|
Auteur |
Bericht |
inanna
Gouden Roos
Geregistreerd op: 09 Jun 2009
Berichten: 767
Woonplaats: sneek
|
Geplaatst:
26 Okt 2009 20:02:05 |
|
Gij dan bidt aldus:
Na ons geleerd te hebben hoe te bidden, geeft Christus ons nu een echt gebed, dat wij kunnen gebruiken: het Onze Vader. Wellicht is dit het meest bekende gebed ter wereld en vele mensen gebruiken dit dagelijks. Zoals met alle grote uitspraken, is het niet alleen eenvoudig maar ook zeer diepgaand. Maar als wij alleen maar de letterlijke betekenis ervan vatten, lopen we kans de diepgang te missen. De betekenis van dit gebed wordt vooral duidelijk voor diegenen die een geestelijke discipline beoefenen, daar het in het kort de fundamentele principes aan-geeft waarop een geestelijk gezond en heilig leven gebaseerd moet zijn. Iedere zin uit het gebed herinnert ons aan het Ideaal en aan de reeds besproken methoden om dat te bereiken.
De mens maakt voornamelijk gebruik van twee manieren van bidden: het gebed waarbij de mens centraal staat en het gebed waarin God centraal staat. In het gebed waarbij de mens cen-traal staat wordt God gesmeekt het leven op aarde te verrijken, het lijden te verminderen en rijkdom, succes en comfort te verschaffen. Het gebed waarin God centraal staat, komt echter voort uit geestelijk onderscheidingsvermogen en uit devotie of toewijding. De mens wiens gebeden op God gericht zijn, zoekt Hem alleen omdat hij weet dat het verwerkelijken van God het enige doel van het leven is. In het Onze Vader staat God centraal en Jezus leert ons hoe wij opgenomen kunnen worden in het bewustzijn van God om daar eeuwige vreugde en vrijheid te vinden. Een ieder die God oprecht zoekt, kan Hem door middel van het Onze Vader benaderen. Daarvoor hoeft hij geen enkel godsdienstig geloof of dogma te onderschrijven. Als hij het principe aan-vaardt dat God bestaat en verwezenlijkt kan worden, en als hij Christus’ leer in praktijk brengt, zal hij volmaaktheid bereiken. Het gebed begint met de woorden:
ONZE VADER,......
Christus leert ons met deze woorden hoe we over God moeten nadenken wanneer wij tot Hem bidden. Voor de meesten van ons is God een onpersoonlijk wezen en daardoor te abstract om over na te denken. Terwijl wij voelen dat wij vlees en bloed zijn, met al onze emoties en wensen, lijkt Hij slechts een idee. Daarom benadrukt Christus, zoals we in het vorige hoofdstuk zagen, evenals de andere grote leermeesters, de weg van devotie waarbij God aanbeden wordt als een persoonlijke God, als een persoonlijk wezen. Om ons in staat te stellen de Heer met geheel ons hart, geheel onze geest en geheel onze ziel lief te hebben, zoals Christus dat wil, moeten wij Hem beschouwen als ons eigen Zelf. En teneinde Hem te beschouwen als ons eigen Zelf, moeten wij in een bepaalde relatie met Hem komen te staan.
De verschillende aspecten en stadia van liefde die op het menselijke vlak mogelijk zijn, bestaan ook op het goddelijke vlak. Er is een gebed van de Hindoes dat zegt: “Gij zijt onze liefhebbende Moeder; Gij zijt onze barmhartige Vader; Gij zijt onze ware Vriend en voortdurende Metgezel. Gij zijt onze enige schat-kamer en onze enige wijsheid. Gij zijt alles in alles.” Eerst moeten wij beginnen in een bepaalde relatie tot God te komen staan. Pas later zullen wij gaan begrijpen dat Hij werkelijk alles in alles is.
De leer van bhakti yoga onderscheidt vijf soorten relaties met God: Ten eerste de relatie tussen schepsel en Schepper. Ten tweede de relatie tussen dienaar en Meester of tussen kind en Ouder. Ten derde die tussen vriend en Vriend. Ten vierde die tussen ouder en Kind. Ten vijfde de relatie tussen vrouw en Echtgenoot of minnares en Geliefde.
Deze vijf soorten zijn niet alleen beperkt gebleven tot de Hindoe-traditie; ook de Christelijke traditie is hiermee lange tijd bekend geweest. In de Hindoe-traditie wordt het Kind Krishna aanbeden, de Christenen aanbidden het Kind Jezus. Monniken zien zichzelf dikwijls als dienaren van de Heer. Nonnen zien zichzelf als bruiden van Christus. Christus zelf onderwees ons de houding van vriendschap tot de Heer. In Johannes 15:14-15 zegt Hij: “Gij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebiede. Ik heet u niet meer dienstknechten; want de dienstknecht weet niet, wat zijn Heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd.” Maar in het Onze Vader, zoals op zovele plaatsen in Christus’ leer, wordt ons gezegd aan God te denken als aan onze Vader, die wij ten dele met respect, maar hoofdzakelijk met vertrouwen en geloof en liefde beschouwen. Wij staan onder Zijn bescherming. Bij Hem zijn wij veilig.
bron: © Copyright 2004 - Stichting Ars Floreat
|
|
|
|
|
|
Geplaatst:
26 Okt 2009 20:02:05 |
|
|
|
|
Mirjam
Innerlijke Roos
Geregistreerd op: 08 Jun 2009
Berichten: 35
|
Geplaatst:
26 Okt 2009 21:36:09 |
|
Mooi !
God is alles in alles en het houdt dat kinderlijke beeld van die Vader in de hemel nog wat in ere, vandaaruit kan het alleen nog maar groeien, warme gedachte wel ! |
|
|
|
|
inanna
Gouden Roos
Geregistreerd op: 09 Jun 2009
Berichten: 767
Woonplaats: sneek
|
Geplaatst:
27 Okt 2009 18:43:41 |
|
DIE IN DE HEMELEN ZIJT!......
Christus zegt ons dat onze Vader in de hemel is. Door alle tijden heen vragen de mensen om een bewijs dat God bestaat. Filosofen en redenaars hebben daarom slimme en spitsvondige constructies bedacht om aan te tonen dat het bestaan van God een “noodzakelijke veronderstelling” is. Toch gaat ieder argu-ment dat het bestaan van God tracht te bevestigen gepaard met een tegenargument van andere filosofen en redenaars die zich er niet mee kunnen verenigen. Uiteindelijk is er slechts een manier om het feit dat God bestaat te verifieren en dat is om het zelf te ervaren.
Alle pogingen om door middel van redeneren en argumenteren tot een bewijs te komen, zijn nutteloos, omdat wat wij dan trachten te doen niets anders is dan het vaststellen dat ons idee over God bestaat. Daarom, zelfs als wij tot een dergelijk bewijs in staat zouden zijn, hoe zouden wij ooit kunnen garan-deren dat ons idee met de werkelijkheid overeenkomt? Wan-neer we ver landinwaarts wonen, kunnen wij onmogelijk het bestaan van de oceanen aantonen. Wij kunnen er zelfs niet zeker van zijn dat ons idee over de oceaan met de werkelijkheid overeenkomt. Maar iemand die veel gereisd heeft en zelf de oceaan heeft gezien, zal ons zeggen: “neem die en die weg en ga naar de top van de heuvel, dan zult ge zelf de oceaan kunnen zien en hebt ge verder geen enkel bewijs meer nodig.”
Gedurende de lange geschiedenis van de wereld hebben vele leermeesters ons voorgehouden: “God bestaat en ik weet het omdat ik Hem aanschouwd heb.” De enige vraag die voor ons overblijft is: zijn wij bereid hen te geloven? Als wij hun leven beschouwen en langzamerhand alles wat er te leren valt over hen te weten komen en daardoor de mening zijn toegedaan dat deze mensen te vertrouwen zijn, dan zal ons eigen geloof in ons hart eveneens gaan groeien. En wanneer wij eenmaal begonnen zijn te geloven, hebben we het alleen aan onszelf te wijten als wij niet tevens het pad gaan bewandelen dat die mensen voor ons bewandeld hebben, zodat ook wij tenslotte de top van de heuvel kunnen bereiken en de oneindige oceaan van gelukza-ligheid en vreugde voor ons zien liggen.
Ons wordt gezegd de Vader “in de hemelen” te zoeken. Maar waar is die hemel? Zoals wij reeds in het vorige hoofdstuk zagen, houden zowel de Christelijke als ook de Vedanta-leer ons voor dat het Koninkrijk der hemelen in ons is. Dit betekent geenszins dat de hemel een ruimtelijk bestaan heeft. De hemel staat boven en buiten de ruimte. “In de hemel zijn” betekent God in ons eigen bewustzijn verwerkelijken. Maar wanneer we in onszelf beginnen te kijken, zien wij de hemel niet omdat ook de aarde in ons is. Verblind door onwetendheid ten aanzien van onze eigen goddelijke natuur, zien wij slechts aarde. Bewustzijn van aarde is hetzelfde als het grove, fysieke bewustzijn, dat wil zeggen bewustzijn van tijd, ruimte en relativiteit.
Aan de andere kant is de hemel, datgene wat altijd bestaat, het Koninkrijk Gods. Zolang de geest echter nog onzuiver is en gebonden aan voorwerpen van de wereld, zijn wij ons bewust van aarde. Maar wanneer deze zelfde geest gezuiverd wordt door gebed en aanbidding, kan hij de Vader die in de hemelen is, tot werkelijkheid maken. Mijn leermeester placht te zeggen: “Wat anders kan de mens met zijn geestesoog zien dan geest?” De ervaringen van verlichte zielen leren ons dat wanneer men God verwerkelijkt, in de staat van samadhi die het bewustzijn te boven gaat, er geen gewaarzijn van de fysieke wereld meer aanwezig is. Dat is omdat een heilige de beperkingen van ruimte, tijd en relativiteit te boven is gegaan. Maar omdat wij die staat niet in een oogwenk kunnen bereiken, moeten wij beginnen met over God te denken als wonend in ons eigen hart, en daar tot Hem bidden. Wij moeten ons hart tot een tempel van de geest maken waarin wij Hem voortdurend kunnen aanbidden. Hij is binnenin ons, zoek Hem nergens anders. |
|
|
|
|
|
|
Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum Je mag niet stemmen in polls in dit subforum
|
|
|
|