KROONVAARDERSKNSM

SCHEEPVAART KNSM

Ook een eigen gratis forum?

- Met je eigen logo
- Filmpjes mogelijk!


Klik hier om jouw forum te maken


AFTER SAILING NEXT DAY
Ga naar pagina Vorige  1, 2, 3  Volgende
 
Nieuw onderwerp plaatsen   Reageren    KROONVAARDERSKNSM Forumindex -> TOPICS, GEEN KNSM
Vorige onderwerp :: Volgende onderwerp  
Auteur Bericht
Willem Visser
Site Admin


Geregistreerd op: 12 Mei 2022
Berichten: 4691
Woonplaats: Amsterdam

BerichtGeplaatst: 12 Mrt 2023 17:23:50    Onderwerp: Reageren met citaat

In de Amsterdamse haven 11 ‘Rembrandt & Co’

Met al die privé probleempjes erbij, gingen de werkzaamheden natuurlijk gewoon door, aangezien de kachel toch moest branden. Het was komkommertijd in de haven, aangezien er bijna geen cacaoboot voor de kant lag. Die negertjes in Afrika hadden in de gaten, dat als er ergens te veel van is, de prijzen dalen en is er tekort aan een bepaald product dan stijgen de prijzen. Dus deze boys hielden de boel nog maar even in eigen land totdat de kilo prijs ging stijgen. Wij stonden bekend dat we alle soorten werkzaamheden aan namen, als het maar schoof. Wij werkten ook wel eens voor de firma Hoogland & zn op de Danzigerkade, alwaar altijd de ‘grachten’ bootjes van Spliethof voor de kant kwamen. Deze schepen vervoerden voornamelijk hout uit Scandinavië, ook wel celstaafjeose en van die grote rollen papier voor de krant. De eigenaar van deze firma heette Fred Hoogland,en was een hele lange slungelige man. Als je hem zag deed ie je gelijk denken aan John Cleese uit de serie, Fawlty Towers (hotel op stelten). Deze man kwam naar ons toe, toen wij bij Dino’s Ferry in gesprek waren over hoe we aan nieuw werk konden komen. Fred kon ons al een tijdje en was altijd zeer tevreden over onze werkzaamheden. Hij vroeg ons of wij ook wel eens schilderwerk aan namen? Jan Rems, mijn compagnon rook weer eens geld en antwoorde dat schilder eigenlijk ons originele vak was, maar omdat we in de haven meer konden verdienen, waren we toen der tijd er maar mee gestopt. in onze hoogtij dagen werden wij door iedereen ‘Rembrandt & co’ genoemd, aangezien wij met onze kwast altijd een meesterwerk te voorschijn toverden. Hij keek mij aan en vroeg ’of lieg ik er een woord aan’? Waarop ik alleen maar nee kon schudden, ondertussen de andere kant opkijkend, alsof ik er niets mee te maken had. Ik wist dat Jan z’n enigste ervaring met schilderen, hetzelfde als die van mij, namelijk het schilderen van de laadbomen en de verschansing aan boord van de es-boten.

Fred wilde zijn houtloodsen in de verf hebben want deze zagen er niet uit, zei hij en mocht dat allemaal naar wens zijn gebeurt, dan konden wij ook het binnenwerk van zijn huis in Aerdenhout eens grondig onder handen nemen. De 2 loodsen op het terrein van Fred waren ieder ongeveer 100m lang, 50m breed en 8m hoog. Fred zou voor de verf, kwasten en een rolsteiger zorgen, dus we hoefden alleen maar een prijs te maken voor het schilderwerk. Fred ging akkoord met de aanneemsom en de volgende morgen zou er gestart worden. Wij liepen de volgende morgen langs de desbetreffende loodsen, naar het kantoor van Fred en zagen dat er minstens de laatste 30 jaar er geen druppel verf aan de loodsen gespendeerd was. De nerven in het kurkdroge hout stonden wagenwijd open en op het hout kon je geen verfresten meer ontdekken. Bij het kantoor aangekomen, nam Fred ons mee om de spullen die hij gekocht had te laten zien. We dachten eerst dat hij een geintje maakte toen hij op 6 blikken oranje verf wees, ieder van 10 liter. We vertelden hem dat dit nog niet eens genoeg was voor 1 zijkant, waarop hij zei dat hij verfverdunner genoeg had en dat het niet te veel mocht kosten. “Oke Fred”, zeiden we, “klant is koning”. We bouwden de gehuurde steiger op en gooiden in een speciekuip 30 liter verf en 10 liter verdunner. het leek wel wortelsap, maar het roerde wel lekker. We hadden ieder een lange stok met een roller erop en binnen een minuut zagen we er zelf ook al uit als een wortel. Na een meter of 10 gedaan te hebben stapte ik van de steiger af om te kijken hoe het er op een paar meter afstand uit zag. Het gulzige hout had het natte goedje helemaal geabsorbeerd en enkel een heel vaag oranje tintje was er te zien. We besloten om 1 blik onverdunde verf op een andere plaats te schilderen en daarna die lange dweil erbij te halen, om te vragen welk stuk hij het mooist vond. Toen ik bij Fred z’n kantoor binnenliep, keek hij mij aan alsof er een buitenaards wezen binnen kwam. Je moet het wel op het hout smeren Rembrandt, zei hij, waarop ik antwoordde dat Jan die bijnaam toebehoorde en dat ik Co was. Hij liep mee om te kijken en hij vond natuurlijk het onverdunde stuk mooier, dan het verdunde stuk. Zal ik er dan nog 10 blikken bijbestellen, vroeg hij ons, waarop we antwoorden, dat hij er nog wel 100 bij kon bestellen, aangezien dat hout alles opzoog.

Hij vond dat we overdreven en bestelde voor de zekerheid 20 blikken welke direct gebracht zouden worden. Ik smeerde alles met een grote kwast er heel dik op en jan kwam er met z’n roller die ook nogmaals in de verf gedoopt werd, er achteraan. Op deze manier werd het hout wel dekkend door de verf, maar het leek meer op plamuren dan schilderen. Op het steigerblad liepen we te soppen In de gemorste verf en de verf liep vanaf de kwast zo m’n mouwen van m’n trui in. Het haar zat lekker aan elkaar geplakt, maar we maakten wel meters en dat was de bedoeling, aangezien het aangenomen werk was. De 20 blikken waren er na 4 uurtjes door heen en ik besloot die lange hierover in te lichten zo dat hij nog wat kon bestellen terwijl wij even naar cafe ‘de Kaaiman’ op de Spaarndammerdijk gingen om het stof weg te spoelen. De lange keek ons aan en zei dat alleen onze ogen nog maar zichtbaar waren en dat we sprekend op een sinaasappel leken. Hij keek naar de lege blikken en belde de leverancier op om nu maar een hele pallet te bestellen. Toen we zo een dag of vier bezig waren kwam het eind in zicht. De loodsen hadden om de 20 meter een opening van een meter of 8 breed en 6 meter hoog, voor de heftrucks met hun lading toegang te verschaffen tot de loods. Aangezien er op dat moment geen boot voor de kant lag, waren wij de enigste die daar aan het werk waren. We waren net de hoek om met de rolsteiger om het laatste zijkantje in de verf te rollen toen we de lange hoorden schreeuwen naar ons. “Kom, kom’, riep hij heel zenuwachtig om de hoek wijzend.We klommen van de besmeurde steiger af en renden achter Fred met z’n lange stelten aan. Het leek precies die lange uit die serie, als hij weer eens de Spaanse kok Manuel achterna zat. Fred wees op de nieuwe auto van de boekhouder, die zo slim was geweest om deze te parkeren in de opening van de loods en dan ook nog in de lengte richting. Alle verf die we er zo dik opgesmeerd hadden was vanaf z’n motorkap tot aan z’n kofferbak aan toe er op gelekt. Het leek net zo’n rally streep en misstond niet echt vond ik.

Schoonmaken, schoonmaken, riep die lange met een zenuwachtig piepstemmetje. Hij rende maar rondjes om die auto en wist niet wat hij moest doen. Maar Fred zei ik, als ik hem schoon moet maken, wordt ie misschien nog viezer, daarbij op m’n oranje trui en broek wijzend. De lange keek ons nog eens goed aan en begreep dat er niks anders opzat dan het zelf maar op te lossen. Hij heeft de sleutels van de boekhouder, met het smoesje van dat z’n auto in de weg stond kunnen bemachtigen en heeft hem toen in de garage van Robbie Schippers laten reinigen en poetsen. Nadat wij onze werkzaamheden erop hadden zitten, leverden we de boel bij Fred op. Buiten alles om, waren de loodsen toch wel naar zijn zin gekleurd. We wilden de steiger schoon gaan maken, maar Fred zei dat dat het risico van het verhuurbedrijf was, waarna wij de steiger op z’n aanhanger laadden. Fred was binnen 10 minuten weer terug van Bo-Rent alwaar de verhuurder aan die lange had gevraagd of hij wel goed bij z’n kop was? Hij kwam terug met twee grote blikken afbijt en zei dat we de steiger konden reinigen. Toen we de steiger weer opgebouwd hadden en hem van boven naar beneden in de afbijt hadden gezet, gingen we nog maar even naar café de Kaaiman, om zodoende de afbijt de tijd te geven om in te trekken, dit vertelden we ook tegen Fred, die eigenlijk wel een beetje genoeg van Rembrandt & Co begon te krijgen. Als we maar wel op tijd terug waren zei hij, aangezien Bo-Rent bijtijds dicht ging. Fred had al vlug geleerd, dat als wij naar de Kaaiman gingen, we er wel de tijd voor namen om het werk te bespreken onder het genot van een versnapering. Na enige biertjes in het luik gegooid te hebben besloten we om de steiger te gaan spoelen, dit vertelden we Fred ook toen we weer langs z’n kantoor liepen en hij knikte afwezig aangezien hij aan het bellen was. We veegden de afbijt van de steiger met lappen maar die troep beet als de klere in de wondjes van je handen. Jan had een idee, dat kreeg hij meestal als er genoeg huppel water in Jan zat. Hij bond een eind touw aan de onderste sport van de steiger en we reden de steiger naar de waterkant, alwaar hij het andere uiteinde van het touw om een bolder heen knoopte. Dit hele gebeuren werd gadegeslagen door de lange die aan de overkant van het water z’n kantoor had. We duwden ieder aan een kant en de steiger viel heel langzaam voor over in het water. De lange stond met open mond dit schouwspel gade te slaan en kwam weer met z’n huppel pasje naar ons toe gerend of we wel goed bij ons hoofd waren? Maar nu is hij wel schoon, zei Jan en probeerde de steiger uit het water te trekken, wat een beetje tegen viel, aangezien de holle steiger vol met water was gelopen. We hebben de steiger er met een kraan eruit moeten halen en de lange was blij dat we opgerot waren. Toen Jan vroeg wanneer we met het binnenwerk in zijn woning in Aerdenhout moesten beginnen, zei die lange tegen Jan, dat hij maar moest gaan schilderen bij die mensen die hem Rembrandt noemde, want bij hem kwamen wij er absoluut niet in....!!
_________________
Old sailors never died
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen







Geplaatst: 12 Mrt 2023 17:23:50    Onderwerp:

Terug naar boven
Willem Visser
Site Admin


Geregistreerd op: 12 Mei 2022
Berichten: 4691
Woonplaats: Amsterdam

BerichtGeplaatst: 13 Mrt 2023 11:10:16    Onderwerp: Reageren met citaat

In de Amsterdamse haven 12 'Vrouw, vriend en kind kwijt'.

Ja,gelukkig konden de leuke avonturen in het werk altijd voor enige afleiding zorgen. Op den duur krijg je zoveel eelt op je ziel, dat het je steeds minder lijkt te doen als er in de privé situatie weer eens een doemscenario de kop opsteekt. Althans dat denk je dan, maar misschien is het wel zo, dat je hoopt dat het je bijna niets doet. Ik was blij als ik in mijn werk maar zo lang mogelijke dagen kon maken, aangezien ik het verschrikkelijk vond om alleen in huis te zijn. Want dan begon het piekeren over het hele gebeuren, dus dan was de kroeg weer de enige oplossing, om daarna een paar uurtjes in coma te liggen. Als ik dan in de kroeg zat, leek het als of Andre Hazes al zijn liedjes speciaal voor mij geschreven had. Speciaal het liedje ‘wat een vriend was jij voor mij’ zong ik smalend mee, onder het wegwerken van liters bier, of andere sterkere versnaperingen, om maar zo snel mogelijk in coma te kunnen liggen, want je moest tussen de werkzaamheden door toch wel een paar uurtjes rusten. Elke morgen als ik was opgestaan, zei ik tegen mezelf in de spiegel, ‘hee lelijkerd, leef je nog’? En dan was m’n antwoord, ‘ik overleef de hele pleuris bende’. Dan lekker onder de douche, scheren en elke dag schone kleren aan, want niemand zou van mij kunnen zeggen, ‘zie je wel, als een kerel alleen is dan! Het was natuurlijk weer meegenomen dat ik gevaren had. Koken, wassen, strijken en je huis schoonmaken, had je van de vaart meegekregen en dat is heerlijk als je die discipline in je donder hebt zitten. Elke morgen als ik mijn huis verliet was m’n bed opgemaakt, gestofzuigd en de afwas gedaan, zo dat je altijd in een schoon huis terecht kwam. Want is het een zwijnenstal, dan wordt je daar nog depressiever van toch? Ik werd steeds meer gespecialiseerd in het ‘wegdrukken’ van de problemen en jezelf te vertellen ‘dat er wel ergere dingen in het leven zijn’ en dat ik niet zo moest zeiken.

Ik kwam bij mijn kroeg bezoekjes natuurlijk ook wel vrouwelijk gezelschap tegen, die wel wat in me zagen. Meestal hadden deze vrouwtjes een pak problemen uit vorige relaties en daar bedankte ik hartelijk voor, aangezien ik genoeg had aan mezelf. De kennissen die ik had in die tijd, die wisten dat Marga en ik uit elkaar waren, hadden voor mij altijd het geijkte antwoord, ‘waar er twee kijven, hebben er twee schuld’. Ik zelf heb deze uitdrukking nooit gebruikt, tegen iemand anders, omdat ik wist dat dit niet altijd zo hoeft te wezen. Ik wil niet zeggen dat ik altijd een voorbeeldig persoon ben geweest, maar als ik met iemand ben, dan hoeft deze persoon er niet over wakker te liggen dat ik naast de pot pies (vreemdgaan), aangezien ik als de beste weet, hoeveel pijn je iemand er mee aan kan doen! De weken gingen voorbij en ik kon het niet opbrengen om mijn zoontje Ronald op te halen, aangezien ik dan weer geconfronteerd zou worden met m’n vriend Rein en Marga. Ik was wel vaak bij de school van die kleine aap en keek ik stiekem uit m’n wagen, die ik verdekt had opgesteld, om toch maar een glimp van dat joch op te kunnen vangen. ik zorgde er wel voor dat hij mij niet zag, anders zou ik hem te veel uit moeten leggen over het gebeurde. In die tijd zal bij hem ook wel genoeg in dat kleine bolletje zijn omgegaan, aangezien ‘ome Rein’ de beste vriend van zijn vader, ineens bij mama in bed lag. Ik zou mezelf eerst sterker moeten voelen om met dit stel weer in gesprek te kunnen gaan. Als mensen in de problemen zitten, lijkt het erop dat je ineens op 1 of andere manier in god gaat geloven, want als ik alleen in m’n auto reed, schreeuwde ik wel eens half jankend, “God, waarom doe jij je kind zo’n pijn verdomme”? “Ben ik in een vorig leven zo’n rotzak geweest, dat je mij nu zo straft”? Gelijk antwoord kreeg ik niet, maar Hij heeft er wel voor gezorgd dat op bepaalde momenten er iets gebeurde, wat ik zo gewenst had. Denk nou niet dat ik zo’n gelovig jochie ben, in het geheel niet. Maar er is echt meer tussen hemel en aarde, dan wij ons kunnen indenken. De 1 noemt hem God, de ander Boeddha en weer een ander noemt het toeval. We zullen het ooit een keer weten, maar dan is het te laat. Na een tijdje ontmoette ik Marcee, een mooie Indonesische vrouw, waar ik 12 jaar mee samen zou wonen en waarmee ik nooit in die tussentijd ruzie zou hebben, totdat..................
_________________
Old sailors never died
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen
Willem Visser
Site Admin


Geregistreerd op: 12 Mei 2022
Berichten: 4691
Woonplaats: Amsterdam

BerichtGeplaatst: 14 Mrt 2023 11:41:26    Onderwerp: Reageren met citaat

In de Amsterdamse haven 13 ‘Born again’

Na een tijdje went iedereen aan de omstandigheden waar in men verkeert, als het maar lang genoeg duurt. Dit overkwam mij ook en ik dacht dat iedereen dit kon over komen. Het klinkt vreemd, maar van deze hele toestand vond ik nog het ergste dat ik mijn ‘beste vriend’ kwijt was, m’n steun en toeverlaat, waar ik mee kon lachen en huilen. Wij die altijd alles met elkaar deelden, was ik blind geweest? Ik dacht dat je als vriend regel nummer 1 wel wist ’blijf met je poten van elkaars wijf af’. Hoe vind je die Marga, die mij altijd waarschuwde voor die vuile vieze vreemdganger? En die Rein, die haar altijd een stinkhoer noemde? Nou het stel had mekaar gevonden en waren dolgelukkig met elkaar, maar ik wist dat de tijd het zou leren. Ondertussen liepen de zaken met m’n maat Jan Rems voorspoedig. Er werd zoveel om ons gevraagd, dat we gingen uitbreiden en personeel in dienst gingen nemen. We completeerden een balenploeg die het tegen elke ploeg in de haven op kon nemen, als het om snelheid en een nette aflevering ging. Het waren stuk voor stuk geen lieverdjes en de meeste boys hadden wel een ‘achtergrond’ waardoor een ander bedrijf hun, bij een sollicitatie weigerde. Bij ons waren ze wel welkom, want ze kwamen om te werken en niet om te dansen. We verhuurden ons in Amsterdam, Zaandam en in Rotterdam. In die tijd waren er meerdere ‘koppelbazen’ in de haven te vinden en het personeel kon mooi al die bazen tegen elkaar uitspelen, door voor de hoogste bieder te gaan werken. Wij zaten niet met dat probleem, aangezien wij minimaal 50 piek per portie meer betaalden dan de rest. Ik had in de jaren zoveel manieren geleerd om aan een extraatje te komen zonder dat er ook maar iemand wat van merkte, dat dit geen probleem hoefde te zijn. Iedereen kreeg zijn geld handje contantje na ieder portie, terwijl bij de concurrent nog wel eens een knokpartijtje ontstond, als er weer eens geen geld was. Ik heb meegemaakt dat de auto van zo’n baasje afgepakt werd en bij Dino’s Ferry aan de hoogste bieder werd verkocht, om toch maar hun loon te kunnen vangen. Dus met het zakelijke gedeelte ging alles okidoki, nu nog proberen om het privéleven ook weer op de rails te krijgen.

Ik ging ‘s avonds vaak bij mij om de hoek naar de ‘Tidore bar’ waar een grappige kastelein ‘dikke Bennie’ de scepter zwaaide. Ik zat daar wel eens tot een uur of 4 in de morgen en ging alleen naar huis om te douchen en om te kleden, om dan maar weer naar de haven te rijden om weer over te gaan naar de orde van de dag. Na op een mooie avond weer in de Tidore te zijn beland, zie ik geen dikke Bennie achter de bar, maar een mooi ‘kroepoekie’ Marcee genaamd. Een mooie dame in mooie kleren en nog vriendelijk ook. Ik had in die tijd een klein hondje (pekinees) wat precies zo’n monster was uit de film ‘Gremlins’ maar dan de lieve versie. Die hond mocht van Bennie altijd in de hoek op de bar zitten en kreeg altijd een balletje gehakt van het huis. Ik zette de hond op z’n plaats op de bar en Marcee komt die hond nader observeren en zegt zo in d’r zelf “wat een monster zeg, maar ook wel een grappig beest”. Ondertussen ziet Bennie uit de keuken dat ik gearriveerd ben en serveert de in stukjes gesneden bal aan de hond en vertelt aan Marcee dit in het vervolg ook te doen als ik met die hond binnen kom, als hij er niet is. Het bleek dat Marcee die dag was aangenomen, voor 3 dagen in de week. Door die hond kwamen we in gesprek over van alles en nog wat. Marcee bleek al een poos gescheiden en vond het heerlijk om alleen te zijn, aangezien zij in het huwelijk nog wel eens goed in elkaar geslagen was, soms meerdere malen per week. Ze had twee kinderen, een zoon (1Cool en een dochter (20), waar van die jongen nog bij haar woonde en die meid al samen woonde met een vriend.

Nadat ik een maandje Marcee kon en er diverse malen mee op stap was geweest (zonder gerotzooi) wist zij ook de situatie tussen Marga en mij. Ze wist dat ik heel erg mijn zoon miste en we besloten die jongen zaterdags op te halen. Na een telefoontje te hebben gepleegd naar Marga, waarop Rein de telefoon aan nam, kreeg ik Marga aan de lijn en die stemde er in toe dat ik die jongen het weekend bij me mocht hebben. Ik was heel gelukkig met die mededeling, ik mocht m’n eigen kind zien. Marcee had in de afgelopen tijd ook het 1 en ander over haar leven verteld, waar ook de honden geen brood van lusten. Het bleek dat Marcee door haar ex-man in het verleden achter ‘het raam’ was gedwongen om de hoer te spelen, waarop deze aardige mijnheer een aardig kapitaal bij elkaar gesprokkeld had. Als Marcee in opstand kwam, kreeg ze weer een pak op d’r sodemieter, waarbij wel opgelet werd dat haar gezicht niet geraakt werd, want dan verkocht de handelswaar niet zo goed meer. Dit soort verhalen aanhorende, begreep ik niet waarom altijd een goed wijf een foute kerel treft en andersom. Mij kon deze biecht van Marcee niets schelen, aangezien ik juist m’n petje voor zo’n iemand af neem. Die zaterdag ging ik met Marcee naar het huis van het verliefde stel, om mijn zoon Ronald op te halen. Nadat ik aangebeld had, werd er van bovenaf door Marga geroepen dat we boven konden komen, waarop ik antwoordde dat we haast hadden. Marga bracht m’n zoon naar beneden en keek zeer verbaasd naar Marcee. Na de afspraak gemaakt te hebben dat Ronald zondagavond om 7 uur weer terug gebracht zou worden verlieten we het pand en stapten met een dolblij en toch wel verward kind in de auto. Voordat ik instapte keek ik nog even naar boven, waar een Marga en Rein met hun neus tegen het raam geplakt zaten te loeren naar mijn nieuwe ‘vriendin’. Voor het eerst voelde ik mezelf weer een mens, die toch ook wel enig respect verdiende.
_________________
Old sailors never died
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen
Willem Visser
Site Admin


Geregistreerd op: 12 Mei 2022
Berichten: 4691
Woonplaats: Amsterdam

BerichtGeplaatst: 15 Mrt 2023 00:23:32    Onderwerp: Reageren met citaat

In de Amsterdamse haven 14 ‘De kroon van iemands hoofd halen’

Tussen Marcee en mijn zoontje klikte het vanaf begin meteen goed en daar was ik blij om. Die zaterdag hebben we voor die kleine aap gelijk een paar stuks mooie kleding gekocht want wat we voor die jongen meegekregen hadden was niet veel soeps. We hebben een heerlijk weekend gehad met z’n drietjes en Marcee stelde voor om dit vaker te gaan doen. Ze was dit weekend voor de eerste keer bij me blijven slapen, dus het leek wel een normaal gezin. Het heeft nog wel een half jaartje geduurd voordat we besloten samen te gaan wonen, maar dat is maar goed ook, want haastige spoed,........ Nadat we de jongen zondagavond terug gebracht hadden en ik Marcee later op de avond naar huis had gebracht, kreeg ik een telefoontje van Marga. Zij vroeg mij of ik wel wist met wie ik omging? “Ja hoezo, antwoorde ik”. “Nou”,zei ze op een heel denigrerende toon’ “dat is de ex-vrouw van Dikkie P., en als die weet dat jij met haar omgaat schiet ie je kop er af”. “En dan erbij, zij is de grootste hoer van West-Europa, wist je dat niet”? Ik vroeg haar waar zij zich in godsnaam mee bemoeide en vertelde haar dat een hoer nog wat verdiende met een wip en dat zij (Marga) dat voor niks deed. Ik gooide de hoorn op de haak, maar op dat zelfde moment voelde ik dat ik daar verkeerd aan deed, aangezien zij nog altijd een troef in handen had, mijn zoon. Ik zou nog een tijdje gedwee tegen het stel moeten zijn, zolang nog niet alles door de gerechtelijke macht was uitgesproken, zoals alimentatie voor haar en mijn zoon. Rein had op dat moment een uitkering en ik had Marga een goed bedrag geboden welke ik haar maandelijks zou betalen voor haar en Ronald. Dit weigerde ze en zou zelf een uitkering aanvragen, omdat ze dacht dat ik mij niet aan mijn woord zou houden. Later kwam de sociale dienst bij mij verhaal halen en aangezien ik voor mezelf werkte en mijn omzet aanzienlijk was, moest ik aan de sociale dienst 2500 gulden per maand storten, waarvan Marga net de helft op haar giro gestort kreeg. Wat een slimmerd was die vrouw toch!

Gaandeweg als wij mijn zoon gingen ophalen kwamen we af en toe een kopje koffie drinken, om de vijandigheid een beetje in te tomen. Ik merkte aan het stel dat de ‘wittebroodsweken’ zo’n beetje op het einde liepen en dat de nieuwigheid er al vanaf was bij beiden. Dit deed mij bijzonder goed en ik wenste ze inwendig alle tegenslagen toe die er maar te verzinnen zijn. Financieel kon Marga niet meer doen dan dat zij eerder gewend was en Rein moest zijn café bezoekjes ook gaan indammen. Tijdens 1 van die keren dat wij boven waren, opperde Marga de vraag, of ik misschien niet iets voor Rein te doen had, het liefst zwart betaald, aangezien hij z’n uitkering wilde behouden. Ik beloofde dat ik zou kijken en lachte stiekem in m’n vuistje. Wat een brutaliteit van die lui, zouden ze nou denken dat ik alles maar even vergeten ben wat er allemaal gebeurt is? Toen ik met Marcee op de terugweg naar huis even zat na te praten over dit voorval, zei Marcee dat ik voor werk voor Rein moest kijken, aangezien mijn zoon daar 5 dagen per week woonde en deze zou daar ook indirect een beter leven aan over houden, als er munten in dit gezin waren. Zo had ik het nog niet bekeken en de volgende dag bij Dino’s Ferry, heb ik tegen mijn compagnon Jan Rems gezegd dat we Rein zwart in dienst gingen nemen. Jan vroeg aan mij of ik wel helemaal goed bij m’n hoofd was, om die vuile wijvendief in dienst te nemen. Jan wilde er niks van weten en liep met grote stappen de zaak uit. Ik heb heel wat moeten praten met Jan om het toch voor elkaar te krijgen. Rein ging op een busje van ons rijden om de havenjongens naar Rotterdam te brengen en weer op te halen. Hij kreeg een rug in de week, waarvan ik er 300 uit m’n eigen zak betaalde, dat was de voorwaarde van Jan. Dit heeft een ruim jaar geduurd, tot dat Jan en ik uit elkaar gingen.

Ondertussen waren Rein en Marga een jaar bij elkaar, toen ik weer eens die jongen kwam ophalen. Marga zei dat ze mij iets te vertellen had, waarop ik lachend antwoordde, je bent zwanger? Waarop Marga zegt, “hoe weet jij dat”? M’n lachen verstomde op hetzelfde moment. Ik kreeg weer zo’n ouderwetse steek in m’n maag, wat ik de laatste tijd niet meer zo erg had gehad. “Zwanger, maar je hebt jezelf toch direct na de geboorte van Ronald laten steriliseren”? "Ja" antwoordde zij, "maar na 2 maanden met Rein heb ik dit ongedaan laten maken, omdat ik nog wel een kind wou hebben". Mijn uitdrukking op m’n gezicht zal wel heel vreemd zijn geweest op dat moment, aangezien ik nog altijd een kind erbij zou willen gehad hebben, maar dat heeft die bitch mij nooit gegund. Al was ik al weer een tijdje van haar af, ze kon me toch nog pijn doen, krenken, in de grond trappen of hoe je het ook maar wil noemen. Ze bleek al 5 maanden in verwachting te zijn ,en vond het tijd om mij dit heugelijke feit te vertellen. Alhoewel ik met Rein na het werk alweer een paar keer een biertje was wezen kopen, werd er over het gebeurde gezwegen en een ieder die wist hoe de situatie in elkaar zat keek met opgetrokken wenkbrauwen naar ons. Ook de zwangerschap van Marga had hij voor mij verzwegen. Rein had al uit vorige relaties 3 kinderen bij verschillende vrouwen verwekt en keek hier ook niet te vaak naar om. Hij had altijd een kettinkje om zijn nek met daar aan een bedeltje in de vorm van een staafje met vleugels. Ja,ja, hij deed dat ding wel z’n eer aan, dacht ik altijd maar. Marga zei wel eens tegen mij, z’n wilde haren zijn er bijna af, ik heb hem getemd. Ik dacht dan bij mezelf’ wacht jij maar af, jou tijd komt nog wel met je vriendje. Met Marcee en mij ging het heerlijk en er waren altijd van die mensen die mij wel even iets in m’n oor wilden fluisteren over haar verleden. Dan zei ik voor dat ze de kans kregen om hun geheimpje te vertellen, je wil me toch niet gaan vertellen dat Marcee de hoer heeft gespeeld he? Want dat is oud nieuws en de meesten dropen met een rode kop van schaamte af. Dit waren altijd dezelfde mensen die Marcee altijd lief begroeten en lekker in gesprek met elkaar waren, diezelfde mensen probeerden toch stiekem de kroon van haar hoofd te stoten. Ja sommige mensen vonden het maar niks dat het zo goed klikte met ons en je hoorde ze wel eens fluisteren, dat het nooit zo lang goed zou gaan. Ik ben ruim 12 jaar met Marcee geweest en denk er graag aan terug.
_________________
Old sailors never died
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen
Willem Visser
Site Admin


Geregistreerd op: 12 Mei 2022
Berichten: 4691
Woonplaats: Amsterdam

BerichtGeplaatst: 16 Mrt 2023 09:56:31    Onderwerp: Reageren met citaat

In de Amsterdamse haven 15 ‘Het mysterie van de sleutelbos’

Bij ome Willem van der Velde had je verschillende loodsen, verdeeld over 2 verschillende kade’s. Elke loods had z’n eigen loodsbaas en deze was dan ook verantwoordelijk voor de partijen goederen die hier in opgeslagen waren. Ik heb in een vorig verhaal verteld over Tonny (de Lip) die een balen loods onder zijn hoede had en daar elke dag wel uitverkoop had. Die loods stond altijd tot z’n strot toe afgeladen met cacao en zo vlug er weer een groot aantal vrachtwagens met ieder 25 ton cacao waren volgegooid kwam er wel weer een boot voor de kant om de loods weer aan te vullen. Alle cacao werd opgeklampt in de loods in partijen van 50 ton. Er werd dan een laag van 32 balen op de grond gelegd en dan werd er 24 lagen omhoog gewerkt. Dit gebeurde dan met behulp van een heftruck, zodat we alles konden ‘blokken’ tot een stevige vierkante eenheid van ongeveer 8 meter hoog, dit waren dan 768 balen die een gewicht van minimaal 50 ton vertegenwoordigden. Het tellen van de klampen was dus gemakkelijk om de totale hoeveelheid balen in de loods te controleren. Aangezien de Lip veel handel met de Snees onderhield, moest hij er toch voor zorgen dat de partijen bleven kloppen, mocht zijn werk over genomen worden door een ander tijdens vakantie of ziekte. Zoals ik onlangs vertelde over Arie van het houtterrein, die mij leerde hoe je van 1 pak hout er 2 van kon maken, zo gebeurde het ook bij de Lip in de loods. Als de lip weer eens een pallet balen verkocht had, dan kon je er vergif op in nemen dat hij de volgende dag in de loods 32 cacaobalen aan het doorzagen was. De rafelige randen van de twee helften hadden dan de kenmerken van een baal die bij het lossen uit het onderdeks was vastgelopen en dat de kraan de gehele hijs had stukgetrokken. Zo’n baal noemde je dan een ‘wan’ baal.

Elke vrachtwagen die kwam laden kreeg er dan een paar in z’n mik en dan was de Lip er weer vanaf. De Lip hield natuurlijk alles bij en er zou hem dan door een eventuele invaller niets te verwijten zijn. Ap en ik zaten ook goed in de handel met de Snees, maar konden niet zo gemakkelijk handelen zoals de Lip deed, aangezien deze de sleutels had. Om een sleutel na te kunnen laten maken, hadden we het origineel nodig, maar hoe kwamen we daar aan? De meeste goede ideeën worden geboren onder het nuttigen van een borreltje, dus op naar Dino’s Ferry om de mogelijkheden te bespreken. De Lip had altijd z’n bos sleutels aan een hanger aan z’n riem hangen, dus bij verlies zou hij dat gelijk in de gaten krijgen. We moeste een truc met hem uithalen, waarvan hij niets begreep. Aangezien de Lip niet 1 van de slimste was, maakten wij een plan waar hij zeker in zou happen. De bos sleutels van de lip betond uit een stuk of 15 sleutels, waarvan de helft lipsloten (ik lig in een deuk door deze toevalligheid) en de andere helft waren een soort lopers. Wij stelden een zelfde bos sleutels samen die hierop leken, inclusief de hanger. Op vrijdagmiddag de Lip uitgenodigd voor een versnapering, aangezien Ap 10 jaar getrouwd was. Dit was natuurlijk niet zo, maar de lip was dol op feestjes waar niet voor betaald hoefde te worden. Het was bij Dino’s altijd een gekkenhuis op de vrijdag en de hele bar zat afgestampt vol. Ik was met de lip een paar kaart trucs aan het uithalen waarvan hij niks begreep en vroeg na elk spelletje hoe ik dat flikte. De Lip zat al aardig onder de olie, toen ik hem de sleutel truc zou voordoen. De lip gaf mij de bos sleutels en ik zei dat hij er goed op moest letten, waar ze bleven. Ik zou de bos voor zijn ogen laten verdwijnen. Ik stopte de bos sleutels onder de pet van Ap en met een goochelgebaar en wat loze dronkemans spreuken tilde ik de pet van Appie’s hoofd en daar lag niks. Je hebt ze in die pet vastgeknepen gilde de dronken Lip lachend. Waarop ik vroeg of Ap eens in zijn broekzak wilde voelen.

De zogenaamd verbaasde Ap deed dit en haalde onder belangstelling van alle aanwezigen de valse bos met sleutels te voorschijn. De lip zat vol verbazing te kijken, hoe die spijker dit vlak voor z’n neus geflikt had. Hij pakte de bos aan en riep “nog een keer, ik wil weten hoe jij dat doet”. ik zei dat ik het later nog wel een keer zou doen, maar nu was het weer tijd voor een borreltje. Ik had Ap ondertussen de bos van de lip toegespeeld en deze ging er met de smoes dat hij z’n vrouw even ging halen vandoor. Het duurde zeker een uur voordat Ap weer terug was, aangezien hij alle sleutels moest laten namaken, omdat we niet wisten welke sleutel we nodig hadden. Toen Ap binnen kwam, met de boodschap dat z’n vrouw geen zin had om mee te komen vroeg ik aan de Lip of ik nog eens die truc met de bos moest doen? Dat vond hij goed, als ik het maar heel langzaam deed, zodat hij het goed kon zien wat er gebeurde. Ap had op dat moment de originele sleutels van de Lip in de Lip zijn jaszak gestopt. Het hele ritueel begon weer van vooraf aan en de lip hield Ap zijn broekzak goed in de gaten, afgewisseld met een blik naar de pet op Appie’s hoofd, alwaar ik de valse bos met sleutels onder legde. Met nog meer ingewikkelde spreuken betoverde ik de pet en trok hem van Appie’s kop. Ik vroeg de lip om in Appie’s broekzak te voelen, waarop de lip met lachend nee schuddend in de zak voelde. “Nee hoor”, gilde de dronken Lip het uit, “er zit niks in die zak, dat komt omdat ik nu goed oplet he”? Ondertussen had ik de bos in de pet razendsnel weggewerkt en de lip vroeg om in de pet te mogen kijken. Ik gaf hem de lege pet en de lip keek met een verbaasd gezicht op de lege petten bodem. Hoogst verbaasd vroeg hij waar de bos gebleven was. Ik vroeg hem eens in z’n jaszak te voelen met een stom verbaasde hazenlip, riep hij “hoe kan dat nou” ondertussen z’n bos met sleutels te voorschijn halend en vroeg zichzelf af Hoe die kolere spijker zo goed kon goochelen? Na nog eens een paar borreltjes gedronken te hebben, besloten we naar huis te gaan en morgen op ons gemak te gaan bekijken of onze opzet gelukt was. De lip nog steeds met een vragend gezicht achterlatend, verlieten wij het etablissement. Buiten lagen we helemaal dubbel van het lachen en keken nog eens stiekem door het raam naar binnen naar de Lip, die de sleutelbos in z’n handen zat te bestuderen. Hij begreep er maar niets van. Maar we zouden hem voor nog een groter raadsel laten staan!!!
_________________
Old sailors never died
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen
Willem Visser
Site Admin


Geregistreerd op: 12 Mei 2022
Berichten: 4691
Woonplaats: Amsterdam

BerichtGeplaatst: 17 Mrt 2023 12:36:44    Onderwerp: Reageren met citaat

In de Amsterdamse haven 16 ‘Holle klampen klinken het...’

Zoals verwacht had de sleutelsmid goed werk geleverd, de 3 benodigde sleutels gleden als een l.. in een weduwvrouw. Het klikkende geluid van de sloten klonk als muziek in onze oren. We voelden ons op dat moment mede eigenaar, van Lippie zijn loods. Een ander probleempje was, het compleet houden van de partijen. Aangezien de Lip zijn gestolen baaltjes de volgende dag weer aanpaste d.m.v.de bewuste ’zaagtechniek’ ,wist hij precies hoeveel ‘wan’ balen er in de loods aanwezig waren. Dus wij moesten een andere manier bedenken om de klampen cacao aan de buitenkant een compleet uiterlijk te geven. Buiten de klampen cacao stonden er ook pallets met cacao in de loods klaar om in auto’s af te kunnen leveren, elke pallet bedroeg 16 balen en stonden in partijen van 25 stuks klaar (400 stuks), dus deze waren ook heel gemakkelijk telbaar. Aangezien de douane en eigenaren van de diverse partijen dikwijls langs kwamen om de boel te checken, moest deLip (en wij nu dus ook) er voor zorgen dat alles conform was. Al de eerste dag dat wij de sleutels in ons bezit hadden gingen we ‘s avonds de try-out doen. Tussen de klampen cacao waren er gangen (ongeveer 1 meter) gehouden, om de mogelijkheid te hebben om rondom de klamp te kunnen lopen, tevens gebruikten wij die gangen ervoor om met behulp van je balenhaakje als apen omhoog te klauteren. In de loods zaten ook brugkranen gemonteerd, zodat er uit de midden of hoeken in de loods, waar geen heftruck bij kon, de diverse partijen gehaald konden worden zonder daarbij eerst andere partijen te hoeven verwijderen. In deze loods stonden ook veel ‘l.t.m’ klampen, wat betekende dat deze voor langere termijn in de loods in opslag stonden, denk daarbij aan een termijn van 3 tot 5 jaar. Dit was een soort belegging van banken en aanverwante instantie’s. In het kantoor van de Lip hing een plattegrond van de loods met alle klampen cacao. Elke klamp had een nummer en daarbij zat ook de eind datum vermeld van aflevering.
Wij besloten te gaan beginnen met de klamp die het laatste zou afgeleverd moest worden. Deze klamp zou nog ruim anderhalf jaar in Lippie’s loods vertoeven.

Wij begonnen in deze klamp een gat te graven van boven naar beneden, maar daarbij wel de zijkanten ontziend, zodat als je er omheen liep, er gewoon 24 telbare lagen waren, dus conform. De baaltjes gooiden we in een strop en takelden we over de andere klampen heen naar de loodsdeur, alwaar we later het busje van Karel (eigenaar van Dino’s Ferry) zouden parkeren. Als we na een tijdje ongeveer 100 balen bij elkaar uit de klamp hadden gegraven, vulden we het gat op met een paar pallets, en gooiden dan een mooi laagje balen er bovenop, zodat de klamp rondom geheel compleet was. Na een jaartje zo bezig te zijn geweest in Lippie’s loods, stonden er allemaal holle klampen. Ap en ik konden ze er zo tussen uit halen, aangezien deze klampen ‘vermoeidheidsverschijnselen’ kregen. Dit kwam omdat wij er het hechte verband eruit hadden gehaald en nu gingen ze een beetje hangen. De tijd brak aan dat 1 van de eerste klampen op pallets gezet moest worden, aangezien er de volgende morgen twee vrachtauto’s zouden komen om de 50 ton cacao op te halen. Qp en ik zouden deze klus klaren en de Lip hield de telling van de volgegooide pallets bij. De Lip stond voor in de loods en wij waren achter in de hoek. Ik bediende zelf de brugkraan en liep met elke pallet balen (die we net volgegooid hadden) over de klampen met balen mee en liet de hijs voor de Lip zakken. deze pikte hem af en stapelde deze weg met de heftruck. Ondertussen op de klamp, kwamen wij natuurlijk onze pallets tegen die we eerder hadden gebruikt om het gat op te vullen. Wij gooiden deze pallets vol en hesen deze naar de lip toe. Na 44 (ipv de oorspronkelijke 50) pallets liepen we over de klampen heen naar de voorkant van de loods en vertelden de Lip dat we een bakkie gingen doen.

‘Waarom’ vroeg de lip? ‘Dat doen we toch altijd na 50 ton’, zei ik hem. De lip fronste z’n wenkbrauwen en stapte op z’n heftruck en reed in de richting alwaar hij de pallets opgestapeld had. Ap en ik lachten ons de pleuris, want we zagen al voor ons wat er zou gaan gebeuren. Nadat de Lip meerdere malen de pallets had geteld, riep hij iets uit de verte naar ons, wat het meeste leek op ‘et nopt iet’. Waarop wij terug schreeuwden, ‘wat zeg je Ton’? En nog harder gilde de Lip, ‘et nopt iet’, we bescheurden ons van het lachen. Ik piste zowat in m’n broek en ja hoor, de lip klauterde op de klamp en keek van bovenaf in het lege gat waar eerder 50 ton cacao had gelegen. of hij water zag branden, hoe was dit nou in godsnaam mogelijk. Wij gingen een slokje doen bij Dino’s, de Lip in volle verwarring achter latend. De Lip zou toch moeten zorgen dat de partij kloppend werd, maar waar haalde hij nou ineens 100 balen vandaan? Zou hij 100 balen moeten gaan zagen? Maar ja, hij kon moeilijk elke wagen 50 halve baaltjes meegeven. Na een uurtje bij Dino’s gelachen te hebben, gingen Ap en ik weer terug naar de loods, om te kijken hoe de Lip dit tekort ging oplossen. Jongens, jullie moeten van die klamp nog 6 hijsje's maken, waarop de Lip naar een andere klamp wees. “Maar Ton dat is toch een andere partij’, opperde ik. De Lip zei dat ik het maar moest doen en dat dit onder ons moest blijven. We zouden er later wel wat voor krijgen beloofde hij. Prachtig, de Lip stond bij ons in de schuld, alleen wist hij niet dat wij er de oorzaak van waren.
_________________
Old sailors never died
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen
Willem Visser
Site Admin


Geregistreerd op: 12 Mei 2022
Berichten: 4691
Woonplaats: Amsterdam

BerichtGeplaatst: 19 Mrt 2023 13:08:01    Onderwerp: Reageren met citaat

In de Amsterdamse haven 17 ‘Bericht uit de hel’.

De balenloods van de Lip was ongeveer 200 meter lang en 30 meter breed, dit was de helft van de totale lengte van de loods, aangezien er in het midden een muur was opgemetseld van een meter of 10 hoog en daar bovenop een traliewerk geplaatst tot in de nok van de loods. In dat andere gedeelte van die loods was Ad ‘poker face’ de loodsbaas. In de loods van Ad werden alle goederen opgeslagen die uit containers werden gelost opgeslagen. Deze containers werden altijd per spoor aangeleverd en waren geladen met de meest uiteen lopende zaken. Ad was een keurig heertje en liep er altijd bij als een kantoor mannetje. Golfend grijs haar, nette broek met wit overhemd en stropdas en keurig zwart gepoetste schoenen completeerden dit geheel. Ad was moeilijk te peilen, maar hij stond wel bekend om zijn goklust met kaart spelletjes zoals poker en zwikken. Dat speelde hij vaak bij Dino’s Ferry, achterin de zaak waar niemand voor de rest kwam. Hij speelde dit spel vaak met de snees Johnnie Haring en met nog twee loodsbazen. Ad had altijd een gelukkige hand en er werd ook vermoed dat hij niet geheel eerlijk de kaarten schudde en er werd dan ook altijd bij hem ‘afgenomen’. Er werd gespeeld met fiches die toch wel grote waarden vertegenwoordigden en aangezien Ad alleen maar overdag werkte wisten we natuurlijk ook wel dat pokerface een mooi handeltje dreef. Zijn bootje ’tax free’ lag vaak bij ons voor de kant en een ieder vroeg zich af waar hij dat allemaal van deed? Zelfs ome Willem stond die schuit vaak te bewonderen terwijl die ouwe in Vinkeveen zelf een grandioos jacht had. Ad was een grote vriend van ‘de Lip’ en zaten vaak bij elkaar in hun loodskantoor een borrel te drinken. De goederen die uit de containers gelost werden kwamen meestal uit landen in Azië, zoals China, Korea en Taiwan. De meeste dozen bestonden uit radio’s wekkers fietsen en nog meer van die rommel. Deze dozen werden altijd op pallets opgestapeld en in de loods weg gestapeld, wachtend op de klant die deze rommel besteld had. Meestal werden de containers gelost door een ploeg jongens van de SHB, maar als het personeel van ome Willem geen balenwerk had werden wij hier voor ingezet.

In de loods van Pokerface bevond zich ook een ruimte (de Hel) die zich naast het kantoortje van hem bevond. De Hel was met zwaar gaas opgetrokken tot aan de nok van de loods en was dus hermetisch afgesloten van de loods. In de hel werden zeer kostbare zaken opgeslagen en werd alleen door Pokerface geopend en afgesloten. Tijdens de werkzaamheden bleef hij er altijd bij en werd elke kist krat of doos door hem gecontroleerd op gaten in de verpakking wat op diefstal kon wijzen. Ook de douane was bij deze werkzaamheden aanwezig want deze hadden hun eigen slot er op zitten, welke altijd door hen bij afsluiten verzegeld werd. Ap en ik waren op een avond bij de Lip in de loods weer eens aan het graven in een klamp cacao, toen we buiten een auto hoorden stoppen. “Verdomme” zegt Ap, “nu zijn we d’r bij Ron”. We hoorden de sleutel in het slot gaan en de deur werd geopend. We konden in de verte niet goed onderscheiden wie er naar binnen kwam, aangezien we alleen maar het flauwe schijnsel hadden van de kade verlichting die door de ramen aan de bovenkant van de loods naar binnen drong. Wij lagen languit op de klamp cacao en zagen dat die persoon de deur snel achter zich dicht deed en afsloot. Hij klikte een zaklantaarn aan en kwam onze kant oplopen tussen de klampen met cacao door. We hoorden hem een liedje neuriën en ontdekten dat het de Lip was. De Lip liep recht onder ons door en was nogal in z’n sas. Hij had wat in z’n andere hand, wat het meeste leek op een stok. De Lip liep helemaal naar de achterkant van de loods alwaar hij zijn kantoortje had, die door een tussendeur werd gescheiden van het kantoortje van pokerface. De Lip ging naar binnen en wij liepen over de klampen naar de scheidingswand van de loods, alwaar we een goed zicht hadden op de Hel. De Lip kwam de loods van Pokerface binnen en liep gelijk op de Hel af. Hij klemde de zaklantaarn tussen twee dozen in en de lichtbundel scheen goed in de richting van de deur van de hel. Nu bleek dat de stok geen stok was, maar een groen koevoetje. Wij zaten eerste klas te genieten van dit schouwspel en zagen hoe de Lip de ogen waarin de hangsloten zaten 1 voor een verwijderde en de deur was open. De Lip had ondertussen nog niet opgehouden met z’n liedje te neuriën en ging zelfs wat luider hiermee door, zeker omdat het tot zover allemaal volgens plan verliep. De Lip pakte z’n zaklantaarn weer op en ging de hel naar binnen. Hij leek specifiek iets te zoeken en na enige tijd had hij een bepaalde kist gevonden. Met het koevoetje brak hij de kist open en we zagen dat hij met beide handen een jute zak aan het vullen was.De Lip timmerde de kist met de koevoet zo goed mogelijk weer dicht en sloeg ook de ogen van de sloten weer half op hun plaats. De Lip verliet op de zelfde wijze de loods van pokerface en liep een minuut later weer onder ons door tussen de klampen naar de buiten deur. Als ik had gewild had ik hem zo aan kunnen raken, zo dicht waren wij bij elkaar. Na de sleutel weer omgedraaid te hebben in het slot hoorden we de autodeur van de Lip dichtslaan en de motor starten. De Lip reed met volle vaart weg en het gevaar was voor ons geweken. We vroegen ons af wat de Lip ontvreemd had uit de hel, maar daar konden we niet bijkomen aangezien we geen sleutel van de tussendeur hadden, of toch wel?

We hadden toen der tijd de hele bos na laten maken en we gebruikten alleen maar de loods sleutels. We gingen naar het kantoortje van de Lip en probeerden alle sleutels en verdomd, de goeie zat erbij!! Met een aansteker als licht liepen we naar de Hel en trokken de ogen van de sloten eruit. Met onze balenhaakjes openden we de kist. In de kist lagen allemaal kleine zwarte doosjes, waarvan we er 1 openden. een prachtige Ronson aansteker in foedraal lachte ons toe. Ik denk dat er meer dan 1000 van die doosjes in hebben gezeten, maar de lip had er al een flinke greep van uit genomen. Ap haalde twee vuilniszakken uit het kantoortje van de Lip en deze gooiden we zo vol dat de zak bijna scheurde. Na dezelfde handelingen te hebben gedaan als de Lip verliet ik ook de loods en ging bij Dino mijn auto ophalen en pikte Ap op met de handel. We besloten bij Karel (eigenaar van Dino) een bakkie te gaan doen. Karel handelde in van alles en nog wat en was ook wel een vriend van mij, aangezien we wel eens met z’n tweeën op vakantie naar Italië gingen. “Zo boys,nog laat aan de wandel”, begroete Karel ons. Na een paar biertjes te hebben gedronken, riep Karel mij even apart, want hij had wat handel voor me. In de keuken liet hij mij een Ronson aansteker zien, die ik voor weinig kon kopen (25 gulden) als ik er 50 afnam. Ik zei dat dit geen handel voor mij was en ging weer bij Ap aan de bar zitten. Ik vertelde hem het gebeuren en wij vonden het toch wel gewaagd van de Lip dat hij zijn handel op de hoek van de kade al te koop had aangeboden. Die zelfde nacht hebben we onze handel op de Zeedijk aan een bekende kroeg eigenaar verkocht en zijn toen naar huis gegaan. De volgende morgen, toen we alweer ons eerste portie balen hadden weggegooid, zie ik dat Pokerface en de Lip in een hevige discussie zijn verwikkeld. Bij het koffie drinken in de kantine vraagt de Lip even de aandacht van het personeel, wat bestaat uit vaste jongens en inleen personeel. De Lip verteld dat er deze morgen ingebroken is in de hel en dat het wel eens op politie werk uit kan draaien. Of de dader zich maar even wilde melden. Het inleenpersoneel van de SHB wat deze morgen in de loods van pokerface aan het werk was, pikte wel eens wat uit de gewone lading, maar liet het wel uit z’n hoofd om iets uit de hel mee te nemen, laat staan om de deur open te breken. Dus er ontstond wat tumult en geroezemoes.

Ik riep tegen Ton dat ik misschien wel kon uitvinden wie het gedaan had. Ton krulde z’n lip nog eens extra dubbel om en vroeg op een verbaasde manier, “hoe dan”????? Iedereen in de haven wist wel dat die Spijker een beetje gek was en aangezien ik al weer een beetje huppelwater op had ik wel weer eens zin om de boel te dollen. Ik vroeg een ogenblikje geduld en liep naar de toiletten die zich naast de kantine bevonden. Ik ging op een wc pot staan en draaide de witte glasbol van de lamp van het plafond. Ik liep hiermee de kantine in en pakte een theelichtje bij de kantinejuffrouw weg. Ik knoopte een theedoek om m’n kop en vroeg even de aandacht van het lachende publiek. Ik vertelde dat ik zigeuner bloed had en dat ik een klein beetje van die spirituele gaven had geërfd van mijn oma. De Lip zei dat er nu geen tijd was voor grapjes, maar ik ging gewoon door met de show. Ik stak het theelichtje aan en plaatste de bol hier over heen, de onderkant vrijlatend door er twee lucifer doosjes onder te plaatsen voor verse lucht, anders zou de vlam doven. Een grote kring was er om de tafel heen gevormd, want niemand wou iets missen van die gekke Spijker z'n optreden. De bol was mooi verlicht en ik vertelde dat de inbraak niet in de morgen was gebeurd maar gisteravond al. De Lip kwam ook een beetje dichterbij staan, met fronsende wenkbrauwen. "Ik zie iemand lopen tussen een paar klampen met cacao en hij heeft iets in z’n hand, een stok of zo", vertelde ik. De Lip merkte op dat er in Pokerface zijn loods geen klampen met cacao stonden en dat ik met die onzin moest stoppen. “He wat zie ik nou”, riep ik, “het is geen stok, maar een groen koevoetje en daar is ook de deur mee open gebroken". De Lip staarde met ongeloof naar de bol en vroeg zich af of die Spijker echt wat in die lamp zag! "Wat zie je nog meer" vroeg de Lip? Ik zei dat ik al m’n krachten had verspild en dat ik nu niks meer kon ontdekken. Het was wel weer mooi geweest en na die lachpartij ging iedereen weer naar z’n werk. De verzekering zou de boel wel oplossen. Voor ik met Ap naar buiten liep vroeg de lip mij of ik ook de persoon had kunnen zien die de inbraak had gepleegd. Ik antwoordde ontkennend, maar vertelde hem, dat als hij nu op dit ogenblik iedereen zijn kofferbak zou laten openen, hij voor 100 procent de dader zou kunnen pakken, aangezien deze een groen koevoetje in zijn achterbak had. De Lip is mij sinds dit voorval altijd met van alles en nog wat van dienst geweest, ik denk dat hij toch in ‘magische krachten’ van de Spijker geloofde. 1 Ding weet ik zeker......die dag is er zeker een groen koevoetje op de bodem van het diepe water van de Coenhaven beland.
_________________
Old sailors never died
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen
Willem Visser
Site Admin


Geregistreerd op: 12 Mei 2022
Berichten: 4691
Woonplaats: Amsterdam

BerichtGeplaatst: 20 Mrt 2023 18:04:26    Onderwerp: Reageren met citaat

In de Amsterdamse haven 18 ‘Ontmoeting met Marcee’s verleden’

In de tijd dat ik met Marcee samen was, verliep de thuis situatie hartstikke lekker. Geen stress meer in het lijf en niet na te hoeven denken waar je vrouw nou weer eens zou uithangen. Wat een verademing was dat. Marcee werkte in de kroeg bij Bennie en had natuurlijk wel aandacht van het mannelijk publiek en hield ook wel van een dolletje. Zoals we allemaal weten is de kroeg nog steeds geen kerk, dus als je achter de bar werkt weet je dat er altijd jagers aan de bar zitten. Gelukkig kon Marcee het spel goed mee spelen en zei altijd, “dollen mag, maar ik ga wel met mijn eigen vent naar huis”. Dat deed mij altijd goed om te weten dat ik in haar een echte gabber had. Ik gebruik het woord ‘gabber’ omdat ik totaal niet verliefd op Marcee was. Ik was wel stapel gek op haar, maar dat kan je ook op een hond of kat zijn. Ik weet niet hoe dat kwam, maar ik heb denk ik zo een opsodemieter gehad van het voorval met Marga, dat ik me zelf beschermde om maar niet meer tot over je oren verliefd te worden, want het doet je des te meer pijn bij verlies hiervan. Ik denk dat dit een natuurlijke reactie is van het menselijk lichaam. We hadden het samen goed, aangezien Marcee geen pak slaag meer kreeg, maar daarvoor in de plaats een bos bloemen van mij en ik kreeg in plaats van een vreemdgaand wijf een vrouw die goed voor mij en m’n zoon zorgde. Dus de situatie was, de lamme helpt de blinde.

Toch waren er wel eens gasten, die Marcee uit de tijd van haar ex-man konden en voor problemen konden zorgen. De meeste van die gasten waren crimineel. Zo was er een keer op een avond dat ik met Marcee in een kroeg, ‘de Nieuwe Vaart’ zat. Ik zag de hele tijd al een grote kerel naar Marcee loeren en toen ik even naar het toilet toe ging, zat die knaap op mijn kruk naast Marcee. Hij probeerde een arm om haar schouder te leggen, waarop Marcee hem wegduwde. Ik kwam net aanlopen en vroeg Marcee wat er aan de hand was? Is die lelijkerd je nieuwe vriendje, vroeg die vent aan Marcee? “Ja Bram” antwoorde Marcee, “en ik heb liever dat je oprot”, zei ze tegen die vent. Hij keek mij met een minderwaardige blik aan en lag heel demonstratief weer z’n arm om haar nek en vroeg mij wat ik hier aan ging doen. De barkeeper op dat moment kon mij heel goed en wist dat ik dit niet zo maar zou pikken. Hij zei tegen die vent dat hij gewoon lekker op z’n plaats moest gaan zitten en ons met rust moest laten. Die kerel lag heel demonstatief een briefje van 100 gulden op de bar en zei tegen mij dat hij Marcee even voor een uurtje huurde en of ik daar wat op tegen had? Ik zie op dat moment een droeve blik bij Marcee in haar ogen te voorschijn komen, waarom weer ‘oud zeer’ oprakelen? Ondertussen was een vriendje van die kerel er bij komen staan om de situatie nog een beetje duidelijker te maken dat ik beter m’n kop kon houden en oprotten. Ik kijk naar Marcee en bij mij sloegen de stoppen door. Op dat moment neemt die kerel net een teug van z’n glas en ik stompte dat glas iets verder z’n bek in dan eigenlijk de bedoeling was. Zijn mondhoeken waren bijna tot z’n oren uitgescheurd. De knaap die er bij stond had in diezelfde fractie van een seconde een kopstoot van me te pakken gehad en lag voor hij het wist tussen het kijkend publiek. De portier kwam verhaal bij me halen, terwijl die balzak de hele tijd had toe staan kijken naar het voorval van het begin af aan. Ik vertelde hem dat hij ook op kon rotten, aangezien het ook een vriendje van die twee was en daarom niet had ingegrepen. Ik betaalde aan de barman m’n rekening en deze bedankte mij met een knipoog. De hevig bloedende balzak beloofde mij dat hij me kapot zou schieten, zo vlug hij mij zou tegen komen. Ik zei dat het goed was en met een geschrokken maar ook wel trotse Marcee verliet ik het pand. Het bleek later dat deze zaak voor dat de nieuwbouw er stond, ook een café te zijn geweest. Toen was de eigenaar van de kroeg de ex-man van Marcee en had zij ook achter de bar gestaan.

Ik was dus eigenlijk naar het hol van de leeuw geweest, maar dat was toch allemaal verleden tijd, toch? In ieder geval ging het verhaal heel vlug door de buurt heen en ik merkte dat de mensen anders met me omgingen dan vroeger. Ik denk dat ze me altijd maar als een simpele balzak hadden gezien, maar als je een keer je handen laat wapperen en je slaat net de goeie vent voor zijn kanis, dan hebben ze ineens een soort respect voor je, raar he? Het verhaal dat we vroeger op school leerden over mevrouw Haan heeft de kraan open laten staan, blijkt in het dagelijks leven ook zo te wezen. Ik hoorde een paar weken later van m’n moeder het verhaal, dat ik boven op de bar met een honkbal knuppel de hele tent kort en klein geslagen zou hebben, dat had ze op de Dappermarkt horen zeggen, kan je nagaan wat een ouwehoeren het zijn. Ik heb na dit voorval eigenlijk nooit meer last gehad, wat ook maar met Marcee haar vorige leven te maken had. Ik heb haar waarschijnlijk in ere hersteld en er werd nooit meer over gesproken, in ieder geval niet in mijn bijzijn.

Op het zakelijke gebied ging de samenwerking tussen Jan Rems en mij niet meer zo goed. Ik was met mijn auto onder een vrachtwagen gereden die stilstond onder een viaduct. Ik reed op dat moment een kilometer of 70 en werd verblind door de zon in mijn gezicht. De donkere vrachtwagen kon ik niet zien in de schaduw van het viaduct en ik klapte tot z’n tweede tandemas eronder. Ik was in m’n reactie weggedoken op m’n bijrijders stoel en dat was maar goed ook want door de klap was het hele dak er af gerukt en leek de Ford Sierra meer op een skelter dan op een auto. Op een paar kneuzingen en schrammen na, kwam ik ongedeerd uit de strijd. Ik had een engeltje op m’n schouders zeiden de omstanders, die getuige waren hoe de brandweer het wrak met mij erin onder de vrachtauto vandaan haalden. Dezelfde avond had ik Jan aan de lijn en vroeg of ik misschien een bus van de zaak over wou nemen aangezien er eentje al afgeschreven was. Ik ging hiermee akkoord aangezien ik toch vervoer nodig had. De boekhouder berekende dat de bus nog een waarde van 7000 piek vertegenwoordigde en dat ik dus Jan 3500 moest betalen. Na dit gedaan te hebben, werden in de komende weken toch nog steeds dezelfde werkzaamheden met de bus gedaan zoals voorheen. Na 3 weken begeeft de koeling het en moest de bus gerepareerd worden in de garage, wat 2000 piek gaat kosten. Toen zei Jan lachend, “jij hebt ook altijd pech he?....als het vorige maand was gebeurd hadden we het gewoon van de zaak af kunnen schrijven, maar nu is de bus van jou alleen”. Ik dacht dat hij zat te dollen, maar hij meende het echt en dat terwijl er dezelfde werkzaamheden mee verricht werden als voorheen. Ik kreeg op dat moment zo een verschrikkelijke afknapper van die jongen, dat ik besloot om uit elkaar te gaan, maar dit zou meer voeten in aarde hebben dan ik had verwacht!
_________________
Old sailors never died
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen
Willem Visser
Site Admin


Geregistreerd op: 12 Mei 2022
Berichten: 4691
Woonplaats: Amsterdam

BerichtGeplaatst: 21 Mrt 2023 13:54:41    Onderwerp: Reageren met citaat

In de Amsterdamse haven 19 ’De gever & de nemer’

Ach ja, die grappenmakerij met Jan kon er bij mij niet in, aangezien ik wel eens wat buiten hem om flikte en daar wel eens een paar centen mee verdiende, dat deelde ik altijd met hem, zonder dat hij daar wat voor hoefde te doen. Ik had die poen ook in mijn eigen zak kunnen steken, maar ik vind als je samen een bedrijf hebt dan deel je ook alles samen. Deze irritatie was er bij mij al een langere tijd, aangezien we altijd bij ‘Dino’s Ferry’ zaten en daar klanten van ons aan de bar hingen, bestelde ik vaak zat een rondje voor deze mensen om de binding er een beetje in te houden. Deze mensen gaven altijd een borrel terug en als we moesten afrekenen zei Jan tegen mij, “hier heb je een tientje voor mijn 5 bier, want de rest heb ik aangeboden gehad”, terwijl er misschien 100 piek op de bon stond, dus 90 piek bleef er over door die Spijker te betalen. Ik probeerde hem dan te vertellen dat hij die biertjes tegoed had omdat wij die mensen wat hadden aangeboden, maar dan was de opmerking van Jan dat ik degene was die bestelde. “Wat een ouwe Jood ben jij” zei ik dan en dan werd het lachend afgedaan door Jan, maar het feit bleef bestaan! En dat allemaal terwijl het geld met bakken binnen stroomde.

Aangezien wij een V.O.F. (Vennootschap onder Firma) hadden, waren Jan en ik beiden hoofdelijk aansprakelijk voor betalingen aan het GAK, belasting, etc. Dat hield in dat als ik mijn sociale premies of iets dergelijks niet zou betalen, er zelfs bij Jan beslag zou kunnen worden gelegd en natuurlijk andersom. Na het gebeuren met de bedrijfsbus, waar ik voor de schade op zou moeten draaien, was voor mij de welbekende druppel van de emmer bereikt. Jan belde mij zondagsavonds op om te vragen hoe de planning was voor de maandag. Ik vertelde hem dat de maandag voor het personeel helemaal geregeld was en dat ik hem op zou komen halen om samen een gesprek te hebben over het opheffen van de firma, ‘Jaro’. Hij antwoordde stomverbaasd, “en we draaien zo lekker”? “Ik zie je morgen wel” zei ik “en doe maar niet je werkkleding aan want we gaan een paar bezoekjes afleggen, waaronder de bank en kamer van koophandel”. Met een “we zullen wel zien” werd de hoorn er op gesmeten, want Jan was het er blijkbaar niet mee eens. De volgende ochtend stapte Jan bij mij in de welbekende bus, met een gezicht waar onweer op af te lezen viel. Op mijn goedemorgen werd een snauwerig gegrom als antwoord gegeven en mijnheer Jan pakte mijn pakje shag van het dashboard en draaide een shaggie. Dit laatste gebeuren was ook weer zo iets waar ik me mateloos aan kon ergeren. Wel de hele dag roken, maar verdomme nooit een pakje kopen.

Als we elkaar een weekend niet gezien hadden, dan stapte hij op maandag bij mij in de auto met de woorden, “ik ben blij dat ik je weer zie, kan ik eindelijk weer roken”. Ik vond dat zo kleinzielig, aangezien de man ongeveer 7000 piek per maand in z’n zak stopte. Ook het feit dat hij in een oude tweedehands panda in de rondte reed, deed mij inzien dat de man een Hollandse scroots was en elke cent waarschijnlijk in een ouwe sok stopte. Ik zelf was een Jan Staafje, die iedereen wel liet mee genieten, want er was op dat moment toch genoeg. (Goh, wat een ‘vrienden’ had ik in die tijd) Jan vroeg wat mijn bedoeling was en het waarom. Ik heb de hele situatie uitgelegd en hij hield toch voet bij stuk over het gebeuren met de bedrijfsbus. We kwamen er samen niet uit en tot een opheffing van firma werd besloten. In die maand werden alle schulden voldaan en de laatste centen bij de klanten afgerekend. Jan had nog in de tussentijd geprobeerd om in z’n eentje door te starten, maar kwam van een kouwe kermis thuis, aangezien ik bij alle klanten de ‘goodwill’ had en dat Jan ook bij hun hard en te inhalig te boek stond.

Nu was er alleen nog een probleempje met de belasting, die we gezamenlijk moesten afdragen. Dit was ongeveer de helft van wat er op de gezamenlijke bankrekening stond. We besloten om dit gehele bedrag op te nemen en de bankrekening op te heffen. Na de poen verdeeld te hebben zijn we uit elkaar gegaan en zouden mekaar later nog wel bellen hoe we de belasting op zouden lossen. We hadden ieder een aanzienlijk bedrag op zak en een ieder zou het op z’n eigen manier ‘beleggen’. In die tijd was ik met Marcee samen en deze had er geen enkele notie van, waar ik mee bezig was en welke bedragen er wekelijks binnen kwamen, laat staan dat ze wist wat er op de zakelijke bankrekening stond. Marcee werkte zelf in de kroeg en kreeg van mij ook zat, de vaste lasten thuis waren voor mij en zelfs die van haar huis nam ik voor m’n rekening. Ik had in m’n achterhoofd altijd het plan gehad om een kroegie in Spanje of Portugal te kopen en daar van m’n ouwe dag te gaan genieten. Op dat moment dacht ik dat ik daar nu de kans voor had, maar................het zou iets anders lopen.
_________________
Old sailors never died
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen
Willem Visser
Site Admin


Geregistreerd op: 12 Mei 2022
Berichten: 4691
Woonplaats: Amsterdam

BerichtGeplaatst: 22 Mrt 2023 17:19:17    Onderwerp: Reageren met citaat

In de Amsterdamse haven 20 ‘Zo gewonnen,zo.......’ (slot)

Na een afscheidsfeest in Dino’s Ferry te hebben gegeven voor al onze klanten in de Amsterdamse-Rotterdamse en Zaanse havens, waarbij de drank weelderig vloeide en er ook een spontane knokpartij ontstond tussen rivaliserende havenwerkers, was het tijdstip aangebroken om te zien of mijn idee om een kroeg in het buitenland te gaan kopen ook realiseerbaar was. Jan en ik hadden die avond besloten om onze verplichting aan de belasting, maar te laten voor wat het was en we wel zouden zien waar het schip strandde. Helemaal lekker zat het me niet, maar aangezien het feit er was dat als Jan niet betaalde en ik wel, alsnog bij mij ook beslag kon worden gelegd. Niet dat er nog zoveel in beslag te nemen was, aangezien Marga al voor de scheiding de caravan, boot en auto’s al onder m’n reet had verkocht terwijl ik met de eigenaar van Dino’s (Karel)op vakantie naar Italië was. Zelfs m’n badjas die ik voor de Kerst van haar had gekregen had een andere eigenaar.(Rein) Dus wat mij betrof konden ze komen, die lui van de belasting. Het was trouwens wel lachen toen der tijd, toen ik naar de camping ging met het idee om de caravan te koop te gaan zetten. Ik stond op een pracht plek in Schagen met een caravan van krap 1 jaar oud en vond het zonde om dat ding daar weg te laten rotten. Ik had thuis een mooi bord gemaakt met de vraagprijs van 15 ruggen incl. staangeld. Ik had een jaar ervoor het dubbele betaald en dacht dat ik dat ding wel vlug kwijt zou zijn, maar het ging nog vlugger dan ik dacht. Op de camping te zijn aangekomen, werd ik begroet door de camping beheerder. Hij vroeg mij of ik soms wat vergeten was? Het bleek dat m’n lieve schat Marga de caravan aan hem had verkocht voor het schamele bedrag van 5 ruggen en hij had deze gelijk doorverkocht aan nieuwe mensen. Daar stond ik dan met m’n bord ‘te koop’ onder m’n arm, zonder een raam om op te plakken. Ja,ja, ‘zo gewonnen zo geronnen’ dacht ik bij mezelf, aangezien de centen afkomstig waren van de baaltjes uit de Lip zijn loods, die er voor gezorgd hadden dat die caravan toen gekocht kon worden. Ik ben nog wel even wezen kijken naar de caravan, alwaar de nieuwe eigenaar mij vertelde dat hij er bijna 18 ruggen voor neer heeft moeten leggen bij de campingbaas. Dat was lekker verdiend door dit heerschap, maar wat kon je er aan doen?

Heden ten dagen zou ik dit wel anders opgelost hebben, maar in die tijd was ik nog een ‘lief joch’, maar dit zou in de nabije toekomst wel anders gaan worden. Jan en ik gingen ieder ons eigen kant op. Jan had het plan om een taxi nummer te gaan kopen, of in ieder geval een half nummer, wat toen nog zo’n 125.000 gulden moest opbrengen, met een ouwe afgetrapte taxi erbij. Ik dacht nog zo bij mezelf, ‘dan kan je lekker van je klanten gaan roken, aangezien hij nog steeds geen pakje zelf kocht’. Ik zelf was op dat moment weer met Rein bevriend geraakt en vond dat ik het gebeuren met Marga maar moest vergeten (maar niet vergeven) aangezien ik toch zijn vriendschap meer op prijs stelde dan de rest. Ik was in die tijd ook nog steeds een goedgelovig joch en dacht dat het ook wel mijn schuld beetje was, wat er allemaal gebeurd was en vond dat het voor de gehele situatie beter was om maar te doen of mijn neus bloede. Ik vertelde Rein mijn plan om in Spanje een kroeg te kopen en vroeg of hij interesse had om dit met mij samen te gaan runnen. Hij vroeg wat ik te besteden had en ik vertelde hem het bedrag. Hij lachte me in mijn gezicht uit en zei dat het nog niet genoeg was voor de helft van zo’n tent. Ik wist niet dat zo’n kroeg zoveel koste en besloot op aanraden van Rein om m’n centen in het casino te gaan verdubbelen. Ik was helemaal geen gokker, hooguit in de tijd aan boord af en toe een zwikkie of pokertje maken, maar daar hield het wel mee op. Nou, wij in ieder geval naar het Hilton hotel, alwaar toen het casino gevestigd was. De eerste avond ging ik naar huis met een winst van omstreeks de 7000 piek en dacht dat ik het wiel voor de tweede keer had uitgevonden! Vanaf m’n 15e jaar had ik mezelf altijd het apelazarus gewerkt, terwijl ze een paar straten verderop het geld gewoon weg gaven! “Zie je wel” zei Rein, “als je nou een beetje groffer had gespeeld had je wel een ton kunnen winnen, maar je speelt te zuinig”.

Ik besloot de komende tijd maar z’n advies aan te nemen. De volgende keer gingen we weer en het geluk was die avond niet aanwezig, ik was binnen twee uurtjes 30 ruggen kwijt. Rein vertelde me dat je bij verlies de inzet steeds moet verdubbelen, zodat je dan in feite altijd quit zou spelen als de goeie nummers een keer wel zouden vallen. Om een lang verhaal kort te maken, binnen een maand was deze jongen een slordige 250 ruggen kwijt en de belasting was op komst. Ondertussen wist Marcee helemaal niet waar ik mee bezig was en mijn humeur was door het financiële verlies ook niet je van het. De bodem van de schatkist kwam al aardig in zicht en ik begreep dat ik vlug weer wat anders zou moeten gaan doen voordat het helemaal fout zou gaan. Een vriend van mij (Henk) die vroeger een ‘haven baron’ was geweest van een kleiner haven bedrijfje ‘Planex’, genaamd, had een aannemersbedrijfje in de Leidsekruisstraat in Amsterdam, die alle horecagelegenheden in die buurt aan het uit slopen was en weer geheel in de nieuwe trendy vorm weer opbouwde. Henk vroeg mij of ik er zin in had om er een paar centen in te steken en op deze manier een stukje mede eigenaar te worden. Ik dacht dat dit weer een geheel nieuwe uitdaging voor me was en besloot met hem in zee te gaan, niet wetende dat ik met deze beslissing genomen te hebben, er zoveel in mijn leven zou gaan veranderen. Verschrikkelijk veel lol, maar ik zou de komende jaren een stukje ‘harder’ gemaakt worden door de omgang met een geheel ander soort volk dan dat ik voorheen meegemaakt had. Hier begon een andere episode in het leven van de Spijker.
_________________
Old sailors never died
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen
Willem Visser
Site Admin


Geregistreerd op: 12 Mei 2022
Berichten: 4691
Woonplaats: Amsterdam

BerichtGeplaatst: 26 Mrt 2023 06:20:38    Onderwerp: Reageren met citaat

Firma Alrotin 1. ‘Introductie’

Henk de Jong was de directeur van de firma Alrotin. Henk kon ik al een jaar of 15 uit de haven, alwaar hij een havenbedrijf runde. Henk was een keurig nette vent van bijna twee meter lang. Hij was altijd naar de nieuwste mode gekleed en trok altijd veel bekijks als hij weer eens een nieuwe outfit aanhad. De gekste kleuren combinaties durfde hij te dragen en zijn antwoord was altijd steevast het zelfde als iemand daar een opmerking van maakt, “je moet het durven”! Henk had niet van die hele goeie ogen en was altijd verplicht om een bril te dragen en deze werd dan ook in dezelfde mode stijl uitgekozen. Henk was een jaar of 10 ouder dan mij en had ook een mooie Indonesische vrouw ‘Karin’ genaamd. Deze vrouw was een jaar of 20 jonger dan Henk en kwam uit een zeer kapitaal krachtige familie uit Amstelveen. Ik kon Henk uit de haven omdat wij wel eens balen ploegen aan hem verhuurden. Henk was altijd goed voor zijn geld en wilde het liefst altijd alles zwart betalen, dit voorbeeld had hij van ome Willem geleerd en ook deze was altijd gecharmeerd van Henk zijn bezoekjes aan van der Velde. Henk was altijd te vinden voor avontuurtjes die van onze justitie niet mogen. Henk moest je zien als een kwajongen die altijd tegen de normale gang van zaken inging. Als iemand zei, “dat mag je niet doen”, dan deed hij het juist! In de jaren 80 kwam een nieuw merk tandenborstel op de Nederlandse markt, welke aanzienlijk duurder was dan een doorsnee tandenborstel.

Voor dat de eerste tv reclame op de televisie werd uitgezonden had Henk al 10 miljoen nep Jordan tandenborstels bij hem in de loods staan die door de gehele Benelux verspreidt zouden gaan worden. Dit werd ontdekt tijdens een routine controle door onze vrienden van de douane. Tijdens dit bezoek werd ook de ‘hel’ van Henk zijn bedrijf met een bezoek vereerd. Met grote ogen van verbazing keek Henk toe hoe de douane recherche 5 schilderijen van diverse oude meesters tussen een paar kratten uit viste. De doeken werden in beslag genomen voor nader onderzoek en de loods werd verzegeld tot dat uitgezocht was of de tandenborstels vernietigd moesten worden of wat dan ook. Hier mee haalde Henk voor de eerste keer de voorpagina van de krant en was daar heel trots op. Later in de tijd zou ik deze ‘eer’ ook samen met Henk behalen. Ik geloof dat Henk toen der tijd het hele krantenrek van Dino’s Ferry had leeg gekocht. Ik was Henk de laatste jaren een beetje uit het oog verloren omdat Henk na een faillissement van zijn bedrijf Planex weer wat anders was begonnen. Toen ik met Jan samen de firma Jaro hadden, deden we ook veel sloopwerkzaamheden en toevallig zat ik op een klus in de Leidse buurt waar ik Henk over de straat zie schuifelen. Hij viel me op door zijn kanarie gele broek en zijn rood wit gestreepte hemd. Ik riep hem en hij begroete me hartelijk. Henk was voor alle mensen altijd even vriendelijk geweest of je nu een havenwerker was of een hoge Piet, Henk scheerde alles over 1 kam. Henk was geïnteresseerd in onze kundigheid in de sloop en we kregen geregeld werk van hem.

Aangezien ik net Jan uit elkaar was gegaan, was het aanbod van Henk een welkome uitdaging. Henk stelde me voor aan een man of 10 personeel, welke uit een gestampte ploeg bestond. Ieder had z’n eigen vak, elektricien, loodgieter, timmerlui, stukadoors en schilders. Ze waren allemaal op elkaar ingespeeld en maakten daarom een mooie reclame als er weer eens een kroeg in een geheel nieuwe stijl werd opgeleverd. Bij deze openingen was ook altijd het personeel van Alrotin uitgenodigd, waarbij bleek dat ze niet alleen in hun vak uitblonken maar ook in hun zuipkunst. Ook had Henk een mooie meid op kantoor zitten ‘Judith’ genaamd. Zij kwam oorspronkelijk uit Dongen (N-Brabant) maar woonde sinds een jaar of twee in de grote stad Amsterdam waar ze zo veel van hield. Judith was een jaar of 24 toen ik haar leerde kennen en ik waarschuwde haar wel eens als ze weer eens met Jan en alleman zat te praten. Die meid zag nergens geen kwaad in en dacht dat de grote stad hetzelfde was als het dorp waar ze vandaan kwam. Later in het verhaal zal blijken dat ze mijn waarschuwingen in de wind had geslagen en dit zou noodlottig voor haar worden. (Gewurgd) Mijn taak bij de firma Alrotin zou zijn om grote discotheken te gaan begeleiden bij het uit slopen hiervan en tevens de aanneem prijs te calculeren. Ik zag dit wel zitten en ging er met een gezond portie energie tegen aan. Thuis ging alles goed, maar ik had nog steeds niet opgebiecht wat een stomme staafje ik was geweest in het casino gebeuren. Maar ik dacht maar zo, je wist niet hoeveel ik had, dus je kan ook niks missen.
_________________
Old sailors never died
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen
Willem Visser
Site Admin


Geregistreerd op: 12 Mei 2022
Berichten: 4691
Woonplaats: Amsterdam

BerichtGeplaatst: 27 Mrt 2023 22:54:02    Onderwerp: Reageren met citaat

Firma Alrotin 2 ‘Wie voor je werkt, is je knecht’

Het eerste project wat ik zou gaan aannemen was het totaal uitslopen van 1 van de grotere (in die tijd) discotheken ‘Cash’ genaamd. Deze was gevestigd op het Leidseplein en draaide toen der tijd een top omzet per avond, dus elke dag meer gesloten wegens de verbouwing koste de eigenaars hiervan pakken met geld. De aanneemsom berekenen was dus niet zo simpel door het aantal containers met puin, hout en ander bouwafval te berekenen, maar ook het aantal mandagen op papier te zetten, aangezien er 24 uur per dag door 3 ploegen gewerkt zou worden. Ik zou de van te voren door mij berekende slooptijd niet mogen overschrijden, aangezien al het materiaal die voor de verbouwing nodig was direct de volgende dag na mijn opgegeven datum afgeleverd zou worden en direct door Henk zijn mensen gestart zou worden met de daadwerkelijke facelift van de zaak. Er werd een boeteclausule in het contract opgesteld, dat iedere dag dat de verbouwing langer zou duren 5.000 gulden zou bedragen, maar deze som zou ook uitbetaald worden als wij eerder zouden opleveren. Na alles voor mezelf alles op papier te hebben gezet nadat ik met de architect meerdere malen door het pand te hebben gelopen en zijn specifieke wensen had aangehoord, kon ik een prijs gaan berekenen van de totale kosten van het uitslopen van die tent. In de haven had ik altijd alles goed kunnen berekenen maar dit was toch een geheel ander kostenplaatje om op papier te zetten. Ik liet niet aan Henk mijn onzekerheid zien, anders zou onze samenwerking wel eens van korte duur kunnen zijn en aangezien ik toch weer een paar centen moest verdienen na het casino avontuur moest ik zorgen dat ik deze job goed ging uitvoeren. Ik had van m’n laatste centen sloopgereedschap gekocht zoals een compressor met vloeren/palenhamers, steigers, snijbranders en het benodigde handgereedschap. k had hiervoor zelfs m’n wagen moeten verkopen, maar dat interesseerde me weinig, aangezien er toch altijd weinig parkeerruimte was in de Leidse buurt en ik een scooter voor mezelf had gekocht waar ik in no-time de hele stad mee door scheurde zonder last te hebben van file’s of parkeer problemen. Ik had dit voorbeeld gevolgd van Henk, die na 20 jaar rijles het maar opgegeven had en in Amsterdam ook altijd op een hippe scooter in de rondte reed.

De aanneemsom van het sloopwerk zou bij Henk ingediend moeten worden en die zou het in het totaalbedrag van de verbouwing opnemen. Op dat moment wist ik in het geheel niet in welke bedragen ik zou moeten gaan rekenen, omdat ik nog nooit zo’n groot project had gehad, maar ik zou toch binnen een week met een prijs moeten komen. Ik pakte de gouden gids erbij en nodigde verschillende sloop bedrijven van buiten de randstad uit om een prijs te maken en de geschatte tijd die ze dachten nodig te hebben om de klus te klaren. Binnen 3 dagen had ik een goede indicatie van de prijs/tijd en gaf deze door aan Henk. Ik had hem de aanneemprijs van de goedkoopste sloper gegeven (85 ruggen),waar ik 30% voor de zekerheid bovenop had gegooid. De sloper zou er 24 uur per dag continu mee bezig zijn en binnen 6 dagen bezemschoon opleveren. Ik beloofde deze man 5000 piek voor elke dag eerder en ik zag aan de dollartekens in zijn ogen dat dit wel eens gunstig kon uitpakken. Henk had mij die week met verschillende slopersbazen die tent zien bezoeken maar wist natuurlijk niet wie dat waren, hij dacht dat het mensen waren waar ik altijd mee in de sloop had samen gewerkt. Ik dacht maar zo, ‘wat niet weet wat niet deert’ en moest er wel voor zorgen dat de aannemer van het sloopwerk niet met Henk in contact moest komen, anders zou ik een overbodige factor in dit geheel worden! Nadat de klant met de gehele offerte akkoord was gegaan zou er op dinsdag gestart gaan worden met de daadwerkelijke renovatiesloop van de discotheek. Ik had van te voren tegen Henk gezegd dat we 8 dagen nodig hadden voor dat hij er met z’n werkmensen in zou kunnen, zo had ik een slag om m’n arm van 2 dagen speling, want stel je voor dat ik op m’n eerste klus al verlies voor de firma zou gaan draaien. Daar zaten ze echt niet op te wachten.

Ik zelf was maandagmorgen/nacht om 3 uur aanwezig met 5 man, toen de laatste discogangers het pand verlieten en het personeel van de dancing hun laatste persoonlijke bezittingen bij elkaar aan het verzamelen waren, aangezien de hele zaak leeggemaakt zou worden en er geen stukje van het oude meubilair of andere zaken er nog zou zijn bij hun terugkomst over 3 weken als de zaak in een geheel nieuwe stijl door onze firma opgeleverd zou worden. Deze maandag zou ik gebruiken om spullen te demonteren die door de eigenaar later ooit nog eens gebruikt zouden gaan worden. Tevens waren er mensen om de geluid en licht installaties te demonteren. Dinsdag begon de daadwerkelijke sloop en al gauw bleek dat ik een goeie zet had gedaan om met deze sloopfirma in zee te gaan, want het werk liep bij de eerste dag al voor op mijn planning. Er stonden continu 3 puincontainers aanwezig, die meteen door de vrachtwagens gewisseld werden zo vlug ze vol waren. Henk sloeg met een tevreden blik het hele gebeuren gade en liep wel 10 keer per dag door het pand heen, aangezien ons kantoor op een steenworp afstand lag. Binnen 5 dagen was de klus naar alle tevredenheid geklaard en kon Henk 3 dagen eerder beginnen dan hij had gedacht en had op deze manier meer tijd om zijn werk uit te voeren. Ik had op slinkse wijze mooie sier gemaakt met een ander z’n kwaliteiten, maar dat deerde me op dat moment niks. ‘wie voor je werkt is je knecht’ dacht ik maar zo. Trouwens, de sloper was er ook 5000 piek wijzer van geworden, welke ik hem zwart in het zakje toestopte, met de woorden, “dat hoeft niemand te weten, toch”? Met een vette knipoog namen we afscheid en hij hoopte nog meer werk van mij te kunnen krijgen. Henk en ik gingen ‘s avonds voor het naar huis gaan altijd een borrel halen bij café Heuvel welke gelegen is aan de hoek Prinsegracht / Spiegelgracht, op 2 minuten afstand van ons kantoor aan de Leidsekruisstraat. In deze kroeg ben ik voor het eerst in contact gekomen met mensen uit de horeca, die zelfs nog wel eens 1 van de grootste bierbrouwers ter wereld ontvoerd hadden. Maar daar over een andere keer.
_________________
Old sailors never died
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen
Willem Visser
Site Admin


Geregistreerd op: 12 Mei 2022
Berichten: 4691
Woonplaats: Amsterdam

BerichtGeplaatst: 29 Mrt 2023 16:47:51    Onderwerp: Reageren met citaat

Firma Alrotin 3 ‘Remi, een moordenaar in spe’

Na de vuurdoop van mijn eerste opdracht goed doorstaan te hebben, kon ik bij Henk niet meer stuk en dacht deze iemand in zijn bedrijf te hebben gehaald die verstand van zaken had. In de tussentijd dat de werklui die discotheek een geheel andere uitstraling aan het geven waren dan voorheen het geval was, deed ik allerlei hand en spandiensten voor deze mensen, zoals materiaal halen en kleinere sloopklusjes tussendoor. In diezelfde tijd was een andere aannemer bezig om op het “Kleine Gartman plantsoen’ de ouwe bajes weg te slopen. Dit lag op een steenworp afstand van ons kantoor. Judith, onze secretaresse van Alrotin, was een mooie blonde meid (26) en zat op de begane grond van ons kantoor, zodat als je op de straat liep, haar zo in de etalage achter de computer zag zitten. Ik liep het kantoor diverse keren per dag in en uit omdat ook het gereedschap via deze ingang naar binnen of naar buiten gebracht moest worden. Op een gegeven ogenblik kom ik binnen en zit er een blond joch bij haar aan het bureau. Judith kwam eigenlijk uit Dongen (N.Brabant) en woonde sinds kort in Amsterdam. Deze meid dacht dat de wereld nog bestond uit rozengeur en maneschijn. Op het ogenblik dat ik binnen kwam, verstomde het gesprek tussen haar en die gozer. Mag ik je even voorstellen aan Remi, vroeg Judith. Ik gaf die knaap een hand en vroeg hoe hij Judith kon. Het bleek dat hij aan het sloopwerk van de ouwe bajes werkzaam was en dat hij al verscheidene malen langs ons kantoor was gelopen en Judith had zien zitten en nu maar eens alle moed verzameld had om eens een praatje met haar te gaan maken, aangezien Judith altijd zwaaide als hij voorbij liep. Terwijl hij mij dit vertelde, keek hij mij niet aan maar draaide z’n blik een beetje af. In mijn leven heb ik geleerd dat als je met iemand in gesprek bent, deze gewoon recht moet aan kijken, anders heb je misschien wel wat te verbergen, of kom je met andere doeleinden, dan dat je doet voorkomen. Deze kennismaking met dit joch deden bij mij alle alarmbellen direct rinkelen en ik zou Judith hier ook later voor waarschuwen.

Met Henk ging ik vaak werk opnemen en samen calculeerden we dan de aanneemsom en onze samenwerking verliep perfect. Henk was ook zeker een feestbeest en het was ook iedere avond raak, om op stap te gaan in ‘onze Leidseplein buurt’. Deze avonden maakten we niet alleen maar lol, maar aangezien iedereen uit de horeca Henk kon en er ook in elke zaak wel iets stuk ging, werd ons stappen gecombineerd met nieuwe opdrachten. Een ideale combinatie, toch, zuipen en geld verdienen in 1. Judith was ook vaak van de partij en kon zich altijd goed vermaken. Voorheen had zij mij ook wel eens gevraagd om met z’n tweeën op stap te gaan, maar dat weigerde ik aangezien ik met Marcee samen woonde en geen avontuurtje er op na wilde houden. Dat was bij Judith niet zo in goeie aarde gevallen had ik wel gemerkt, maar dat zou wel over waaien. Daarna heeft ze nog wel een tijdje iets gehad met Rob (de timmerman van Alrotin) en daar was ik wel blij om, maar dat haakte Judith af omdat er geen ‘spanning’ in zat, dat vertelde Rob mij later. Op de dag dat die blonde snuiter Remi bij ons op kantoor had gezeten, was Judith ook met ons mee gegaan een biertje kopen bij cafe Heuvel. Ik vertelde tegen Judith mijn gedachten over dat joch en dat ze het beter in de kiem kon smoren en geen contact meer moest zoeken met hem. Als een furie schoot Judith uit haar slof, waar ik me mee bemoeide en dat ik maar beter naar Marcee kon gaan, die op dat ogenblik thuis zat. Poeh, had ik dat eventjes verkeerd aangepakt. Dat ik een paar weken terug niet met haar op stap wou, was zeker bij Judith in het verkeerde keelgat geschoten. Ik probeerde haar nogmaals uit te leggen dat die Remi voor haar geen partij was en dat hij mij een beetje over kwam als een kamper. Niet dat ik iets tegen kampers heb (ik zou later nog genoeg zaken met kampers doen) maar het blijft bij die lui meestal niet bij een avondje stappen. Ik kon haar niet overtuigen en zelfs de goede raad van Henk schoof ze aan de kant.

Na een paar weken zat ‘s morgens Judith achter haar computer met een sjaaltje om haar nek. Het viel mij op dat op deze snikhete dag die meid een sjaaltje om had. Op mijn vraag waarom, antwoordde zij dat ze op de tocht had gelegen en nu pijn in haar nek had. Om een uur of 12 kom ik weer eens binnen lopen en Remi was daar ook. Ik kon uit Judith haar blik in haar ogen opmaken dat het gesprek tussen hen niet zo vrolijk was, maar ik deed net of mijn neus bloede en pakte wat ik nodig had en vertrok weer. Die vrijdagavond weer eens met de hele ploeg van de firma op stap, om de werkweek af te sluiten. Op die dagen waren Marcee en de vrouw van Henk (Karin) ook aanwezig en het werd altijd een gezellige boel. Judith zat naast mij, met nog steeds het sjaaltje om haar nek. Ik trek voor (zogenaamd) de gein dat ding van haar nek en kijk tegen een grote bloeduitstorting in haar nek en keel aan. “Wat heb jij nou, vroeg ik haar”? Ondertussen dat ze de sjaal weer vlug om haar nek knoopte vertelde ze dat ze met strijken was uitgeschoten met de strijkbout. Ik heb m’n hele leven mensen tegen me horen liegen, maar zo’n stomme, ongelofelijke smoes heb ik nog nooit gehoord. Heeft Remi dat gedaan” vroeg ik aan haar? Ze hield zich aan de eerdere uitleg en vroeg mij om me met m’n eigen vriendin Marcee te bemoeien. Die avond ben ik er niet verder over door gegaan, maar ik had wel zo m’n bedenkingen en mijn voorgevoel bleek het weer eens aan het rechte eind te hebben. Henk woonde in de Hilversumse Meent in Bussum, dus wel een beetje op stand. Henk kon altijd babbelen als Brugman en kon heel vlug zichzelf aanpassen aan de omstandigheden waarin hij verkeerde. aangezien Henk al een tijd 2 paarden voor Karin had gekocht en deze op stal stonden bij haar vriendin Ali Verwelius (ja, ja, de Verwelius die je altijd ziet op die reclame borden bij Ajax) ‘Verwelius is bouwen’ kwam Henk dus ook in hogere kringen, zoals bij De familie ‘van Opstal’ en de burgermeester van Huizen over de vloer. Na enige tijd zou ik hier ook mee te maken krijgen, maar op een andere manier dan ik verwacht zou kunnen hebben.
_________________
Old sailors never died
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen
Willem Visser
Site Admin


Geregistreerd op: 12 Mei 2022
Berichten: 4691
Woonplaats: Amsterdam

BerichtGeplaatst: 1 Apr 2023 07:39:56    Onderwerp: Reageren met citaat

Firma Alrotin 3 ‘Daar heb je Flipper’

Het kantoor van Henk was niet zo groot maar wel mooi ingericht. Op de begane grond zat Judith gestationeerd en als je na binnenkomst daar voorbij liep was er een trapje naar beneden alwaar Henk zijn domein bevond. Het gehele pand was van binnen opgeknapt door Henk zijn mensen en gaf een goed voorbeeld van het ‘kunnen’ van deze mensen'. Alrotin stond erom bekend, dat als zij een zaak verbouwd hadden er aan de eisen van de geluidssterkte voldaan werd, welke in deze tijd behoorlijk door de gemeente waren aangescherpt. Het is nou eenmaal zo in Nederland geregeld dat de buren geen overlast mogen hebben van de horeca, zelfs al zat deze er al 50 jaar gevestigd en de huurder van tevoren wist welke problemen dit met zich mee zou kunnen brengen. Het is hetzelfde, dat als ik nu naast Schiphol ga wonen, ik morgen bij de burgermeester me ga beklagen. Maar ja, het zij zo, voor ons was het in ieder geval weer handel om alles geluid dicht te krijgen voordat de originele verbouwing begon. Het geheim van Henk was de kooiconstructie. (Men bouwt een zaak in een zaak). Het viel mij op dat Henk veel bezoek kreeg op kantoor van mensen die in de meest dure wagens, voor de deur werden afgezet en waar ook altijd een bodyguard mee uitstapte. Het waren allemaal vlot geklede jonge gasten en menigmaal als ik binnen kwam lopen hoorde ik dat ze met Henk altijd de grootste lol hadden. Een van die keren word ik door Henk geroepen en stelt mij voor aan zo’n figuur. Ron, dit is Flipper en hij heeft wat sloopwerk voor je. De zonnebank gekleurde man van ongeveer mijn leeftijd, begroete me hartelijk en vroeg mij wanneer ik even tijd had om mee te gaan om het werk te gaan bekijken en een prijs te geven voor deze werkzaamheden. Ik zei hem dat het deze week niet meer zou lukken, waarop Henk direct zei dat ik er meteen maar tijd voor moest maken, aangezien dit een spoedklus was. “Oke, jij bent de baas” zei ik hem, maar niet zeuren als de rest spaak loopt”.

Ongeveer 10 minuten later zat ik in een grote Mercedes met chauffeur, lijfwacht en mr. Flipper onderweg naar een pand in Haarlem, waar bij binnenkomst een sexclub bleek te zitten. Wat een lekkere wijven waren daar aanwezig, niet van die ordinaire straathoeren, maar karig en toch goed geklede meiden verwelkomden Flipper op een spontane manier. Ik ben gelukkig van de vaart wel wat gewend en voelde me aardig ‘thuis’ op dat ogenblik. "He Ron” zei Flipper lachend, “neuken kan je later altijd nog, maar laten we eerst het werk gaan opnemen”. Het was de bedoeling dat Alrotin van deze club, een eerste klas ontmoetingsclub zou gaan maken, inclusief sauna, whirlpool en een groot bar gedeelte op de begane grond. Na alles opgenomen te hebben en ongeveer berekend te hebben wat de kosten van het sloopwerk zouden zijn, zei ik tegen de man het bedrag waar ik het voor zou kunnen doen. “Zo weinig”, was het schampende antwoord? “Zeg maar tegen Henk dat het goed is en laat hem de datum doorbellen wanneer jullie kunnen starten”. Er werd een taxi voor me gebeld en met 2 meier van Flipper op zak werd ik weer naar Amsterdam gebracht, terwijl de taxikosten 50 piek waren en ik van de rest een borreltje kon gaan drinken. “Weet je wie dat was Ron”, vroeg Henk mij bij binnenkomst? “Hij komt me wel bekend voor zei ik, maar echt weten doe ik het niet”. “Dat was nou Cor van Hout, die gozer die jouw grote bierproducent heeft ontvoerd’. “Krijg nou de klere, meen je dat nou, maar die zit toch nog vast”? Het bleek dat Cor al 3 weken op vrije voeten was en zijn stappen in het criminele circuit al lang weer genomen had. Het bleek dat deze man zijn zaakjes ook tijdens zijn detentie gewoon waren doorgegaan en dus de spaarpot van Cor aardig gespekt was in de jaren. Op de 1 of andere manier gaf mij deze gebeurtenis toch wel een kick, aangezien ik in m’n leven ook altijd een scharrelaar was geweest en zeker niet de politie als m’n grootste kameraad beschouwde.

Die spanning heeft mij in m’n hele leven altijd aangetrokken, zelfs als kind al deed ik dingen die een ander niet durfde. Als een ander zei, “dat durf je toch niet’, dan had Swapie het al geflikt en dat terwijl mijn oudere broer Leo (egoïstische balzak) het braafste jongetje van de klas was. Daarom zal dit heerschap wel die hoge Piet bij de belasting in Alkmaar zijn geworden, welke ook geen grote vrienden van me zijn. Ik ben in ieder geval twee weken later daar gestart met de sloop en in mijn belevenis was dit toch wel een van de leukste klussen die ik meegemaakt heb bij deze firma. Ondertussen was Henk bezig voor Roy(s) (grootste concurrent in die tijd van K.Bruinsma) in de Amstelstraat 1 van de grootste zonnebankcentra te maken van Amsterdam ‘de Safe Sun’. Dit pand behoorde toe aan Bertus Luske, waarvoor wij ook veel werkzaamheden deden. Bijna het hele blok Amstelstraat, Wagenstraat, Paardenstraat was van hem, op Holszhaus-Stoeltie (de diamantair) na. Bertus verpachte al zijn zaken tegen woekerprijzen en als de pachter zijn pacht niet kon opbrengen was hij zijn borg kwijt en voor het eind van de maand de sleutel inleveren. Roy was dus ook pachter en heeft de boel voor 2 miljoen laten verbouwen en dacht dat hij de klapper van de eeuw zou maken. Helaas voor hem werd dit de grootste zeper van de eeuw en was Roy zijn centen kwijt. In die tijd rommelde het al heel erg in dat wereldje en ik zou me niet verbazen als er een keer een klant van ons kapot geschoten zou worden. Ik maakte voor de gein een opmerking tegen Henk, dat hij z’n klanten de helft vooruit zou moeten laten betalen, want stel je voor dat er 1 neergeknald werd. Henk maakte van mijn grap handig gebruik en liet serieus het boefjes volk 40% vooruit storten, welke altijd contant voldaan werden onder het genot van een slokje. Op het thuisfront ging alles prima, maar ik viel wel weer in m’n oude gedrag terug. Hele lange dagen ging ik weer maken, maar niet met werken maar lekker op stap met een zooitje ‘ondeugende’ gasten ja, ja.
_________________
Old sailors never died
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen
Willem Visser
Site Admin


Geregistreerd op: 12 Mei 2022
Berichten: 4691
Woonplaats: Amsterdam

BerichtGeplaatst: 3 Apr 2023 17:29:25    Onderwerp: Reageren met citaat

Firma Alrotin 4. ‘Spijker als politieagent’

Ik was ondertussen al weer een klein jaartje bij deze firma werkzaam en had het uitermate naar mijn zin in deze omgeving van het Leidseplein. De firma Alrotin deed goede zaken en de werksfeer onderling was zeer goed. De vrouw van Henk (Karin) was een mooie vrouw van Indonesische afkomst uit een zeer welgestelde familie in Amstelveen. Henk had al jaren terug twee paarden voor haar gekocht, waar Karin vaak wedstrijden mee deed. De paarden stonden op stal bij een bevriende familie van hen, de familie Verwelius, deze was de eigenaar van het grote bouwconcern uit Huizen(NH). In die tijd was deze firma net bezig het hoofdkantoor te bouwen op de Dam in Amsterdam. Op een dag werd ik door Henk uitgenodigd op een etentje bij hem thuis. daar ‘s avonds met Marcee te zijn aangekomen werd ik voorgesteld aan Alie en Bert Verwelius, wat later bleek dat dit 1 van de rijkste families van ons land waren. Zeer vriendelijk was Bert tegen mij en deze had helemaal geen kapsones, alhoewel deze man in het dagelijkse leven alleen maar met de notabelen een gesprek aan ging. Aangezien Henk ook altijd in de haven had gewerkt en ook mooie en leuke dingen had meegemaakt, hadden we gesprekstof te over. De toehoorders lagen helemaal in een deuk toen Henk zijn avontuur vertelde van de Jordan tandenborstels en de vijf schilderijen van zeer bekende schilders die bij hem in de loods ooit ontdekt waren door de douane. Bert en Alie leken zo op het eerste gezicht een leuk stel, maar ik wist van Henk dat dit alleen maar uiterlijke vertoning was en beiden wel eens naast de pot piesten.

Bert genoot van de verhalen over de gestolen baaltjes van de Lip en zat als een jongen te luisteren die voorgelezen werd uit een spannend boek. Na een hele gezellige avond namen we afscheid van de familie, waar bij Bert mij onder het handen schudden in mijn oor fluisterde, “ik moet jullie morgen even spreken, kan dat”? Ik antwoordde dat ik altijd wel in de buurt van het kantoor te vinden was, maar begreep niet wat ik voor hem zou kunnen betekenen. De volgende morgen werd ik al door Henk op de hoogte gebracht over het probleem waar Bert mee zat. Het bleek dat Alie een langdurige verhouding had gehad met een ski leraar en zij wilde deze affaire verbreken, maar de ski leraar had andere plannen aangezien hij diverse naaktfoto’s en andere intieme zaken in zijn bezit had en dreigde deze in de openbaarheid te brengen als zij de relatie zou verbreken. Ik vroeg Henk wat ik zou kunnen betekenen in deze kwestie en deze antwoordde dat ik maar moest zien als Bert zijn wensen die middag kenbaar zou maken. Om een uur of twee kwam Henk op z’n scooter voorbij rijden en zei dat hij met Bert over een half uur in cafe Heuvel afgesproken had en of ik daar ook naar toe wilde komen? Ik liet het werk voor wat het was en na mezelf te hebben gedoucht en omgekleed te hebben op het kantoor, begaf ik mij naar het cafe op de hoek van de Prinsengracht / Spiegelgracht, alwaar al een gezellig sfeertje heerste onder het aanwezig publiek, welke bestond uit beursbengels, zakenlui in ontroerend goed, bekende criminelen en ander soort oplichters.

De dure pooierbakken stonden op de bruggen geparkeerd, want het maakte niemand wat uit als er een bon op kwam of weg werd gesleept. Het belangrijkste was dat je kon zien met wat voor dure bolide ze reden. Bij binnenkomst zag ik Bert en Henk aan een tafeltje zitten en ik sloot me daar bij aan. Aangezien Henk mij al op de hoogte had gebracht over de affaire, hoefde Bert mij daarover niet verder te informeren, maar alleen zijn bedoelingen kenbaar te maken. De opdracht leek heel simpel, “ik wil elke foto en stuk papier dat in die balzak zijn huis aanwezig is, bij mij op kantoor hebben.........koste wat het kost”! Bert zat er zichtbaar rustig bij, maar in zijn ogen kon ik de woede die in hem schuilde goed onder kennen en met mijn verleden kon ik mij daar wel wat bij voorstellen. Bert zelf was in het geheel geen brave jongen en zat zelf meerdere malen per week in de sexclub ‘Bocachio’ die 5 kilometer van zijn landgoed verwijderd was. Maar ik vond dat een wippie met een hoer toch nog altijd weer wat anders is dan een relatie aanknopen, maar ja dat was mijn pakkie-an niet. Bert vroeg mij of ik er direct werk van kon maken en de boel meteen ging bekijken en eventuele mogelijkheden later met hem te bespreken. Hij drukte me op het hart dat alle te maken kosten door hem zouden worden vergoed en dat ik nergens op zou gaan bezuinigen, als die foto's en papier bende maar zo spoedig mogelijk bij hem waren. Geld speelt geen rol was zijn motto en met het adres en een foto van de skileraar in mijn bezit verliet ik de kroeg. De voornaam van deze Oostenrijkse balzak en de kop op de foto stonden mij gelijk al niet zo aan ‘Adolff N’ was de naam en op de foto keken twee Mofrikaanse blauwe ogen mij hatelijk aan. Het bleek dat Adolff in het plaatsje Bergen(NH) een vrijstaande villa bezat en daar in de zomermaanden skiles gaf, op een bij hem in de buurt gelegen skipiste (borstelbaan). iIn de wintermaanden was hij altijd bij hem in de Heimatt te vinden. op dit ogenblik was Adolff in Holland aangezien het nu hartje zomer was.

Ik ben diverse keren om de villa heen gelopen en vanaf een duin wat achter zijn huis lag vele dagen de dagelijkse gebeurtenissen rondom het pand door een verrekijker geobserveerd. Adollf ging op gepaste tijden naar zijn werk en de terugkomst van dit heerschap was ook altijd stipt, zoals het een echt ’ubermensch’ behoort! Ik heb ‘s avonds op diverse mogelijke manieren geprobeerd om de omheining over te klauteren, maar zo vlug ik m’n kop over de muur liet zien stond ik als ‘Frank Sinatra’ in de schijnwerpers. Het bleek dat z’n hele tuin vol zat met sensoren en dat zelfs een kat al voor een lichtshow kon zorgen. De mogelijkheid om in te breken in de nacht was hiermee als optie vervallen en moest over een ander plan nagedacht worden. Bert zeurde als een kleine verwende jongen bij Henk of hij al wat wist en dat hij actie wou zien. Henk gaf mij deze boodschap door en zei dat ik snel met een oplossing moest komen. Ik opperde het plan om met een smoes het huis binnen te komen, maar ik wist nog niet precies hoe. Ik ben die avond lekker op stap gegaan op de Amsterdamse Zeedijk, alwaar ik al sinds mijn KNSM tijd veel te vinden was. Ik kon hier in de haventijd ook altijd mijn handel kwijt en ik wist ook precies bij wie ik moest wezen voor bepaalde dingen. Vanaf een zakmes tot en met een raketwerper zou ik binnen 24 uur aan huis geleverd kunnen krijgen. Zo was het in dit leventje, ‘het maakt niet uit wat je bent, maar het is belangrijker wie je kent’. Ik kwam in cafe ‘Dijk 120’ een oude bekende van me tegen die ik al een jaartje of 10 kon. Hij was 1 van de beste vervalsers van officiële documenten zoals rijbewijzen en paspoorten. Ik kon hem eigenlijk uit de kroeg van m’n schoonvader en wij konden elkaar wel vertrouwen. Ik deelde met hem mijn ‘probleem’ zonder hem precies in te lichten over het hoe en wat. Waarom ga je niet als politieman daar naar toe, opperde hij, dan gaan alle deuren voor je open? Dat was een pracht idee, dacht ik zo bij mezelf, alleen de benodigde attributen nog vergaren.

De volgende dag hadden Henk, Bert en ik afgesproken op ons kantoor in de Leidsekruisstraat. Ik liep langs Judith, welke mij met vragende ogen aankeek, wat ik met die nette heer Verwelius te bespreken had. Henk sloot de deur achter mij en zei tegen Judith dat wij absoluut niet gestoord mochten worden. Ik vertelde mijn oplossing voor het project ‘Bergen’ en binnen 5 minuten had ik twee mensen enthousiast gemaakt voor het politie-plan. Bert en Henk lagen al helemaal in een deuk en zagen het al helemaal voor zich, als Adolff de deur zou open doen voor 2 nepagenten. Ik zou direct aan de slag gaan om de politie-uniformen, dienstauto, politielegitimatie en een huiszoekingsbevel te gaan versieren. Bert gaf me 15.000 piek mee om de te maken kosten te kunnen betalen en zei erbij dat als het een ton zou kosten hij er geen probleem van zou maken. Ik zei hem dat ik hem hielp omdat hij een vriend van Henk was en dat ik er geen cent wijzer van hoefde te worden. De ouwe bekende uit de kroeg op de Zeedijk verzorgde voor mij alle benodigde papieren inclusief originele stempels op het huiszoekingsbevel. De auto regelde ik door een monteur die politieauto’s in onderhoud had ‘10.000’ piek te geven voor 24 uur gebruikmaking. Wel werd een andere kentekenplaat gemonteerd om eventuele getuigenissen op een dwaalspoor te brengen. Nu zat ik alleen nog maar met het probleem van de uniformen. Ik bladerde de mij zo geliefde gouden gids weer eens door en stuitte op de pagina, ‘toneelkleding verhuur’. Ik belde op met de vraag of zij ook politie-uniformen verhuurden, aangezien we een feestje op de zaak hadden en de directeur zogenaamd wilden arresteren. “Ja hoor mijnheer”, antwoordde het vrouwtje aan de andere kant van de lijn “en uw directeur zal er zeker intrappen, aangezien wij over de nieuwste collectie beschikken”. Ik ging de uniformen ophalen in Noord Scharwoude alwaar deze zaak was gevestigd. Ik paste een paar jasjes en broeken tot ik de juiste combinatie aanhad. Ik schrok mezelf het apelazarus toen ik mezelf bekeek in de spiegel, het leek net echt, nu alleen voor Henk nog een set uitzoeken, maar dat zou later meer problemen geven dan ik verwacht had, aangezien Henk altijd de baas was en ik op dat moment meer strepen op m’n mouw had.
_________________
Old sailors never died
Terug naar boven
Profiel bekijken Stuur privébericht E-mail versturen







Geplaatst: 3 Apr 2023 17:29:25    Onderwerp:

Terug naar boven
Berichten van afgelopen:   
Nieuw onderwerp plaatsen   Reageren    KROONVAARDERSKNSM Forumindex -> TOPICS, GEEN KNSM Tijden zijn in GMT + 1 uur
Ga naar pagina Vorige  1, 2, 3  Volgende
Pagina 2 van 3

 
Ga naar:  
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum


Wil je ook een eigen gratis forum?

- Direct online
- Gratis je eigen logo
- Filmpjes en video mogelijk!


Klik hier om onmiddellijk jouw eigen forum aan te maken









Powered by phpBB © 2001, 2005 phpBB Group
Vertaling door Lennart Goosens.
RedSilver 1.03 Theme was programmed by DEVPPL JavaScript Forum
Images were made by DEVPPL Flash Games