|
Auteur |
Bericht |
piet stuitje
Blauwe Roos
Geregistreerd op: 08 Jun 2009
Berichten: 276
Woonplaats: paterswolde
|
Geplaatst:
6 Aug 2009 08:58:59 |
|
Dank,Inanna,voor je belangstelling en je advies.
Maar...weegbree er op is toch weer 'proberen te genezen van buiten af'
homeopathie probeert echt dat te vinden wat bij jou past en bij het verschijnsel en als dat 'klikt',dan zit je goed en kan het organisme zelf tot heling komen
piet |
|
|
|
|
|
Geplaatst:
6 Aug 2009 08:58:59 |
|
|
|
|
gjalt
Gouden Roos
Geregistreerd op: 20 Jun 2009
Berichten: 307
Woonplaats: Baambrugge
|
Geplaatst:
6 Aug 2009 10:34:36 |
|
Niet alles tegelijk proberen, want dan weet je niet wat wel en wat niet helpt!
Van binnen naar buiten komt datgene wat zich wil gaan verwezenlijken: de genezingspoging |
_________________ la ikraha fi-d-dien |
|
|
|
piet stuitje
Blauwe Roos
Geregistreerd op: 08 Jun 2009
Berichten: 276
Woonplaats: paterswolde
|
Geplaatst:
6 Aug 2009 10:51:53 |
|
gjalt schreef: |
Niet alles tegelijk proberen, want dan weet je niet wat wel en wat niet helpt!
Van binnen naar buiten komt datgene wat zich wil gaan verwezenlijken: de genezingspoging |
Akkoord
Gjalt ken jij 'Homeopathie der elementen' van Jan Scholten?
Een wereld gaat voor je open
piet |
|
|
|
|
gjalt
Gouden Roos
Geregistreerd op: 20 Jun 2009
Berichten: 307
Woonplaats: Baambrugge
|
Geplaatst:
6 Aug 2009 11:30:05 |
|
piet stuitje schreef: |
gjalt schreef: |
Niet alles tegelijk proberen, want dan weet je niet wat wel en wat niet helpt!
Van binnen naar buiten komt datgene wat zich wil gaan verwezenlijken: de genezingspoging |
Akkoord
Gjalt ken jij 'Homeopathie der elementen' van Jan Scholten?
Een wereld gaat voor je open
piet |
Hallo Piet,
Ja, ik heb weet van het bestaan van het werk van Jan Scholten.
Maar ik heb me er tot dusver nog niet diepgaand mee beziggehouden, hetgeen samenhangt met het gegeven dat ik sinds begin jaren negentig vorige eeuw min of meer heb besloten om me niet beroepsmatig met deze materie te gaan bezighouden.
Allerlei andere terreinen kwamen toen onder mijn aandacht.
Behalve inderdaad het baanbrekende werk van Scholten gaat mijn interesse ook uit naar bloesemtherapie (Bach en anderen), zonnetherapie (doorgegeven door Jakob Lorber) en ook anthroposofische geneeskunde.
Misschien ben ik met te veel dingen bezig ... en waarom eigenlijk?
hartegroet,
Gjalt |
_________________ la ikraha fi-d-dien
Laatst aangepast door gjalt op 7 Aug 2009 10:37:37; in totaal 2 keer bewerkt |
|
|
|
piet stuitje
Blauwe Roos
Geregistreerd op: 08 Jun 2009
Berichten: 276
Woonplaats: paterswolde
|
Geplaatst:
6 Aug 2009 11:49:47 |
|
Niet alles tegelijk proberen,Gjalt...ik ken de valkuil
piet |
|
|
|
|
gjalt
Gouden Roos
Geregistreerd op: 20 Jun 2009
Berichten: 307
Woonplaats: Baambrugge
|
Geplaatst:
17 Aug 2009 10:27:48 |
|
Het wezen der dingen uit zich in beweging, e-motie, in categorieën van snel en langzaam.
Beweging is relationeel en schept afstand en/of toenadering.
Dr. Rudolf Steiner zegt d.d. 6 december 1919:
"Als u fysicus zou zijn, zou ik u er attent op kunnen maken, hoe de natuurkundigen tegenwoordig hun berekeningen maken over de samenhang tussen een afgelegde weg (s)en tijd (t).
En dan noemen ze de snelheid, die men gewoonlijk met c of v aangeeft een functie van weg (s) en tijd (t) en schrijven dit neer als een quotiënt: v = s/t.
Maar dat is helemaal foutief.
De snelheid is niet het resultaat, maar is het elementaire gegeven, dat is iets materieels of geestelijks en wij ontleden de snelheid in de weg - ruimte - en tijd.
Wij abstraheren deze twee elementen uit het gegeven.
Ruimte en tijd zijn op zich geen realiteit.
Snelheden, verschillende snelheden zijn iets reëels in de wereld ..."
Gjalt |
_________________ la ikraha fi-d-dien |
|
|
|
gjalt
Gouden Roos
Geregistreerd op: 20 Jun 2009
Berichten: 307
Woonplaats: Baambrugge
|
Geplaatst:
18 Aug 2009 10:22:34 |
|
Dr. Rudolf Steiner d.d. 30 november 1919:
"Van buitenaf werken de wereldgedachten naar ons innerlijk toe, van binnenuit werkt de wil van de mens naar buiten toe.
En in het punt waar zich in het ademhalen eens het objectieve en het subjectieve kruisten, doorkruisen zich nu de wil van de mensheid en het werelddenken.
Wij moeten leren om te voelen hoe onze wil door onze ogen werkt en hoe in de daad de activiteit van de zintuigen zich vorozichtig paart aan de passiviteit, waardoor werelddenken en mensheidswil elkaar kruisen.
Dit is de nieuwe Yoga-wil die wij moeten ontwikkelen.
Dan ervaren wij weer iets dergelijks als drieduizend jaar geleden door het ademhalingsproces.
We moeten veel bezielder en geestelijker aan leven.
De wereldbeschouwing van Goethe streefde hiernaar.
Goethe wilde het zuivere fenomeen leren kennen.
Hij noemde dat het oer-fenomeen, datgene wat vanuit de buitenwereld op de mens inwerkt en waar de luciferische gedachte die uit het hoofd stamt, niet bij betrokken is.
Dit laatste denken moet alleen gebruikt worden bij het ordenen van de fenomenen.
Goethe was er niet op uit om de wetmatigheid in de natuur te vinden, maar hij zocht naar het oer-fenomeen.
Dat is zijn grote betekenis voor ons.
Als wij echter dit zuivere oer-fenomeen hebben gevonden in de buitenwereld, dan hebben wij iets bereikt, dat het ons mogelijk maakt om bij het aanschouwen daarvan te merken hoe ook ons wilsleven actief wordt en dan bereiken we een objectief-subjectief niveau, zoals men dat in de oude Hebreeuwse leer ook nog kende.
Wij moeten leren om niet altijd alleen maar te spreken over de tegenstelling tussen materie en geest, maar we moeten juist in het zintuiglijke gebied het in elkaar spelen van het materiële en het geestelijke element tot een eenheid leren kennen.
Als wij de natuur niet meer als iets materieels zien en er ook niet zoals Gustav Theodor Fechner met onze fantasie een ziele-element in willen zien, zullen we het zelfde beleven als in de Jahweh-cultuur van drieduizend jaar geleden."
****
Tussen 1870 en 1877 ontving Gottfried Mayerhofer openbaringen over de ware aard van kracht, stof en geest.
Het is intrigerend om te ontdekken hoeveel overeenkomst er is met datgene wat door iemand als dr. Rudolf Steiner ongeveer een halve eeuw later is uitgesproken.
Daarover dus meer in een aantal volgende postings.
Gjalt |
_________________ la ikraha fi-d-dien
Laatst aangepast door gjalt op 23 Aug 2009 10:19:30; in totaal 3 keer bewerkt |
|
|
|
inanna
Gouden Roos
Geregistreerd op: 09 Jun 2009
Berichten: 767
Woonplaats: sneek
|
Geplaatst:
18 Aug 2009 19:40:59 |
|
|
|
|
gjalt
Gouden Roos
Geregistreerd op: 20 Jun 2009
Berichten: 307
Woonplaats: Baambrugge
|
Geplaatst:
19 Aug 2009 10:27:01 |
|
In de navolgende 4 postings een uitreksel, samenvatting in hoofdlijnen, van de inhoud van `Kracht, stof een geest` hetgeen aan Gottfried Mayerhofer is geopenbaard in twee opeenvolgende dagen , n.l. d.d. 22 en 23 februari 1871:
`Wat is kracht?
Kracht is niets anders dan een waarneembare uiting bij een ding dat óf van plaats óf van vorm moet veranderen, al naar gelang er een ander voorwerp op inwerkt.
De steen is vanwege zijn weerstand tegen het op hem inwerkende voorwerp niet meer de harde, levenloze steen gebleven die hij tevoren was, maar hij heeft leven gekregen; alles in hem beweegt en vibreert.
De zwaartekracht, ofwel aantrekkingskracht van de aarde op haar bestanddelen, staat dus steeds tegenover een andere kracht, namelijk de kracht of stuwende beweging om al het bestaande te vernietigen en daaruit weer iets nieuws te vormen.
De kracht zoals die zich uit en zoals de mens die kan zien werken en voelen, is dus een andere factor die noch in de steen noch in de omgeving daarvan ligt; maar zij wordt door andere elementen bepaald en geactiveerd.
Ze brengt steen en omgeving tot het veranderen van hun vorm en bestaan, neemt leven en brengt leven voort, vernietigt dus en bouwt weer opnieuw op, en garandeert zo het eeuwige bestaan alleen maar doordat ze, steeds vernietigend, iets nieuws doet ontstaan.
Deze kracht uit zich in alle mogelijke richtingen en in allerlei vormen; wat die kracht bepaalt is dus een hogere potentie die zich wil uiten en zich slechts als kracht kan vertonen.
Daarom bestaat kracht helemaal niet als zelfstandig ding, zoals de geleerde heren materialisten het willen; ze is geen zelfstandieg levensfactor, maar het product van twee hogere factoren, namelijk van rust en beweging!
Kracht kan alleen maar bestaan waar weerstand is, en de stof als materie geeft met zijn bestanddelen door het rustbeginsel de lichamelijke weerstand, waarmee hij zich verzet tegen de beweging en zo als kracht zichtbaar wordt.`
Gjalt |
_________________ la ikraha fi-d-dien |
|
|
|
gjalt
Gouden Roos
Geregistreerd op: 20 Jun 2009
Berichten: 307
Woonplaats: Baambrugge
|
Geplaatst:
20 Aug 2009 10:38:19 |
|
"Wat is stof?
En de geleerden zeggen: stof is alles wat zich kan uitbreiden in lengte, breedte en diepte.
Nu vragen we verder: waaruit bestaat dan stof?
En dan zullen de geleerden weer zeggen: "stof" is samengesteld uit alles wat in het hele universum ofwel opgelost ofwel compact voorkomt; "stof" is alles wat men basiselementen van de schepping kan noemen.
Omdat we nu zien dat we met de heren professoren weer niet tot klaarheid kunnen komen, moeten we ons weer op onszelf en onze vijf zintuigen verlaten; we stellen dus aan onszelf de vraag: wat is stof?
En ons innerlijk zegt ons eenvoudig: "Stof is helemaal niets!"
"Stof" is een te algemene uitdrukking die, doordat hij alles op één hoop gooit , helemaal geen onderscheid meer toelaat!
"Stof" is dus hoogstens de grote etherruimte buiten het bereik van de aardse atmosfeer, waar alle bestanddelen die nodig zijn voor alle andere verbindingen voor het scheppen van hemellichamen en de luchtsoorten die deze omgeven, in opgeloste vorm bij elkaar zijn.
Alleen daar, dat wil zeggen in de grote voorraadkamer voor de bouw van het heelal, is "stof".
Maar in en om de aarde is de stof niet meer "stof" maar daar bestaan al, al naar gelang het doel, gebonden, samengevoegde elementen die daar blootgesteld zijn aan de andere hoger staande potenties als leven, beweging of kracht, gedwongen tot veranderingen en wisseling van vorm.
Hier op deze aarde is de stof al zo gebonden dat het niet meer mogelijk is deze in haar primitieve vormen te ontbinden, daar de afzonderlijke bestanddelen ervan zo nauw verbonden zijn, dat de enkel in deze innigste versmelting een ander geheel vormen en zich verzetten tegen alle kunstmatige scheiding.
En dan denken de geleerden dat ze "wetten" of zogenaamde "natuurwetten" ontdekt hebben, omdat hun niet lukt wat een hogere potentie, de over alles heersende geest, met gemak uitvoert.
De natuuronderzoekers en geleerden begrijpen niet dat er ondanks hun ontkennen toch iets bestaat dat hoger staat dan hun chemische analyses, hun mikroskopen en teleskopen, hun baro-, thermo-, anemo- en andere meters, enzovoort; wat zij waarnemen in de kolfglazen en destilleerapparaten zijn louter grove processen.
Daarin zien ze wel een grote logica, maar begrijpen deze niet.
Wat in de natuur voor hen een raadsel is en ook bij hun eigen lichaam een door hen nooit op te helderen vraag is en zal blijven - namelijk hoe materie en geest samenhangen ....
"Wat zijn jullie toch zwak en eenzijdig, jullie arme blinden!"
Deze stem klinkt jullie tegemoet uit levende en ook uit schijnbaar dode dingen in de zichtbare natuur; overal roept ze jullie toe: "Wij bestaan! Maar wij zijn geen "kracht", geen "stof", zoals jullie blinden geloven.
Wij zijn "geest", dat wil zeggen gebonden geest, opgeloste geest; het geestelijke in vormen scheppend en die vormen weer vernietigend, om uit al deze strijd tenslotte vergeestelijkt tevoorschijn te komen en jullie te laten zien dat in de hele natuur alles geest is."
Aangezien Ik jullie zo ruimschoots de dwaasheid van alle materialistische leerstelsels heb laten zien, gaan we nu over naar ons terrein, en willen alle (goedwillende) niet-gelovigen bewijzen dat noch "kracht" noch "stof" bestaat, maar dat er enkel "geest", geesten en één geestelijke hoogste Schepper bestaat!"
Hierover dus meer in een navolgende posting.
Gjalt |
_________________ la ikraha fi-d-dien
Laatst aangepast door gjalt op 21 Aug 2009 09:25:36; in totaal 3 keer bewerkt |
|
|
|
inanna
Gouden Roos
Geregistreerd op: 09 Jun 2009
Berichten: 767
Woonplaats: sneek
|
Geplaatst:
20 Aug 2009 14:01:45 |
|
Dank je Gjalt.
Ben er stil van, zo mooi.
|
|
|
|
|
gjalt
Gouden Roos
Geregistreerd op: 20 Jun 2009
Berichten: 307
Woonplaats: Baambrugge
|
Geplaatst:
21 Aug 2009 10:22:03 |
|
Wat is eigenlijk "geest", en waaruit bestaat die dan?
Het zal wel enigszins moeilijk zijn om deze vraag te beantwoorden, maar niettemin proberen we om het jullie met behulp van een voorbeeld duidelijk te maken, opdat jullie "geest" goed van "krachtsuiting" kunnen onderscheiden!
Neem nu het volgende voorbeeld: iemand wil een bepaald werk beginnen dat volgens zijn opvattingen, wanneer het logisch wordt begonnen en consequent voortgezet, een bepaald resultaat moet opleveren.
Welnu, om dit te bereiken zal hij zich van te voren een idee vormen, dit vervolgens overdenken en overleggen, en daarna in de geest de hele gang van de uitvoering van begin tot eind doorlopen; verder zal hij, nadat alles precies is overdacht en overwogen, de voor het werk benodigde hulpmiddelen en materialen halen, en deze onder de voortdurende invloed van het in het begin gevormde idee zo verwerken, vermengen en verbinden, totdat uiteindelijk het resultaat tot stand is gebracht.
Het geestelijke idee ofwel levende werkzame potentie, die alle capaciteiten in zich draagt om alles uit alles te maken, wat ze maar wil, en die jullie ook leven - namelijk het binnenste leven, - kunnen noemen, deze potentie (macht c.q. wil) is de drager, ondersteuner en uitvoerder van de hele door haar gestelde opgave.
Dit vergeestelijken van de materie is nu het eigenlijke leven.
Deze in beweging brengende, boven alle ponderabele en imponderabele elementen staande levenskracht is dus eigenlijk de "geest"; en deze sluit dan, in al zijn trapsgewijze niveau's tot aan Mij als enige Schepper en Heer van het geschapene, alles in zich wat deze potentie in hoogste instantie kan zijn.
Omdat nu echter deze potentie in zoverre logisch ingericht moet zijn dat ze ook logisch ofwel consequent iets kan scheppen - welke logica jullie als natuurwet kennen - dan is het ook natuurlijk, dat, wanneer iets op logische wijze in het leven werd geroepen, het oerbeginsel (de grondoorzaak) dat die schepping veroorzaakte niet de vernietiging maar de instandhouding ervan wil.
Derhalve moet die geestelijke potentie ook een "welbehagen" in het geschapene hebben, wat niets anders is dan genegenheid; en wat is genegenheid anders dan liefde?
Waar zich warmte ontwikkelt, daar neemt een geleidelijk vrij worden, een streven naar een betere toestand, naar mooiere en verhevener verbindingen een aanvang - er ontstaat, in één woord, de andere zichtbare factor: het leven.
Waar liefde is, daar is warmte, waar warmte is, is leven, en waar leven is, is licht!
Nu hebben we deze drie hoofdfactoren bij elkaar, die voor één schepping nodig zijn, deze voortbrengen en helpen bestaan, en zonder welke niets bestaat; want in al het geschapene overweegt altijd de ene of de andere factor."
In de volgende posting het slot van de openbaring over kracht, stof en geest.
Gjalt |
_________________ la ikraha fi-d-dien |
|
|
|
gjalt
Gouden Roos
Geregistreerd op: 20 Jun 2009
Berichten: 307
Woonplaats: Baambrugge
|
Geplaatst:
22 Aug 2009 14:04:50 |
|
“Kracht” is niets anders dan de geestelijke drang om uit het bestaande iets nieuws te scheppen; en dit streven, zoals zich dat in de werkelijkheid uit, beschouwen jullie natuuronderzoekers als natuurwetten.
“Stof” is niets anders dan vast geworden geest, dat, zoals jullie hier op aarde zien, allang zijn primitieve vormen heeft verloren en is, zichtbaar in vastere, grovere bestanddelen geen stof meer, maar materie.
En deze veroorzaakt onder de wederkerige inwerking van het sterkere op het zwakkere en van het grote op het kleinere de ontbinding en verandering daarvan, om de daarin opgesloten geesten vrij te maken en voor hen de weg naar hogere niveau’s te banen.
Dit ontbinden ofwel het inwerken van het een op het andere vertoont zich aan jullie ogen als “leven”, als de grote natuurwet van “ontstaan” en “vergaan”, waarbij het ene, zich oplossend, het andere moet aanvullen om zo de grote ladder en de terugweg naar Mij op te kunnen gaan.
Waar jullie geleerden dus alleen natuurwetten bespeuren, die, onbezorgd om hun eigen ideeën, alleen maar Mijn wil volgen, dan leeft en ontwikkelt zich niets anders dan geestelijk leven; een leven dat ver boven al het tastbare uit gaat en veel hoger staat dan waartoe de voorstellingen en ideeën van jullie geleerden zich kunnen verheffen.
En juist omdat het geestelijke zich niet aan hun wil onderwerpt een geen gemeengoed voor hen alleen wil worden, hebben ze besloten dat ze er maar het beste aan doen het helemaal te ontkennen.
Voor hen bestaat er geen God, geen Wetgever, hoewel ze wetten in de natuur aanvaarden; voor hen is het de “stof” die de wetten voor zichzelf maakt, dus ene intelligente stof?!
Voor hen zijn de wetten alleen maar een bepaald “moeten”.
Volgens hun begrippen lost alles in het universum zich op in stoffelijke elementen en begint het daar weer zijn werktuiglijke kringloop; voor hen bestaat er geen verbetering, maar een eeuwig “bij–het-oude-blijven”.
Tot nu toe laat Ik ze als vrije mensen doen wat ze willen.
Bij de meesten is het immers al vaak gebeurd, wanneer ook zij met die zo koelbloedig genoemde oplossing van alle dingen geconfronteerd worden in de vorm van de dood, dat ze dan zelf alles wat ze geschreven hebben zouden willen herroepen als dat maar mogelijk zou zijn, en dat ze dan zelf terugschrikken voor het troosteloze beeld dat ze zich van de wereld gevormd hebben en ook anderen hebben willen doen geloven.
Geest is overal; en al mogen jullie filosofen het ontkennen zo veel en zo vaak ze willen, zonder geest zou er geen schepping zijn, geen zon aan de hemel stralen en geen leven bestaan!
Het is de straal van de liefde die jullie via de materiële natuur tegemoet waait, die de geestelijke onzichtbare sferen doortrekt, jullie in beweging zet, jullie aanzet tot een omarming en het naderen van een andere persoonlijkheid, waar je weer het kloppen hoort van een hart dat net als dat van jullie slaat voor het mooie en heilige.” |
_________________ la ikraha fi-d-dien |
|
|
|
gjalt
Gouden Roos
Geregistreerd op: 20 Jun 2009
Berichten: 307
Woonplaats: Baambrugge
|
Geplaatst:
23 Aug 2009 09:38:30 |
|
Nu ga ik iets doen wat eigenlijk een beetje onlogisch kan lijken, maar het is bedoeld als een voorproefje.
Ik ga namelijk een samenvatting geven van hoofdstuk 8 uit het kennistheoretische werk van dr. Rudolf Steiner.
Dit hoofdstuk is volgens mij erg belangrijk omdat hierin de sleutel verborgen ligt, het kantelstuk zogezegd van het gehele boek.
Mijn voornaamste bedoeling hiermee is om de belangstelling te wekken, te intrigeren.
Na alles wat voorafgaand al is gepost in deze topic moge duidelijk zijn waar we uiteindelijk naar toe willen.
Het denken als hogere ervaring binnen de ervaring
Wij treffen binnen de onsamenhangende chaos van de ervaring een element aan, en wel aanvankelijk ook als ervaringsfeit, dat ons boven het gebrek aan samenhang uitbrengt.
Dat is het denken.
Het denken neemt reeds als ervaringsfeit binnen de ervaring een uitzonderingspositie in.
Ik kan de zaak draaien en keren zoals ik wil: wanneer ik blijf staan bij wat de zintuigen mij opleveren, vind ik geen samenhang tussen de feiten.
Bij het denken is dat niet het geval.
Wanneer ik bijvoorbeeld de gedachte "oorzaak" vat, dan voert deze mij door zijn eigen inhoud naar de gedachte '"gevolg".
Ik behoef de gedachten slechts vast te houden in de vorm waarin zij in de directe ervaring optreden en zij verschijnen reeds als wetmatige bepalingen.
Wat bij de overige ervaring eerst ergens anders vandaan moet worden gehaald, zo die er op van toepassing is, namelijk de wetmatige samenhang, is in het denken in zijn eerste optreden reeds voorhanden.
In het eerste geval moet ik eerst de omhulling doordringen om tot de kern te komen, bij het denken zijn kern en omhulling één ongedeelde eenheid.
In het denken is datgene, wat wij bij de overige ervaring zoeken, zelf directe ervaring geworden.
Daarin is de oplossing gelegen van een moeilijkheid, die op een andere wijze wellicht nauwelijks op te lossen is.
Zich aan de ervaring te houden, is een terechte wetenschappelijke eis.
Het zoeken naar de innerlijke wetmatigheid van de ervaring is dat niet minder.
Daarom moet die innerlijke wetmatigheid op een plaats binnen de ervaring zelf als zodanig optreden.
Het denken treedt op dezelfde wijze in verschijning als de overige ervaringswereld.
Het principe van de ervaring wordt meestal in zijn draagwijdte en eigenlijke betekenis miskend.
In zijn meest krasse vorm is het de eis om de objecten van de werkelijkheid in de eerste vorm waarin ze optreden te laten staan en ze alleen zo tot objecten van de wetenschap te maken.
Dit is een zuiver methodisch principe.
Het zegt niets over de inhoud van wat wordt ervaren.
Wil men beweren dat slechts de waarnemingen door de zintuigen object van de wetenschap kunnen zijn, zoals het materialisme doet, dan mag men zich niet baseren op dit principe.
Of de inhoud zintuiglijk dan wel ideëel is, daarover velt dit principe geen oordeel.
Wil het echter in een bepaald geval van toepassing zijn in de genoemde meest krasse vorm,dan stelt het wel een voorwaarde.
Het principe eist namelijk dat de objecten zoals ze worden ervaren reeds een vorm hebben, die voldoet aan het streven naar wetenschappelijkheid.
Bij de ervaring door de uiterlijke zintuigen is dat, zoals wij gezien hebben, niet het geval.
Alleen het denken heeft deze vorm.
Slechts bij het denken kan het principe van de ervaring in zijn meest extreme betekenis worden toegepast.
Hoe zou men een wetenschap van het kennen kunnen funderen op het ervaringsprincipe, wanneer wij niet in een of ander punt van de ervaring zelf het basiselement van alle wetenschappelijkheid zouden vinden, namelijk de ideële wetmatigheid.
Wij behoeven dit element, zoals wij hebben gezien, slechts op te nemen; wij behoeven ons er slechts in te verdiepen.
Want het is in de ervaring te vinden.
Bij elk uiterlijk object weet ik zeker,dat het aanvankelijk slechts zijn buitenkant naar mijn zintuigen toekeert; bij de gedachte weet ik exact dat wat deze mij toekeert, tegelijk zijn alles is, dat hij als in zichzelf voltooid geheel in mijn bewustzijn optreedt.
De uiterlijke drijfveren, die wij bij een zintuiglijk object steeds moeten vooronderstellen, zijn bij de gedachte niet aanwezig.
Het zijn deze drijfveren waaraan wij het moeten toeschrijven dat de zintuiglijke verschijning zich aan ons voordoet als iets dat voltooid is; daaraan moeten wij het ontstaan van de zintuiglijke verschijning toeschrijven.
Bij de gedachte is het mij duidelijk dat dit ontstaan zonder mijn activiteit niet mogelijk is.
Ik moet de gedachte actief verwerken, moet zijn inhoud opnieuw vormen, moet hem innerlijk doorleven tot in zijn kleinste delen, wil hij ook maar enige betekenis voor mij krijgen.
Wat bij de overige ervaring moet worden overwonnen, namelijk de vorm van het eerste optreden, moet bij het denken juist worden vastgehouden.
Deze factor van de werkelijkheid, die dus in zijn oorspronkelijke vorm moet worden gelaten, treffen wij in ons bewustzijn aan en wij zijn er dusdanig mee verbonden, dat de activiteit van onze geest tevens het verschijnen van deze factor is.
Het is een en dezelfde zaak, van twee kanten bekeken.
Het is de gedachte-inhoud van de wereld.
De ene keer verschijnt hij als activiteit van ons bewustzijn, de andere keer als directe verschijning van een in zichzelf voltooide wetmatigheid, van een in zichzelf bepaald ideële inhoud.
Aangezien wij slechts in het denken een werkelijke wetmatigheid, een ideëel bepaalde zekerheid ervaren, moet de wetmatigheid van de overige wereld, die wij niet aan haar zelf ervaren, ook reeds in het denken besloten liggen.
In de ervaring staan verschijning voor de zintuigen en denken tegenover elkaar.
De eerste verschaft ons echter over haar eigen wezen geen opheldering; de laatste verschaft ons opheldering zowel over zichzelf als over het wezen van de verschijning voor de zintuigen.
***
Tot zover eerst; ik ga er niet van uit dat ieder die dit voor het eerst leest, het ook allemaal meteen begrijpt.
We zijn allemaal collectief beinvloed door gangbare denkgewoontes waar de inhoud van dit hoofdstuk zich van meet af aan onttrekt.
Het is enigszins te vergelijken met de moeilijkheid in het geval je voor het eerst Albert Einsteins relativiteitstheorie probeert te begrijpen.
Gjalt |
_________________ la ikraha fi-d-dien |
|
|
|
gjalt
Gouden Roos
Geregistreerd op: 20 Jun 2009
Berichten: 307
Woonplaats: Baambrugge
|
Geplaatst:
22 Sep 2009 10:10:05 |
|
Nu eerst even een intermezzo.
Ik grijp terug naar de jaren voorafgaande aan het verschijnen van het boek.
Dit is mogelijk door "Mein Lebensgang" te raadplegen, zijn autobiografie die hij aan het einde van zijn leven schreef en niet voltooide; hij kwam tot het jaar 1907, overigens niet zonder af te sluiten met een belangrijk statement.
De jonge Steiner las Schillers "Briefe über die ästhetische Erziehung des Menschen".
Hij schrijft dan: "Zijn beschrijving van het heen en weer pendelen van het menselijk bewustzijn tussen verschillende toestanden, sloot aan bij het beeld dat ik mij had gevormd van het innerlijke werken en weven van de menselijke ziel.
Schiller onderscheidt twee bewustzijnstoestanden, waarin de mens zijn verhouding tot de wereld tot ontwikkeling brengt.
Als hij zich aan zijn zintuigen overgeeft, is hij onderworpen aan de natuur.
Zijn leven wordt bepaald door de zintuigen en de driften.
Onderwerpt hij zich aan de logische wetten van het verstand, dan leeft hij volgens een geestelijke causaliteit.
Maar hij kan een bewustzijn ontwikkelen die daar tussenin ligt.
Hij kan het tot een esthetische instelling brengen, die noch aan de wetten van de natuur, noch aan die van het verstand is gebonden.
De ziel leeft dan in de sfeer van de zintuigen, maar in de zintuiglijke beschouwing en in het op de zintuigen berustende handelen draagt ze een geestelijk element binnen.
Men neemt waar met de zintuigen, maar op een wijze alsof de zintuigen doorgeestelijkt zijn.
In het handelen volgt men de directe begeerte, maar deze is zo veredeld dat het goede behaagt en het kwade afstoot.
Verstand en zintuigen zijn dan nauw met elkaar verbonden.
Het goede wordt instinctmatig en het instinct mag door zichzelf de richting wijzen, omdat het een geestelijk karakter heeft aangenomen.
In deze bewustzijnstoestand ziet Schiller die zielgesteldheid waarmee de mens het schone kan beleven en scheppen.
In het bereiken van deze toestand ziet hij het ware wezen in de mens tot leven komen.
Deze gedachtegang van Schiller sprak mij aan....
Schiller had gesproken over een bewustzijnstoestand die nodig is om het schone in de wereld te beleven.
Maar zou men ook niet tot een vorm van bewustzijn kunnen komen om de waarheid in het wezen der dingen te kunnen ontdekken? ..."
Die laatste zin geeft een belangrijk moment weer in de ontwikkeling van Steiner.
Hij besluit hoofdstuk 3 van zijn autobiografie met de volgende zin: "Toen mijn ziel deze belevenissen doormaakte was ik tweeëntwintig jaar."
In Mein Lebensgang beschrijft Steiner hoe hij uitgaande van Goethes wetenschappelijke benadering van de organische natuur uiteindelijk gekomen is tot het opstellen van zijn kennistheorie.
Goethe ontwikkelde de leer der metamorfose om daarmee de processen in de organische wereld te kunnen verklaren.
Steiners waardering voor Goethes bijdrage in dezen komt tot uiting in zijn opvatting dat hij Goethe ziet als de Galilei van de wetenschap der organische natuur.
Ik laat nu Rudolf Steiner aan het woord.
"Goethe ziet het onderscheid tussen mens en dier niet in gedetailleerde verschillen, maar door de herhaling van de dierengestalte bij de mens, nu op een hoger plan gebracht.
Trapsgewijze ziet men de organische scheppende krachten geestelijker worden, beginnende bij het plantewezen en zich voortzettend in de steeds hoger ontwikkelde diervormen.
In de organische structuur van de mens zijn geestelijk scheppende krachten werkzaam, die de hoogste metamorfose van de diergestalte openbaren.
Deze krachten zijn aanwezig tijdens de opbouw van het menselijk organisme en nadat ze als natuurlijke basis een tempel hebben gebouwd, die hen daarna weer de vrijheid van het eigen zijn kan geven en hen in een onafhankelijke staat kan opnemen, leven ze verder als de menselijke geest.
In deze zienswijze van Goethe aangaande het menselijk organisme leek mij reeds alles opgenomen wat gerechtvaardigd was in Darwins leer over de verwantschap tussen mens en dier.
Maar ook alles wat daarin niet terecht was, leek mij al te zijn afgewezen bij Goethe.
De materialistische interpretatie van hetgeen Darwin ontdekt heeft, leidt er toe dat er uit de verwantschap tussen mens en dier voorstellingen worden opgebouwd die de geest verloochenen, daar waar hij op aarde in de hoogste vorm in verschijning treedt: bij de mens.
De opvatting van Goethe leidt er toe om in de diergestalte een geestelijke schepping te zien, die nog niet de trap bereikt heeft waarop de geest als zodanig leven kan.
Wat in de mens als geest leeft, is op een eerder plan scheppend werkzaam in de gestalte van het dier.
In de mens vormt het deze gestalte zodanig om dat het zich niet alleen als scheppend, maar ook als zichzelf belevend kan openbaren.
Zo beschouwd volgt de natuurbeschouwing van Goethe de weg van een trapsgewijs natuurlijk proces van het anorganische naar het organische, en uiteindelijk van een natuurwetenschap naar een geesteswetenschap.
Bij de bewerking van het eerste deel van Goethes natuurwetenschappelijke geschriften kwam het er mij voor alles op aan om dit duidelijk te maken.
Ik liet mijn inleiding daarom eindigen in een verklaring dat het darwinisme door zijn materialistische gekleurdheid een eenzijdige zienswijze is, die door Goethes wijze van denken in evenwicht zou moeten worden gebracht.
In de beschouwing over Goethes organische leerstelling wilde ik aantonen langs welke weg der kennis men de verschijnselen van het leven moet benaderen.
Weldra voelde ik dat deze beschouwing op een betrouwbaar fundament zou moeten kunnen steunen.
Het wezen van het kennen, dat mijn tijdgenoten voorstonden, sloot niet aan bij Goethes zienswijze.
De kennistheoretici rekenden met de gangbare natuurwetenschap.
Het wezen van de kennis gold voor hen ook alleen maar de anorganische natuur.
Wat ik over het kennen bij Goethe moest zeggen strookte niet met de kennistheorieën uit die tijd.
Daarom hield ik mij weer ernstig bezig met de kennistheorie.
Voor mij stonden gezichtspunten zoals die van Otto Liebmann, die op de meest uiteenlopende wijzen verkondigden dat het menselijke bewustzijn nooit boven zichzelf uit zou kunnen komen; het zou zich er bij moeten neerleggen te leven in datgene wat de werkelijkheid in de ziel binnen laat en daar een geestelijke vorm aanneemt.
Als men de zaak zo beschouwt, dan kan men niet spreken over verwantschap met de geest, die men volgens Goethe in de organische natuur vindt.
Men moet de geest zoeken in het menselijk bewustzijn en een natuurbeschouwing waarbij de geest betrokken is, moet men afwijzen.
Ik kon geen kennistheorie vinden die aansloot bij Goethes zienswijze.
Dat was voor mij de aanleiding om te proberen zelf - zij het dan ook schetsmatig - een dergelijke op te stellen.
Voordat ik verder ging met de bewerking van Goethes natuurwetenschappelijke geschriften schreef ik vanuit een innerlijke noodzaak mijn Grundlinien einer Erkenntnistheorie der Goetheschen Weltanschauung.
Het boekje kwam in 1886 klaar."
Het is natuurlijk ook zo dat we collectief gebrainwashed zijn door de vigerende paradigma's van wat zich momenteel wetenschap noemt, maar vaak in werkelijkheid een bastion blijkt te zijn van heersende preoccupaties in de vorm van materialistische interpretaties, hetgeen onder andere tot uiting komt in de felle aanvallen op de homeopathische geneeskunst, de antroposofische geneeskunst, en de bevindingen van Pim van Lommel zoals neergelegd in zijn boek Oneindig bewustzijn.
Het hoofdstuk over denken is wel het beslissende deel in zijn kennistheorie, het komt er dus erg op aan dit goed te leren verstaan.
Er is nog iets wat mij opviel naar aanleiding van wat ik las in zijn autobiografie.
In de tijd dat hij bezig was zijn kennistheorie op te stellen waardeerde hij Goethe als de grondlegger van de wetenschap van het organische zoals Galileï dit was met betrekking tot de wetenschap van het anorganische.
Ongeveer 5 jaren later plaatste hij de betekenis van Goethe in de navolgende context:
"...en zoals idealen, die in opgaande stromingen leven, verheffend zijn, zo zijn idealen die uit de ondergang voortkomen, en deze ondergang willen tegenhouden, het in hun tragiek niet minder.
Zulke tragische idealen werkten toen in de gemoederen van de beste burgers van Wenen en Oostenrijk.
Bij deze idealisten wekte ik vaak misnoegen op als ik een overtuiging uitte die door mijn toewijding aan de tijd van Goethe in mij had postgevat.
Ik zei dat de ontwikkeling van de westerse cultuur in die tijd een hoogtepunt had bereikt.
Men bleef hier niet op staan.
Het natuurwetenschappelijke tijdperk met zijn gevolgen voor het leven van mens en volk betekent een achteruitgang.
Om verder vooruit te gaan is er een heel nieuwe impuls nodig, die uit het rijk van de geest moet komen.
Men kan op de wegen die tot nu toe op geestelijk gebied zijn ingeslagen niet verder gaan, zonder terug te keren.
Goethe is een hoogtepunt, maar als zodanig geen beginpunt, maar een einde.
Zijn werk is het gevolg van een ontwikkeling die tot aan zijn tijd loopt, door hem haar meest volledige vorm vindt, die echter niet verder kan worden voortgezet zonder tot veel diepere bronnen van het geestelijk leven door te dringen, die in deze onwikkeling vervat zijn."
groet,
Gjalt |
_________________ la ikraha fi-d-dien |
|
|
|
|
Geplaatst:
22 Sep 2009 10:10:05 |
|
|
|
|
|
|
Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum Je mag niet stemmen in polls in dit subforum
|
|
|
|