| Vorige onderwerp :: Volgende onderwerp |
| Auteur |
Bericht |
Willem Visser Site Admin

Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 5580 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 19 Dec 2024 11:42:09 Onderwerp: |
|
|
Zeemans verhalen lijken voor iemand die nooit gevaren heeft fantasties en één grote leugen. Maar met de hand op mijn hart, ze hebben allemaal een grote kern van waarheid, hoewel soms worden ze wat aangezet of een beetje overdreven. Deze verhalen en belevenissen worden in de vrije uren verteld als men, na de wacht of gedane arbeid met een kop koffie, op oude schepen op luik één en later, op de modernere schepen achterop, of in de messroom zat. Geloof me het was koffie, op zee werd alleen tussen de middag, voor het eten, door de hofmeester twee pilsjes of twee borreltjes geschonken. Het mooiste verhaal was dat, waar een officier het lijdend voorwerp was. Verhalen over ontbering en narigheid werden verteld op een manier dat het een lachpartij werd. Ellende kende men genoeg, het was niet nodig om verteld te worden, er moest gelachen worden. Tegen deze achtergrond moet men zeemansverhalen zien, met een korreltje zout maar niet helemaal onwaar.
Op een mooie zonnige dag kwam het ms Vechtstroom aan in de haven van Hull. Er was met de haven van Hull iets bijzonders aan de hand. Bij de ingang van de sluis was in het water, een stel palen geslagen waar vroeger een gebouw op had gestaan. Dat gebouw was volgens ingewijden, in de oorlog gebombardeerd en afgebrand tot iets boven de waterlijn, alleen de palen stonden nog als dikken afgebrande lucifers te zwabberen op de golfslag. Bij het indraaien van de sluis, dat gebeurde met opkomend water, wilde menig kapitein de palen als steuntje gebruiken. Dat konden ze beter niet doen. Als een paal door wat voor oorzaak dan ook bewoog was deze, volgens de havenmeester, door het schip gebroken en moest dus betaald worden. Ze hebben in de loop der jaren hun gewicht in goud opgebracht. De Hollandse Stoomboot Maatschappij heeft hiervan een groot deel mee betaald. Tot onze verwondering kwam met het volgende hoog water één van de andere H.S.M schepen binnen. Normaal lag er maar één schip van de maatschappij in een buitenlandse haven. Een van de opvarende van het binnen komende schip was een goede vriend van mij. Prompt kwam hij dan ook 's avonds aan boord.
Hij had grote moeilijkheden, of ik om de problemen op te lossen, maar even mee naar zijn schip wilde komen. Vrienden zijn er om te helpen, of geholpen te worden, meestal het laatste en zo togen we naar het "Rail way dock" waar het schip gemeerd lag. Eerst een pilsje in zijn hut, daar lag een hieuwlijn, (een lange lijn om de trossen mee aan de wal te halen) met er aangebonden, een van de kok geleende vleeshaak. Nu kwam de beruchte aap uit de mouw. Hij had in Amsterdam van smokkelwaar, sigaretten, shag en vloeitjes, een lange worst gemaakt die omwikkeld met zeilgaren om het spul bij elkaar te houden en had bovendien lussen gemaakt. Daarna had hij de worst in de mast laten zakken. Als met de hieuwlijn met de haak eraan in één van de lussen zou worden ingepikt, kon de worst worden opgehaald. Dit was op een grandioze mislukking uitgelopen, de haak pikte in geen enkele lus.
Na de pils zijn we in de achtermast, waar het spul moest zitten, geklommen en na de kloot van de mast te hebben gehaald zijn we gaan vissen. Het was zijn shag dus hij moest vissen. Ik stond er als steun en raadsman bij en deelde in zijn smart, want inmiddels was het aardig koud geworden. Ver na middernacht nam ik de hieuwlijn en ging wiebelen en draaien, zoals hij het ook had gedaan en vond bij het ophalen tegenstand en tot onze grote vreugde kwam de worst van smokkelwaar boven. Inplaats van dank kreeg ik alleen maar een verwijt, dat ik het wel ééns eerder had kunnen proberen. We hadden de avond dan in het zeemanshuis, op een veel plezieriger manier doorgebracht. In het zeemanshuis werd op veel avonden gedanst. De meisjes werden door de Dominee, Zondags in zijn parochie, opgeroepen om op de dansavonden aanwezig te zijn, er waren altijd ruim voldoende meisjes aanwezig. Of dat kwam, dat we door het smokkelen goed in de slappe was zaten, of dat door onze charmes zoveel meisjes aanwezig waren zal altijd wel een raadsel blijven. Ik heb er wel een idee over maar dat vertel ik niet.
Dick van Lopik _________________ Old sailors never died |
|
| Terug naar boven |
|
 |
|
Geplaatst: 19 Dec 2024 11:42:09 Onderwerp: |
|
|
|
|
|
| Terug naar boven |
|
 |
Willem Visser Site Admin

Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 5580 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 20 Dec 2024 23:17:56 Onderwerp: |
|
|
Voodoo op een Hollandse vrachtvaarder
In het Cararibisch gebied, en speciaal op het eiland Hispanjola, en daarvan weer het gedeelte waar Haiti ligt, heerst volgens experts nog altijd de wetten van de voodoo. Dat voodoo moet u met u Hollandse nuchterheid niet onderschatten,die onderschatting kan u namelijk op een gruwelijke manier aan u eind helpen. Het was op het ms Solon die voor de tweede keer een slinger voer, dat was dus grofweg gezegd Noord Amerika- Caribbean en vv. We waren van Kingstone Jamaica op weg naar Haiti, en er was in de bemanningsverblijven al enige discussies geweest over voodoo. Je kan wel zeggen dat er erg gevarieerd werd gedacht over het onderwerp "Voodoo" voor de Hollandse matrozen olielui tremmers was het allemaal gestaafje en flauwekul, voor de Spaanse leden van de bemanning was het toch wel een twijfelgeval (je weet maar nooit) en voor de Surinaamse of Antiliaanse bemanningleden was het zeer duidelijk, die stomme macambas weten echt niet waar ze over praten,want er is natuurlijk meer tussen hemel en aarde.
Nu moet u weten dat het in die tijd (en misschien nu ook wel) normaal was dat er overleden personen vervoerd werden op vrachtvaarders, deze overleden mensen werden dan per kist, ik dacht in lood verpakt, naar hun bestemming vervoerd, en dat was op de Solon dus ook gebeurd. In Kingston was dus een lijk aan boord gekomen dat vervoerd moest worden naar Europa. Vandaar dus ook de discussies in de messroom van de dekdienst en de machinedienst. Het was namelijk de bedoeling als het lijk op de plaats van bestemming was aangekomen dat het ook vlotjes uit het ruim kon komen om zijn weg te vervolgen naar de bestemming die wij allemaal gaan, en dat dus niet het halve ruim afgezocht moest worden naar een lijk dat per ongeluk onder een paar balen sisal lag. Daar lag dus ook een taak voor de matrozen, zij moesten het lijk steeds verplaatsen in de havens die nog aangedaan werden tot het op de plaats van bestemming was en het van boord werd gehaald.
Nou moet u weten dat er in die tijd in veel havens in het Caraibisch gebied gewerkt werd van zonsopgang tot zonsondergang, als er dus veel lading was dan lag je ook wel een paar dagen in een haven. Dat was dus ook het geval in Porte Prince de hoofdstad van Haiti, we moesten daar ± 3 dagen laden wat dus inhield dat de kist met het lijk zolang aan dek bij de gangway werd gezet. Zoals u ongetwijfeld weet staat er 's avonds/'s nachts in een buitenlandse haven een matroos op wacht bij de gangway, en die wacht moest in Porte Prince gelopen worden door matroos Gonzales, een matroos van Antilliaanse afkomst. Matroos Gonzales vond dat maar niks zo'n lijk bij de gangway waar hij de wacht moest lopen, en had een slim plan uitgedacht, die loden kist met voodoo aan bakboord en hij aan stuurboord Nu had het lot en de 2e machinist bepaald dat olieman Hofmeijer de hondenwacht zou lopen deze reis, dus van 0.00 tot 04.00 en 12.00 tot 16.00 uur. Olieman Hofmeijer, die het vrij rustig had 's nachts in de machinekamer, en ook wel in was voor een geintje, die olieman Hofmeijer had ook heel gauw in de gaten dat matroos Gonzales steeds als hij aan stuurboord langs liep stiekum even gluurde naar bakboord, of die loden voodookist niet bewoog.
De olieman kroop op zijn buik langs het ruim naar de gangway achter de loden kist en wachtte daar de voetstappen af van matroos Gonzales, en op het moment dat hij vermoede dat de matroos effe naar bakboord gluurde ,sprong hij overeind, zwaaiend met armen en benen in de lucht en brulde ,ik ga je pakke, ik ga je pakke. Het effect was verbijsterend, matroos Gonzales begon te roggelen werd helemaal wit, werd weer bruin ging zitten en toen weer staan, stootte enige onverstaanbare klanken uit, veegde wat wit schuim van zijn lippen pakte zijn matrozenmes en brulde, IK GA JE PAKKE, IK GA JE PAKKE. Op dat moment werd het ietsje minder grappig voor olieman Hofmeijer, die begon te begrijpen dat matroos Gonzales in de studie ging voor koksmaat en de studie begon met uitbenen. Gelukkig konden die dekhengsten nooit de weg in de machinekamer vinden en dat was nu ook weer het geval, de olieman in de biels en de matroos die hem niet kon vinden maar toch wel graag zijn studie wou afmaken. De olieman heeft nog 2 dagen van de schroefastunnel gebruik moeten maken om niet te veel bij Gonzales
in de buurt te komen, maar ook dit "grapje" werd gelukkig bijgelegd.
En de moraal van dit verhaaltje is, mix geen Hollandse nuchterheid met Caraibische voodoo want dan kan
het gruwelijk eindigen.
Gerrit Hofmeijer _________________ Old sailors never died |
|
| Terug naar boven |
|
 |
Willem Visser Site Admin

Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 5580 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 26 Dec 2024 16:23:47 Onderwerp: |
|
|
Een avontuur in Honduras
"Gerrit ga jij nog de wal op? bulderde Auke de baas timmerman boven in de top van de machinekamer van het MS Helicon van de rotziekte Niet Stokers en Matrozen maatschappij Het antwoord liet even op zich wachten want Gerrit de olieman die op het moment van het gebulder net met een fakkel in zijn hand stond om de ketel te ontsteken moest eerst achter een luchtcompressor vandaan klauteren waar hij van schrik overheen was gekukeld, en omdat Gerrits stem onmogelijk het aantal decibellen kon produceren als dat van de baas timmerman, klom hij maar naar boven en beet zijn gabber een beetje onvriendelijk toe," idioot ik dacht dat die ketel boven op me sprong Jezus wat een stem heb jij". Ach ben je zo geschrokken jochie, nou dan mag je met mij vanavond de wal op grijnsde Auke. Er zijn hier heel wat mooie barretjes en mooie dametjes, kan je mooi effe relaxen en bijkomen. O is dat zo? ben je hier al vaker geweest, ik heb nog nooit van dit gat gehoord bromde Gerrit. Jazeker, het is wel een paar jaar geleden, maar ik weet het nog precies glunderde Auke. Nou dan ben jij vanavond de baas, baas grijnsde Gerrit, want het vooruitzicht op een avondje stappen met zijn gabber en de koele cervezas en de heerlijke senoritas deed wonderen met Gerrit zijn humeur. 's Avonds na de herenwacht en het mandiën waren Gerrit en Auke opgepoetst en klaar voor de wal , Cerveza en Señorita's here we come, sprak Auke plechtig, en wel op zo, n manier dat de ouwe van schrik zijn borrelglas omgooide, de eerste stuurman kreunde en dacht, O God de baas gaat de wal op, en de olieman in de machinekamer die om zijn ketel heen liep en verwonderd dacht, je zou zweren dat die ketel wat zei. Nou baas zeg het maar, waar gaan we naar toe? effe denken Gerrit , vorige keer gingen we links af en toen kwamen we in een kazerne van het leger terecht, dat ging niet helemaal zoals gepland, dus daar moeten we niet zijn, we gaan gewoon rechtdoor, sprak Auke en baande zich een weg rechtdoor door de duisternis. En inderdaad na ongeveer 10 minuten lopen doemde een heel aardige cantina op vol met prachtige señorita's en koele cervezas, nou wat heb ik je gezegd Gerrit? luister maar naar de baas, zit je altijd goed sprak Auke op een manier of hij ter plekke de kroeg uit de grond had getoverd. Na zo'n anderhalf uur en diverse cervezas zei Auke, Gerrit ik kan me nog herinneren dat hier verderop in de straat nog een bar is met vrouwen die twee keer zo mooi zijn als deze, oja hikte Gerrit die feitelijk helemaal niet zo, n zin had om te verkassen. Laten we effe kijken, kunnen we altijd weer terug komen als het daar niet bevalt. Nou vooruit dan maar dacht Gerrit dronk zijn glas cerveza leeg, kuste Miriam Gonzales en beloofde haar plechtig over een ½ uur weer terug te zijn. En inderdaad ook deze bar voldeed wel aan de eisen van de gemiddelde zeeman, koud bier en aardig wat aardige vrouwen. Het zal zo, n 1 ½ uur later zijn geweest toen de deur openging en er nog een ploegje van de Helicon binnen kwam.
Daar was Gerrit niet zo blij mee, Auke zullen we naar die vorige kroeg terug gaan? fluisterde hij zijn maat toe. Ik heb geen zin om naar het gebral van die irritante o/g te zitten luisteren. Oké doen we Gerrit, terug naar Miriam Gonzales fluisterde Auke op een dusdanige manier dat de hele kroeg het wist. Edoch bij de vorige kroeg aangekomen was er een klein problema, de kroeg was dicht DICHT. Verrek Auke die kroeg is dicht zei Gerrit, Shit Gerrit die kroeg is dicht zei Auke, Nou dat is lekker, ik wou nog even met Miriam Gonzales de kama soetra nadoen kreunde Gerrit. Verdomme ik ben hier helemaal niet blij mee brieste Auke, die zijn seksuele krachtpatserij ook in mist zag verdwijnen, is die deur wel dicht ? Tot overmaat van ramp stond achter hen het ploegje uit de vorige bar dat hun was gevolgd. En opeens was de deur open, en een breed grijnzende baas zei, hij ging zomaar open echt waar, waarna hij de deurknop weggooide. Zullen we maar naar binnen gaan heren, we zijn hier nou toch? Zo gezegd zo gedaan ook Gerrit lichtelijk overmoedig door de cerveza stapte naar binnen en liep meteen de trap op naar boven waar hij het werk/slaapkamers van het personeel vermoede en wonder boven wonder al bij de eerste deur was het raak, daar was zijn Miriam Gonzales praktisch bloot en alleen in een groot bed. My corazon piepte Gerrit I love you domir todos nochtjes (hartje ik hou van je de hele nacht) vrij vertaald. O het leven is mooi zuchtte Gerrit en begon zijn hemd los te knopen. Wat was dat nou voor herrie daar beneden? Gerrit keek uit het raam en verstarde, voor de deur stond een grote truck met daarop de letters PM (policia militair) Verdomme iemand heeft de politie geroepen, dat is lekker dacht Gerrit, en zag op dat moment de irritante o/g door de lucht vliegen en met een klap in de laadruimte van de truck belanden daarna volgde nog een matroos, de koksmaat, en ook Auke met 5 PM, ers aan zijn armen en benen moest er aan geloven. Wat een ellende, wat nu? dacht Gerrit, Miriam ik sta achter de deur, policia komt binnen en vraagt, is hier ollander? Jij zegt nee, policia weg, wij veel kama soetra, ik maak je kapitalist ok?? ok, ze zegt ok, dat gaat lukken. Gerrit achter de deur en de policia komt naar boven gelopen, tot zover gaat alles volgens planning, enkel de deur openen gaat niet helemaal volgens het draaiboek. In Zuid-Amerika doet de politie de deur niet open met de hand maar met de voet en wel heel snel en heel hard. 10 seconden later ligt Gerrit naast Auke in de truck met een buil op zijn voorhoofd en een neus die aanvoelt als een overrijpe meloen. He gabber, waar was je nou? ik mistte je kreunde Auke met een ietsje minder luide stem dan gewoonlijk. Baas ik praat niet meer met jou, jij met je stomme ideeën, trouwens zit me neus er nog aan, ik voel daar niks meer. Nou de neus van Gerrit zat er nog aan, Auke Gerrit en de rest (ook de irritante o/g) moesten tot 4 uur s, morgens rondjes lopen op het kazerneplein en af en toe roepen viva la Honduras, de ouwe moest staafjelen als brugman en een paar sloffen sigaretten en enkele flessen whisky afstaan, maar hij kreeg zijn bemanningsleden weer aan boord. Voor de rest gebeurde er weinig aan boord van de Helicon tot ze in Philadelphia aankwamen, maar daarover de volgende keer
Gerrit Hofmeijer _________________ Old sailors never died |
|
| Terug naar boven |
|
 |
Willem Visser Site Admin

Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 5580 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 27 Dec 2024 17:43:01 Onderwerp: |
|
|
De oogst van de markt in Curaçao
"Ode aan de kok"
Ons prachtige schip, de" Ares", een werkpaard van klasse, vaart bij een stevige passaatwind naar enkele West-Indische eilanden. Wij hebben weer geluk; wel een beetje strenge kapitein en toch op het schip een prettige werksfeer. Dat is extra te danken aan de hofmeester en zijn staf. De kok is een geboren kookliefhebber. Regelmatig probeert hij ons met iets te verrassen. Hij schotelt ons graag aparte dingen voor, zoals met gehakt gevulde paprika's. Passagiers, die naar Nederland reizen, vragen dikwijls om die typische Hollandse schotels, zoals stamppot zuurkool en dat krijgen die lui dan ook wel, maar onze kok heeft veel meer schik met rijst en vooral met Oost-Indisch eten en wij ook! Zelfs op woensdag Koninginnedag wilde de chef "kip speciaal" met rijst op tafel zetten, maar dat mag niet van het gezag. We hebben gefoeterd op de kapitein met titels van republikein tot communist. We hebben toen toch snert gegeten; en eerlijk gezegd; bij 32 graden Celsius smaakt het ook goed. Wanneer er een rijsttafel gaat komen, dan is hij daar lang van te voren mee bezig. In de "drystore" staan schalen met witte vochtige doeken in het donker op de grond, waarop de taugé zaadjes liggen te ontkiemen. Voor een rijsttafel gebruikt hij graag verse ingrediënten. En die zijn niet standaard aan boord. De bemanning betaalt graag een kleine bijdrage, zodat de chef deze specerijen kan aanschaffen. In bijna elke haven gaat hij naar de lokale markt, om te zien of er wat van zijn gading is. Zo ging hij een keer samen met de marconist naar de markt in Curaçao om pepers voor eigen gemaakte sambal en andere specerijen. Ze scharrelen langs de kraampjes voelend, proevend en knijpend in de aangeboden spullen. Bij een oud wijfie proeven de mannen een aangeboden stukje rode peper. Ze vragen:" zijn deze wel heet"? Het vrouwtje knikt bevestigend. De chef en de sparks proeven, halen hun schouders op en zeggen:" Deze dingen zijn niet heet" en lopen verder. Binnen enkele seconden vindt in hun mond een geweldige detonatie plaats; de tranen stromen bij de mannen over de wangen en proestend draaien zij zich om in de richting van het bewuste kraampje. Het vrouwtje wuift heel vriendelijk glimlachend naar de peperproevers. De rijsttafel voor een feestdiner van deze kok belooft wel wat. Heel stilletjes en heel druk werkt hij er samen met de koksmaat aan. Het enige wat hij loslaat: "Als je mijn rijsttafel hebt gegeten, dan moeten ze je van tafel dragen ". De dag van de rijsttafel was het schip helaas op zee en er wordt in twee tafels gegeten. De middagwacht is net als gewoonlijk snel van tafel en gaat aan het werk. De chef staat nabij de pantry met een biertje te kijken, hoe het volk van zijn maaltijd geniet. "XVD"; moppert verongelijkt de keukenkunstenaar. " Daar sta je nou dagen voor te koken en ze vreten het in een half uur op". Helaas zo is ons leven aan boord. Maar het wordt goed gemaakt; de eters van de tweede tafel hebben geen haast en er is uitgebreid genoten van deze superieure rijsttafel. En ikzelf? Men hoeft mij niet van tafel te dragen, maar het scheelt niet veel. De chef is tevreden. Bij einde reis blijkt, dat er vijf hotels zijn, die hem graag willen hebben.
Eduard _________________ Old sailors never died |
|
| Terug naar boven |
|
 |
Willem Visser Site Admin

Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 5580 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 28 Dec 2024 17:08:43 Onderwerp: |
|
|
In Venezuela, met name in de stad Maracaibo stond een muziektent. In elke plaats van enige importantie stond wel zo'n ding. Meestal staan ze in een park doelloos te staan en deugen het overgrote deel van het jaar nergens voor. In Zuid Amerika worden echter, veelvuldig, vooral op zondag concerten gegeven, meestal door een militair orkest. Het was voor de Nederlandse zeelieden een uitje, als bedaagde oudjes zaten zij op bankjes in het park te luisteren en met een pilsje aan een belasting vrij sigaretje te zuigen. In het dure dollargebied hadden zij te weinig geld om de bloemetjes buiten te zetten. Voor de inwoners van de stad is dat het enigste bijzondere gebeuren wat er ooit plaats vond en de concerten worden altijd goed bezocht. Mijn maatje en ik wilden op een mooie zondag middag vrij van wacht zo'n concert bijwonen. Het park was vol, zelfs overvol, op de bankjes was geen plaats meer. De inwoners door ondervinding wijs geworden hadden dekens en stoeltjes van huis meegenomen. Een zeeman vaart dit soort dingen niet en de enigste zitplaats die voor ons overbleef, was op het niet al te schone gras.Een goede raad was duur, midden in het park stond een prachtig standbeeld. Een ruiter op een steigerend paard stond meer dan levensgroot met het gezicht naar de muziektent. De brede met epauletten beklede schouders van de ruiter leek ons een mooie zitplaats.Via het paard, de sabel en de handen van de tentoongestelde ruiter kwamen we op de beoogde zitplaats. Het uitzicht was overweldigend, we konden de muziek in de boeken van de orkestleden lezen. Daarbij hadden we een schitterend uitzicht op de bloembedden die slechts door weinige van deze hoogte waren bewonderd. Trots, hoog verheven, keken wij neer op het gepeupel beneden ons.
Wij hadden echter buiten de waard gerekend, toen de eerste zuivere tonen van het orkest welluidend over de menigte werd uitgestort arriveerde de carabinieri. Door de aan de sokkel van het beeld staande carabinieri werden we gesommeerd naar beneden te komen. Wetende dat je met die gasten geen geintjes moest maken, klommen we de weg terug die we even daarvoor, met doodsverachting omhoog waren gegaan. Het werd ons zeer kwalijk genomen dat we de nationale held van Zuid Amerika ontheiligd hadden, het bleek namelijk dat we op de schouders van Simon Bolivar hadden gezeten. Ons verweer was dat ze zo'n held toch minstens een sokkel als Nelson in Londen moesten geven, dan laat je het wel uit je hoofd om er op te klimmen, die was zo hoog verheven dat er geen mens op durfde. Hoe konden wij weten dat het beeld Simon Bolivar voorstelde en we wisten ook niet wat hij voor de regio had betekend. Daarbij kwam dat de plaquette, die het feit aan belangstellenden bekent moest maken in het Spaans was geschreven, een taal die wij te weinig beheersten, om van de waarde van het beeld kennis te nemen. Ondanks onze onschuld zijn we meegenomen naar het politiebureau. De muziek hebben we zacht op grote afstand in de politiecel kunnen horen. Ik moet zeggen dat het orkest prachtige muziekspeelde, alleen de omgeving waarin wij zaten werkte niet mee. Onze belevenis en vreugde van de welluidende klanken waren niet optimaal. Gelukkig zag de dienstdoende commandant in dat we niet ter kwader trouw het beeld hadden onteerd. Na het concert werden we met een politie auto naar de plaats van de misdaad terug gebracht en konden we aan boord terug. Inmiddels was door een paar bemanningsleden gezien, dat we door de politie waren meegenomen en was de agent van de maatschappij in kennis gesteld. Het apparaat om ons vrij te krijgen was al in volle gang. Je weet in dit soort landen nooit wat er gebeuren kan, er zijn voorbeelden bekend, dat er voor veel mindere vergrijpen als het ontheiligen van een beeld, jaren lange gevangenis straffen zijn opgelegd.
Dirk Rietel _________________ Old sailors never died |
|
| Terug naar boven |
|
 |
Willem Visser Site Admin

Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 5580 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 3 Jan 2025 15:43:31 Onderwerp: |
|
|
Karel de nieuwe 3e wtk. bracht uit Nederland Hanneke, de vrouw van Flip de 2e stuurman mee. Ze had nog nooit gevlogen en vond het bijzonder geslaagd dat ze onder geleide van Karel deze lange reis mocht maken. In haar zenuwen had ze vooral bij het landen en opstijgen haar ogen stijf dicht gehouden en Karel keihard in zijn arm geknepen. Omdat ze ook tijdens de vlucht uit haar gewone doen bleef, kletste ze het hele eind honderduit, soms hartsgeheimen blootleggend die normaal door iemand zonder vliegangst, alleen met echtgenoot of andere naaste familie worden gedeeld. Karel was ook getrouwd en derhalve wel het een en ander gewend, maar had toch even vreemd opgekeken bij haar mededeling; "Dat ze tot overmaat van ramp, nog ongesteld was ook!". Toen Karel haar, na zijn aan boord komen, veilig had afgeleverd bij echtgenoot Flip en ze weer wat tot zichzelf was gekomen, bleek Hanneke een zeer rustig type te zijn en een aanwinst voor de sfeer aan boord. Mede door deze vliegreis ontstond er ook een zeer innige verstandhouding tussen Karel en Flip, die zich blijkbaar toch ook wat zorgen had gemaakt over de eerste grote reis van zijn echtgenote. Na zes weken ging Hanneke weer naar huis, omdat haar plichten als onderwijsgevende haar weer riepen. De goede relatie tussen Karel en Flip bleef. Dat uitte zich o.a.een aantal dagen na haar vertrek, toen Flip mij wat benepen kwam melden, dat zijn toilet verstopt zat.
Hij had niet naar een betere expert kunnen komen. De voorbereidingen waren eenvoudig, een vel dik pakkingrubber, een stuk spaanplaat en drie uit de kluiten gewassen mannen was alles wat we nodig hadden. Fransje en Karel boden zich spontaan aan en ikzelf completeerde het drietal. We klommen met zijn drieën op de spaanplaat, met daaronder het rubber en de toiletpot, terwijl flip de "Flushknop" zou bedienen, aldus 3 bar sanitairwaterdruk op onze constructie zettend. Blijkbaar zat onze afdichting wat scheef, want na de eerste poging, had de blauwe uniformbroek van Flip een horizontale bruine streep, net boven de knie, zoals ook kleermakers met een "rokspuit" wel eens een krijtstreep aanbrengen om de plaats van een zoom te markeren. Flip bleef bij de tweede poging derhalve wat verder uit de buurt en stelde zich achter de deur op. Deze poging lukte, na afloop bleef er een "Corpus Delicti" achter in de pot, in de vorm van een stuk maandverband. "Ja..eh..toen ze aan boord kwam,....had ik niet de tijd,...om... ...haar uit te leggen"....,stotterde Flip wat verlegen, met een rood hoofd. "Geeft niet hoor!" sprak Karel, "dat kan de beste overkomen". Een week of zes later ging Flip met verlof, hij zat breeduit grijnzend alvast vooruit genietend van zijn aanstaande verlof aan de bar tijdens zijn afscheidsborrel. Karel die nog drie maanden te gaan had, was jaloers op die grijns. "Wat zit je nou te lachen man?" begon hij. "Er valt voor jouw morgen toch niets te genieten", ging hij verder, terwijl hij met zijn rechterhand het bekende gebaar van duim tussen wijs- en middelvinger maakte. "Hoe weet jij dat?" gaf Flip zich, volkomen verbaasd, bloot. "Jaha.....", be-knipoogde Karel zijn, deels gegokte opmerking, "Dat zou je wel eens willen weten he!!??". Die avond verliet Karel de bar vrij vroeg met de woorden: "Good-Night", maar het klonk wel anders. _________________ Old sailors never died |
|
| Terug naar boven |
|
 |
Willem Visser Site Admin

Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 5580 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 4 Jan 2025 18:07:17 Onderwerp: |
|
|
De dagen ten anker in de baai van Acapulco werden goed besteed. Veel werk in de machinekamer en aan dek was het "lapzalven" geblazen, voor de verandering onder leiding van de rapporteur. Regelmatig verzoekjes om een vrije middag, met het bootje de wal op en je dan lekker laten verwennen op het strand met een enorme "Planters Punch", of een andere exotische cocktail. Meestal s'avonds weer langs de kant, gevolgd door een enorme stofwolk, veroorzaakt door de echte "stappers". Kortom "Jean Fromage" had het prima naar zijn zin. En dat bleef zo gedurende de gehele Zuid-Amerika-kustreis. Manzanillo, Acajutla, Amapala, Champerico, Guayaquil, Callao, Arica, Iquique, Antofagasta, Coquimbo, Ilho-Ilho, nergens een wanklank te horen. "Sint en Piet", ofwel Willem en Jacob, vonden hun "Eldorado" in Valparaiso, waarschijnlijk omdat Chili wat meer bezadigd is en meer paste bij de gevorderde leeftijd van sinterklaas. De eerste twee dagen na aankomst, lagen we op de "palen" te wachten tot er een ligplaats vrij kwam. Het weerhield het tweetal er niet van, meteen na werktijd met het bootje de wal op te gaan. Het laatste bootje terug haalden ze niet, maar geen nood, voor twintig dollar lieten ze zich als vorsten terugbrengen met een watertaxi. Dan moet je natuurlijk wel zorgen, dat je aan het einde van de avond (nacht?) nog twintig dollar over hebt. De eerste avond was dat nog wel gelukt, maar de tweede klaarblijkelijk niet. Brutaal hadden zij toch weer dezelfde watertaxi genomen. Toen bij het schip aangekomen, echter duidelijk werd, dat de goed Heiligman en zijn knecht over onvoldoende liquide middelen beschikten, maakte de taxi meteen rechtsomkeert en werden de heren er halverwege de terugreis door de potige bemanning uitgezet. Nu is dat nooit prettig, maar in een waterrijke omgeving kan dat zeer onaangenaam zijn. (gelukkig was de schimmel er niet bij!).
Ik werd die morgen om zes uur wakker, trok een overall aan en besloot "Aadsje" gezelschap te gaan houden op het achterschip. Alles was in gereedheid om te gaan verstomen naar een ligplaats langs de kant. Het wachten was nog op de loods en de sleepboten. "Willem en Jacob zijn nerghuns te vinduh", zei Aadsje. En vervolgde "De stuurman is om te spetteruh!". Langzaam won de schemering het van de duisternis. "Het is net of ik steeds 'hellup' hoor roepuh", ging Aadsje verder. Ik lette nu ook op en even later hoorde ik het ook duidelijk: "Helluuup!". Aadsje haalde vlug een verrekijker van de brug en doordat het Inmiddels weer wat lichter was geworden, ontwaarden we de twee verloren zonen, als verzopen katten, hangend aan een dukdalf, zo'n honderd meter achter het schip. De loodsboot was zo vriendelijk om er even langs te gaan en tien minuten later stond het tweetal, druipend, naast de loods op de gangway. Gagestraffen werden, zoals gezegd, niet meer gegeven maar Nico vond toch dat hij het tweetal vermanend diende toe te spreken. Dat gebeurde meteen na het verstomen, ze stonden met schuldige gezichten nog steeds van binnen en van buiten niet geheel opgedroogd, voor het bureau van de gezagvoerder/jurist/psycholoog. Na de "schrobbering", sloegen ze de armen om elkaars schouders en liepen zingend naar de deur. Daar aangekomen, draaiden ze zich nog een keer om: "Kapitein mogen we u nog wat vragen?", zei Jacob. "Ga je gang!", klonk het quasi-nors. "We wilden graag uw toestemming om een toneelcluppie op te mogen richten!". Er is nog veel gelachen die dag.
Dik van Lopik _________________ Old sailors never died |
|
| Terug naar boven |
|
 |
Willem Visser Site Admin

Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 5580 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 14 Jan 2025 17:10:36 Onderwerp: |
|
|
KNSM Van : gezagvoerder M.S. Aegis
Verslag man overboord en de redding op de Atlantische oceaan bij stormweer.
Het m.s Aegis vertrok 16 januari 1969 te 17.00 uur van Cap Haitien bestemming Le Havre en Verdere West Europese havens. Voeren aanvankelijk grootcirkel koersen tot 21 januari 1969 te 10.30 uur,waarna van koers 52 graden verlegd werd naar 70 graden,teneinde het zeer zware slingeren en overnemen van water iets te verminderen.De wind was toegenomen totNW 8-9 met een zeer hoge deining. Op deze nieuwe koers kon volle kracht worden gevaren,terwijl slingeren en waterovernemen binnen redelijke grenzen bleef.
In verband met het weer deed de dekbemanning binnen werkzaamheden,in de vier portalen aan voor en achterkant van de beide dienstgangen op het hoofddek. Alleen de waterdichte deur aan de achterkant SB was open.Dit was de lijzijde en hier kwam slechts af en toe enig water over het dek. In dit portaal nabij het hospitaal werkten 2 matrozen:o/g F.Schouten en E.Veldhuysen.
Te ongeveer 13.15 begaf ik mij ter ruste,na me op de brug er van overtuigd te hebben dat de toestand onveranderd was. Te 14.24 uur scheepstijd(17.24 MTG)werd ik opgeschrikt door ongewoon rumoer op de brug en werd. Onmiddellijk hierna door de marconist gewekt met "MAN OVERBOORD". Ik begaf me ijlings naar de brug waar de 2 de stuurman bezig was met het overzetten van de stuurinrichting op van automatisch op hand en een reeds toegesnelde matroos aan het wiel zette. Zette te 14.25 de telegraaf op HV en gaf order:hard stuurboord en schip op tegen gestelde koers brengen(250 graden).
Ondertussen rapporteerde de 2de stuurman dat matroos o/g Frits Schouten vanaf het achterschip overboord was geraakt,dat reeds boeien overboord waren gezet,dat MK was gewaarschuwd,dat reeds iedereen uitgepord was,dat hij nog geen tijd had gehad om persoonlijk te kijken of de drenkeling ergens te zien was. Drie a vier toegesnelde mensen, waaronder de marconist en klerk,werd een kijker ter hand gesteld met de aanduiding in welke richting er gezocht moest worden, met als order,als je wat ziet blijven kijken,niet meer uit het oog verliezen wel luidkeels meelden,dan kunnen de anderen zien in welke richting gezocht moet worden.
Te 14.30 lag het schip 250 graden voor en gaf ik langzaam vooruit de wind en de zee nu iets voorlijker dan dwars van SB in. De drenkeling zou zich nu in het SB voorquadrant moeten bevinden. Te 14.35 uur liet ik nog een boei met rooksignaal overboord zetten,teneinde bij langdurig zoeken enig houvast te hebben. Ik meende niet ver uit de buurt van het ongeval te zijn. Ondertussen beraadde ik me op de te volgen methode we hem zouden zien. Een reddingsboot bemannen en uitzetten onder deze weersomstandigheden was uitgesloten. Ik concentreerde me op twee anderen mogelijkheden: n.l direct,met boeien en lijnen,eventueel touwladders of met het opblaasbare reddingsvlot aan een lijn proberen naar de drenkeling toe te manoevreren.
In beide gevallen zou tot vlak bij de drenkeling gemanoevreerd moeten worden, daar op enige afstand zwemmen in deze zee niet gerekend kon worden..Bovendien was niet dadelijk bekend of het slachtoffer kon zwemmen, of onder welke lichamelijke conditie hij zich zou bevinden indien hij nog drijvende was. Te 14.36 uur werd de drenkeling gezien op ongeveer 5 streken aan SB op plus minus 300 meter afstand. In een boei trachtende in de zeer hoge zee in de richting van het schip te zwemmen. Ik besloot snel dat de positie gunstig was om een directe reddingsoperatie te proberen.Brachten met halve kracht vooruit het schip iets door de wind,waardoor de drenkeling nog ruim aan SB bleef,gaven een stoot op de fluit om hem te laten weten dat we hem gezien hadden.
Hij heeft dit wel gehoord maar niet begrepen. Maakten tegen de wind en hoge zeeen slechts weinig vaart,doch het voorschip bleef vrij droog. Acht man waaronder de drie stuurlieden gingen met boeien en lijnen naar voren en hingen de loodsladder overboord nabij ruim 2 SB. Gaven te 14.39 uur hard stuurboord en daarna half achteruit. Waardoor het schip verder afviel en met 5 a 6 streken lij gestopt kwam te liggen met de drenkeling op slechts enkele meters a1fstand van de loodsladder. Hij had de toegeworpen lijnen en boeien niet nodig en kon gelijk de ladder grijpen. En zij het met enige moeite,bij het nu zeer zwaar stampende schip opklimmen. Hij was te 14.41 uur veilig aan boord. Brachten het schip nog even half vooruit met de kop op de zee,om het voorschip te kunnen ontruimen,daar het,nu dwarszees liggende schip,juist weer water begon te scheppen.
Lagen te 14.50 wederom op koers en konden volle kracht vooruit de reis vervolgen. Bij deze,gezien de weersomstandigheden ,wonderlijke snelle redding,zijn bewust grote risico's genomen.doch onbewust,door grote haast waarmee gehandeld werd,ook fouten gemaakt,waarop ik later mondeling terug hoop te komen. Bij de gehele manoevre,die plaats vond op 35 graden en derig minuten NB en 51 graden en 30 minuten WL of ongeveer 700 mijl ONO van Bermuda,bij windkracht 8 a 9 ,gingen 3 boeien .waarvan 1 met een Holmes licht ,een lijn en 1 met rooksignaal verloren.,waarvan de scheepvaart telegrafisch in kennis werd gesteld.
Daar de totale schade beperkt bleef tot 3 reddingsboeien en slechts 25 minuten oponthoud,werd besloten geen alarmerende telegrammen te verzenden. Wel werd besloten een nader onderzoek in te stellen naar de oorzaken die hebben kunnen leiden tot dit ongeval.,dat zo gemakkelijk noodlottig had kunnen aflopen. Menend U hiermede volledig op de hoogte te hebben gebracht verblijf ik,
Hoogachtend J.Hopman.
Heden 22-01-1969 te 10.15 uur hebben wij J.Hopman gezagvoerder, D.v.Vliet - HWTK en J.Antonius - 1ste stuurman allen dienende a/b/ van het m/s AEGIS thuisbehorend in A'dam,ons in commissie verenigd, teneinde een onderzoek in te stellen naar de oorzaak die heeft kunnen leiden tot het ernstig ongeval op 21-01-69 te 14.25 uur waarbij matroos o/g Schouten overboord raakte,maar gelukkiger wijs weer gered kon worden. Te dien einde hebben wij voor ons doen verschijnen o/g F.C.Schouten,die ons desgevraagd veklaarde;
'Ik was gisteren,'s morgens en ook 's middags vanaf 13.00 uur aan het werk, in het portaal aan de achterkant van de SB gang tesamen met o/g Veldhuysen. Mij waren geen werkzaamheden buiten het portaal opgedragen. Ik zag een touw aan SB buitenboord hangen.Ik melde dit aan de bootsman en stelde voor dit even binnen te halen. Deze zei echter ;"doe dat niet ,want dat is te gevaarlijk". Nadat de bootsman weg was, irriteerde dit touw mij zodanig dat ik me in het gangetje begaf teneinde het op te pikken. Ik werd door een van onderen door de lenspoort komende zee omhoog geslingerd en kwam buiten boord terecht..Ik kan vrij goed zwemmen en wist al snel een boei te pakken te krijgen. Ik wist me hierin drijvende te houden tot het schip vlakbij was en ik de loodsladderkon grijpen. Ik ben me er volkomen van bewust dat ik me na een waarschuwing onnodig en vrijwillig in een zeer gevaarlijke positie bracht'. _________________ Old sailors never died |
|
| Terug naar boven |
|
 |
Willem Visser Site Admin

Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 5580 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 3 Jul 2025 18:32:23 Onderwerp: |
|
|
EEN PASSAGIERSSCHIP IS GEEN KOFFIEBRANDERIJ
Door: Willem Content
In de vijftiger jaren van de vorige eeuw moest, volgens een kapitein die kennelijk goed bekend was met het Scheepvaarthuis, de directie van de KNSM een belangrijke beslissing nemen: óf twee grote, óf vier kleine passagiersschepen laten bouwen. Als je dan vroeg wat er besloten was antwoordde de kapitein: "twee kleine". Die twee passagiersschepen werden de Oranje Nassau en de Prins der Nederlanden, allebei van 1957. Eind jaren vijftig kwamen te Amsterdam op het ms Oranje Nassau een nieuwe kapitein en een nieuwe tweede stuurman aan boord. Het schip voer, na een kustreis, van Amsterdam naar de Caribbean. Na vertrek Amsterdam moest Southampton aangelopen worden om meer passagiers te embarkeren en post voor West-Indië te laden. Dit gebeurde op een ankerplaats, de passagiers met hun bagage en de post kwamen op een tender langszij. De duizenden zakken post werden in grote laadnetten door een scheepskraan over gedraaid en in het bagageruim geladen. De tweede stuurman, verantwoordelijk voor de post, kon door het grote aantal zakken in de netten en de korte tijd die beschikbaar was voor de tussenstop van het schip, niet anders doen dan in goed vertrouwen in de Royal Mail reçu te geven voor het aantal zakken. Bovendien had de eerste stuurman hem medegedeeld dat de Engelse post altijd klopte en dat we moesten opschieten'
De meeste Engelse passagiers debarkeerden op Barbados en Trinidad. Na deze havens werd La Guaira aangelopen en daar moest een groot gedeelte van de post gelost worden. De zakken werden aan de wal in wagons geladen en na lossing bleek er één zak aangetekende post te kort te zijn. Dit was een ernstige zaak waarvan de kapitein op de hoogte werd gesteld. De tweede stuurman moest bij de kapitein komen en kreeg te horen dat hij te Southampton niet geteld had. De uitleg van de stuurman over het grote aantal zakken en de korte tijd beschikbaar, mocht niet baten. Er zou een melding worden gemaakt bij de directie van de KNSM dat de tweede stuurman niet geteld had en toch had getekend voor ontvangst. Na La Guaira werden Willemstad op Curaçao, Oranjestad op Aruba, Barranquilla en Cartagena in Colombia en Puerto Limon in Costa Rica op de uitreis aangelopen. Vóór de aanloop van Colombia ging een derde wtk met een lijst rond om iedereen te vragen of men koffie wilde bestellen. Er zou groene koffie gekocht worden voor de bemanningsleden. Door de grote hoeveelheid was de koffie zeer goedkoop en op de thuisreis zou de koffie in de kombuis worden gebrand. Na deze uitleg bestelde ook de tweede stuurman koffie. Te Puerto Limon kwam de president van Costa Rica met een groot gevolg aan boord, de heren sloegen drank in terwijl voor de dames met toestemming van de president het zegel van de kapsalon werd verbroken, zodat er juwelen en parfums konden worden gekocht. Dat gebeurde vaker als de passagiersschepen Puerto Limon aandeden; de kapper had hier al rekening mee gehouden in verband met zijn inkoop. Na Puerto Limon werden op de thuisreis meestal dezelfde havens aangedaan in omgekeerde volgorde. Weer aangekomen te La Guaira kwam een ambtenaar van de Venezolaanse posterijen aan boord, dezelfde die op de uitreis de post ontvangen had. Tot grote opluchting van de tweede stuurman kwam hij vertellen dat de vermiste zak aangetekende post na vertrek van het schip gevonden was onder de wagon waarin de post geladen was. "Ga even mee, dan kan je de kapitein inlichten" , zei de tweede. De kapitein was not amused dat hij gestoord werd tijdens zijn middagslaap, en nog minder toen de ambtenaar hem vertelde dat de zak post terecht was. "Nu heb ik voor niets een brief aan de directie verstuurd" riep het Gezag. "Daar heb ik toch niet om gevraagd?" vroeg de tweede.
Paters
Te Willemstad waren een ploeg paters ingescheept die teruggingen naar Nederland; ze hadden een jaar of zes in de tropen gediend. Toen het schip eenmaal buiten de Bovenwindse Eilanden kwam en de lucht minder vochtig was, werd voor de paters een witte tropenpij te koud, temeer daar een gedeelte van het schip airco had. De witte pijen gingen uit en de zwarte kwamen tevoorschijn. Hoewel voor de officieren het wisselen van witte naar blauwe uniformen meestal bij 20 graden Celsius geschiedde en het schip nog lang niet uit de tropen was, kwam er nog op dezelfde dag van de pijenwisseling van de paters een mededeling van de kapitein dat de volgende dag ook door de scheepsofficieren de blauwe uniformen moesten worden gedragen. Dit waarschijnlijk uit solidariteit met de paters, de kapitein was zeer religieus...
Koffiebranden
Op een mooie rustige avond op de Atlantic besloot het kombuispersoneel dat nu de koffie gebrand moest worden. Toen de kapitein op de Eerste Wacht (20-24uur) bij de derde stuurman op de brug kwam kijken, snoof hij de penetrante lucht op die tijdens het branden van koffie ontstaat en die, via de kombuisventilatoren, naar de brug dwarrelde. "Er is brand!" "Nee kapitein, er wordt koffie gebrand in de kombuis" zei de derde stuurman. De kapitein, niet op de hoogte van dit gebruik, greep de telefoon en belde naar de kombuis. "Wat is dat met die koffie! Van wie ís die koffie" riep de kapitein. De koksmaat aan de andere kant van de lijn schrok zich wezenloos en dacht, ik noem maar de hoogste in rang op het koffielijstje. "Van de tweede stuurman" stamelde hij, in de hoop dat het dan wel in orde zou zijn. Voor dat hij de brug verliet, ging de kapitein naar de kaartenkamer en schreef in het 'Wachtorder Boekje' dat de tweede stuurman zich de volgendemorgen om 10 uur moest melden op het promenadedek. Waarom stond er niet bij. De tweede, die te middernacht met de Hondenwacht begon, was benieuwd wat er op het promenadedek te gebeuren stond. Toen hij op 10 uur op het dek kwam, zag hij het Gezag in vol ornaat mét pet en goudgalon. Zodra de kapitein de tweede zag, vergat hij de passagiers, die in. dekstoelen zaten en lagen en kwam meteen ter zake. "lk hoor dat er ook officieren bij betrokken zijn" , riep hij. De tweede die niet wist waar dit over ging, vroeg "waarbij kapitein, is er gestolen?". "Nee", riep de kapitein met luide stem "ik heb het over die koffie! Als je maar één ding goed begrijpt: ik ben kapitein op een passagierschip en niet op een koffiebranderijijijij!! Onnodig te vermelden dat de passagiers op het promenadedek in een deuk lagen, terwijl de stuurman zijn gezicht in de plooi moest houden. _________________ Old sailors never died |
|
| Terug naar boven |
|
 |
Willem Visser Site Admin

Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 5580 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 3 Jul 2025 19:09:23 Onderwerp: |
|
|
MIJN EERSTE REIS ALS STUURMANSLEERLING
Door: J. Kooij
Het was in de laatste week van januari 1948 dat ik met twee oud-klasgenoten van de zeevaartschool met de Cottica vertrok naar de 'West'. Het was de bedoeling dat wij in Curaçao zouden worden overgeplaatst, als stuurmansleerling, op schepen díe ín de West bleven varen. Op de Cottíca voeren we mee als passagiers. We sliepen in de rooksalon op het achterschip. De rooksalon was ingericht als slaapzaal. We sliepen op z.g.n. stretchers. De overtocht duurde ongeveer vier weken. In Curaçao werd ik als leerling geplaatst op de Pygmalion, onder gezagvoering van kapitein Dijk Block. De stuurlieden waren 1e Kuiper, 2e Klaas Joore en de 3e stuurman Duinker. Ook de hoofdmachinist meester Veninga kan ik mij nog goed herinneren. Ik liep de 'dagwacht' (4- met de 1e stuurman. Hij bedacht allerlei klusjes om mij maar bezig te houden. Voor mij was dat dus erg leerzaam. De wijze waarop hij mij benaderde was echter niet normaal. Hij sprak mij aan met: leerlooier, leerbeest en zo meer. Totdat mij dat begon te vervelen en als hij zo doorging, ik niet meer zou reageren. Hij lachte wat schamper. Aan zijn reactie kon ik zien dat hij wel wraak zou nemen. Ik trof het dat de 'baas timmerman' een vreemde huidziekte kreeg. Het leek op pokken. Hij moest stoppen met zijn werk en werd in een van de passagiershutten ondergebracht. Ik moest hem zijn eten brengen en een deel van zijn werk overnemen, zoals het peilen van de tanks. Op een 'goede dag’ zat ik gehurkt op het achterdek om de biels te peilen. Uit mijn ooghoeken zag ik de éérste op het sloependek lopen. Toen hij mij opmerkte begon hij meteen te roepen: "Leerbeest, leerbeest" en zo meer. Ik reageerde niet. Hij pakte toen een ijzeren staaf, waar de luchtkokers mee werden gedraaid, en gooide die in mijn richting. De staaf kwam achter mij op het dek terecht. Meester Veninga stond in de deuropening van de dienstgang en had alles gehoord en gezien. Hij reageerde snel en vloog de trap op naar het sloependek en greep Kuiper bij zijn strot en gooide hem tegen een luchtkoker. Kuiper viel en stond versuft weer op. Veninga brulde hem nog iets na, wat ik niet kon verstaan. Hiermee was het incident voor dat moment afgelopen.
Het voorval had voor mij wel gevolgen. Ik hoefde niet meer met Kuiper wacht te lopen. Wel moest ik in de hut van de 'ouwe' leren typen, waarbij ik geen fouten mocht maken. Het gevolg was dat het nogal wat papier kostte, maar ik leerde toch wel aardig typen. Cruijff zou zeggen: "Elk nadeel heeft zijn voordeel." Er gebeurde die reis naar New Orleans iets zeer ernstigs. Volgens de matrozen was de rijst niet gaar. Ranes, een Bonairiaan, kwam bij de kok Schotborn, hierover klagen. Het gevolg was dat de kok Ranes de kombuis uitstuurde. Ranes pikte dat niet en de kok legde een hete pankoekenpan op Ranes zíjn schouder. Er ontstond een geweldig tumult, waar de kapitein op afkwam en voor dat moment werd deze kwestie even opgelost. Niets was echter minder waar, zo zou later blijken. Voordat we de Mississippi opvoeren, kwam er een dichte mist opzetten en moesten we ten anker. Rond ons hoorden we de scheepsbel klinken van ten anker liggende schepen. Ik werd de mast in gestuurd om waar te nemen hoeveel schepen ten anker lagen. Het was bekend dat de mist in de mond van de rivier laag over het water hing. Ik telde 28 schepen met de kop naar de rivier. Het duurde niet lang voordat we een loods kregen en opstoomden. We waren nauwelijks anker op of er kwam het bericht van de koksmaat dat de kok werd vermist. Het bleek dat zijn 'sloffen' op het achterdek stonden. Iedereen had zo zijn gedachte over de verdwijning van de kok. Wel werd het schip op bevel van de kapitein in alle hoeken en gaten onderzocht, zonder resultaat. Aan de kade kwam de douane en emigratiedienst aan boord. Zelfs de politie, die de bemanning ondervroeg; zonder resultaat. Ik weet niet meer wat er in de scheepsverklaring voor tekst over deze verdwijning is vermeld. Het kan zijn dat de kok uit angst overboord is gesprongen of dat hij overboord is gegooid. Nergens was een spoor te ontdekken dat een aanwijzing gaf. Dit raadsel is nooit opgelost. Wel wil ik nog even vermelden dat de derde stuurman en ik in de Canelstreet een rum-cola gingen drinken en daar voor het eerst Nat King Cole hebben gezien. Een trio met hem achter de vleugel. _________________ Old sailors never died |
|
| Terug naar boven |
|
 |
Willem Visser Site Admin

Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 5580 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 4 Jul 2025 13:09:38 Onderwerp: |
|
|
ASSISTENT MACHINIST VICTOR TOKARENKO
Door: J.W. Minderhout
Op één van de slingerreizen van de Charis liepen we in 1956 Houston aan. De tocht van het loodsenstation van Galveston naar Houston vond ik altijd indrukwekkend. Galveston is een stad gebouwd op een zandplaat buiten de kust van Texas. Hier golden de strikte Texaanse wetten niet zodat daar alles mocht wat onze Lieve Heer verboden had. Men profiteerde hiervan, financieel ging het goed maar de heer strafte ook. Op 8 september 1900 vernielde een orkaan de stad en op 16 april 1947 explodeerde er een schip met kunstmest zodat de stad weer weggevaagd werd. Het varen op Galveston Bay had iets speciaals met zijn smalle, drukbevaren vaargeul die eindigde bij San Joacinto Battle Ground waar de Texanen zich vrijgevochten hadden van Mexico onder Sam Houston. Bij de Battle Ground begon het nog smallere Houston Ship Channel, omzoomd door blazende en sissende chemische fabrieken en de desolate, uitgeputte olievelden. Het channel eindigde bij het turning basin waar we draaiden om te meren aan de KNSM steiger, vlak bij de uitlaat van een chloorfabriek. Hier was het water zo vergiftigd dat de KNSM-verf hier niet tegen bestand was zodat de lichte verf tot in de hutten er de machinekamer zwart kleurde en de zwarte verf van het schip afbladderde, voor de opvarenden was deze aanlegplaats een beproeving en dan vooral in de zomer als de temperaturen hoog opliepen. We hadden 'geluk' omdat we op zaterdagmiddag aankwamen en pas op maandag gingen laden. Het was smoorheet en de chloorlucht benam ons de adem zodat we onze vrije tijd, hangend aan dek doorbrachten. Plotseling ontstond er wat beroering omdat een Amerikaanse slee en twee bloedmooie meisjes voor het schip stopte. Ze haalden tijdschriften uit de kofferbak en kwamen aan boord. Het waren aardige mensen van één of ander kerkgenootschap die schepen bezochten. Het duurde niet lang of er sprong een vonk over tussen de assistent en één van de meisjes. Iets wat wel meer gebeurde, maar deze vonk was zo krachtig dat de jongedame de volgende morgen weer aan boord kwam en onze Vic vroeg of hij zin had mee naar Galveston te gaan. Dit was vlug geregeld zodat we ze snel zagen verdwijnen. Wij keken met lede ogen naar de onbezette zitplaatsen in de grote auto. Plaatsen die leeg naar het koele Galveston gingen en ons in de hitte en de stank achter lieten.
Vroeg hadden we de assistent niet terug verwacht maar toen hij middernacht nog niet aan boord was, werd meester Pals, die als een vader voor het machinekamerpersoneel was, ongerust. Hij bleef turen in de richting van waaruit de auto moest komen, deed die nacht geen oog dicht, maar de assistent kwam niet opdagen. Toen hij er 's morgens nog niet was werden de zaken ernstig. De agent werd gewaarschuwd, de immigration, de politie... maar geen Victor. Naargelang het uur van vertrek naderde steeg de spanning aan boord omdat achtervaren alleen al een ernstige zaak was, laat staan als er een ongeluk in het spel zou zijn. Kort voor vertrek kwam de assistent de kade op manken, doorzweet, met plakkende haren en lijkbleek. Een zucht van opluchting ging door de bemanning. Toen onze assistent een beetje op verhaal gekomen was wilde iedereen het verhaal van die Amerikaanse horen die in onze verbeelding tot supervrouw groeide gezien de tot op het bot vermoeide assistent. Aanvankelijk vertelde Vic niet veel maar na enkele dagen kwam het verhaal er toch uit. Toen ze laat op de avond, na een geweldige dag in Galveston doorgebracht te hebben, San Joacinto Battle Ground passeerden vroeg het meisje of Vic daar nog even rond wou rijden. Ergens bij het Battle Ship Sam Houston stopte ze de auto om uit te kijken over Galveston Bay'. De assistent stelde voor om 'nog even in het gras te gaan zitten'. De Amerikaanse vond dit een prima idee en ging even een plaid uit de auto halen waarna het noodlot voor Vic toesloeg. Hij hoorde de motor starten en zag de achterlichten van de auto in het duister verdwijnen. Het duurde even voor hij de schrik te boven was. Na veel moeite vond hij de uitgang en de hoofdweg. Daar probeerde hij te liften maar welke Amerikaan neemt iemand mee in het donker? Hij is toen maar gaan lopen richting Houston. Toen hij even rustte, viel hij in slaap langs de kant van de weg wat zijn late terugkeer aan boord verklaarde. Het verhaal maakte veel indruk op ons. We waren het er over eens dat je als zeeman over de hele wereld door vrouwen bedrogen wordt met uitzondering van Nederland. _________________ Old sailors never died |
|
| Terug naar boven |
|
 |
Willem Visser Site Admin

Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 5580 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 5 Jul 2025 16:42:31 Onderwerp: |
|
|
BUENAVENTURA: LA PELOTA ÉN EEN HAVEN
Door: Walter Groenendal
“Als je nooit een reis op de WKZA-dienst hebt gemaakt dan heb je eigenlijk veel gemist” Dat of soortgelijk commentaar werd regelmatig gemaakt toen ik als laatste Nederlander het kantoor van Cia. Transportadora in Bueneaventura runde. Want helaas waren de directies van de KNSM en de FMG het in 1968 eens geworden over een stroomlijnen van hun respectievelijke agentschappen' Beide rederijen hadden besloten om voor de Servicio Conjunto in Europa de agentschappen van de KNSM te gebruiken en in de Zuid-Amerikaanse havens de "Flota-agenturen". Op zich een enorme kostenbesparing die ongetwijfeld indertijd werd beoogd. Maar het betekende ook dat de Nederlandse leiding van het agentschap in Buenaventura werd vervangen door een Colombiaanse manager en onze schepen naar het agentschap van de Flota gingen. Tja, Buenaventura. Wie er afmeerde in de periode toen je er nog meerdere dagen lag, kan ongetwijfeld veel verhalen. Het was na Amsterdam de eerste loshaven en meestal ook de laatste laadhaven op weg naar huis. "Een plus punt van Buenaventura is dat het de Pelota heeft met een haven erbij". Dat tekende ik ooit eens op uit de mond van een (hoge) bezoeker uit Amsterdam, die op inspectiereis was langs de havens op de Westkust. Ach ja, want na zo'n lange reis - met de transit door het Panamakanaal als een aangename onderbreking - of voordat de thuisreis begon' wilde je wel eens een ander biertje zoals een Pólar of een Cuba-libre proeven in de'Miramar' of één van de andere gelegenheden waar het altijd plezierig toeven was' Hielo? Ja' doe maar. Wij realiseerden ons niet dat de ijsblokjes van het water werden gemaakt dat werd opgevangen van het zinken dak boven de vertrekken achter de bar in een gebruikte drum waarop nog te lezen was: "SHELL Lubricantes" Ongetwijfeld zijn er vele, vele anekdotes te vertellen over de meest geliefde haven op de Westkust van Zuid-Amerika' Eén van mijn mooiste herinneringen in dit verband was het voorval met een poetser van een schip van de Mij' 'Nederland" tijdens de oversteek van Japan naar Buenaventura had deze opvarende een sleutelbeen gebroken na een val in de MK tijdens slecht weer. Opname in het hospitaal was noodzakelijk volgens de dokter. Een week later vertrok het schip naar Guayaquil zonder de poetser. Na 2 a 3 weken zou hij op transport gaan naar het zuiden. Maar erg veel zin had hij niet. En desgevraagd gaf hij als reden op dat hij weliswaar ook nog veel pijn aan zijn schouder had maar dat de behandeling van de verpleegsters erg aangenaam was en het herstel dus bespoedigde. Zo zette de nachtzuster om 11 uur 's avonds de centrale over op de telefoon in de kamer van de poetser en hield hem de rest van haar nachtdienst gezelschap...
Buenaventura was ook berucht om zijn tropische regenbuien die soms uren aanhielden. Een 'Buienradar' zoals wij nu kennen op het internet werd vaak node gemist. Onvoorspelbaar ook hoelang zo'n bui zou duren, waardoor het regelmatig voorkwam dat de bootwerkers's avonds om 9 uur naar huis werden gestuurd nadat ze al één of twee uur op de zakken koffie in de loodsen hadden liggen wachten - maar een uurtje later de sterren helder aan de hemel flonkerden tot aan de vroege ochtend. De stappers waren toen al lang de wal op... Soms, in dichte regen, moest de uiterton met de radar worden opgezocht. Daar werd de loods aan boord genomen. Die het schip vervolgens behoedzaam het bochtige vaarwater naar binnen bracht. Toch waren er ook schepen die via de marifoon de assistentie van het agentschap als extra steun beschouwden. En in één geval mij bekend dit ook vermeldden in het journaal. Wellicht om 'dubbel gedekt' te zijn indien er iets zou zijn voorgevallen zoals een vastlopen in de veelal soft mud-bodem wanneer een boei aan de verkeerde kant langs het schip gleed. Nadat in de baai was geankerd, begon het wachten op het bootje met de inklaringsparty, bestaande uit de Capitania, Havenkapitein, Immigratie, Douane, Dokter, Veterinaire dienst, Loods(dienst) en het Agentschap. Ieder bracht natuurlijk ook nog een assistent plus soms nog één of twee onduidelijke figuren mee. Deze laatste waren meestal familie van één van de heren niet tot het Agentschap behorende. Kortom, voor een dozijn of meer personen rukte de hofmeester sloffen sigaretten aan plus flessen Black & White voor de chefs. Waarop daarna de gele vlag naar beneden mocht' Toen wij aan Amsterdam moesten uitleggen wegens een aanmerking hierover van een gezagvoerder dat onze sigaretten en whisky gebruikt werden om de havendiensten mild te stemmen over aankomst en vertrektijden' kon Transportadora haar 'praktijken om een ligtijd van bijvoorbeeld 26 uur via een bevoegde chef te korten naar 23.30 , waardoor er een volgende periode van havengeld à USD 296 per etmaal werd bespaard, continueren… Tja, 296 dollar havengeld voor een tweede en volgende 24-uurs periode voor eén ES-boot van circa 6.200 BRT! Kom er nu eens om. Eind 1968 kwam er dan na tientallen jaren een einde aan de Nederlandse managementbezetting van de 'Transportadora" Een agentschap dat de belangen behartigde van niet alleen van de KNSM maar o.a. ook die van de Rotterdamse Lloyd, Mij. 'Nederland' en de NYK even als vanwege het honoraire vice-consulaatschap van Nederlandse onderdanen' Met weemoed en gemengde gevoelens denk ik dan ook terug aan de dag waarop de Nederlandse vlag voorgoed in Buenaventura werd gestreken. Tijdens de laatste receptie ter viering van de verjaardag van Koningin Juliana aan boord van de Pericles op 30 april 1968 bracht de consul van Ecuador een tweede toost uit met de woorden: "Viva la reina de la Republica de Holanda!"
Salir fue morir un poco... _________________ Old sailors never died |
|
| Terug naar boven |
|
 |
Willem Visser Site Admin

Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 5580 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 6 Jul 2025 09:27:07 Onderwerp: |
|
|
MIJN EERSTE ZEEREIS
Door: Wim Senden
Net zoals alle Kroonvaarders heb ik ook eens een eerste reis gemaakt en daar wil ik jullie over vertellen. Na het behalen van mijn voorlopig diploma in juli 1948 heb ik drie maanden in de werkplaats op de Surinamekade gewerkt. Begin november kreeg ik te horen dat ik voor 'een jaar West' met de Delft naar Curaçao zou gaan als assistent machinist (zo heette dat toen nog). 5 November vertrokken we en alles ging goed tot we buiten de pieren kwamen, zo ziek als een hond, dat heeft geduurd tot Madeira waar we voor anker gingen. Als er een voetpad had gelegen tussen Madeira en Amsterdam was ik meteen naar huis gelopen! We kregen ongeveer veertig Madeirezen mee naar Curaçao die gingen daar voor een jaar of langer werken. Nadat we weer vertrokken waren begon de ellende weer, toch maar proberen de opgedragen werkzaamheden uit te voeren. Ik moest een afsluiter uit elkaar halen om de klepzitting op te zuiveren, want die lekte. Ik had daarbij een bepaalde sleutel nodig, na enig zoeken vond ik die bij een hulpmotor, waar de tweede wtk de regulateur van uit elkaar had liggen. Heb de sleutel wegenomen, mijn karwei afgemaakt. Toen ik de sleutel terugbracht brak de hel los. Wat was er gebeurt, de tweede wtk had de regulateur weer in elkaar gezet en dicht gemaakt. Hij ontdekte dat er een sleutel weg was en heeft de regulateur weer open gemaakt om te kijken of hij hem er in had achter gelaten en toen kwam ik aanzetten met dat ding. Ik heb wel zo verschrikkelijk op mijn donder gehad, dat ik even mijn zeeziekte vergat. Ik had mijn eerste les geleerd, haal nooit gereedschap bij iemand weg zonder het te melden! De rest van de reis kon ik bij de man geen goed meer doen, dat kwam goed uit want door mijn zeeziekte was ik ook niet tot veel goeds in staat. Op 3 december kwamen we tegen de middag in Willemstad aan waar ik te horen kreeg dat ik om vijf uur op de kade moest staan want dan zou een bootje mij naar de Pygmalion brengen die in de Annabaai voor anker lag en om 8 uur ‘s avonds zou vertrekken richting New-Orleans. Aan boord gekomen zag ik de restanten een een feestje, hwtk Veringa had zijn 60-iarige bestaan gevierd en zou in New-Orleans met pensioen gaan en worden opgevolgd door Rotteveel. Na met diverse personen kennis gemaakt te hebben mijn koffer uitgepakt en mij in mijn hut geïnstalleerd. De tweede wtk heette Stevens, de derde v.d. Klis en als ik me goed herinner was de kapitein v.d. Plaat en de eerst stuurman BIauw (ik bedoel natuurlijk dat hij zo heette). Ik moest van 8 tot 12 wacht lopen, dus netjes om kwart voor 8 naar beneden. Daar trof ik een jongeman aan, een ras Curaçaoënaar, en niet veel ouder dan ik, luisterend naar de naam Papa, het bleek de olieman te zijn. Wij kregen bericht dat we om 21 uur zouden vertrekken omdat er nog enkele bemanningsleden van huis gehaald moesten worden. Zo tegen negenen had ik verder nog niemand beneden gezien. lk werd knap zenuwachtig omdat ik nog nooit een motor had zien starten, laat staan zelf aan de gang geholpen. Ik vroeg aan Papa of er nog iemand zou komen en hij zei: vast niet, en toen ging de telegraaf op zeer langzaam vooruit en Papa startte de motor. Na twee dagen varen werd ik uit bed gehaald, de motor stond stil. De ketting van de spoelpomp was gebroken (5 cil. Stork H.O.T). Verder geen bijzonderheden op dit schip.
16 maart 1949 kwamen we met de Pygmalion in Houston Texas aan, hier kreeg ik een handvol trein en buskaartjes. Ik moest naar Mobile, Alabama naar de Manto. Ik werd door de agent op de trein gezet richting New Orleans. Daar midden in de nacht aangekomen moest ik met een bus naar een ander station voor de trein naar Mobile. In Mobile werd ik door de agent ter plaatse opgewacht en naar de Manto gebracht. Ik heb in zes maanden met de Manto bijna alle havens in de Caribische zee, Golf van Mexico en de westkust van Midden-Amerika aangedaan. Op 29 september 1949 moest ik in Curaçao overstappen op de Nero. De zes maanden op de Nero waren een kopie van die met de Manto, heel rustig en heel gezellig. Ik heb op die O-boten mijn zeeziekte aardig overwonnen. Op 21 maart 1950 in Cristobal Panama over gestapt op de Agamemnon (heel bijzondere motor, 5 cilinders, 10 zuigers en 1 krukas met 15 krukken). Op een dag lagen we in Philadelphia achter een HAl-schip en werd er een voetbalwedstriid georganiseerd. Ergens aan de rand van de stad lag een veldje dat mocht worden gebruikt. Daar ikzelf niet voetbalde maar toevallig wist wat buitenspel was, moest ik voor grensrechter spelen. Toen de wedstrijd was gespeeld gingen de niet voetballers alvast naar de bushalte. Dat waren de eerste stuurman, de leerling stuurman, twee matrozen, een olieman en ik zelf. Bij de bushalte op de hoek stond een rode zuil met een rode knop achter een glaasje. Vraagt de leerling waar is dat voor? Zegt een van de matrozen: als ie een sigaret op wil steken en je hebt geen vuur dan kan ie op die knop drukken en krijg je een vuurtje. Voordat we het konden voorkomen had hij met het hamertje dat erbij hing het glaasje ingetikt en op de knop gedrukt. Zoals te verwachten was kreeg hij geen vuurtje maar begon een rood licht te knipperen. Zegt de eerste stuurman kom op we gaan naar de volgende bushalte, die konden we een paar honderd meter verderop zien. Daar aangekomen zagen we de voetballers bij de eerste bushalte arriveren en in de verte hoorden wij de brandweer aankomen. Een rode personenwagen en twee echte brandweerwagens, de personenauto stopte bij de voetballers en de commandant begint een gesprek met de voetballers waarbij veel naar ons gewezen werd. De commandant komt in zijn rode auto naar ons toe, de eerste stuurman vertelt wat er gebeurd is. Ondertussen komt de bus, alle voetballers er in en de bus komt naar ons. Omdat de commandant met ons nog niet klaar was stuurt hij de bus door, onder grote hilariteit van de buspassagiers. De brandweerman was toch de beroerdste niet, de stuurman moest beloven dat de leerling aan boord disciplinair gestraft zou worden dan zou hij het voorval als een goede oefening beschouwen. Na hem een pluim te hebben gegeven voor zijn snelle komen, vertrok de rode karavaan richting kazerne en moesten wij een half uur wachten op de volgende bus. 23 Juni werd ik in Curaçao afgelost en zouden we (er waren tien man die naar huis gingen) de volgende dag per vliegtuig naar huis vliegen. lk had toen nog nooit gevlogen en zei dat ik dat niet durfde, nou dan moet je maar wachten op. een schip werd me verteld. lk heb toen tien dagen in het zeemanshuis gelogeerd wat mij heel goed beviel. inmiddels was de Bennekom binnen gelopen en moest ik daarmee naar huis. Twaalf dagen later waren we in Amsterdam en zat mijn eerste reis erop. Nu zullen jullie je afvragen waarom een jaar West bij mij anderhalf jaar duurde, nou dat was op eigen verzoek. lk had in de twaalf maanden mijn hele gage uitgegeven aan diverse activiteiten in de verschillende havens, dus wilde ik nog een paar maanden de gelegenheid hebben om wat te sparen om mijn verlof straks fatsoenlijk door te kunnen komen. Achteraf gezien ben ik op mijn eerste reis in het diepe gegooid, maar ben toch redelijk goed blijven drijven. _________________ Old sailors never died |
|
| Terug naar boven |
|
 |
Willem Visser Site Admin

Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 5580 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 7 Jul 2025 09:33:25 Onderwerp: |
|
|
MISTER CUMBERBATCH
Door: J.W. Minderhout
Mister Cumberbatch leerde ik kennen op de Agamemnon na vertrek uit Amsterdam. Hij was matroos en ik machinist. Hij kwam van Turks Eiland, deelgebied van de Turks and Caycos eilanden en ik uit Zeeland. De eerste woorden die hij tegen me sprak vergeet ik nooit meer. Het was voorbij de Azoren, toen ik op het achterdek aan een winch werkte en hij de stagen van de achtermast aan het lapzalven was. Hij zei "l am mister Cumberbatch, i was born at Grand Turk and I have one woman, three daughters and a cow”. Vervolgens tikte hij tegen zijn pet en vroeg "who are you?" Ik was verbaasd want ik had nooit eerder op zo'n wijze kennis gemaakt met een matroos. Hij had dan ook wel iets bijzonders; het was een erg lange man met een zwart gegroefd gezicht, was gekleed in een blauw ketelpak, had een leren pet op zijn hoofd, en droeg onderhouden werkschoenen. Naast de eerste zin maakte de kleding veel indruk op me. Hij was de eerste en enige KNSM-matroos, waar ik de zeeën mee bevoer, die zijn werk deed in een ketelpak en gepoetste schoenen droeg. Kennelijk trokken we elkaar aan zodat de bekende KNSM-vriendschap ontstond. Officieren werden geacht afstand te houden tot opvarenden maar sympathie voor elkaar liet zich niet blokkeren door gouden strepen of een ketelpak. Er was altijd wel een moment om met elkaar, hangend over de railing of tijdens de winchenwacht op het bankje wat op het achterdek stond, te praten over meer persoonlijke zaken. De verhalen van Mr. Cumberbatch interesseerde me veel omdat hij uit een andere wereld leek te komen, de geïsoleerde wereld van Turks Eiland zoals wij Grand Turk noemden. De mooiste verhalen vertelde hij op zondag nadat hij, diep gelovig als hij was, op het achterdek in zijn bijbeltje gelezen had en enkele psalmen had geneuried. Hij vertelde me hoe de Cumberbatches van Barbados op Grand Turk terecht gekomen waren. Op een bepaald moment kon Barbados zijn eigen bevolking, waaronder veel blanken, niet meer voeden. Een uitweg was om seizoensarbeid op Grand Turk en de Caycos eilanden te gaan doen. Men zeilde in het voorjaar er heen, ging zout uit zeewater winnen, en zeilde in het najaar met het gewonnen zout terug naar Barbados. Het opmerkelijke was dat de zeilschepen bemand waren met negers, die toen al de zeelui van de Cariben waren, en dat de blanken de zoutwinning deden. Zware arbeid waarbij de mensen verblind werden door de schittering van de zoutkristallen in de felle zon. Ze stonden continu in de brij van de zoutpannen zodat het vel van hun voeten en benen weekte. Mr. Cumberbatch verhaalde over de bittere armoede die geleden werd op de eilanden en hoe gelukkig hij was om werk gevonden te hebben bij de KNSM. Met zijn gage plus de centen die hij verdiende met overwerk had hij zich een huisje en een koe kunnen aanschaffen. Vandaar die trots denk ik. Zijn huisje moest wel erg netjes zijn vermoedde ik. Het was spierwit volgens zijn verhaal omdat het elk jaar gekalkt werd met kalk die gebrand werd uit schelpen. Schelpen die zijn drie dochters verzamelden op het strand of aan de vissershaven. Bij de vissershaven in de West lagen immers altijd enorme hopen Conch schelpen waarvan wij schemerlampjes maakten! Het visvlees was er uitgehaald met behulp van houwers, grote messen, door vrouwen aan de haven en werd, aan een stokje geregen, naar huis meegenomen om er een lekker maaltje van te bereiden. Mr. Cumberbatch vertelde me ook dat zijn dochters erg goeie dochters waren omdat ze erg strikt door zijn vrouw opgevoed werden. Toen ik vanuit mijn herinnering aan dit artikeltje begon, toen het begon te groeien in mijn hoofd, ging ik me ook afvragen hoe het nu zou gaan met deze dochters. Het zullen wel bejaarde dames zijn, maar toch, ik weet meer over hen dan ik hier opschrijf. Ik ging me ook afvragen hoe het met de marconist vergaan was die, toen hij hoorde dat de Amerikanen een satelliet volgstation aan het bouwen waren, stopte met varen en importeur van Heineken werd op Grand Turk. In een poging om mijn nieuwsgierigheid te bevredigen zocht ik via Internet contact met het museum op Grand Turk. Ik kreeg antwoord van een Nederlandse mevrouw Deborah Annema die, jammer genoeg, geen antwoord kon geven op mijn vragen. Het blijft echter de moeite waard om de site van het museum. http://www.tcmuseum.org/salt-industry/, te bezoeken en dan vooral het onderwerp 'flessenpost'. Het is nu mogelijk om een E-mail op het internet te laten zwerven tot hij ergens aanspoelt op een PC! Voor mij blijft het voldoende om de letters KNSM door mijn hoofd te laten zwerven. Deze 'hersenpost' levert steeds weer herinneringen op aan één van de vele prachtige mensen die bij onze rederij werkten. _________________ Old sailors never died |
|
| Terug naar boven |
|
 |
Willem Visser Site Admin

Geregistreerd op: 12 Mei 2022 Berichten: 5580 Woonplaats: Amsterdam
|
Geplaatst: 8 Jul 2025 08:27:36 Onderwerp: |
|
|
STAPPEN IN CHILI
Door: A. Jongeling
Het was laat in de middag toen met één onzer schepen van de "es" klasse een kleine Chileense haven binnenliepen. Vraag mij niet meer naar de naam; er zijn er vele. De gebruikelijke procedure van inklaring volgde. Ambtenaren van douane, emigratie, dokter en agent werden in de salon ontvangen en deden hun werk. Nadat de kapitein verklaard had dat er geen zieken aan boord waren werd het schip vrijgeven en kon de gele vlag worden neergehaald. Daarop kwamen de verder geïnteresseerden aan boord. Dat waren in de eerste plaats de stuwadoor en de scheepshandelaar. In de wandeling ook wel 'scheepszwendelaar' genoemd. Er zou die dag niet meer worden gewerkt, maar de stuwadoor vervoegde zich al gauw bij de eerste stuurman met de ladinglijst. Ik keek de lijst even door en vroeg of hij er mee akkoord ging dat ik hem de volgende morgen om kwart voor 6 het beladingsplan zou doorgeven. Als wij met 3 ploegen werken kunnen wij om 14.00 klaar zijn. Akkoord. Toen de stuwadoor weg was maakte ik het plan van beladen op, rekening houdend met 3 ploegen laden, maar ook met de meest economische manier van lossen in de verschillende W-Europese loshavens. Daarna was het etenstijd. Na afloop werden er wat koppen bij elkaar gestoken en werd de vraag gesteld: Zou hier aan de wal nog wat te beleven zijn in dit gat? Er waren al wat inlichtingen ingewonnen en de enige uitgaansgelegenheid bleek te zijn 'El club Aleman', de Duitse club. Er waren wel wat liefhebbers. De 2e stuurman, een grote kerel van wel 2 meter lang. Later is hij loods geworden in Euro Poort en daar later gespecialiseerd in het binnenloodsen van die giga-tankers die in de vaart kwamen. Verder de 3e stuurman, de klerk, 3 wtk's en de marconist natuurlijk. Overdag zag je hem nooit. Dan zat hij achter de deur van zijn radiohut met het opschrift: Hoogspanning, levensgevaar, betreden op eigen risico. En daar zat hij dan binnen, in ware doodsverachting tussen hoogfrequente stroomstoten, knetterende vonkenregens en oorverdovende morsesignalen van schepen en vliegtuigen in nood, all over the world. Althans, dat was zijn verhaal. Maar als er gestapt moest worden was hij van de partij. Hij zou ook eens een boek gaan schrijven. De titel en het voorwoord wist hij al. Het boek zou gaan heten: "Vreemde figuren ter koopvaardij". En het voorwoord zou luiden: Hij die in de hierna beschreven figuren zichzelf meent te herkennen, hij make zich geen zorgen, hij is het. En ondergetekende was ook van de partij. Na een stevige wandeling, bergopwaarts richting de Andes arriveerden wij in de Duitse Club. Onze binnenkomst wekte enige verbazing op maar dat was gauw over. Er waren wat Duitse stellen, maar ook gemengd Duits en Chileens. En er waren wat jonge dames, sommige 2 talig en anderen weer alleen Spaans sprekend. Zij zorgden ook voor de bediening en de bar. Wij raakten in gesprek met een wat oudere Duitser die het een en ander over zijn werk vertelde. Wat hij allemaal deed weet ik niet meer maar wel dat hij het elke keer had over: "Viel Arbeit; Viel Arbeit". Wij kwamen al gauw tot de conclusie dat de goede man een broertje dood had aan werken. Intussen maakten de jongeren onder ons wel kennis met de aanwezige jongedames en het kwam er al gauw van dat de beentjes van de vloer gingen. En zowaar, het duurde niet lang of verschillende kregen hun eerste lessen in het dansen van de tango. En tot groot vermaak van het publiek natuurlijk. Zo werd het toch nog een gezellige avond en het liep al tot in de kleine uurtjes voor we de terugtocht naar het schip aanvaardden. Het ging bergafwaarts en bestemming zat er goed in. En wat kwamen wij tegen onderweg? Een lantaarnpaal! Nu zult u wel denken, beste lezer, wat is er nou zo bijzonder aan een lantaarnpaal? En dat was ook zo, het was een doodgewone lantaarnpaal. En hij was nog smerig ook. Maar er was toch iets bijzonders aan die paal. Rondom de voet van de paal lag een fietsband. Die was er blijkbaar met een welgemikte worp boven overheen gegooid. Nou, we vonden het geen gezicht. Dat hoorde niet in zo'n leuk stadje met zulke aardige mensen. Dus men neme de fietsband in een hand en werpe deze met een ferme zwaai omhoog en er overheen. Maar dat viel tegen. Na verschillende mislukte pogingen werd een andere oplossing bedacht. Men neme de fietsband over zijn schouder en klimme omhoog in de paal. Nou, dat werd ook niets. Degene die het hadden geprobeerd hielden er nog een smerig pak van over ook.
De wandeling bergafwaarts werd voortgezet en kort daarna passeerde wij een soort half grote grijze autobus. We wilden wel eens weten hoe het met de vering stond en of zo'n bus ook zo zou slingeren als een schip. Dus stelden wij ons op in een rij en lieten de bus zachtjes heen en weer wiegen. Tot op een gegeven moment iemand tegen me zei: "stuurman, kijk eens om,'. In een halve cirkel stond een rij mannetjes in militaire uniformen, tweekleurig en met zwarte petten op. Het leek de guardia civil wel. En dat was nog niet alles; ze hadden allemaal een geweer in de aanslag en de bajonetten op het geweer. Dat zag er heel slecht uit. Wij kregen een teken van: naar binnen! Ik keek omhoog en zag boven de deur staan zoiets als "Comandancia de los carabineros" of iets dergelijks en ik dacht bij mezelf; "Dit gaat helemaal verkeerd,, En in een flits gingen mijn gedachten uit naar de situatie op het schip, de volgende morgen. Stuwadoor komt aan dek om kwart voor zes' "Waar is de chief?". Bootsman tegen de matroos van de wacht: "Heb jij die eerste niet gepord?". "Ja Boots, ik ben in zijn hut geweest, heb het licht aangedraaid maar hij was er niet en het bed was niet beslapen". "Nou, dan had je toch die tweede moeten roepen. Ga die tweede porren en schiet een beetje op ". Matroos van de wacht naar boven, komt terug' "Ja, die tweede is ook niet aan boord en de derde ook niet". Bootsman krabt eens achter zijn oor en denkt: "Dan moet ik die ouwe maar gaan roepen. Bootsman naar boven, bonst op de deur, "Kaptein!, de stuwadoor staat hier aan dek en die wil weten waar hij laden moet, maar de stuurman is niet aan boord en de tweede en de derde ook niet, wat moet ik?". En dan hebben wij het gegooi in de glazen' Want dan moet de kapitein zo uit zijn warme bedje gauw even een plan van belading opstellen' Maar, terug naar onze directe problemen. We kwamen allemaal achter een soort van verhoogde balie te staan en recht tegenover ons zat de commandant' En die zat heel lelijk te kijken. En dat vuurpeloton was ook mee naar binnen gekomen en gingen in een halve cirkel links en rechts van de commandant zitten. Weer een halve cirkel' lk dacht bij mezelf, het lijkt de krijgsraad wel. En de 2de stuurman stond naast mij en hij gaf mij een klap op mijn schouder met die grote klauw van hem en hij zei: "Nou stuurman, jij spreekt Spaans, plasser je eige daar nou maar eens uit". En hij sloeg dubbel van het lachen over de balie. Kent u dat?' Mensen lachen dikwijls het hardst om hun eigen grapjes. Nou, ik vond het helemaal niet zo grappig maar ik dacht bij mezelf, ik begin maar. Praten, praten' Nou' ik heb blijkbaar" à" beste onvoorbereide speech van mijn leven uitgesproken want op een gegeven moment zie ik op dat boze gezicht van de commandant een brede glimlach verschijnen. En ik zag de carabinero eerst naar zijn commandant kijken en toen hij zag dat die lachte begon hij ook te lachen en in gedachte stak ik een vuist op en dacht bij mezelf: lk heb het gewonnen' Na nog wat complimentjes en vriendelijkheden kregen we het sein opstappen' Ik hoorde de commandant nog mompelen "galopinos", (kwajongens), maar dat kon ik hem niet kwalijk nemen want dat woord had ikzelf ook gebruikt' Zonder verdere wetenswaardigheden bereikten wij het schip en er was nog net tijd voor enige uurtje slaap. Oh kwart voor zes stond ik aan dek met de stuwadoor' Om zes uur werden er 3 vorklifts naar binnen gedraaid en begon de belading. 'Wij moesten ongeveer 3.000 ton koper laden, puur zuiver roodkoper' Verschillende partijen, voor diversen bestemmingen' Het koper was gegoten in z.g. slabs van 500 kilo per stuk. Ze waren gegoten in de vorm van een T-shirt, zodoende konden ze gemakkelijk met een vorklift worden opgetild'. Om 8 uur werd ik afgelost door de 3e stuurman en had ik even tijd voor toilet maken en ontbijt'. Voor 2 uur ‘s middags was het laden klaar en na het afwerken van het papierwerk konden wij om 3 uur vertrekken. Om 16.00 uur begon mijn zeewacht op de brug tot 20.00 uur. En niet lang daarna zocht ik mijn kooi op; het was een lange dag geweest. _________________ Old sailors never died |
|
| Terug naar boven |
|
 |
|
Geplaatst: 8 Jul 2025 08:27:36 Onderwerp: |
|
|
|
|
|
| Terug naar boven |
|
 |
|
|
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum Je mag niet stemmen in polls in dit subforum
|
|