeken.”
Iedereen keek haar stomverbaasd aan, behalve Annie. Na een lange stilte zei Renée:
“Wat ik nu ga zeggen, kan gek klinken, maar gezien de reactie van Isabel, heb ik de indruk, dat ze denkt dat ik Urs’ vriendin ben...”
“Is dat dan niet zo?” vroeg Annie verbaasd.
“Nee, helemaal niet. Hoe komen jullie daarbij?”
In plaats van te antwoorden haalde Annie de bewuste krantenfoto van Parijs uit de kast en gaf het haar.
“Oh néé!” zuchtte Sébastien, “die foto heeft al meer kwaad dan goed gedaan. Nooit gedacht, dat die ook in Amerika zou gepubliceerd worden.”
Renée legde uit aan Annie hoe die foto in de krant kwam en eindigde met:
“Ik ben Urs’ vriendin helemaal niet, ik ben Séb’s vriendin...”
Annie keek Renée lange tijd aan; ze slaakt een zucht van opluchting en glimlachte:
“Wat een fantastisch nieuws! Misschien komt het dan toch nog goed tussen die twee. Isabel houdt heel veel van Urs...”
“Is dat zo?” vroeg Sébastien, “de paar telefoongesprekken, die ze samen gehad hebben, draaiden toch altijd verkeerd uit...”
“Dat klopt; blijkbaar wilden ze aan mekaar hun gevoelens niet echt toegeven en daar kwamen dan misverstanden van...”

Isabel klopte zachtjes op de deur van de logeerkamer.
“Ja?” hoorde ze Mark zeggen.
Ze opende langzaam de deur en ging naar binnen. Het was vreselijk warm in de kamer; toen ze naar het bed keek, werd ze lijkbleek: Urs lag op zijn buik op bed, de ogen gesloten, de armen boven zijn hoofd op het kussen. De lakens waren opgetrokken tot aan zijn middel. Zijn rug was volledig bedekt met diepe rode striemen en aan zijn slaap had hij een gapende hoofdwonde. Haar vader was juist begonnen met deze wonde te hechten. Hij keek op toen Isabel binnenkwam:
“Isabel! Ik had toch gezegd, dat we niet gestoord wilden worden?”
Bij het horen van haar naam, opende Urs langzaam zijn ogen. Hij kon haar niet zien, vermits zijn hoofd naar het raam gedraaid lag.
“Sorry, pap, maar kan ik Urs heel even alleen spreken? Het zal niet lang duren...” fluisterde ze, met moeite haar tranen bedwingend.
Haar vader keek haar even aan, keek toen naar Urs en vroeg hem:
“Kan je dat aan?”
Urs knikte moeizaam.
“Oké,” zei John tegen zijn dochter, “tien minuten, niet langer. Maar laat me dit even afmaken.”
Haar vader ging verder met het hechten van de wonde; Urs gezicht vertrok van pijn, maar er kwam geen geluid over zijn lippen. Toen John klaar was, plakte hij een wit verband over de wonde en stond op:
“Mark, kom we gaan even buiten. Kunnen we misschien even een kop koffie halen...”
Toen John voorbij zijn dochter liep, kneep hij haar even bemoedigend in de schouder. Even later waren ze verdwenen. Ze liep langzaam op het bed toe en keek op Urs neer. Haar hart brak bij het zien van zijn verwondingen. Urs probeerde naar haar op te kijken, maar kon zijn hoofd niet ver genoeg optillen. Isabel knielde naast hem neer en keek diep in zijn hazelbruine ogen. Bij het zien van Isabel na negen maanden, kreeg Urs het verschrikkelijk moeilijk; hij moest even slikken om de krop uit zijn keel te laten verdwijnen.
“Wat hebben ze je vreselijk toegetakeld, Urs” fluisterde Isabel, terwijl ze voorzichtig een lok haar naar achteren streek, die over zijn gezicht was gevallen.
Ze raakte even zijn arm aan en voelde hoe koud hij het had. Onbewust begon ze zijn arm te strelen; het gevoel van zijn spieren onder haar hand, deed haar meer, dan ze voor mogelijk hield.
“Isa...bel...”prevelde hij moeilijk.
“Sst! Niet praten, dat is te vermoeiend. Ik kwam alleen maar...afscheid nemen. Ik wou je nog één keer zien voordat...” ze kon niet verder spreken, haar ogen vulden zich met tranen.
Urs keek haar niet-begrijpend aan:
“Voordat wat?”
Ze schudde haar hoofd, een traan rolde over haar wang. Urs hief zijn hand langzaam naar haar gezicht en met trillende vingers veegde hij de traan weg. Ze keek op hem neer en voelde haar hart in duizend stukken breken: dit was de man van wie ze hield en hij behoorde een ander toe.
“Ik had niet moeten komen...dit was een vergissing...” sprak ze met gebroken stem, “ik hoop dat Renée je heel gelukkig maakt, Urs...vaarwel...”
Tranen stroomden over haar gezicht; ze boog zich naar hem toe en kustte hem zacht op de wang. Hij voelde het nat van haar tranen op zijn gezicht. Overmand door verdriet rende ze de kamer uit.
“Isabel...wacht!” riep Urs; hij probeerde zich op te richten, maar zakte even later kreunend terug op bed.

Isabel snelde de gang door op het ogenblik, dat iedereen uit de keuken kwam. Verblind door tranen liep ze via de veranda het strand op.
Annie wou haar achterna gaan, maar Renée hield haar tegen:
“Annie, laat mij maar. Ik kan haar misschien helpen...”
Isabel’s moeder keek Renée even aan en knikte toen. Renée volgde Isabel en vond haar even later iets verder op het strand, ineengedoken als een hoopje ellende, hartverscheurend snikkend. Ze knielde naast Isabel neer en liet haar even uithuilen. Ze sloeg voorzichtig een arm om haar heen en vroeg, toen het huilen minder werd:
“Gaat het een beetje, Isabel?”
Isabel keek Renée even aan:
“Nee...het gaat niet...” ze onderbrak zichzelf, “Waarom ben jij eigenlijk zo vriendelijk? Het zou een stuk gemakkelijker zijn, als dat niet zo was, dan kon ik je tenminste haten...”
Renée moest glimlachen:
“Waarom zou je me haten?”
“Omdat...omdat...” Isabel schudde haar hoofd, terwijl ze in de verte keek.
“Omdat je denkt, dat ik de vrouw in Urs’ leven ben.” maakte Renée de zin voor haar af.
Langzaam draaide Isabel haar hoofd naar Renée en keek haar met grote ogen aan:
“Ben...je dat dan...niet...?” stamelde ze.
“Nee, ik ben de vrouw in Séb’s leven...”
“Maar,...hoe...? Die foto in de krant...” Isabel kon absoluut niet meer volgen.
“Ik ben toen inderdaad iets gaan drinken met Urs, omdat hij het op dat moment heel moeilijk had met zijn gevoelens...voor jou. Ik heb hem alleen wat willen troosten en op dat moment stond die fotograaf daar...Die foto heeft heel wat aangericht; de vriendschap tussen Séb en Urs heeft zelfs op het spel gestaan...”
“Zijn gevoelens...voor mij?” vroeg Isabel hoopvol.
Renée keek Isabel strak aan en greep haar bij de schouders:
“Urs houdt van je, Isabel.”
Weer kreeg Isabel tranen in de ogen:
“Weet je dat heel zeker? Je zegt dit toch niet...”
“Nee,” onderbrak Renée haar, “ik weet het heel zeker. Vraag het maar aan Séb, David en Carlos; zij zullen het bevestigen. Urs heeft het op deze wereldtournee erg moeilijk gehad. Hij wou je al niet achterlaten toen ze vertrokken, maar toen zat je nog met die gevoelens voor Carlos...”
Voorzichtig brak er een glimlach door op Isabel’s gezicht:
“En ik hou van hem. De gevoelens die ik voor Carlos had, zijn niets, vergeleken met wat ik nu voel.”
“Zullen we dan maar terug naar binnengaan?” stelde Renée voor.
Isabel knikte; beide vrouwen stonden op en liepen terug naar het strandhuis. Toen ze binnenkwamen, was het muisstil in huis. In de keuken troffen ze alleen Annie, David en Carlos aan bij een kop koffie.
“Waar is Séb?” vroeg Isabel.
“Je vader en Mark zijn terug verder gegaan met het verzorgen van Urs, Séb vroeg of hij mee mocht, dus...” antwoordde Annie.
Isabel draaide zich om en wou de keuken verlaten.
“Waar ga je heen, Isabel?” vroeg haar moeder.
“Ik ga even kijken bij Urs. Ga je mee Renée?” vroeg ze met een blik op de jonge vrouw naast haar.
“Ik denk niet, dat...” aarzelde Renée.
“Natuurlijk wel. Séb zal je nodig hebben. Bij het zien van Urs’ verwondingen zal hij wel geschrokken zijn...”
Renée volgde Isabel naar de logeerkamer. Isabel deed de deur zachtjes open en botste bijna op Sébastien, die als versteend en lijkbleek naar het bed stond te kijken. Renée sloeg haar armen om Sébastien’s middel en fluisterde:
“Gaat het, lieverd?”
Sébastien keek op haar neer met tranen in de ogen; hij trok haar dicht tegen zich aan:
“Beter, nu jij hier bent...”mompelde hij.
Mark was bezig met de wonden op Urs’ rug te ontsmetten, waarbij deze kreunde:
“Het doet...pijn...het doet zo...verschrikkelijk...veel pijn...”
“Ik weet het, Urs. Ik ben zo voorzichtig mogelijk...”antwoordde Mark.
Toen Mark over een open wonde streek - onderaan Urs’ rug - met het ontsmettingsmiddel, kon Urs een kreet van pijn niet onderdrukken; even later verloor hij het bewustzijn. John was ondertussen de wonden aan zijn polsen en enkels aan het verzorgen. Toen hij bezig was met de rechterpols van Urs, keek hij gealarmeerd naar Mark:
“Mark! Ik voel geen pols!”
Hij voelde aan Urs’ hals voor een hartslag, werd toen lijkbleek, keek naar Urs en toen terug naar Mark:
“Geen hartslag en hij ademt niet meer!”
Isabel werd zo wit als een doek en de angst sloeg haar om het hart.
“Draai hem onmiddellijk op zijn rug, John!” reageerde Mark.
Beiden draaiden Urs onzachtzinnig op zijn rug en Mark begon met hartmassage. John hield zijn vingers op Urs’ hals, en schudde zijn hoofd. Na een viertal keren proberen mompelde John:
“Het heeft geen zin, Mark. We zijn hem kwijt...”

P.S.: en nu ga ik 3 weken met vakantie....(néé, grapje!) Laughing Cool
_________________
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht
konsalik
Site Admin

Geregistreerd op: 23 Jun 2009
Berichten: 274
Woonplaats: everywere my dreams take me

BerichtGeplaatst: 22 Okt 2009 09:38:16    Onderwerp: Reageren met citaat
Kristel dat doe je ons niet aan hé. Urs moet gered worden. Wat een toestanden. Lichamelijk en emotioneel krijgt Urs zoveel te verduren. Isabel die alles verkeerd intepreteert en nu ook nog eens een hartstilstand. Volgens mij moeten ze hem naar het ziekenhuis overbrengen mits ze hem gereanimeerd krijgen natuurlijk.

Jammer dat ik het vervolg pas laatst volgende week kan lezen. Ik heb wat zakelijke afspraken en zal weinig tijd hebben om te internetten. Maar ik lees het vast en zeker.
_________________

mijn site klik hier
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen MSN Messenger
Kristel
Fanfic schrijfster

Geregistreerd op: 06 Jul 2009
Berichten: 162
Woonplaats: Schoten BE

BerichtGeplaatst: 27 Okt 2009 19:08:03    Onderwerp: Reageren met citaat
Hallo,
Eigenaardig, ik ben zeker dat ik gisteravond gepost heb, maar blijkbaar is er niets te zien. Probeer het even opnieuw:

Hoofstuk 34
“Néé!” riep Isabel totaal ontredderd, “alsjeblief niet!”
Sébastien en Renée sloegen hun armen om haar heen en keken totaal overstuur naar wat er op het bed gebeurde. Mark stopte met de hartmassage en keek even op Urs neer. Toen deed hij iets, wat iedereen in de kamer met verstomming sloeg: hij sloeg keihard met zijn vuist op Urs’ borstkas en siste:
“Verdomme! Urs! Vecht!”
Urs begon onmiddellijk te hoesten en onregelmatig te ademen. John voelde nogmaals in zijn hals en knikte toen naar Mark:
“Ik heb terug een hartslag!” zei hij opgelucht.
Isabel ging bijna door haar knieën van geluk. Ze vloog naar Mark en omhelsde hem:
“Mark! Bedankt, je bent een schat! Oh, wat hou ik toch van je!”
Urs hoorde wat ze zei en zijn ogen ging langzaam open; hij zag Isabel Mark onstuimig kussen. Even later verloor hij terug het bewustzijn, maar bleef deze keer wel ademen.
“Isabel, hou op!” lachte Mark, “Laat me nu even verder zijn wonden verzorgen...”
Isabel ging terug bij Sébastien en Renée staan; Mark draaide Urs voorzichtig terug op zijn buik en begon snel de rest van zijn wonden te ontsmetten. Hij kon dit beter doen nu Urs bewusteloos was, zodat hij de pijn niet meer zou voelen. Eindelijk was Mark klaar; John had ondertussen zijn polsen en enkels verzorgd. Ze hielpen Urs voorzichtig recht, zodat John het verband op Urs’ rug kon leggen. Toen dat gebeurd was, legden ze Urs langzaam terug in bed en dekten hem toe met een warm donsdeken. John stond recht, liep naar de anderen toe en zei:
“Kom jongens, laat hem even rusten. Mark blijft voorlopig wel bij hem om te zien of alles goed verloopt.”
“Pap, laat mij bij Urs blijven, alsjeblief” smeekte Isabel.
John keek even naar Mark en die knikte.
“Oké, geen probleem, maar als er iets is waarschuw je ons onmiddellijk, goed?”
“Zeker.” antwoordde Isabel.
Ze verlieten het vertrek, John knipte het licht uit, zodat er alleen nog een klein lampje brandde naast het bed. Isabel schoof de gordijnen toe, zodat er geen daglicht meer binnenkwam. Ze nam een stoel en ging naast het bed zitten, neerkijkend op de man van wie ze zielsveel hield. Urs was toegedekt tot aan zijn kin, maar af en toe ging er toch nog een rilling door zijn lichaam, zelfs terwijl hij bewusteloos was. Isabel leunde achterover in haar stoel en sloot even haar ogen. Ze wist niet hoelang ze daar zo gezeten had, maar opeens hoorde ze Urs mompelen:
“Isa...bel...?”
Ze opende haar ogen en zag Urs naar haar kijken. Ze stond op van haar stoel en ging voorzichtig op de rand van het bed zitten:
“Urs, hoe voel je je?” vroeg ze zacht.
Hij slikte even:
“Moe...verschrikkelijk moe...en ik...heb het...zo...koud...”zei hij moeilijk.
Isabel greep zijn hand, dat op het dekbed lag en inderdaad, het voelde ijskoud aan.
“Het is hier nochtans erg warm, Urs. De verwarming staat erg hoog.”
“Jouw hand...voelt inderdaad...w...” zijn adem stokte en weer rilde hij van de kou.
Ze keek even op hem neer en nam toen een riskant besluit. Ze stond op van bed, trok haar trui en jeansbroek uit en gekleed in haar beha en slip liep ze rond het bed.
“Isabel...wat...ben je...van plan...?” vroeg Urs verbijsterd.
Terwijl ze voorzichtig naast hem in bed stapte, zei ze:
“Ik ga proberen je op te warmen, met mijn lichaam...”
Bij deze woorden, kroop ze dicht tegen hem aan en sloeg haar arm en benen om zijn lichaam. Het was alsof ze een blok ijs omarmde. Ze voelde de kilte van zijn lichaam door haar heen gaan en hoopte, dat het andersom ook werkte. Urs keek haar verbouwereerd aan. Ze keek naar hem op:
“En, helpt het?”
Hij voelde inderdaad haar lichaamswarmte door hem heen gaan en knikte:
“Maar...Isabel, stel dat...er iemand...binnenkomt. Stel dat, Mark...binnenkomt. Ik ben...niet in staat...me te...verdedigen...”
Ze keek hem verwonderd aan:
“Je hoeft je niet te verdedigen. Trouwens, wat heeft Mark hiermee te maken?”
Hij keek haar met een eigenaardige blik aan, maar antwoordde niet.
“Sla je arm om me heen, Urs,” ging ze zachtjes verder, “dan kan ik nog dichter tegen je aan komen liggen. Hoe vlugger je opgewarmd bent, hoe beter...”
Langzaam deed hij wat ze gevraagd had; terwijl ze haar hoofd op zijn schouder legde, kustte ze zachtjes zijn hals. Urs kreunde en sloot zijn ogen. Isabel richtte zich voorzichtig op en vroeg:
“Heb ik je pijn gedaan?”
Hij schudde zijn hoofd; hij kon niet antwoorden en werd overmand door emoties.
‘Wat gebeurt hier?’ dacht hij bij zichzelf, ‘Waarom doet ze dit? Speelt ze een spelletje met me? Ik heb haar toch duidelijk Mark zien kussen en haar horen zeggen, dat ze van hem hield. Als hij nu zou binnenkomen, dan...’
Hij voelde zich totaal uitgeput en kon geen weerstand meer bieden; even later viel hij in een droomloze slaap en zijn hoofd zakte tegen het hare aan. Isabel hoorde aan zijn ademhaling, dat hij in slaap was gevallen, en durfde zich niet meer te bewegen. Een uurtje later stak Sébastien voorzichtig zijn hoofd om de hoek van de deur en zijn ogen werden groot van verbazing bij het zien van het tafereel voor zijn neus: Isabel en Urs lagen in elkaars armen en waren beiden in diepe slaap verzonken. Hij deed de deur zachtjes dicht en liep terug naar de keuken:
“Hé jongens, dit moet je zien. Het ongelofelijke is gebeurd. Komen jullie mee?”
Iedereen volgde Sébastien terug naar de logeerkamer.
“Wees alsjeblief muisstil.” fluisterde hij, alvorens de deur te openen.
Bij het zien van Isabel en Urs moest iedereen glimlachen: John en Annie omhelsden elkaar:
“Zou het dan eindelijk toch...?”mompelde John.
David, Carlos en Sébastien staken hun duim naar elkaar op en terwijl Sébastien Renée’s hand vastpakte zei hij:
“Laat ons hopen, dat het is wat we denken...”
Op weg terug naar de keuken, zei Mark:
“Ik moet terug naar het ziekenhuis, John. Als er iets is, kan je me altijd bellen.” En tegen de mannen van Il Divo: “Als jullie willen meerijden, kan ik jullie wel afzetten aan het hotel, ik kom daar toch voorbij...”
“Graag,” zei David, “dan komen we morgen wel even terug om te kijken hoe het gaat.”
Ze namen afscheid van elkaar. John en Annie liepen naar het salon en schonken zichzelf een glas wijn in.
“Ik hoop van harte dat alles goed komt tussen Isabel en Urs. Ze passen perfect bij elkaar...”sprak John met een stem vol emotie.
Annie klopte even op John’s hand en glimlachte:
“Ik denk er net hetzelfde over, lieverd. Het belangrijkste nu is dat Urs volledig hersteld, en dan zien we wel hoe het verder gaat...Het zou me nu toch wel verwonderen als er nog iets fout kan lopen. Toen ik hoorde dat Renée Murphy de vriendin van Séb was en niet van Urs, was ik dolgelukkig. Isabel had verschrikkelijk veel verdriet, toen ze dacht, dat...Ze houdt zielsveel van Urs, John.”
John knikte:
“Wat me wel is opgevallen daarnet in de logeerkamer: Urs lag niet meer zo te rillen van de kou...”
“Ja, hoe zou dat nu toch komen...?”

Enkele uren later ging de telefoon. Isabel’s moeder nam op:
“Annie, het is Mark. We zitten met een noodsituatie in het ziekenhuis. Er is een verschrikkelijk ongeluk gebeurd op de snelweg en ze brengen alle slachtoffers hierheen. Zou je kunnen vragen aan Isabel of ze komt? Alle hulp is welkom...”
“Natuurlijk, Mark. Geen probleem.”
Annie liep naar de logeerkamer en opende zachtjes de deur. Urs was nog steeds in diepe slaap verzonken, maar Isabel lag klaarwakker in zijn armen. Toen haar moeder binnenkwam keek ze even op. Annie liep zachtjes naar het bed toe en fluisterde:
“Isabel, Mark heeft juist gebeld. Hij vraagt of je naar het ziekenhuis kan komen, ze zitten daar met een crisissituatie...”
Isabel knikte. Ze maakte zich voorzichtig los uit Urs’ armen en kwam uit bed. Urs bewoog even, maar sliep toch verder. Ze trok vlug haar kleren aan en liep samen met haar moeder de kamer uit. Ze nam afscheid van haar ouders en haar moeder beloofde bij Urs te waken vannacht. Het was reeds laat op de avond toen ze naar het ziekenhuis vertrok.
Annie maakte een lichte maaltijd klaar en toen ze aan tafel zaten zei ze:
“John, ik zal vannacht wel bij Urs blijven. Jij en Mark hebben toch tot ’s middags bezig geweest met hem te verzorgen. Ga jij nu maar slapen.”
“Annie, ik weet het niet. Ben jij dan niet moe?” protesteerde John.
“Dat valt eigenlijk best mee. Als er iets veranderd in zijn toestand, dan roep ik je wel.”
John was te moe om aan te dringen en knikte. Na alles opgeruimd te hebben in de keuken verdween ze naar de logeerkamer. Ze opende zachtjes de deur en zag dat Urs nog steeds sliep.
‘Heel goed,’ dacht ze, ‘hoe meer hij slaapt, des te sneller zal hij er terug bovenop zijn.’
Annie ging in één van de zeteltjes zitten aan het raam en maakte het zich gemakkelijk. Af en toe keek ze even naar Urs. Na een tijdje begon ook zij last te krijgen van vermoeidheid en viel ze in slaap. Ze wist niet hoelang ze geslapen had, toen ze opeens wakker werd van een geluid. Ze keek naar het bed en zag Urs wild met zijn hoofd heen en weer gaan op het hoofdkussen:
“Nee...nee...alsjeblief...doe me...dat niet...aan. Ik hou...dit niet...lang meer...vol...” prevelde hij.
Annie stond recht en liep naar het bed toe. Ze zag, dat Urs nog steeds sliep, maar blijkbaar een nachtmerrie had. Ze ging voorzichtig op bed zitten en greep hem bij de schouders:
“Urs, wordt eens wakker. Je bent aan ’t dromen...” zei ze zacht.
Urs reageerde niet en Annie zag de zweetdruppels op zijn voorhoofd parelen.
“De pijn...ik kan niet...laat me...néé!” riep hij in zijn slaap.
“Urs! Rustig! Het is maar een droom! Wordt wakker!” zei Annie nu iets luider.
Urs schoot hijgend overeind en opende zijn ogen. Hij was buiten adem en keek verwilderd de kamer rond. Toen zijn ogen op Annie vielen, werd hij iets rustiger. Annie trok Urs voorzichtig in haar armen en suste:
“Rustig, het is voorbij...je had een nachtmerrie.” terwijl ze dit zei, begon ze zachtjes zijn haar te strelen.
Ze voelde een rilling door zijn lichaam gaan en er welde een snik op uit zijn keel. Even later schokte zijn hele lichaam van het snikken. Wat hij de dag daarvoor allemaal had meegemaakt met Tony en zijn bende, kwam weer naar boven en hij kon zijn emoties niet meer in bedwang houden. Annie trok hem nog dichter tegen zich aan en ze voelde, dat hij zijn armen om haar heen sloeg als om bescherming te zoeken en zijn hoofd in haar hals begroef.
“Laat je maar gaan, Urs. Wat jij hebt moeten doorstaan is verschrikkelijk. Laat het er allemaal uit, dan zul je je daarna wel beter voelen. Je bent nu veilig, er kan je niks meer gebeuren...” sprak Annie hem bemoedigend toe.
Na lange tijd begon Urs eindelijk wat te kalmeren:
“Het spijt me...Ik stel me verschrikkelijk aan...die nachtmerrie...het was alsof...ik het allemaal...opnieuw beleefde...”zei Urs met beverige stem.
_________________
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht
Kristel
Fanfic schrijfster

Geregistreerd op: 06 Jul 2009
Berichten: 162
Woonplaats: Schoten BE

BerichtGeplaatst: 30 Okt 2009 15:23:27    Onderwerp: Reageren met citaat
Hallo dames,
Vandaag per uitzondering een volgend hoofdstuk. Vanaf morgen ben ik een weekje met vakantie, dus het volgende hoofdstuk komt pas maandag over een week.

Hoofdstuk 35
“Je stelt je helemaal niet aan,” verzekerde Annie hem, “wij kunnen gewoon niet begrijpen, wat je hebt moeten doormaken. Helpt het als je erover zou kunnen praten?”
Hij maakte zich los uit haar omarming en keek Annie even aan:
“Misschien...ik weet het niet...”
Annie herschikte de kussens tegen het bed en liet Urs hier voorzichtig tegen aanleunen.
“Ik kan goed luisteren,” zei ze glimlachend.
Urs staarde even voor zich uit en begon langzaam te vertellen:
“Het ergste was...die zweepslagen... Toen Tony aan Brian bevel gaf om het geluid van de zweep te laten horen,...zodat ik wist wat er zou gaan gebeuren;” Urs schudde zijn hoofd, “heb ik doodsangsten uitgestaan. Het leken uren, maar het moeten maar enkele seconden geweest zijn, voor ik die eerste zweepslag te verwerken kreeg...”
Urs sloot zijn ogen bij de herinnering. Annie antwoordde niet en liet hem in zijn eigen tempo verder vertellen:
“De pijn,...het was...alsof...alsof...”
Urs kreeg het nu heel moeilijk, Annie kneep zachtjes in zijn hand; hij keek haar even aan en ging toen verder:
“Het was alsof mijn rug open gereten werd met elke zweepslag die ik kreeg. Op een gegeven moment hoopte ik, dat ik het bewustzijn zou verliezen, maar dat gebeurde pas toen ze het zout in mijn wonden strooiden....”
Urs haalde beverig adem.
“Urs, als het te moeilijk is, om erover te vertellen, begrijp ik dat...” fluisterde Annie, verbijsterd over wat ze net te horen had gekregen.
“Nee, het gaat wel...” toen ging hij verder, “en daarna op het strand...ik was tot op het bot verkleumd van de kou...kreeg toen die ijskoude golven over me heen...terwijl ik die gangsters maar hoorde lachen...op dat ogenblik heb ik gebeden...dat het vlug voorbij zou zijn...en toen verscheen je echtgenoot, maakte me los en sleurde me weg van het water. Buiten de pijn, die ik geleden heb, is het de verschrikkelijke kou die me het best is bijgebleven van die nacht...”eindigde Urs zijn verhaal.
“Je hebt nu toch geen kou meer, hé Urs?” vroeg Annie.
Urs keek Annie met een eigenaardige blik aan, hij dacht aan wat Isabel voor hem gedaan had en de uitdrukking in zijn ogen werd zacht:
“Nee, nu niet...meer...”
Door over die traumatische ervaring te hebben kunnen vertellen, was het alsof er een grote last van zijn schouders was gevallen.
“Bedankt, Annie; het heeft me inderdaad goed gedaan er met iemand te kunnen over praten...”
“Graag gedaan, Urs”
Annie zag, dat zijn ogen begonnen dicht te vallen en dat hij moest vechten tegen de slaap.
“Probeer nog maar wat te slapen, Urs. Rust is nu de beste remedie om terug op krachten te komen...” terwijl Annie dit zei, dekte ze hem toe, knipte het licht uit en verliet zachtjes de kamer.

Vijf dagen later, lukte het Isabel eindelijk, om naar het strandhuis te gaan en te kijken hoe het met Urs ging. Het waren een paar hectische dagen geweest in het ziekenhuis. Het zware ongeval op de snelweg was veroorzaakt door een buschauffeur die in slaap was gevallen achter het stuur en daardoor een andere bus geramd had. Vijftien zwaar- en tien lichtgewonden werden allemaal naar het City of Angels Medical Center gebracht. De dokters en het verplegend personeel hadden meer dan hun handen vol. Isabel had zelfs de moeite niet genomen om naar huis te gaan en was steeds in de verpleegstersunit blijven slapen. Ze had wel regelmatig telefonisch contact gehad met haar ouders over de toestand van Urs, maar had nu pas de kans hem te gaan bezoeken. Ze was nog steeds onzeker wat de gevoelens van Urs voor haar betrof: Renée kon nu wel zeggen, dat Urs van haar hield, maar zolang hij het zelf niet tegen haar zei, was ze toch niet overtuigd. Ze arriveerde aan het strandhuis rond het middaguur. Toen haar vader de deur open deed, begroette hij haar met:
“Hallo Isabel, je blijft toch eten hoop ik?”
“Graag, pap. Ik wil wel eens een deftige maaltijd. Het ziekenhuiseten is ook niet alles.” glimlachte ze.
“Hoe gaat het met onze patiënt?” ging ze verder.
“Hij hersteld langzaam van zijn verwondingen. Zijn eetlust is ook terug. Je moeder heeft hem juist lunch gebracht en hij at met smaak, zei ze. Vanmiddag ga ik het verband van zijn rug, polsen en enkels halen, een verzorgende zalf aanbrengen en dan denk ik, dat hij morgen wel even uit bed kan. Ik denk, dat alles wel in orde zal komen. Carlos, David en Sébastien zijn ook al elke dag langsgeweest.”
Toen Isabel samen met haar ouders van een heerlijke lunch zaten te genieten, vroeg Isabel voorzichtig aan haar vader:
“Pap, mag ik je helpen, als je Urs...”
“Ik weet iets veel beters,” onderbrak John haar, “jij mag het helemaal zelf doen. Ik heb nog een hoop administratie liggen, die dringend moet verwerkt worden. Dus het kwam wel goed uit, dat je vanmiddag op bezoek kwam.”
“Dank je, pap.” zei Isabel eenvoudig, waarbij ze opstond en haar vader een zoen op zijn wang gaf.

Isabel verdween met het nodige verzorgingsmateriaal naar de logeerkamer. Toen ze binnenkwam zat Urs rechtop in bed, maar had zijn ogen gesloten. Ze zette alles op het nachtkastje en bleef even op hem neerkijken. Hij bewoog niet; blijkbaar was hij in slaap gevallen. Ze ging op de rand van het bed zitten: Urs werd nog steeds niet wakker. Op dat ogenblik deed ze iets heel impulsiefs: ze boog zich naar hem toe en kustte hem vederlicht op de lippen. Langzaam opende hij zijn ogen en keek haar met een ondoorgrondelijke blik aan. Ze liet zich echter niet ontmoedigen en boog een tweede maal naar hem toe; toen hun lippen elkaar bijna raakten, draaide Urs zijn hoofd weg:
“Isabel, nee...ik kan dit niet...”
Ze probeerde niet te laten merken hoe diep ze gekwetst was door zijn afwijzing.
“Het...spijt me...ik weet niet...wat me bezielde...” stamelde ze.
Ze keken elkaar lange tijd aan en uiteindelijk was het Isabel, die het eerst iets zei:
“Urs, je...verband mag eraf en er moet een zalf op je wonden aangebracht worden. Zou je even op je buik willen gaan liggen?”
Zonder iets te zeggen, deed hij wat ze gevraagd had. Ze begon langzaam het verband los te maken, maar hield Urs hierbij goed in het oog. Hij lag met zijn ogen gesloten op het kussen; af en toe vertrok zijn gezicht even van de pijn, maar er kwam geen geluid over zijn lippen. Ze was bijna aan het laatste stuk verband bezig, onderaan zijn rug, toen Urs plots een kreet van pijn slaakte. Isabel keek geschrokken op en zag zijn gezicht in een pijnlijke grimas vertrekken. Ze keek aandachtiger naar de diepe rode striem op zijn rug en zag, dat deze terug was gaan bloeden.
“Je verliest hier terug een beetje bloed; ik zal de wonde terug moeten reinigen en nieuw verband aanbrengen, maar het oude moet er wel volledig af, Urs. Probeer nog even vol te houden.” zei ze zacht.
Urs antwoordde niet en knikte alleen maar. Ze haalde de rest van het verband van zijn rug, ondertussen Urs goed in het oog houdend. Hij maakte geen geluid meer, maar zweetdruppels parelden op zijn voorhoofd. Ze wastte de wonde uit en kleefde er nieuw verband overeen.
“Zo, klaar. Nu de zalf nog. Gaat het Urs?” vroeg ze bezorgd, toen ze merkte hoe bleek hij zag.
Terwijl ze dit zei, depte ze met een koel washandje het zweet van zijn gezicht. Hij opende langzaam zijn ogen en glimlachte naar haar:
“Het gaat wel...heeft ooit iemand tegen je gezegd, dat je een echte Florence Nightingale bent?”
Isabel sloeg verlegen haar ogen neer:
“Nee, niet echt...”
Hij tilde haar kin op, zodat ze hem wel moest aankijken. Zijn aanraking, deed haar in vuur en vlam staan:
“Je bent het wel...” mompelde Urs, terwijl hij nogmaals besefte hoeveel hij van deze vrouw hield.
Maar toen dacht hij aan Mark Baker en zijn blik versomberde. Hij liet haar los. Isabel had de verandering in zijn ogen opgemerkt, maar besloot hier niet op te reageren.
“Voor ik de zalf opbreng, zal ik even je nek- en schouderspieren masseren, zodat je wat kunt ontspannen.”
Bij deze woorden ging ze zijdelings op bed zitten, nam wat massage-olie, warmde die op in haar handen en begon langzaam zijn bovenarmen en nek te kneden. Een gevoel van opwinding ging door haar heen bij het gevoel van zijn spieren onder haar handen. Ze hoorde Urs beverig zuchten en een glimlach brak door op haar gezicht. Hij was volledig verkrampt, maar langzaamaan voelde ze hem ontspannen. Toen ze bezig was de zalf over zijn rug in te smeren, ademde hij langzaam in en uit. Haar zachte handen op zijn rug deden hem kreunen van genot. Nadat ze klaar was vroeg ze hem terug op zijn rug te gaan liggen; met een glimlach op de lippen vroeg ze hem:
“Heb je genoten, Urs?”
Hij keek haar lange tijd aan alvorens haar vraag te beantwoorden met een andere vraag:
“Je houdt ervan me te kwellen, niet Isabel?”
Hij keek haar doordringend aan. Haar glimlach stierf op haar lippen en ze draaide haar hoofd weg:
“Als jij het zegt...”
Ze ging verder met het verzorgen van zijn polsen en enkels. Urs had gezien, dat er tranen in haar ogen stonden, voordat ze haar hoofd afwendde, en toen ze met zijn enkels bezig was, voelde hij een traan op zijn voet vallen. Hij voelde zich schuldig over zijn opmerking:
“Isabel, het spijt me...dat had ik niet moet zeggen...” excuseerde hij zich.
Ze keek hem met een verdrietige blik aan:
“Waarom niet? Je meende het wel...”
Voor hij kon protesteren ging ze verder:
“Ik ben klaar. Mijn vader heeft gezegd, dat je morgen waarschijnlijk even uit bed mag. Je moet wel voorzichtig zijn met die wonde op je rug, zodat ze weer niet terug open gaat. Tot ziens, Urs.”
Ze pakte haar spullen bij elkaar en verliet de kamer, Urs met gemengde gevoelens achterlatend.

Lange tijd, nadat ze vertrokken was, staarde hij nog steeds naar de deur.
‘Ik moet hier weg,’ dacht hij bij zichzelf, ‘ik moet haar vergeten en proberen mijn leven terug te krijgen van voor ik haar leerde kennen.’
Hij besloot naar huis te gaan en wel zo vlug mogelijk: hij zou eerst een tijd bij zijn ouders gaan logeren tot hij helemaal hersteld was en daarna een paar weken vakantie nemen in zijn blokhut in de bergen, zodat hij alles eens rustig op een rijtje kon zetten. Daarna zou hij klaar zijn om de volgende uitdaging aan te gaan met Il Divo. Hij zocht in de lade van het kastje naast hem en vond daar zijn GSM. David had zijn bagage en persoonlijke spullen meegebracht naar het strandhuis. Hij belde naar de luchthaven van Los Angeles en informeerde voor een vlucht naar New York en een aansluitende vlucht naar Luzern, Zwitserland. Het geluk zat hem mee: om 01.00 uur ’s nachts was er nog plaats naar New York en van daaruit kon hij onmiddellijk doorvliegen naar Zwitserland; hij zou dan om 16.00 uur ’s middags plaatselijke tijd aankomen. Daarna belde hij zijn ouders op om te verwittigen, dat hij naar huis kwam en of hij een tijd kon blijven; dat was natuurlijk geen enkel probleem. Hij vertelde ook in grote lijnen wat er allemaal was gebeurd, maar dat hij het nu goed maakte, zodat ze zich geen zorgen hoefden te maken. Urs probeerde voorzichtig uit bed te komen; hij moest toch minstens proberen of hij wel op zijn benen kon staan. Toen hij op de rand van het bed zat, voelde hij zich duizelig, maar na een tijdje trok dat gevoel weg. Hij probeerde recht te staan, hij wankelde op zijn benen en had het gevoel alsof ze niet meer reageerden op de commando’s van zijn hersenen.
‘Dit moet verbeteren,’ dacht hij, ‘anders raak ik zelfs niet op de luchthaven van Los Angeles, laat staan in Zwitserland.’
Hij begreep, dat hij een ernstig risico nam met te vertrekken. Hij kon zo’n lange reis eigenlijk niet aan, maar hij besloot toch door te zetten. Het volgende dat op zijn programma stond was een brief schrijven voor John en Annie, en één voor Sébastien. De brief voor John en Annie vond hij het moeilijkste: de ouders van Isabel hadden zijn leven gered en nu ging hij er op een stiekeme manier vandoor, maar hij had geen keuze. Na enkele vruchteloze pogingen had hij uiteindelijk toch een brief klaar, die min of meer zijn goedkeuring kon wegdragen:

Beste Annie en John,
Het spijt me verschrikkelijk, dat ik als een dief in de nacht ben vertrokken, maar ik heb geen andere keuze. De reden waarom ik op deze manier vertrek is in één woord samen te vatten: Isabel. Begrijp me niet verkeerd: zij heeft me enorm geholpen, maar er is meer: ik hou van haar en het feit, dat deze gevoelens niet wederzijds zijn, noodzaakt mij om te vertrekken, zodat ik mijn leven terug op orde kan brengen.
Het belangrijkste is, dat ik jullie wil danken voor alles wat jullie voor mij gedaan hebben. De manier waarop jullie mij opgenomen en verzorgd hebben, was fantastisch: jullie hebben mijn leven gered. Ik zal jullie hiervoor altijd dankbaar blijven en jullie nooit vergeten.
Nogmaals mijn excuses en ik wens jullie het allerbeste.
Urs Bühler.

_________________
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht
Anny
moderator

Geregistreerd op: 23 Jun 2009
Berichten: 74

BerichtGeplaatst: 31 Okt 2009 13:26:21    Onderwerp: Reageren met citaat
hoi Kristel

Allereerst mijn excuses dat ik niet eerder kon lezen. Ik geloof dat ik verzijmt heb om je te vertellen dat ik een weekje vakantie had. Maar wat een hoofdstukken weer. Het wil niet erg tussen Urs en Isabel, telkens die misverstanden en nu loopt hij ook alweer weg. Het is dat hij er zo slecht aan toe is anders kon hij een schop onder zijn je weet wel krijgen. Soms moet je voor geluk vechten maar urs moet het eerst nog maar eens zien.

Kristel hele fijne vakantie. Waar gaat de reis naar toe?

Tot volgende week maandag
_________________
[img:756e51a060]http://i158.photobucket.com/albums/t105/Aqualady_2007/eigen%20ontwerpen/siggijunibl.jpg[/img:756e51a060]
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht MSN Messenger
konsalik
Site Admin

Geregistreerd op: 23 Jun 2009
Berichten: 274
Woonplaats: everywere my dreams take me

BerichtGeplaatst: 5 Nov 2009 08:54:31    Onderwerp: Reageren met citaat
Hoi Kristel

Sorry dat ik nu pas reageer maar er zijn wat zaken in mijn privé leven geweest waardoor ik een tijdje niet hier ben geweest. Het is af en toe jammer dat een dag maar 24 uur heeft.

Wat een schokkend hoofdstuk. Eerst die hartstilstand en dan weer die onduidelijkheid tussen Isbel en Urs. Waarom maakt die man het zichzelf zo moeilijk? Maar aan de andere kant is Isabel ook schuld ze moet met hem praten maar ik vrees dat het nu te laat is. Waar gaat Urs naar toe? Zal Isabel hem weer vinden? Ik denk niet dat Urs de mannen in vertrouwen neemt. Ik denk dat hij in Zwitserland zit en dat niemand laat weten.

Super geschreven Kristel. Je bent nu op vakantie en ik hoop dat je een heerlijke week hebt. Waar ben je naar toe geweest?

liefs
Conny
_________________

mijn site klik hier
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen MSN Messenger
Kristel
Fanfic schrijfster

Geregistreerd op: 06 Jul 2009
Berichten: 162
Woonplaats: Schoten BE

BerichtGeplaatst: 9 Nov 2009 20:37:12    Onderwerp: Reageren met citaat
Hallo Anny en Conny,
Jullie hoeven je niet te verontschuldigen hoor! Ik weet als geen ander dat je soms te weinig tijd hebt. Maria heeft het opgegeven, vrees ik. Ik ben trouwens een weekje naar de Ardennen geweest (verschrikkelijk slecht weer, maar ja). Het verhaal loopt zo langzaamaan naar het einde, ik schat nog een 3 hoofdstukken. Het slechte nieuws: ik heb geen nieuw verhaal, fantasie genoeg, maar ik krijg niks op papier (pc in dit geval Sad Sad )

Hoofdstuk 36
De brief aan Sébastien ging als volgt:

Hallo Séb,
Als je deze brief leest, ben ik op weg naar huis, naar Zwitserland. Ik ga eerst uitrusten en verder herstellen in het huis van mijn ouders, daarna ga ik naar mijn blokhut. Trouwens, jullie zullen ook allemaal jullie familie en vrienden wel willen bezoeken, nu we drie maanden vrij hebben.
Ik moet afstand nemen van Isabel, wil ik er niet volledig onder doorgaan. Het feit, dat ze van Mark Baker houdt, kwam hard aan. Ik moet me hierbij neerleggen, maar dat kan ik niet als ik hier blijf.
Doe Carlos, David en Renée mijn groeten en dan zien we elkaar wel terug binnen drie maanden in Londen. Maar voor die tijd zullen we elkaar nog wel spreken via de telefoon veronderstel ik.
Groetjes, Urs.


Urs deed beide brieven in een envelop. Toen bestelde hij een taxi tegen 24.00 uur die nacht. Hij keek op zijn horloge, zag dat het bijna 18.00 uur was en ging terug naar bed. John en Annie mochten absoluut niks merken. Even later kwam Annie binnen met een dampende pastaschotel:
“Urs, hier is je avondeten. Ik hoop dat je het lekker vindt...”
Het rook in ieder geval heerlijk.
“Het ziet er erg lekker uit en honger heb ik ook, dus...”glimlachte Urs.
Hij voelde zich enorm schuldig, voor de manier waarop hij deze mensen ging behandelen.
“Laat het dan maar smaken, John heeft gezegd, dat je morgen wel uit bed mag, maar je zal het de eerste dagen nog rustig aan moeten doen vooraleer je helemaal hersteld bent.”
“Dat spreekt vanzelf en nogmaals bedankt voor....het avondeten.” bijna had Urs gezegd ‘bedankt voor alles’, maar hij wist zich nog net op tijd te herstellen.
Annie knikte:
“Binnen een uurtje kom ik het ophalen. Probeer daarna nog maar wat te rusten, morgen zal misschien toch wat vermoeiend worden. Wij gaan vanavond ook heel vroeg naar bed.”
‘Dat is een meevaller’, dacht Urs, toen Annie de kamer had verlaten, ‘dan kan ik misschien toch ongemerkt wegkomen.’
Hij at met smaak zijn hele bord leeg en voelde zich daarna slaperig worden. Hij zette het alarm van zijn polshorloge aan en sloot zijn ogen. Zijn bagage had hij klaar gezet in de kast.
Rond 23.30 uur werd hij wakker; hij kleedde zich vlug aan en opende de deur van de logeerkamer; het was pikdonker en muisstil in huis. John en Annie waren duidelijk al naar bed. Hij legde de envelop van John en Annie op het hoofdkussen en nam die van Séb mee; hij zou aan de taxichauffeur vragen even langs het hotel te rijden, waar de mannen van Il Divo logeerden, zodat hij de brief aan de balie kon afgeven. Hij nam zijn bagage en sloop stilletjes het huis uit om buiten op de taxi te wachten.

In de luchthaven van Los Angeles was het erg druk, zelfs op dit late uur. Toen Urs eindelijk zijn bagage had afgegeven en op weg was naar de incheck-balie voor de vlucht naar New York, voelde hij zich reeds doodmoe. Gelukkig had het vliegtuig geen vertraging en Urs sliep tijdens de gehele vlucht van Los Angeles naar New York. Ook de vlucht naar Zwitserland, die zes uur zou duren, had geen vertraging en hij kon – bij manier van spreken – van het ene vliegtuig op het andere stappen. Toen hij eindelijk op zijn plaats zat in het vliegtuig, was hij de uitputting nabij.
‘Nog even volhouden,’ dacht Urs vertwijfeld, ‘thuis kan je zoveel rusten als je wil.’
Hij had er al lang spijt van dat hij dit gedaan had; hij voelde wel dat hij voor zo’n zware reis nog niet voldoende hersteld was. Om over de jetlag nog maar te zwijgen. Ook hier sliep hij bijna gedurende de hele vlucht. Even voor het vliegtuig zijn bestemming zou bereiken, stond Urs recht om naar het toilet te gaan. Op het ogenblik, dat hij in het gangpad stond, kwam het toestel in een zware luchtzak terecht en werd Urs hardhandig terug in zijn stoel gesmeten. Hij raakte de armleuning en een brandende pijn schoot door de onderkant van zijn rug.
‘Oh néé!’ dacht hij in paniek.
Hij ging alsnog naar het toilet en sloot de deur. Hij trok voorzichtig zijn lederen vest uit en keek in de spiegel. Hij droeg een wit hemd in zijn jeans en zag tot zijn ontzetting, dat die onderaan zijn rug rood kleurde van het bloed. Hij zocht koortsachtig naar een zakdoek, trok zijn hemd uit zijn broek, drukte de zakdoek tegen de wond – hij moest op zijn tanden bijten om geen kreet van pijn te slaken – stak toen zijn hemd terug en daarover zijn vest. Hij liep langzaam terug naar zijn plaats en tot zijn grote opluchting riep op dat moment de piloot om, dat ze binnen het half uur zouden landen in Luzern, Zwitserland.
Toen hij eindelijk de luchthaven kon verlaten, stond het zweet op zijn voorhoofd van de pijn in zijn rug. Urs kon onmiddellijk een taxi aanhouden en gaf het adres van het ouderlijk huis op in Willisau. Toen leunde hij vermoeid achterover. Het was ongeveer 16.30 uur toen de taxi voor het huis van zijn ouders halt hield. Hij strompelde naar de voordeur en belde aan. Urs voelde dat hij de grens van zijn uithoudingsvermogen had bereikt. Zijn moeder opende de voordeur:
“Urs! Eindelijk! Het is veel te lang geleden, dat we je nog gezien hebben!” begroette zijn moeder hem, terwijl Urs binnenkwam.
Hij probeerde niet te laten merken hoe slecht hij zich voelde; de pijn in zijn rug was op dat ogenblik ondraaglijk. Met zijn laatste krachten omhelsde hij zijn moeder. Zijn vader was ondertussen ook de hal ingekomen. Op het moment, dat Urs ook zijn vader wou begroeten, begon de kamer voor zijn ogen te draaien.
“Pa,...help me...de pijn...ik kan niet meer...” prevelde hij; toen werd alles zwart voor zijn ogen en zakte hij in elkaar.
Zijn vader had Urs lijkbleek zien worden en reageerde bliksemsnel; hij kon zijn zoon nog net opvangen voor deze de grond raakte. Hij haakte zijn armen achter Urs’ knieën, tilde hem op en droeg hem naar zijn oude slaapkamer.
“Erich, wat is er mis met hem?” vroeg Urs’ moeder dodelijk ongerust.
“Dat weet ik ook niet, schat,” zijn vader liet Urs voorzichtig op bed zakken, “hij ziet zo wit als een doek. We zullen eerst even zijn jas uittrekken.”
Toen dat gebeurd was, zagen Erich en Clarissa, dat zijn hemd doorweekt was van het zweet en tegen zijn lichaam plakte. Urs’ moeder begon zijn hemd los te knopen en toen ze dit over zijn schouders wou trekken, riep zijn vader:
“Wacht even, Clarissa! Hij bloedt!” Daarbij wees hij op de wonde onderaan Urs’ rug.
Voorzichtig trokken ze beiden het hemd van zijn rug en zagen toen de zakdoek zitten; deze was volledig in de wonde gedroogd en doordrenkt met bloed.
“Ik bel Karl op,” besloot Clarissa, “hij is huisarts, misschien kan hij helpen. Het is zondag, normaal moet hij thuis zijn...”
Na de derde keer overgegaan te zijn, nam Karl de telefoon op:
“Karl, het is je moeder hier. We hebben dringend je hulp nodig...” viel Clarissa met de deur in huis.
“Is er iets met jou of pa?” vroeg Karl gealarmeerd.
“Nee, nee, met ons is alles in orde. Het is je broer; hij is juist thuisgekomen en is in elkaar gezakt. Hij is gewond, Karl, kun jij...”
“Ik kom onmiddellijk. Binnen een kwartiertje ben ik daar...” hij verbrak het gesprek.
Ondertussen hadden Erich en Clarissa, Urs op zijn zij in bed gelegd. Hij was nog steeds bewusteloos. Toen Karl aankwam liep hij direkt door naar de slaapkamer. Hij ging voorzichtig op bed zitten en voelde eerst aan Urs hoofd of hij geen koorts had. Dat was gelukkig niet het geval. Toen bekeek hij de wonde op zijn rug, waar de zakdoek nog steeds in zat.
“Die zakdoek moet er uit, de wonde zal dan wel terug beginnen bloeden, maar dat zien we dan wel. Ik kan dat beter nu doen, nu Urs nog buiten bewustzijn is. Pa, wil jij zijn schouder even vasthouden, zodat hij niet beweegt?” vroeg Karl.
Erich deed wat hem gevraagd werd en Karl nam de zakdoek vast. Wat niemand in de kamer opmerkte – ze waren allemaal geconcentreerd met Urs’ wonde bezig – was, dat Urs langzaam zijn ogen opende. Tezelfdertijd trok Karl hard aan de zakdoek, zodat die volledig loskwam. Urs schreeuwde het uit van de pijn; de drie anderen schrokken zich rot.
“Oh, mijn God! Hij is bij bewustzijn! Waarom heb ik dat niet gezien?” fluisterde Karl met een zweem van zelfverwijt in zijn stem.
Karl keek even naar zijn broer, die hijgend met een van pijn vertrokken gezicht en gesloten ogen op bed lag.
“Sorry, broer, ik had niet...” begon Karl.
Urs opende zijn ogen en probeerde naar zijn broer te glimlachen:
“Het... geeft niet... Karl...” onderbrak Urs hem kreunend.
“Is dit de eerste keer, dat deze wonde terug is beginnen bloeden?” ging Karl verder.
Urs schudde doodmoe zijn hoofd:
“Nee,...blijkbaar...wil het...bloeden...niet stoppen...”
Karl keek even naar zijn ouders:
“Ik ga de wonde volledig uitwassen en hechten, vanzelf gaat ze blijkbaar niet dicht.”
Nadat de wonde gehecht was en Karl er een nieuw verband had opgelegd, draaide hij Urs voorzichtig op zijn rug. Terwijl hij hem toedekte, zei hij:
“Urs, ik ben blij je nog eens te zien, maar toch liever onder andere omstandigheden...”
Karl omhelsde zijn broer voorzichtig:
“Ik ook, Karl...” glimlachte Urs vermoeid.
Karl zag het en stond op van bed:
“Je bent uitgeput; probeer wat te slapen. Vertel morgen je verhaal maar...”

De ochtend, nadat Urs vertrokken was, liep John naar de logeerkamer. Hij klopte zachtjes op de deur en terwijl hij ze opende vroeg hij:
“Urs, als je zin hebt...” John’s stem stierf weg.
De kamer was leeg, het bed was mooi opgemaakt en er lag een brief op het hoofdkussen. John keek even in de badkamer, ook daar was alles netjes opgeruimd en de kleerkasten waren leeg. Hij liep langzaam naar het bed toe en nam de envelop; hij zag, dat deze aan hem en zijn vrouw gericht was. Hij liep terug naar de keuken waar Annie bezig was het ontbijt klaar te zetten. Ze had al voor drie personen gedekt.
“Ik denk, dat we maar met zijn twee zijn, lieverd.” mompelde John.
“Wat bedoel je?” vroeg Annie.
“Urs is weg...”
“Weg? Hoe kan dat? Waar...?”
Maar John liet zijn vrouw niet uitpraten:
“Waar hij naartoe is weet ik ook niet, maar de logeerkamer is volledig opgeruimd. Het enige dat ik vond, was deze brief, gericht aan ons...”
Hij overhandigde zijn vrouw de brief. Annie scheurde de envelop open en begon te lezen. Zonder iets te zeggen overhandigde ze de brief aan John.
“Dit kan niet waar zijn...,”stamelde John, “waar is hij naartoe? Zou hij terug naar het hotel zijn gegaan waar de andere jongens van Il Divo verblijven? En waarom denkt hij, dat Isabel niet van hem houdt? Ik begrijp er niets van.”
“Ik ook niet, schat. De misverstanden tussen die twee blijven zich maar opstapelen, alsof de duivel ermee gemoeid is; ik weet het ook niet meer...”
“We moeten Isabel hiervan verwittigen, Annie. Zij zou naar Séb kunnen bellen om te vragen of hij daar daadwerkelijk is aangekomen. Ik hoop van harte, dat het zo simpel is, want veel verder zie ik Urs, in zijn toestand, toch niet geraken...”
John werd onderbroken, door de deurbel.
“Ik ga wel.” zei Annie.
Tot haar verbazing stond zowel Isabel als Sébastien voor de deur.
“Goedemorgen, mam. Ik kwam Séb tegen aan de hoek van de straat. Blijkbaar hadden we dezelfde bestemming in gedachten.” glimlachte Isabel.
“Ik ben blij, dat ik jullie beiden zie. Kom binnen.”
Annie ging hen voor naar de keuken, waar John nog steeds naar de brief van Urs zat te staren.
“John, we hebben bezoek.” zei Annie totaal overbodig.
John keek op, stond recht, omhelsde zijn dochter en gaf Sébastien een hand.
“Ik ben blij, dat ik jullie zie,” begon Isabel’s vader, “om maar met de deur in huis te vallen: Urs is weg.”
“Wat?! Waar is hij dan naartoe?” vroeg Isabel verbijsterd.
“Dat weet ik niet; hij heeft wel een brief achtergelaten...” bij deze woorden overhandigde John de brief aan Isabel.
Toen Isabel de brief aan het lezen was, vroeg John aan Sébastien:
“Is hij misschien naar het hotel teruggekeerd?”
Voor het eerst sinds ze binnen waren, sprak Sébastien:
“Nee, maar ik weet waar hij naartoe is. Ook voor mij heeft hij een brief achtergelaten.”
“Hij houdt van mij? En ik niet van hem? Waar haalt hij het?” onderbrak Isabel het gesprek.
_________________
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht
konsalik
Site Admin

Geregistreerd op: 23 Jun 2009
Berichten: 274
Woonplaats: everywere my dreams take me

BerichtGeplaatst: 11 Nov 2009 16:18:19    Onderwerp: Reageren met citaat
Hoi Kristel

Fijne te horen dat je en fijne week in de ardennen hebt gehad. Af en toe moet een mens er even uit.

Maar dan naar je verhaal. Die URs houd de gemoederen wel bezig. Waarom moet die stijfkop toch altijd zijn zin dooddrijven. waarom stelt hij andere daar niet van in kennis? Nu ook weer een actie die volgens mij niet nodig was geweest als hij zijn mond eerder had open gedaan.
Maar goed Isabel en Sebastien zijn nu op de hoogte. Isabel ga voor je geluk meid en zie dat je in Zwitserland komt

Bedankt weer Kristel en maak je geen zorgen over een nieuw verhaal neem je tijd en wie weet wat er dan nog op papier gaat komen.
_________________

mijn site klik hier
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen MSN Messenger
Kristel
Fanfic schrijfster

Geregistreerd op: 06 Jul 2009
Berichten: 162
Woonplaats: Schoten BE

BerichtGeplaatst: 16 Nov 2009 20:29:41    Onderwerp: Reageren met citaat
Hallo,
Conny bedankt voor je reactie.

Hoofdstuk 38
Ze gaf de brief aan Sébastien.
“Waarom doet hij dit? Zonder afscheid te nemen? En allemaal, omdat ik zijn gevoelens niet beantwoord?! Hij heeft mij afgewezen en niet andersom...” mompelde Isabel hoofdschuddend.
Sébastien keek haar even aan en toonde Isabel de brief, die hij gekregen had:
“Ik denk, dat dit veel duidelijk zal maken...” antwoordde hij.
Isabel begon de brief te lezen met stijgende verbazing. Toen ze klaar was, viel het papier uit haar krachteloze vingers en stonden er tranen in haar ogen. John had de brief opgepakt en was hem zelf beginnen lezen.
“Er staat hier iets in die brief, dat mij grote zorgen baart.” zei John.
Iedereen keek hem aan.
“Wat dan?” vroeg Sébastien.
“Hij schrijft, dat hij naar huis is, naar Zwitserland. Zo’n lange en zware reis kan hij in zijn toestand onmogelijk aan. Daar is hij nog te zwak voor, om maar te zwijgen van die verwonding op zijn rug, die maar niet wil stoppen met bloeden...”
“Kunnen we niet achterhalen, hoe laat hij vertrokken is, vannacht? Dan kunnen we misschien uitrekenen hoe laat hij in Zwitserland zou aankomen. Ik heb het telefoonnummer van zijn ouders, daarmee weten we direkt of hij goed is gearriveerd.” stelde Sébastien voor.
“Goed idee.” zei John en zocht onmiddellijk het telefoonnummer op van de luchthaven van Los Angeles. Na een paar telefoontjes gepleegd te hebben, hadden ze de nodige informatie. Het vliegtuig in Zwitserland was geland rond 16.00 uur plaatselijke tijd.
“Het uurverschil met Los Angeles is negen uur vroeger. Laat ons zeggen, dat hij rond 17.00 uur in Willisau is aangekomen, als alles goed gaat. Hoe laat is het nu?” vroeg Sébastien, terwijl hij op zijn polshorloge keek, “11.00 uur, dan moet het daar nu 20.00 uur zijn. Dat moet kunnen; ik ga even bellen...”
Sébastien liep de gang op.

Ondertussen vroeg Annie aan haar dochter:
“Wat bedoelt Urs met ‘het feit, dat ze van Mark Baker houdt...?’”
“Weet ik het? Ik begrijp Urs al lang niet meer. Dat hij dacht, dat ik van Carlos hield, daar kan ik nog inkomen, maar van Mark?! Toen ik hier laatst was om zijn rug te verzorgen, probeerde ik hem te kussen, en hij heeft zijn hoofd weggedraaid. En dan schrijft hij, dat hij van me houdt? ”antwoordde Isabel ongelovig, toen ging ze verder: “Weet je, mam? Ik wordt hier zo moe van. En ik heb hier ook geen zin meer in...Trouwens hij is naar huis vertrokken, om mij te kunnen vergeten, dus...Houden van Mark Baker...het idéé!”
Op dat moment kwam Sébastien terug binnen met een bedrukt gezicht.
“En, ben je iets te weten gekomen?” vroeg John.
“Ja...ik heb zijn moeder aan de lijn gehad. Hij is inderdaad daar aangekomen, maar wel compleet uitgeput. Hij was nog maar een paar minuten binnen, toen hij in elkaar zakte. De wonde op zijn rug was weer beginnen bloeden. Gelukkig is Urs’ broer, Karl, huisarts. Die heeft de wonde gehecht. Momenteel slaapt Urs en ze verwachten niet, dat hij gaat wakker worden voor morgenvroeg.”
“Goddank dat hij veilig is aangekomen!” zei John.
“John, Annie,” begon Sébastien, “Carlos, David en ik willen jullie toch ook bedanken voor de manier waarop je Urs hebt opgevangen. Zonder jullie hulp had hij te waarschijnlijk niet...”
Sébastien moest even slikken.
“Eigenlijk kom ik vertellen, dat wij ook naar huis vertrekken. David is vanmorgen naar zijn familie in Colorado vertrokken; Carlos gaat vanmiddag het vliegtuig op richting Spanje en Renée en ik hebben een vlucht geboekt naar Parijs vanavond.”
John en Annie sloegen hun armen rond Sébastien:
“Dan wensen wij jullie een goede vlucht en behouden thuiskomst. Je zult wel blij zijn, na al die tijd je familie en vrienden terug te zien.” zei Annie met tranen in haar ogen.
Sébastien kustte haar op de wang.
“Dit is geen afscheid, we zullen elkaar nog wel terug zien.” zei hij met een raadselachtige blik in zijn ogen en toen tegen Isabel:
“Kan ik jou even onder vier ogen spreken?”

Isabel keek hem even aan en knikte. Samen liepen ze naar het salon:
“Isabel, wat Urs betreft...”begon Sébastien, maar Isabel onderbrak hem:
“Ik denk, dat dat hoofdstuk afgesloten is, Séb.”
“Waarom? Geef je het op?”
“Wat moet ik anders? Hij zit in Zwitserland, dat is voor mij het andere eind van de wereld. Trouwens hij is er rotsvast van overtuigd dat ik van Mark Baker hou; ik begrijp totaal niet hoe hij daarbij komt, maar goed...”
“Ik wel en jij weet het ook.” antwoordde Sébastien tot haar stomme verbazing.
Isabel staarde hem met open mond aan:
“Dat moet je me toch eens uitleggen...”
Ze gingen samen op de bank zitten en Sébastien nam haar ijskoude handen in de zijne:
“Herinner je nog het moment, waarop Mark Urs moest reanimeren, nadat je vader en hij constateerden dat Urs geen hartslag meer had?”
“Hoe kan ik dat vergeten?”
Isabel moest nog rillen bij de gedachte.
“En weet je dan ook nog hoe jij reageerde, nadat Mark op Urs’ borst had geslagen en hij terug begon te ademen?”
Isabel dacht even na en haar blik lichtte op:
“Ik ben Mark rond zijn hals gevlogen, heb hem gekust en gezegd, dat ik van hem h...”
Isabel stokte midden in haar zin en keek Sébastien verbijsterd aan:
“Nu begrijp ik waar je naartoe wilt, Séb. Maar Urs was bewusteloos, hoe kan...?”
Sébastien schudde zijn hoofd:
“Hij was op dat moment niet bewusteloos, Isabel. Hij heeft even zijn ogen geopend, keek naar jullie, en zakte toen onmiddellijk weer weg. Maar Renée en ik hadden het gezien...”
Isabel dacht over de hele situatie na en verschillende stukjes van de puzzel begonnen in elkaar te vallen: zoals toen zij bij Urs in bed was gekropen en hij zo bang was geweest, dat Mark zou binnenkomen. Toen Isabel bleef zwijgen, vroeg Sébastien zachtjes:
“En, is het hoofdstuk nog steeds afgesloten?”
Isabel knikte:
“Veel keus heb ik niet, hé? Hij is weg...” zuchtte ze verdrietig.
“Je kan hem misschien achterna gaan...”opperde Sébastien.
“Achternagaan? Je bedoelt naar Zwitserland?”
“Inderdaad. Jullie horen bij elkaar, Isabel. Ik ben daar nu meer dan ooit van overtuigd. Vecht voor hem, je zal er geen spijt van krijgen...”
“Maar ik ben nog nooit buiten Californië geweest, laat staan naar Europa! Trouwens ik kan toch zo maar niet plots voor de deur van zijn ouders gaan staan?” zei ze vertwijfeld.
“Dat zou ik ook niet doen. Wacht tot hij in de blokhut is; dan is hij alleen. Ik zal hem wel met een smoesje bellen om te weten of hij daar gearriveerd is en dan bel ik jou. Ik zal je het adres geven; als je dan een vlucht boekt kan je in Zwitserland ineens ook een auto huren. Wat denk je?” stelde Sébastien voor.
“Jij hebt hier blijkbaar goed over nagedacht, Séb...” ze aarzelde even en toen: “Ik doe het! Wat heb ik trouwens te verliezen? Maar als het niet lukt, dan...”
“Het gaat lukken voor jullie, daar ben ik van overtuigd.” onderbrak Sébastien haar.

Drie weken later zat Isabel op het vliegtuig, dat haar naar Zwitserland zou brengen. Ze was helemaal niet meer zo zeker of ze hier wel goed aan deed dan toen ze met Sébastien had gesproken. Stel, dat Urs haar wegstuurde? Dat hij haar nooit meer wou zien? Ze moest er niet aan denken; ze was in staat om de piloot te vragen rechtsomkeer te maken. Nee, ze moest doorzetten. Ze moest weten waar ze aan toe was met Urs; als ze het niet zou proberen, zou ze het zich haar leven lang verwijten. Ze werd opgeschrikt uit haar gedachten, doordat de piloot omriep, dat het vliegtuig binnen 20 minuten zou landen in Luzern. Ze maakte haar veiligheidsriem vast en zuchtte diep:
‘Hier gaan we dan. Oh Urs, ik hoop, dat je nog steeds van me houdt...’ dacht ze bij zichzelf.

Het was reeds laat in de middag toen ze bij het loket van het autoverhuurbedrijf de sleutels van haar wagen ging ophalen. Ze had een terreinwagen besteld – Sébastien had wel gezegd, dat de weg naar de blokhut vanuit de luchthaven redelijk gemakkelijk te vinden was, maar ze moest een berg op en het was midden in de winter, dus er lag een dik pak sneeuw op de Zwitserse wegen.
Even later was ze op weg; ze moest even wennen aan de grote wagen, maar na een tijdje had ze hem onder controle. Zwitserland was een prachtig land: overal hoge besneeuwde bergen en huisjes die tegen de flank van de bergen waren opgebouwd, met een dik pak sneeuw op hun dak. Hier en daar brandden reeds lichtjes in de chalets omdat het stilaan begon te schemeren. Het was alsof ze door een postkaart reed. Isabel hoopte maar aan de blokhut te arriveren voor het helemaal donker was. Enige kilometers verder zag ze een bord langs de weg, waar ze moest afslaan en aan de beklimming van de berg moest beginnen.
‘Urs, waarom woon je niet ergens in een tropisch land aan de kust?’ dacht ze bij zichzelf, toen ze halverwege was.
Ze had het stuur zo krampachtig vast, dat haar knokels wit zagen. Eindelijk begon de helling minder steil te worden en zag ze door het bos, dat haar omringde een licht branden van een huis. Ze remde voorzichtig af:
‘Daar moet het zijn!’ dacht Isabel, terwijl haar hart in haar keel klopte, ‘en blijkbaar is hij thuis...’
Ze keek vanuit de stilstaande wagen naar het huis en weer kwam de angst in volle hevigheid terug:
_________________
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht
konsalik
Site Admin

Geregistreerd op: 23 Jun 2009
Berichten: 274
Woonplaats: everywere my dreams take me

BerichtGeplaatst: 18 Nov 2009 10:01:22    Onderwerp: Reageren met citaat
Jippie Isabel heeft besloten naar zwitserland te gaan. Dat gaat helemaal goed komen daar in die berghut. Super hoofdstuk weer Kristel. En nu op naar het einde, een happy end daar ben ik vrij zeker van.

Schrijf ze zou ik zeggen. Ik ben nu al benieuwd naar de volgende
_________________

mijn site klik hier
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen MSN Messenger
Anny
moderator

Geregistreerd op: 23 Jun 2009
Berichten: 74

BerichtGeplaatst: 18 Nov 2009 17:02:40    Onderwerp: Reageren met citaat
Hoi Kristel

Met enige omweg is Isabel dan eindelijk naar de plaats waar ze thuis hoort. Ik denk wel dat er in zwitserland nog eerst een goed gesprek moet komen maar al met al ziet het er niet verkeerd uit. Samen in zijn berghut. Dat brengt volgens mij genoeg perspectief. Tot volgende week
_________________
[img:756e51a060]http://i158.photobucket.com/albums/t105/Aqualady_2007/eigen%20ontwerpen/siggijunibl.jpg[/img:756e51a060]
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht MSN Messenger





Geplaatst: 18 Nov 2009 17:02:40    Onderwerp:
Terug naar boven
Berichten van afgelopen:   
Nieuw onderwerp plaatsen   Reageren    Il Divo fanfics Forumindex :: NL Fanfics Tijden zijn in GMT + 1 uur
Ga naar pagina Vorige  1, 2, 3, 4, 5, 6  Volgende
Pagina 5 van 6

 
Ga naar:  
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum


Wil je ook een eigen gratis forum?

- Direct online
- Gratis je eigen logo
- Filmpjes en video mogelijk!


Klik hier om onmiddellijk jouw eigen forum aan te maken









Powered by phpBB © 2001, 2002 phpBB Group Vertaling door Lennart Goosens
Original Sosumi theme for Mac OS X by Kevin Knopp :: Adapted for phpBB by Scott Stubblefield